Weevej&tytK Koning George van Engeland en zijn voorrechten Wij breien..». MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN TWEEDE BLAD. BONT ALLERLEI Onze Keuken. NOOIT MEER LAST ALS PRESTO WAST No. 23. 7 JUNI 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT De Koning als „fakkeldrager" en „jachtmeester" De walvisstaarten van de Koningin Het „Opperhoofd van de Gouden Tand" Door een bijzonderen medewerker te Londen. Bij de feestelijkheden naar aanleiding van het regeringsjubileum van Koning George V van Engeland komt tevens de herinnering weer boven, aan duizenden eigenaardigheden, die het leven van den Engelsen monarch omgeven. In de loop der eeuwen heeft zich een enorme voor raad ballast, rechten, titels, orden, voorrechten en schatten, om den persoon van den koning van Groot-Brittanië verzameld, een ballast, die iedere sterveling welhaast zou moeten verdruk ken, als hij zich al te veel erom zou bekommeren. Het Opperhoofd van de „Gouden Tand"... Koning George V is niet alleen overste van 29 regimenten, maar tevens admiraal van de Engelse, zowel als van de Deense en de Zweedse vloot. Ontelbare doctorstitels heeft men hem verleend! Ontelbare uniformen worden in zijn garderobe bewaard en door een speciale be ambte zorgvuldig geïnspecteerd, daar er zo nu dan natuurlijk het een en ander aan gewijzigd moet worden! De Koning zelf draagt zelden andere uniformen, dan die van een admiraal der Britse vloot of hoogstens die van de Grenadier Guards. George V van Engeland staat nog in geschreven bij de oude, eerbiedwaardige artillerie-compagnie van Massachusetts en is veldmaarschalk van het Japanse leger, alsmede ere-generaal van het Siamese leger. Eens is hij ook tot schatmeester van Lincoln Inn, het grootste gerechtsgebouw van Londen gekozen; ook het ambt van boswachter en jachtmeester van het Windsor-wildpark behoort tot zijn „plichten". Zijn positie brengt mee, dat hij ingewijd is geworden in tal van „geheime" orden en ge meenschappen van de inboorlingenstammen in Afrika, Australië en Indië. Hij is in tegen stelling met zijn vader, Koning Edward Vil geen vrijmetselaar, maarwerd wèl door een West-Afrikaanse stam tot „Opperhoofd van de Gouden Tand" en door een andere stam tot „Drager van de Ivoren Fakkel" verkozen; zorg vuldig worden de waardigheidstekenen van deze twee hoge ambten bewaard! Reusachtige schatten en tóch weinig geld! In de gebruikelijke zin van het woord is Koning George V niet rijk. Waarschijnlijk hebben tal van zijn onderdanen hogere jaarinkomens en bankrekeningen, dan Hij. Maar de inrichting der Koninklijke paleizen, de talrijke kostbare ge schenken vertegenwoordigden een waarde, die in de milliarden loopt! Op ruim een nrillioen Pond Sterling wordt alleen al het zuiver gouden eetbestek geschat, dat bij bijzonder feestelijke staatsbanketten ge bruikt wordt. Voor de beide beroemde vazen in het Windsor-Kasteel heeft een Amerikaans mil- lioenair eens 2.000.000. Pond Sterling _geboden een aanbod, dat met beleefde dank van de hand gewezen werd. Windsor bewaart tussen zijn muren een gouden kroonluchter, die twee mannen niet kunnen optillen en waarvan de waarde geschat wordt op anderhalf millioen Pond Sterling. De totale waarde der stukken van waarde in de Britse schatkamer (slot Windsor) zal onge veer 200 millioen Pond Sterling zijn waarbij niet gerekend worden de stukken met „lief hebber-waarde", zoals de bijl, waarmede Anna Boleyn werd terechtgesteld, enz. Het Schotse kasteel Balmoral bevat nog een groot aantal koninklijke schatten en merkwaardigheden. De natie weet de rust van den Koning te eerbiedigen Het liefst houdt Koning George V zich niet temidden van zijn schatten maar in een klein, afgelegen kasteeltje, Sandringham. op waar zijn geliefde en werkelijk enig-ter-wereld-zijnde postzegelverzameling, zijn