ijn| s! IJ n DE VDCDW EN daad HUI S -32 ct. Onze Keuken ZOON MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN HOE DE MUUR GESLECHT WERD TWEEDE BLAD 13 t.m. infl.SO I Room- ;sloten, Koffie HET KORT VERHAAL S. 28538 ingzaken Het voldoen van rekeningen BONT ALLERLEI No. 28. 12 JULI 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT pond 7 et. voor 25 25 pond 17 10 5-8 6-7è„ ik 10-12 16 voor 25 ct. 25 1 21-25 30 28 62 - 79 anat' 17 ct. 24 sblik 75 pond 10 Ct. COOPER! iRANDEERT ITEITEN! UNO M.O. chool aan de Voor in examen voor het I. J. v. Asperen, G. men, J. Langendijk, ars en M. de Vries. HOOFDEN TE >E. (li 1935. i»t. Dreef 92. B. ïf 14. -r-J. K. van 43. R. H. Swart, Berghem, Coster- \N ACCOUNTANTS AAN TELEF. 28046 28439 Dan komt A.Z. op t die avond, dus is H.R.C. VI—V.Z.V.; ir H.P.C. I-A.Z. '70. RT. Heemstede. :ndaal, los 6. uur, 181 duiven: G. Sijtsma; 4, 6, 9 lefhebber; 8,. 10, 13, meester; 11, 27, 31 i; 14 G, v. Santen; L. de Winter; 17 J. lel; 23, 33 A. Eve ns; 32 L. J. v. d. r 36 min. 22 sec. >6 min. 8 sec. afstand 532 K.M., v. Zadel; 3, 10 N. r, 8 K. C. Sijtsma; schot Jr. r 47 min. 22 sec. 14 min. 45 sec, nat Lier (België). J Een verhaal van liefde en list Door FREDERIK KIEM. Boer Merker zat in het „Zondagse hoekje" en zoog aan zijn pijp. Zijn gedachten vlogen terug. Hij werd zich met schrik bewust, dat hij dicht bij de veertig was. Vijftien jaren was vader dood. Wat hadden deze vijftien jaren gebracht? Arbeid van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. En toch, hij kon tevreden zijn. Zes koeien ston den op stal vier varkens en het kleinvee, dat bij een kleine boerderij behoort. De schuur was vol. Ook had hij ettelijke honderden bij de Spaarkas gebracht. Dus hij kon tevreden zijn. Maar toch mankeerde er iets aan. Wat kon het zijn? Het binnenkomen van zijn moeder stoorde zijn gedaclitengang. Moeizaam dekte ze de tafel voor liet middageten en klaagde: „Het gaat nu niet meer zoals vroeger!" „Ja, moeder, ik heb liet al vaak genoeg gezegd, doe geen moeite, wij eten in de keuken „Nee jongen, zolang ik leef, wordt 's Zondags in de goede kamer gegeten!" „Goed, maar je moet hulp hebben!" „Ach wat hulp! Trouwen moet je!" „Als de muur er niet. was, dadelijk! Ik zou geen moeilijke keus hebben." „Wat de muur, die je bet-overgrootvader oprichtte, wil je omver halen?" „Met het grootste genoegen! Kijk eens moeder, dat is zo: wij leven tegenwoordig in een heel andere tijd. Wij weten niet eens meer, waarom onze voorvaders in onmin geraakten. Wat hun aanleiding gaf, het mooiste boeren bedrijf van het dorp door deze dwars over het erf getrokken muur te schenden!" „Waarom zoveel uitvluchten? Zeg toch een voudig, dat je het buurmeisje, Barbara, graag ziet?" onderbrak de moeder ruw. „En als het zo was, moeder?" „Denk eraan, zolang ik leef, komt geen van hen in huis. Ik houd mij aan het bevel van mijn ouders! „Moeder, zeg toch wat je tegen de buren hebt? Het zijn goede mensen, flink en vlijtig. Ken je Barbara overigens?" „Nee, ze interesseert mij ook niet. Voor mij is de scheidingsmuur genoeg. Toen je bet-bet- overgrootvader die oprichtte, zwoer hij, dat ons niets meer kan verenigen. Zijn eed is mij .heilig. Hij moet het ook voor jou zijn. Er zijn meisjes genoeg, die je graag mogen!" „Goed goed, moeder, maar voor mij is er maar een." „Zover is het al met je," voer de oude boerin uit, „dan kan ju je oude moeder wel builen de deur zetten, waarom dan nog zoveel woorden: „Zo meen ik het niet. De tijden zijn ver- anderd hoofdzakelijk echter ook - de mensen. Dat wil zeggen: wij hebben ingezien, hoe kleinzielig het is om om onbeduidende din gen levenslang vijanden te blijven." „Ja, jongen, dat is alles goed en wel. Maar een oude boom verdraagt het verplanten niet!' „Goed moeder, wij willen ons de paar jaren, die wij nog bij elkaar zijn, niet vergallen. Maar een hulp krijg je. Direct na het eten zal ik die brief schrijven. En daarbij blijft het!" „Goed dan, als je denkt, dat het beter is," stemde de boerin iets verzoend toe. De brief werd geschreven, doch kwam niet bij de post. Merker bracht hem naar het huis der buren. Daar was men niet weinig verrast. Men kon zich niet meer herinneren, wanneer de laatste Merker de drempel overschreden had. En nu kwam een van hen de kamer binnen, net als of er nooit iets tussen hen geweest was? Vader en moeder Goedhart, ja zelfs Barbara, waren van verrassing sprakeloos. Merker maakte van het ogenblik gebruik. Zonder om slag ging hij op zijn doel af. Kort en bondig verklaarde hij, dat de vijandschap tussen de families moest