HET TAPIJT HUIS Na. 20. 17 MEI 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD EN BONT ALLERLEI D Onze Keuken. i Er vvefd gebeld. Het dienstmeisje, ten jong ding, inet rode wangen en heldere blauwe ogen, haastte zich naar de voorkamer om even te kijken wie er was. Een breedgeschouderde man stond voor de deur en riep, toen hij haar in het oog kreeg: „Ik kom het tapijt brengen!" 2e deed open. De man kwam met zijn vracht binn.en en liet de zware rol tegen de muur ,'uste'ri. Hij wiste zich het zweet van het voor hoofd en vroeg: „Waar zal ik het neerleggen, juffrouw?" „Ik weet 't niet," antwoordde ze. „Mevrouw heeft er niets van gezegd, ze is uitgegaan." „O, dat hindert niet. Als U hier maar even wilt tekenen, dat U het in ontvangst hebt ge nomen." De bezorger reikte haar een briefje en het meisje tekende zonder aarzelen. De breedge schouderde dankte, keek haar eens vast in de ogen, en verdween. Het meisje bleef met het tapijt in de vestibule achter. Mevrouw Helder kwam om zes uur thuis. Ze was in gezelschap van haar vriendin Qreta, die ze vlak bij haar huis was tegengekomen. De beide jonge vrouwen gingen de huiskamer bin nen. Een ogenblik later kwam het meisje binnen vertellen: „Mevrouw, er is vanmiddag een man met het tapijt gekomen." „Welk tapijt?vroeg Mevrouw verbaasd. „Ik heb geen tapijt besteld. Waar is het?" „In de voorkamer." Ze ging de dames voor naar de andere kamër. De grote, zware rol werd uitgepakt. „Dat is een kostbaar stuk," zei de vriendin, „Wat een prachtig dessin. En zulke mooie zacnte tinten." „Ja als ik nu maar wist...."; blij verrast bescnouwde de vrouw des huizes het brede, kleurige tapijt. Toen wendde zij zich tot het meisje. „Heeft de bezorger niets achtergelaten?" „Nee. Ik moest alleen een bewijs tekenen, dat ik het tapijt ontvangen heb. Toen is hij weg gegaan." „Eigenaardig," mompelde Mevrouw, „....ik heb er geen tlauw idee van.... 't Is mogelijk," ging ze aarzelend voort, „dat Walter...." Ze zag haar vriendin stralend aan. „Ja, natuurlijk! Walter heeft me willen verrassen en heeft het tapijt bij ons laten bezorgen, terwijl hij op reis is." Een gelukkige glimlach gleed over haar zacht gezicht. „Zo'n verkwister!" „Dat is werkelijk alleraardigst van hem!", moest Oreta erkennen en het gelukte haar zon der al te veel inspanning de vlaag van afgunst, die ze in zich voelde opkomen, volkomen voor haar vriendin te verbergen. s* Twee" dagen later kwant de heer Helder van zijn zakenreis naar Duitsland terug. Zijn echt genote wachtte hem aan het station en begon hem, na de eerste begroeting, met hartelijke woorden te bedanken. „Je verrassing is schitterend gelukt, hoor!" zei ze warm. „Wat voor verrassing?" .vroeg hij verbaasd. ,,lk weet van niets." Vragend keek hij zijn vrouw aan. „Waarom wil je het niet weten?" lachte zijn vrouw. „Je hebt het handig aangelegd, hoor toen ik Woensdag met Qreta van een wandeling thuis kwam, vond ik het tapijt in de voor kamerIk was er zo blij mee! Ik dank je, Waiter!" VIJF JAAR ONDERWEG MET 3000 RENDIEREN. Twee Denen redden 7000 Eskimo's van den hongerdood. Twee Denen, de gebroeders Porsild, zijn zo juist van een zwerftocht naar de Eskimo's in Canada teruggekeerd, die in de wereldgeschie denis haars gelijke niet heeft. Zij hebben een kudde van enige duizenden rendieren uit het Westelijk deel van Alaska naar de Eskimo- stammen gebracht, die ten Oosten van de Mac- kenzie-rivier wonen en sedert vele jaren zodanig gebrek lijden, dat zij zonder twijfel gevaar lie pen uit te sterven. Men moet deze