hengels, zijn jacht geweren en de prijzen voor het op zijn land goederen gefokte vee worden bewaard en ge- exposeerd. Jaarlijks nemen deze persoonlijke verzamelingen van den koning geweldig toe, want iedere Brit beijvert zich, er het zijne toe bij te dragen en de koning is in het bezit van menige zeldzaamheid; iedere postzegelhandelaar ter wereld weet maar al te goed, waar hij een zeldzame, weinig-bekende postzegel allereersr moet aanbieder.. Het is typisch, hoe weinig bewaking er over deze zeer kostbare verzamelingen bestaat. Ter wijl de kroonjuwelen in de Tower zeer scherp bewaakt worden, is voor Sandringham een nachtwaker en een politieronde voldoende. Enkele pogingen tot inbraak zijn steeds ter juister tijd verijdeld en in totaal hebben er ver bazingwekkend weinig van dergelijke pogingen plaats gevonden! Niet omdat de heren inbre kers zulke volmaakte vrienden van Koning George zijn maar omdat zij maar al te goed weten, dat een geslaagde rooftocht door het kasteeltje de heie natie in rep en roer zou brengen en dat men niet zou rusten, voordat Je buit weer teruggekregen was en de daders voor beeldig zijn gestraft. Koning George V mag zich inderdaad verheugen op een buitengewone popu lariteit onder zijn onderdanen. Vooral de staats rechtelijke moeilijkheden, die de laatste jaren tusssen de Dominions en het Moederland gerezen zijn, hebben er veel toe bijgedragen de Kroon weer tot de kristallisatiekern voor heel het Brit- sche Wereldrijk te maken. En de bewuste Engelsman, de ware patriot, is niet karig met woorden, als hij wil aantonen, dat Koning George de hoogste waardigheden der verschil lende delen van het Wereldrijk met veel waardig heid en handigheid weet te dragen en weet te geven, wat hun toekomt. Typische voorrechten van het Koningspaar. Ook in de kleinste kleinigheden komt de liefde tot den koning tot uiting. Zo wordt er b.v'. ijverig voor gewaakt, dat de oeroude rechten van den koning angstvallig in ere gehouden worden! Iedere schooljongen in Engeland weet, dat de auto van den Koning de enige is, die zonder nummerbord mag rijden; zelfs de Prins van Wales heeft dit recht niet. Minder bekend is het, dat de Koninklijke auto een rood lichtje boven op de kap heeft, waardoor de voorrang boven ieder ander verkeer verzekerd is! Uit oude tijden is het koninklijke privilege afkomstig, dat Hij in plaatsen, waar zich een koninklijk paleis bevindt, de theater-censuur persoonlijk in handen heeft. Daar ook Londen tot die plaatsen behoort, is die taak lang niet zonder betekenis. Nog heden ten dage moet ieder toneelstuk vóór de première aan den Koning worden gezonden, die de stukken natuur lijk niet allemaal zélf kan doorlezen, riiaar een specialen hofambtenaar, de „Koninklijke Censor voor Toneelstukken" daarvoor heeft aangesteld. Een ander voorrecht is afkomstig van de vroegere grootgrondbezitters-rechtspraak. Een strook land van 200 Meter breedte, rond het ge bied van ieder Koninklijk paleis is rechtsgebied van den Koning in Hoogsteigen persoon; daar spreekt de Koning zélf recht. Dat geldt ook voor het L.ondense stadspaleis, het Whitehall-palace. Practise!) komt dit privilege slechts nog hierop neer, dat in de 200-Meter-strook om de „Witte Hall", dat de nachtlokalen niet, zoals de con currenten in de aangrenzende straten, voor alcoholgebruik na 10 uur verlof bij den Londen- sen magistraat moeten halen waarmede niet gezegd is, dat de Koning bij het toestaan van dergelijke dingen weekhartiger is. Het merkwaardigste voorrecht van de Konink lijke familie bezit echter de Koningin; zij heeft het recht en waar dit recht, of wanneer het ontstaan is, weet niemand meer de staart van iedere aan de kust van Groot-Brittannië gevangen walvis te confisqueren. DE JEUGD OP SLECHTE PADEN. De politie te Chicago heeft onlangs een brand stichter