afstand eens op de kaart zien, men moet zich de onherbergzaamheid van die Noordelijke streken en het ruwe klimaat voor stellen, om een indruk te krijgen van de moei lijkheden, die de twee Denen hadden te over winnen, en de broeders waren niet alleen, doch hadden een kudde van 3000 rendieren bij zich. Vijf jaar geleden had de Canadese regering de rendieren van Amerika gekocht. De dieren bevonden zich toen op het schiereiland Kolze- bue in West-Alaska. Daar het niet mogelijk was, ze met treinen, die men tussen Alaska en Noord-Canada niet heeft, of met schepen te ver voeren, belastte de Candese regering de ge broeders Porsild met het transport der kudde. Vijf jaar geleden vertrokken de broeders, en nu pas kort geleden hadden ze hun doei bereikt en 7000 Eskimo's van de hongerdood gered. De moeilijkheden waren ontzaglijk. Sneeuw stormen dreven de kudde uit elkaar. Wolven en andere roofdieren overvielen de rendieren. Gedeelten van de kudde verdwaalden, en wan neer de kudde onderweg niet steeds weer op natuurlijk wijze was aangevuld, zou ze wel veel verminderd zijn geweest. Nu echter kwamen de gebroeders nog met een kudde van 2200 dieren in het arctische noodlijdende gebied aan. De laatste grote moeilijkheid was het overtrekken van de delta van de Mackenzie, die ongeveer 80 Kilometer breed is. Maandenlang moest de kudde wachten, voordat het weer goed genoeg was voor de overtocht. Tenslotte werd ook dit overwonnen. De Eskimo's ten Oosten van de Mackenzie kennen geen rendieren. Het is een jagersvolk, dat zich niet met veeteelt bezig houdt. De ge broeders Porsild hadden echter een paar Lappenfamilies meegebracht, en deze zullen het nu den Eskimo's wel leren. De twee gebroeders Porsild, bekende natuur vorsers van de Arctis, hebben gedurende hun vijfjarige zwerftocht bovendien de grootste arctische plantenverzameling bij elkaar ge bracht, die ooit door een expeditie is samen gesteld. In het museum van Kopenhagen en in liet Britse museum in Londen is het herbarium, dlat ongeveer 30.000 planten bevat, te zien. DE ZORGEN VAN DE MEESTERES IN HET WITTE HUIS. Onlangs heeft de vrouw van den Amerikaan- sen president Roosevelt door de radio gesproken en de toehoorders wat van haar zorgen en haar taak als huisvrouw en meesteres van het Witte Huis verteld. De radio-luisteraars in de Ver enigde Staten kregen toen te horen, dat het beroemde „Witte Huis" reeds 117 jaar oud is en dat het in orde houden van de vertrekken een „Maar geloof me toch, Erna, ik „Je hoeft niet te ontkennen, ik ken je nu ge noeg. Twee jaar geleden heb je me met de vaas herinner je je nog wel ook zo veel hoofdbrekens bezorgd. Toen heb je ook stellig verzekerd, dat je van niets afwist. Het tapijt is prachtig, en zeker wel erg kostbaar, je bent weer eens lichtzinnig geweest, om je vrouwtje blij te maken." „Erna, ik verzeker je....-,." „Ja, ik weet wel een bijzonder voordelig gelegenheidskoopje, dat zich deze keer weer heeit voorgedaan," spotte Erna vrolijk. De taxi stopte voor het huis. Helder betaalde den chauffeur die met een buiging bedankte en wegreed. Het echtpaar gebruixte de liit en be trad de woning. Steeds weer probeerde Helder te ontkennen, dat hij het tapijt voor zijn vrouw had gekocht. Doch eindelijk gaf hij het op en dacht eraan, dat hem nog veel werk wachtte. Hij verdiepte zich in het lezen van zijn zaken brieven, die zich gedurende zijn afwezigheid hadden opgehoopt. Tot aan de avond was hij bezig met het atdoen van zijn correspondentie en na het eten ontving hij een zakenbezoek, dat tamelijk lang duurde. De volgende middag zat Erna 's middags op het balcon van haar woning een boek te lezen. De roman boeide haar buitengewoon en zij ver gat alles om zich heen, zo verdiept was zij erin. Het meisje verscheen aan de deur. Zij bracht de boodschap: „Mevrouw, een mijnheer wenst U te spreken. Hij heet Jansen." Erna kon zich deze naam niet herinneren. Zij legde het boek neer, stond op en zei: „Laat henr binnenkomen." De heer, die enige ogenblikken later de ge zellige kamer binnenkwam, boog beleefd voor de vrouw des huizes. „Neemt U mij niet kwalijk, dat ik U stoor. Ik ben eigenaar van het bekende tapijtenhuis Kenossi. Enige dagen geleden werd tengevolge van een vergissing van een van mijn onder geschikten een kostbaar Tabris-Pilat tapijt hier afgegeven. Niet waar, Mevrouw?" Erna vond niet spoedig een antwoord. Zij was in de war en stond een ogenblik radeloos, ter wijl zij voelde, dat het bloed haar naar het ge zicht steeg. De koopman keek haar koel af wachtend aan. „Ja," zei ze eindelijk, „het meisje heeft het aangenomenIk wist niet Opeens verdween haar verlegenheid. Zij werd weer de vrouw van de wereld, die iedere situatie beheerst en de toestand meester blijft. „Ik zou het tapijt willen houden, als het te koop is, het bevalt mij goed," zei ze rustig. „Of is het reeds verkocht?" „Neen, Mevrouw," haastte zich de koopman te antwoorden. „Het tapijt moest bij een oude dame, die hiertegenover woont, op zicht worden gezonden. Het staat U vrij, het te behouden." „Wat is de prijs.'vroeg Erna. Twaalfhonderd gulden, Mevrouw." De koop werd na enige ogenblikken gesloten. Nadat de handelaar het bedrag had ontvangen, gaf hij Mevrouw Erna een kwitantie en nam na een beleefde groet afscheid. Erna bleef alleen in de kamer. Onbeweeglijk stond zij bij de kleine tafel en hield het blad papier in de hand, terwijl haar ogen door het open venster in de verte staarden. Haar schou- I ders schokten, langzaam bracht zij haar handen naar haar gezicht en barstte, het hoofd voor overgebogen, in geluidloos snikken uit. verantwoordelijke en moeilijke taak is. De muren zijn op vele plaatsen afgebrokkeld; zodat 1 de tapijten bijna voortdurend gerepareerd moeten worden. Ook licht- en waterleidingen worden steeds weer onderzocht, en om de twee jaar wordt de voorgevel van het Witte Huis opnieuw geverfd, het zal voor de huis vrouwen een zekere troost zijn, dat ook Mrs. Roosevelt van de ratten en muizen heeft te lijden. Want deze plaaggeesten hebben in het Witte Huis, zoals zijn meesteres vertelt, een vrolijk leventje, en men maakt voortdurend jacht op hen. Pas kort geleden, vertelde te pre sidentsvrouw, hebben twee harer vrouwelijke gasten bij het ontbijt voor een goed doorvoede rat de vlucht genomen, en zijn ontsteld van de eerste verdieping naar de tweede gelopen. De strijd tegen het ongedierte wordt in het Witte Huis hardnekkig doorgevoerd, neemt echter veel tijd én geld in beslag. EEN KOE SLAAT ALARM. In het kleine Oostenrijkse dorp Wilfsberg waren in de laatste tijd meermalen diefstallen voorgekomen. Op een nacht had men bij den boer Karl Meyer een geit uit de stal gestolen. Wel had de boerin nog in de nacht het zenuw achtige blaten van een schaap gehoord, doch toen ze naar de stal snelde, om te zien, wat er gaande was, zag ze alleen nog maar, dat de geit verdwenen was. Enige dagen later schrok de boer uit'zijn slaap op, en hoorde, dat zijn koe aanhoudend loeide. Hij kon nog juist op merken, dat iemand bezig was, om de staldeur open te breken. Bij de