gevangen genomen, die men reeds weken tevergeefs zocht. Hij had zegge en schrijve 25 branden doen ontstaan en ondanks intensieve opsporingen gelukte het niet, den dader te grij pen. Toen men hem tenslotte had, zag de politie tot haar grote verbazing een 13-jarigen jongen voor zich staan. Door een toeval had een brand weerman op een dag op een jongen gelet, die dicht bij een auto stond en met lucifers speelde. De jongen kwam hem verdacht voor en hij lever de hem over aan de politie. Men herkende hem als den 13-jarigen Edward Maloy. Na een ver hoor van uren gaf de jongen toe, dat hij alleen uit sensatielust al de branden van de laafste tijd had veroorzaakt. De criminaliteit van jeugdige personen heeft zich van vroeger af in Amerika het sterkst ont wikkeld. Vooral in Chicago, waar avontuurlijke jongens van jongs af de beruchte Amerikaanse gangsters tot „goed" voorbeeld hebben, heeft de politie steeds' weer te doen met misdadigers, die nog zeer jeugdig zijn. Opvallend was daarbij het feit, dat de jeugdige bandieten in zeer veel gevallen zonen van gegoede burgerfamilies waren, die door drang naar sensatie en avontuur op slechte paden gaan. Deze vorm van crimi naliteit van kinderen is niet op één lijn te stellen met de horden verarmde Amerikaanse kinderen, die uit honger en armoe samenscholen en op zwerftochten uitgaan, waarbij vaak genoeg roofovervallen worden ondernomen. Een geval van een jeugdigen bandiet werd overigens een tijd geleden ook uit Berlijn gemeld. Sedert weken waren hier herhaaldelijk autodief stallen voorgekomen, zonder dat het gelukte, de dieven te vatten. Nu eindelijk slaagde men erin, een jeugdige dievenbende gevangen te nemen, waarvan de leden voor het grootste deel 14 tot 18 jaar oud waren. Verscheidene van hen wer den gepakt, toen zij met een gestolen wagen ge durende Pasen een plezierritje maakten in de omgeving van Berlijn en daarbij panne kregen. Men zette de jongens achter slot en kwam spoe dig de gehele bende op het spoor. Nu kwam het uit, dat in de eerste plaats het verlangen, om zelf aan het stuur van een wagen te zitten, de jon gens ertoe verleid had, auto's te stelen en daar mee tochten te maken. Ook bij deze jeugdige bandieten zijn er veel jongens uit gegoede krin gen, die nu voor het jeugdgerecht verantwoor ding voor hun daden moeten afleggen. Dit be wijst nadrukkelijk, dat het toezicht der ouders op het doen en laten van hun kinderen niet zorgvuldig genoeg kan zijn, want de ouders van deze tot misdadigers geworden kinderen worden in alle gevallen voor de schade aan sprakelijk gesteld. Verstraten's Leesbibliotheek Karei v. Manderstraat 61 - hoek Adr. de Jongestr. WEKELIJKSCHE AANVULLING VAN NIEUWE WERKEN Wol en gebreide wollen kledingstukken, zelfs in de zomer. Ook de heren der schepping worden in deze mode betrokken. Door G. C. MEYERSCHWENCKE. De gewoonte om zelf kledingstukken te breien heeft zich zozeer ingeburgerd, dat het van ons, vrouwen, een tweede gewoonte is geworden om te zorgen, dat wij steeds een of ander klaar leggen, dat in verloren ogenblikken ter hand genomen kan worden. Nemen wij in de koudere jaargetijden onze toevlucht tot de zwaardere wolsoorten, dan zijn wij des zomers meer aan gewezen op de mooie, luchtige variaties, die in wol te krijgen zijn, waarbij de fijne pastel-tinten zo medewerken om het geheel een fijn en ge kleed aanzien te geven. Het is een goede gewoonte geworden om voor wollen gebreide en natuurlijk ook gehaakte kledingstukken een grote plaats in te ruimen, want met een dankbaar gevoel trekken we zelfs op zomerse dagen nog dunne wollen jumpers aan. Wij, vrouwen, zijn in de laatste jaren wel ge oefend in het vervaardigen van allerlei kleding stukken, die we zelf breien en wij zouden bijna durven beweren, dat vrijwel 90 pCt. haakt of breit, zij het dan ook slechts, dat