nadering van den boer nam de dief, die ongetwijfeld weer een veedief stal wilde begaan, zo snel mogelijk de vlucht. Het was slechts aan het alarm van de koe te danken, dat deze keer de diefstal werd verijdeld. Aan de hand van een voetspoor in het zand kon reeds de volgende dag de dief in hechtenis worden genomen. SCHERPE CONCURRENTIE TUSSEN DE AMERIKAANSE ROEIERS VOOR DE DEELNAME AAN DE OLYMPISCHE SPELEN. Onder de Amerikaanse roeiers is een scherpe strijd om het recht om aan de Olympische re gatta's in Berlijn-Grunau in het volgende jaar deel te nemen, ontbrand. De beste vooruitzichten om het sterrenbanier tegen de grootste wedstrijdroeiers der gehele •wereld in Berlijn te vertegenwoordigen, hebben voor het ogenblik de ploegen van de universi teiten van Washington en Californië. Beide be vinden zich reeds voor de nog in dit jaar te houden beslissende wedstrijden in zware training. De door den bekenden wedstrijdroeier Kye Ebright getrainde achtploeg van de Cali fornische staatsuniversiteit in Berkeley, die het vorig jaar eervol het nationaal kampioenschap won, vindt in de Washington-universiteit een niet gering te schatten tegenstander, die in de tot nog toe gehouden voorjaarsregatta's reeds bijzonder de aandacht op zich vestigde. De Californische universiteit beschikt echter over 52 jonge en goed getrainde studenten als uit stekend materiaal voor eventueel nodige ver vanging van haar tegenwoordige achtploeg. Geen van deze reserveploeg is onder de 1.80 M., terwijl er 12 zelfs 1.90 M. zijn. Het gemiddelde gewicht van de bezetting van de Californische achtploeg is dientengevolge 179 Eng. ponden, en de gemiddelde grote 1.86 M. DE LIJMPOT IN DIENST VAN DE HUISVROUW. Men kan grote reparaties en de daarmede ver bonden extra uitgaven dikwijls voorkomen in dien men een of ander voorwerp, dat stuk is, dadelijk repareert. Tot dat aoel is de lijmpot een grote hulp en men heeft verschillende soorten, gom of kleef stoffen, die door de huisvrouw gebruikt kunnen worden met goed gevolg. Men kan z.g. koude lijm gebruiken, die in busjes verkrijgbaar is en welke volgens de ge bruiksaanwijzing worden aangewend. Verder kan men ook andere soorten lijm ge bruiken, doch aangezien men deze in de huis houding niet dageiijKS nodig heeit, is het raad zaam met te veel tegelijk m te slaan. De droge lijm wordt in een lege bus 24 uur met koud water geweekt; hierdoor zwelt de lijm en neemt zoveel water in zich op als nodig is; de rest wordt weggegooid. De bus met wette lijm wordt in een pan met kokend water geplaatst en ver hit tot ongeveer 70 graden, het mag dus niet tot koken komen, daar de kleetkracht hierdoor verminderd. De delen, welke gelijmd worden, moeten eerst afgekrabd worden, waardoor de andere lijm van het hout verwijderd wordt en moeten tevens absoluut droog zijn, daarna worden zij met een dun laagje lijm bestreken, en moeten stevig samen gehouden worden met band of touw. Na 24 uur verwijdert "men dit en krabt de lijm welke aan de kanten mocht zitten af. Nimmer is het nodig, dat onderdelen van meubels, welke de huisvrouwen kunnen lijmen, stuk blijven en door de kleine reparaties zelf uit te voeren zijn geld bespaard kan worden. HET GEZELLIGE HOEKJE. Een bank met veel kussens, waar je zo heer lijk diep inzakt met een krant of een heel mooi boek. Wie verlangt niet naar zo'n gezellig hoekje met een tafeltje, en soms ook nog een luie stoel. De prettigste plaats in het hele huis is altijd het „zitje", een knusse hoek met een bank, een tafeltje en soms ook nog een