een deel zich tot een eenvoudiger genre bepaalt. Veel, dat we thans door vrouwenhanden gemaakt zien, be hoort inderdaad, wat de techniek en coupe be treft, tot het kunstnaaldwerk. Wij zien o.a. jum pers, die ons inderdaad aan kant doen denken, anderen weer, die een harmonische samenvoe ging van brei- en haakwerk zijn en waarvan de kunstig gehaakte bloemen en het gebreide kant werk een combinatie vormen die de vervaar- digster alle eer aandoen. Kunstgevoel en per soonlijke smaak brengen producten voort, die er zijn mogen en die tot voor enkele jaren in hoofd zaak nog slechts door Weense vrouwen vervaar digd werden, welke op dit gebied veelal ware kunstenaressen bleken te zijn. De mode der komende maanden legt ons in dit opzicht ook thans niet aan banden en alle mogelijke patronen worden gebruikt om vesten en jumpers te maken, die goed passen bij de complets en 'mantelcostnmes. Een overweldigen de keuze in kleur, uitvoering, materiaal en coupe maakt het mogelijk zelfs de meest veeleisende vrouwen en meisjes bevrediging te schenken. Eenvoudige en geklede jumpers, met en zonder mouwen, bescheiden pofjes of grote ballon mouwen, gebreide jabots, allerlei halsafwer kingen, zien wij in grote verscheidenheid. De gehele gebreide japonnen treden eveneens weer op de voorgrond en de jersey weefsels zullen moeite hebben zich te handhaven. Aange zien de coupe dezer gebreide japonnen nu niet zo ingewikkeld is, vereist het maken niet zo enorm veel werk en de min of meer geoefende breisters onder ons zullen zich vol lust en ijver aan het weTk weten te zetten. We zien deze japonnen ook met vestjes en garnituren van iichte zijde of fijn piqué, terwijl aan sommige modellen kleine elegante klokjes zijn ingebreid. Ook wordt de garnering in een lichtere of donker dere nuance dan de wol aangebracht, terwijl om het middel een wildieren ceintuur met eenvoudige gesp wordt gedragen. Deze gebreide japonnen zijn er op berekend ook zonder mantel gedragen te worden en heb ben meermalen een elegant afknoopbaar cape-je. We zien niet alleen zuiver wollen materiaal, doch ook gemengde wol met zijde, indanthren geverfd katoen en zijde, zowel in de mooie pastel- als in donkerder en zwarte tinten, ja, wij zagen zelfs een jumper, die in een Schotse ruit gebreid was en toen wij deze op eenige af stand zagen hangen, was onze eerste gedachte: „Wat een aardige jumper en wat een levendige kleuren," doch toen wij hem van naderbij be schouwden en zagen, dat het inderdaad een hand-gebreide jumper was, waren wij gaarne in de gelegenheid geweest de draagster een wel gemeend compliment te maken. Dames en kinderen zullen dus ook de komende zomermaanden in allerlei smaakvol gebreide voorwerpen gekleed kunnen gaan en zelfs de heer des huizes zal zich niet achteruit gezet be hoeven te voelen, want liefdevolle vrouwen handen zullen ook voor hem zorgen en pull- en slipovers te kust en te keur voor hem breien. Voor jongens zijn eveneens aardige slipovers in wit, afgewisseld door gekleurde strepen en half lange mouwen, evenals sportieve vesten, shawls. Zelfs zagen wij een zeer modieuze uitvoering van allerlei heren-, dames- en kinderbadpakken in speciaal voor dat doel gefabriceerde wol. We kunnen dus aan het werk gaan. ook in de lange avonden, die ons wachten en zullen steeds ons breimandje bij de hand hebben, om in alle vrijkomende ogenblikken naar 't breiwerk te kunnen grijpen. Er wacht ons nog een berg van werk, dat wij echter gaarne aanvaarden, omdat wij weten van hoeveel practisch nut de eigen- gebreide voorwerpen zijn. RIJST MET TUTTI FRUTT1. 