luie stoel. De hoek waar je heerlijk weggezakt in vele kussens, ongestoord de krant kunt lezen of kunt genieten van een heel mooi boek. Kussens zijn met wat fantasie en handigheid gemakkelijk te maken. Heel modern is b.v. een effen lap, met alleen langs de 4 zijden een koord in een afstekende kleur. WENKEN. Voorzichtig met gillettemesjes! In het bijzonder in gezinnen met kinderen is het zeer gevaarlijk om gebruikte gillettemesjes na het gebruik te laten liggen of zelfs in de prullemand te gooien. Hoe licht gebeurt het niet, dat ze zo'n scherp ding in hun handjes krijgen en zich bezeren. Men moet het tot een vaste gewoonte maken de niet meer bruikbare mesjes in een leeg lucifersdoosje te verzamelen, dat zó geplaatst wordt, dat de kinderen er niet bij kunnen en ze daarna met doosje en al weg te gooien. Men voorkomt hierdoor tevens, dat anderen bij het ledigen van prullemanden, etc., zich aan de vlijmscherpe dunne mesjes bezeren. Tabakslucht in de kamers. Wanneer men bezoek heeft gehad en de kamers zijn vol tabaksroek, dan kan men deze geheel en ai opfrissen en de lucht verdrijven, wanneer men een kolenschop goed heet maakt boven het gas en er daarna enige druppels lavendelolie op giet en met de schop de kamers rond gaat. De verhitte olie verfrist de kamers geheel en al. Verwijderen van vlekken. Hoe voorzichtig men ook denkt te zijn, toch komt men telkens tot de minder aangename ontdekking, dat zich hier of daar vlekken op onze japonnen bevinden. Op zwarte stoffen kan men deze in de regel doen verdwijnen met een mengsel van koffie en spiritus. Wijnvlekken uit zijden stoffen behandelt men met zeepwater en potas, spoelt de plek met lauw water na en strijkt hem op de verkeerde kant. Heeft een of ander voorwerp een vochtigen plek of kring op een vensterbank achtergelaten, dan strijkt men vochtige sigarenas over de plaats, verwijdert deze de volgende dag en neemt de bewuste plek verder af met een doekje met petroleum. Inkt vlekken verdwijnen met citroensap, terwijl men ze ook weg krijgt met een begoniablad, daarna in water naspoelen. Met een stukje rhabarber kan men eveneens inktvlekken wegkrijgen. Zakdoeken moet men daags voor het wassen in zoutwater zetten, waardoor zij veel helderder worden. Het is trouwens over het algemeen aan te raden, wasgoed vooraf te weken in koud water met soda of ammoniak, daarna in koud water naspoelen, waardoor veel van het vuile weekwater uit het goed gaat. Zwarte kant wast men het best in slap theewater of niet te sterke koffie en daarna tussen twee vellen papier strijken. Wil men witte kant wassen, dan doet men dit in zeepsop en voegt bij het spoelwater saffraan of slappe thee. Gewone aarden bloempotten, die vlekkerig of schimmelachtig geworden zijn aan de buiten kant, worden met een doek met petroleum af genomen. Papieren labels aan koffers. Nadat men het adres op een label heeft ge schreven, laat men de inkt eerst drogen, wrijft er daarna over met een warme kaars, waardoor men voorkomt, dat de naam onleesbaar wordt, indien de koffers aan de regen blootgesteld zijn. RHABARBER EN APPELGELEI. 2 pond rhabarber, 1 pond moesappelen, 150 gr. suiker, 30 gr. gelatine (is gelijk aan 15 blaadjes), 4 eetlepels kokend water, mespunt dubbelkoolzure soda (zo nodig). De rhabarberstelen worden van de bladeren ontdaan en de uiteinden aan de andere kant afgesneden, daarna snijden we ze in stukjes van ongeveer 2 c.M., wassen deze en doen ze in een pan, waarbij wij tevens de in stukjes gesneden appelen voegen en zoveel water als juist nodig is om alles gaar te koken, suiker er in oplossen en indien de compote nog te zuur is 'n mespunt dubbelkoolzure soda bijvoegen en de massa door een paardeharen zeef wrijven. De geweekte gelatine uitknijpen en in 4 lepels kokend water oplossen en door de compote roeren, die als ze afgekoeld is in een met koud water omgespoelde vorm wordt gedaan. Deze gelei moet daags te voren gemaakt worden, daar de vrij grote hoeveelheid gelatine anders wel eens een smaakje geeft, hetgeen verdwijnt als ze geruime tijd heeft gestaan. JAM-VLA. 6 kopjes melk, 50 gr. suiker, 40 gr. vanille- custardpoeder, 2 eieren, 3 eetlepels jam, klontje boter. We brengen L. melk aan de kook en lossen er de suiker in op, terwijl wij met de overige melk, ongeveer 1 kopje, de custardpoeder aan mengen en er tevens de geklopte eierdooiers bijvoegen. We gieten hierbij een weinig hete melk, vermengen deze met het papje, gieten er nogmaals wat melk bij en doen alles terug in de pan met warme melk, brengen deze aan de kook op een lage pit en steeds roerende om te voorkomen, dat de eieren schiften en de vla zich aan de bodem zet. Is deze doorgekookt, dan nemen wij de pan van het vuur, doen de boter bij de vla en kloppen met de garde zolang, totdat ze afgekoeld en luchtig is, doen ze daarna in een glazen vlaschotel om geheel koud te worden. Even voor het opdienen wordt het eiwit zéér stijf geklopt en telkens met een deel van de jam vermengd, totdat alle jam door het eiwit is gewerkt, waarmede wij de vla garneren. We mogen dit pas op het laatste ogenblik doen, omdat we anders de kans belopen, dat het eiwit zakt. GRIESMEELPUDDING MET AMANDELEN. 1 L. melk, 100 gr. griesmeel, 100 gr. suiker, 2 eieren, stukje citroenschil, 30 gr. boter, 50 gr. amandelen, abrikozenjam. We brengen de melk met de citroenschil zachtjes aan de kook, zodat het smaakje zich aan de melk kan geven. Intussen broeien wij de amandelen in heet water, wat we zo nodig even vernieuwen of zetten ze met water op, aat we bijna op kookpunt laten komen, schuiven met duim en wijsvinger de velletjes af, drogen de amandelen, snijden ze voor de helft in lange dunne reepjes, terwijl wij de rest in stukjes hakken, en bij de kokende melk voegen, waar wij tevens de suiker in oplossen en de gries meel roerende instrooien, daarna laten wij de pudding even doorkoken, kloppen de eierdooiers en voegen hierbij enige lepels griesmeel, doen de eiermassa bij de pudding en mengen ze hier door, zodat alles gelijkmatig verdeeld is en kloppen daarna het stukje boter er door en ten slotte het zeer stijf geklopte eiwit. De pudding wordt overgebracht in een met koud water om- gespoelden vorm om koud en stijf te worden. Na het storten wordt de bovenkant bestreken met jam en bestrooid met de fijn gesneden reepjes amandel. SAUCIJSJES IN DEEG. 4 a 5 ons saucijsjes, zout, 4 eieren, 225 gr. bloem, L. melk, 700 gr. boter. De bloem wordt gezeefd en in een kom ge daan met wat zout. De eieren worden zeer schuimig geklopt en vermengd met de melk, daarna wordt een kuiltje in de bloem gemaakt en deze van het midden uit vermengd met de vloeistof, die telkens bij kleine gedeelten wordt bijgevoegd. Het beslag wordt, nadat bloem en het eiermengsel vermengd zijn, nog enige minuten flink opgeklopt, daarna zetten wij het gedurende minstens een uur weg, voor we het verder gebruiken. In een vuurvaste schotel wordt de boter gesmolten en hierin worden de saucijsjes gelegd, waarna het beslag er overheen wordt gegoten en de schotel gedurende 35 min. in een middelmatig warme oven wordt geplaatst, zo nodig wordt de bovenkant bedekt met be boterd papier. Deze schotel is uitstekend om met drukke dagen klaar te maken, omdat de bereiding weinig werk vereist. We geven er tutti frutti bij, die 's avonds tevoren geweekt is en nog slechts even verwarmd wordt, waarna de vruchten uitgeschept worden en in een schaal gedaan en het vocht met een weinig citroensap en suiker gebonden wordt. GEMBERVRUCHTENCAKE. 