125 gr. rijst, 6 d.L. melk, 25 gr. boter, ruim Zï kopje suiker, paneermeel, klontjes boter, 2 eieren, 250 gr. tutti frutti, 50 gr. suiker, citroen schilletje, maizena. De tutti frutti wordt gewassen en minstens 24 uur geweekt; voor de rijst brengen wij de melk aan de kook met de boter en suiker, strooien er de gewassen rijst in, brengen ze aan de kook, plaatsen een asbestplaatje onder de pan en laten de rijst heel langzaam gaar smoren. We kloppen eerst de eierdooiers, roeren ze door de rijst en kloppen daarna het eitwit zeer stijf en voegen er dit eveneens bij; daarna vetten wij een rijstrand in, doen er de rijst in en storten deze daarna op een schotel. De ge weekte tutti frutti wordt slechts even opgeweld met suiker en citroenschilletje, daarna met een schuimspaan uitgeschept en om de rijst gelegd, de sap wordt gebonden met een weinig maizena, daarna over de rijst gegoten. PARIJSE SAUS. Voor koude gekookte en rauwe groentensla. 1 theelepel zout, 1 theelepel suiker, 1 thee lepel mosterpoeder, 1 theelepel paprika, 2 eet lepels tomatenketchup, theelepel peper, 2 d.L. slaolie, y2 d.L. azijn of citroensap. De opgegeven hoeveelheid saus is voor meerdere porties en kan, indien voor het gebruik weer opgeklopt, in een afgesloten jampot be waard worden gedurende enige dagen. Kruiden en ketchup worden met een houten lepel goed dooreen gemengd, daarna wordt telkens 1 eetlepel slaolie bijgevoegd en met de garde met de kruiden vermengd. Als wij zes eetlepels olie op deze wijze hebben geklopt, wordt 'de rest bijgegoten en gedurende enige minuten flink geklopt, daarna mengen wij de azijn of citroensap erdoor. VLEES- OF VISSAUS. 1 theelepel droge mosterd, 1 eetlepel water, l/2 theelepeltje zout, 1 theelepel Worcester saus, I theelepel suiker, y2 theelepel paprika, 2 d.L. slaolie, y2 d.L. azijn. Water en mosterdpoeder tot een papje mengen, daarna telkens 1 eetlepel slaolie bijvoegen en met een garde kloppen, totdat de helft van d olie verwerkt is. Vervolgens worden de azijn en de overige ingrediënten met de saus vermengd en tenslotte de resterende slaolie, telkens twee eetlepels tegelijk. Naarmate we langer kloppen zal de saus smakelijker worden. Modelboerderij HILLEGOM Telefoon 5107 voor hoogfijne ZUIVELPRODUCTEN AARDAPPELKOEKJES. 250 gr. geschilde aardappelen, 40 gr. brood kruim, 1 ei, 1 dessertlepel geraspte ui, zout, peper, boter of delfrite. De aardappelen worden (rauw) geraspt en in een kom gedaan met broodkruim en geraspte ui, daarna vermengd met het geklopte ei, zout en peper. De boter of delfrite wordt in een koekepan gesmolten. Voordat de koekjes in de pan gedaan worden, moet de boter of delfrite goed héét zijn. Het vuur mag niet te fel zijn, daar het baksel anders niet gaar wordt. We rekenen b.v. 5 min. bakken voor iedere zijde en men moet de koekjes liefst met een breed mes omkeren, om het breken te voorkomen. Deze hoeveelheid is voldoende voor 4 koekjes. NASI GORENG. 500 gr. rijst, 300 gr. vletsresten, 50 gr. ham, 2 eieren, 1 flinke ui, zout, delfrite, sambal oelek, kroepoek. We zorgen voor een flinke hoeveelheid rijst, b.v. een pond en koken, deze zoo droog moge lijk, liefst 's morgens al, omdat de rijst geheel en al koud moet zijn. De rijst wordt herhaaldelijk gewassen, zo dat het aanhangende meel geheel verwijderd is en daarna opgezet met tweemaal zoveel kokend water en wat zout. Gedurende een uur op een heel klein pitje in goed gesloten pan gaar stoomen en koud laten worden. In een platte ijzeren pan wordt delfrite ver warmd en hierin de zeer fijn gesnipperde ui licht geel gefruit, een mespunt sambal oelek bijvoegen en het fijn gehakte vleesch, daarna een gedeelte van de rijst. Is de rijst verwarmd, dan doen we er weer wat bij, totdat al de rijst in de pan is, en wij de massa nog wat laten bakken, steeds om en om scheppen met een ijzeren spatel of pannekoekmes, daarna wordt de rijst in een verwarmde schaal gedaan en be dekt met plakjes ham en de aan reepjes ge sneden omelet, die wij gebakken hebben van de los geklopte eieren en een paar lepels water. We