200 gr. geglaceerde gember, 225 gr. boter, 350 gr. bloem, 225 gr. lichte basterdsuiker, 3 eieren, plat theelepeltje gemberpoeder, 1 theekopje gehakte sunmaidrozijnen, thee kopje koffie-extract, 2 eetlepels bakpoeder, tikje zout. We beginnen een groot of twee kleinere bak blikken in te vetten en te voeren met beboterd papier. Is er slechts één blik voorhanden, dan kan de helft van de ingrediënten gebruikt worden. Boter en suiker worden in een verwarmde (niet te warme) kom tot room geroerd, waarna de eieren zolang geklopt worden, totdat ze goed schuimig zijn. We kloppen liever iets langer en besteden tevens de nodige tijd aan het maken van het beslag, want naar mate we meer lucht in het deeg brengen, zal het gebak smakelijker zijn. De bloem, zout en gemberpoeder worden ge zeefd, b.v. op een stuk boterhampapier. Afwisselend wordt de botercrême nu ver mengd met een lepel bloem, dan weer met een deel van het eiermengsel, waarna we steeds weer flink kloppen. Het laatst worden de ge hakte rozijnen, koffie-extract en de aan stukjes gesneden gember door het beslag geroerd, waarna dit in de vorm (en) wordt gedaan en ongeveer dertig minuten in de oven geplaatst, die voorgewarmd is en daarna bij het bakken getemperd wordt. LEVERPASTEL 2 pond varkensvleesch wordt gedurende 1 uur in warm water met zout gekookt, daarna door den vleeschmolen gemalen met l/2 pond in stukjes gesneden spek en 2 kleine uien, zoo noodig wordt alles tweemaal door den molen gedraaid. We vermengen deze massa nu met 50 gram in het vocht der lever geweekte brood, 2 heele eieren, zout. peper en nootmuskaat. We kneden alles goed door elkander, waarna we de massa over brengen in een ingevetten vorm, dien wij met beboterd papier afsluiten en ongeveer 1 uur in een warmwaterbad laten koken, daarna in den vorm koud laten worden. HUZARENSLA. 300 gram kalfsvleesch, 12 gekookte aard appelen, 2 bietjes, 1 ui, peper, zout, 15 augurkjes, 2 hardgekookte eieren, 4 eetlepels slaolie, 4 eet lepels azijn, mayonnaise, peterselie, 1 citroen, 1 tomaat, 1 appel, 1 kropsla. Het kalfsvleesch wordt zeer fijn gehakt. Een deel der bietjes (de rest is voor de garneering), de ui, aardappelen, de appel, de augurkjes, brengen -we in een schaal over en mengen deze met peper, zout, olie en azijn en een paar lepels mayonnaise. We zetten het weg tot den vol genden dag, v/ijl dan alles beter ingetrokken heeft. We plukken de kropsla, wasschen deze voorzichtjg, slaan ze in een doek of slamand uit en beleggen er een langwerpigen of ronden schotel mede, daarop stapelen wij de huzarensla en geven er een mooi gladden vorm aan, die van boven plat is, scheppen er wat lepels mayonnaise overheen en garneeren den schotel verder mer een stukje van het overgebleven ei, tomaat schijfjes, uitgetande citroen en de tot waaiertjes gesneden augurkjes. Het geheel bestrooien me: zeer fijn gehakt en in een doek uitgeknepen peterselie. RUITEN EN STREPEN zien we dit seizoen weet heel veel dragen. Ze staan ook wel bijzonder flatteus en er zijn heel aardige effecten mee te bereiken, omdat we ze op allerlei manieren verwerken kunnen Alleen we hebben een flinke dosis critiek en een spiege: noodig om uit te maken, wat ons staat, wam lang niet elke vrouw kan bijv. een qroote Schol -che ruit dragen. Onzr afbeelding geeft twee hijzonder aardigt rdellen Afb. 1 is een z.g. swasser. een ruime, drie twart jas. van een fleurig. Schotsch ruitje. Op nerking verdient de aardige, vlotte kraag, waar ■oot de ruit schuin genomen is Afd. 2 is een buitengewoon flatteuse mantel apon. De schuine strepen zijn op een heel aparte manier verwerkt. De nauwe rok krijgt de noodige wijdte door een ingezet, geplisseerd stuk. GOEDF KNIPPATRONEN. Patronen Kunnen per Drie) aangevraagd worde, net nljsluiting var t C.5Ï in oostzegels aar dt vloderedactrtce var dit blad Roefofsstraat 101 e s-Gravenhage. BISCUITS MET GEMBER EN ROOM. Deze toespijs is geheel gemakkelijk en vlug te bereiden, we zetten des morgens vast de 125 gram in stukjes gebroken zachte biscuits (b.v. boudoir) in een kristallen schaal weg met 150 gram natte gember, die in kleine stukjes is ge sneden en gieten het vocht van de gember hiei- over heen. Tegen dat wij het dessert zullen gebruiken wordt 2y2 d.L. slagroom geklopt met 1 flinke eetlepel suiker en een tikje zout (het laatste om den room vlug stijf te hebben) en op de biscuits en de gember geschept, naar ver kiezing gegarneerd met kleinere stukjes gember. APPELFLENSJES. 3 niet te grote appels, 3 eieren, 90 gr. zelf rijzend bakmeel, 3 eetlepels suiker, 3 eetlepels melk, sap van citroen, boter. De eierdooiers worden flink geklopt met de melk en de suiker en moet goed schuimig zijn. De geschilde appelen worden geraspt, b.v. op de speciaal voor dit doel geschikte z.g. Bircher- Benner rasp, en daarna vermengd met de eieren, citroensap en lepelsgewijze met de gezeefde bloem. Het eiwit kloppen wij met een tikje zout stijf en scheppen dit door het beslag. In een kleine koekepan wordt boter warm gemaakt en worden de pannkoekjes aan beide zijden goud geel gebakken, daarna bestrooid met suiker, opgerold, in drieën gevouwen of opgestapeld op een bord of schaal gelegd, die tijdens het bakken warm gehouden wordt. RIJST MET MELOEN. 1 niet tè groote meloen, 100 gram rijst, 50 gram suikerwater, tikje zout, citroen. Een weinig bekende toespijs is rijst met meloen, waarvan zij, die van deze heerlijke vrucht houden, zeker zullen smullen. 100 gram rijst wordt meerdere malen onder stróómend water gewasschen, terwijl de meloen in 2 helften wordt gesneden, het sap opgevangen en gezeefd. Het sap wordt gemeten en aangevuld met zoo veel water, totdat men 3 maal zooveel vocht als rijst heeft, waarin de laatste gaar gekookt wordt met een tikje zout. De meloen wordt aan stukjes gesneden, die even voor het opdoen voorzichtig door de rijst worden geroerd even als de citroensap, daarna wordt alles over gebracht in een glazen schaal. Presenteeren met lichte basterdsuiker. BESCHUIT MET BESSENSAP EN ROOM. 8 groote beschuiten, tl. bessensap, y2 fl. water, pijpje kaneel, 125 gram lichte basterd suiker, 1 d.L. room, 30 gram maizena of sago. Bessensap en water worden met het stukje kaneel aan de kook gebracht, daarna worden de beschuiten even met een schuimspaan in de warme vloeistof gehouden, uitgelekt en op een platte schaal gelegd. De bessensap wordt weer aan de kook gebracht, suiker toegevoegd en het bindmiddel, terwijl de kaneel verwijderd en de saus over de beschuiten gegoten wordt. Koud laten worden en garneeren met de stijfgeklopte room.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3