geven hierbij kroepoek, die we in goed warme delfrite bakken, daarna bestrooien met fijn zout. WAT DRAGEN WE ALS HET REGENT Net als al onze andere kleeren, doen*'ook de legenmantels met de mode mee. Ze worden tegenwoordig van allerlei waterdicht gemaakte wollen en zijden stoffen vervaardigd en zien et vaak heelemaal niet meer als regenmantel uit zooals bijv. het model rechts op ons plaatje Het is gemaakt van waterdichte tweed en heeft een heel grooten kraag, waarop tw-e groote houten knoopen genaaid zijn. Ook op de breede man chetten een knoop. De andere mantel 'reeft het gewone regenjassen model. Als materiaal is hiervoor waterdichte soepele zijde gekozen. De breede revers zijn ge voerd met dezelfde stof, maar in een contrastee rende kleur wat bijzonder aardig staat. De grooU gesp aan de ceintuur en de knoopen hebben, even als het mutsje, de kleur van de revers. Practisch zijn de schuine, diepe zakken, die met een knoo; dichtgemaakt kunnen worden. GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen kunnen per Oriei aangevraagd wordei met bijsluiting van f 0-58 is postzegel» aan dt Moderedactrice van Üt blad, Roelofsstraat 105 te 's-Gravenhage. ROEREIEREN MET HAM. 8 eieren, 8 lepels melk, peper, zout, 125 gr. gekookte ham (of schouderham), 40 gr. boter. We hakken de ham fijn en kloppen de eieren met peper en zout, tot geel en wit zich goed met elkaar verbonden hebben, doen er daarna de melk bij en kloppen deze door de eieren. We nemen liefst een steelpan, smelten hierin de boter, voegen de eiermassa erbij, waardoor de ham is geroerd en plaatsen de pan op een niet te fel vuur, steeds kloppende, totdat een brij achtige massa ontstaat, die echter niet tè droog mag worden, nemen de pan van het vuur en dienen de eieren op een verwarmde schotel op. WENTELTEEFJES MET TOFFEESAUS. 10 sneetjes oud (casino) brood, '/2 L. melk, 1 ei, kaneel, boter voor de saus, ruim twee ons donkere kandijsuiker, ruim twee ons lichte huis- houdstroop, d.i. ongeveer 1 kopje, 100 gr. boter of margarine. We kloppen de melk met het ei en de fijne kaneel en snijden het casinobrood in 10 of meer sneetjes, die we één voor één in de melk dom pelen. daarna op elkander stapelen en een half uurtje wegzetten, om de vloeistof goed in te laten trekken. We smelten boter in de koekepan en bakken het brood aan beide kanten goud bruin, leggen de wentelteefjes naast elkaar op een platte schaal en bedekken ze met een saus, waarvoor we de boter smelten, hierbij de stroop voegen en in dit mengsel de donkere kandij suiker oplossen. Goed warm opdienen. KINDERVERTELLING m DOOR G. TH. ROTMAN 41. Gelukkig kwam er gauw hulp opdagen. Een winkelier van de overkant van de straat kwam met 'n ladder aandragen, die hij tegen 'n boom aanzette. Mijnheer Pimpelmans zwaaide met z'n benen, maar kon er niet bij. Toen kwam meneer Bonemeijer er bij. „Dat moet je anders aanleggen!" zei hij, „laat het maar eens aan mij over!" 42. Op aanwijzing van meneer Bonemeijer werd de ladder nu vlak onder meneer Pimpel- mans' voeten gezet. De winkelier strekte z'n armen omhoog en ondersteunde de ladder, terwijl meneer Bonemeijer op de onderste sport ging staan bij wijze van tegenwicht, als mijn heer Pimpelmans er z'n voeten op zou zetten... 43. Meneer Bonemeijer had er evenwel niet aan gedacht, dat meneer Pimpelmans veel zwaarder was dan hij. Niet zodra liet de heer Pimpelmans zich dan ook op de ladder neer, of deze klapte om als 'n wipplank, en wat daar van het gevolg was, kun je hierboven zien! 44. De arme Bonemeijer, door de opklap pende ladder weggeslingerd, vloog als 'n bal door de lucht en kwam met 'n geweldige plons in de stadsgracht terecht, zodat het water bijna tot aan de wolken omhoog spatte. Dat had de goeie man nu van z'n hulpvaardigheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3