ophouden, dat het niet goed was, om het mooiste boerenbedrijf van het dorp door een muur te scheiden. En dan kwam de hoofd zaak Barbara. Het meisje werd rood tot onder de krulletjes, die nieuwsgierig onder het strenge kapsel te voorschijn kwamen. Het anders zo losse tongetje stamelde nu slechts telkens: „Ah" en „Oh!" Het openhartige, manlijke optreden van Merker won alle harten. Nu was het zaak, de laatste knoop door te hakken Reeds 's Maandags kwam de hulp aan. Een flinke, stevige boerendeern hield stand voor de onderzoekende blik van moeder Merker. Ze vroeg niet lang over dit of dat, maar pakte flink aan, dat het een lust was. Haar zingen en vrolijk lachen vulde het huis. Het duurde slechts een week, en moeder Merker voelde zich voor het eerst, na bijna zeventig jaren, overbodig, Waar zij ook kwam, was het werk reeds gedaan. Dat zou nu de goede vrouw voor Herman zijn geweest! En er scheen ook iets gaande te zijn. De blikken, die gewisseld werden? Moeder Merkers ogen waren ingevallen en oud, maar spoedig merkte ze, dat ook Herman vrolijker was bij zijn werk. Wie weet, misschien waren die twee het al eens. Misschien had het meisje ook wel „iets". Ja, ja. Het was werkelijk een andere tijd. Men kon niet meer goed meekomen, ondanks veel goede wil. Zo vlug ging het vroeger niet. Ja, ja, men was wel oud ge worden!" Een maand ging voorbij. Moeder Merker was volmaakt tevreden. Onder hulp had zij altijd verstaan een stadsmeisje, dan ondanks goede wil in onmacht viel, wanneer een mestwagen moest worden geladen. Misschien was ze ook buitengewoon gelukkig geweest. Maar de proeftijd was om. Goede hemel als het meisje niet bevallen was! Als ze weg ging? Als een andere haar haar jongen voor de neus wegkaapte! De anderen hadden toch ook ogen in hun hoofd. De deur ging open en de hulp kwam binnen in haar Zondagse kleren. „Grote Genade!" ontsnapte van moeder Merkers lippen „meisje je wilt toch niet weggaan?" „Wees niet boos moeder, maar morgen is het mijn bruiloft!" „Grote Genade je bruiloft? Ja en mijn- jongen?" stotterde moeder Merker hulpeloos. „Je zoon wens ik de beste vrouw van de wereld toe. Hij zal zeker niet slecht kiezen. Flink en vlijtig als hij is. Kijk maar eens moeder, hoe hij de muur te lijf gaat!" Moeder Merker zonk kreunend terug in haar stoel en steunde: „En ik was al zo blij!" „Waarom moeder? Omdat de muur eindelijk verdwijnt?" „Muur muur! Alsof de muur en niet jij de hoofdzaak bennt! Die ezel, waar heeft hij toch zijn ogen?" „Moeder, begrijp je het dan niet? De muur is overbodig. Ik ben Barbara Goedhart en mijn bruidegom jouw jongen!" „Kind, kind, is het werkelijk waar?" Inplaats van te antwoorden, rukte Barbara het venster open en riep: „Herman!" Dadelijk daarop stormde Merker het vertrek binnen. „Je moet het mij niet kwalijk nemen," begon liet meisje, „maar ik heb net zo gedaan, als jij op die Zondag. Ik heb moeder overrompeld. Ze weet nu wie ik ben!" „En - moeder lachte Herman. Zonderlinge mensen zijn het tegenwoordig. Wat straalden hun ogen. En hoe zij elkaar om armden. Kende men vroeger zo iets? Een wee moedig gevoel vervulde de borst der oude vrouw. Plotseling werd het haar duidelijk. Vroeger ja vroeger had zich meer verstand aan verstand akkers aan weiden -dan hart aan hart gepaard. Dat deze twee echter zonder akkers en weiden gelukkig waren, of in het be zit van heel andere goederen, dat kon men zo zie.n. En weer kreeg Moeder Merker het te kwaad: „Grote genade! Morgen bruiloft en nog niets is klaar!" jammerde zijl. „Hahaha!" lachte Herman. „Het uiterlijk komt er bij ons niet op aan. Wij wachten op iets be ters, moeder je zegen. Die zal de vloek der voorvaoeren in geluk doen veranderen!" „God zegene jullie!" stamelde moeder Mer ker en ook op haar hoofd legde zich de zegenen de hand.... Contante betaling te verkiezen Indien men ons de vraag stelt, wat wij zouden aanraden, het kopen op maandrekening of a contant, dan zouden wij ons geen ogenblik be hoeven te bedenken om uit de grond van ons hart te zeggen: „Natuurlijk contant". Indien men zich van de aanvang, dat men zijn huishouding begint, eraan gewent alles te betalen, wat men koopt, dan zullen zich althans in dit opzicht geen zorgen boven ons hoofd stapelen. Wat een heerlijk rustig idee, als men voor plotselinge financiële klappen of een be duidende salarisvermindering komt te staan, en men heeft niet een grootbedrag aan diverse posten, dat nog betaald moet worden. Wij zagen eens in een winkel een keurig geschilderd bordje hangen met de woorden: „Wie wil borgen, Die komt morgen." In al hun eenvoud is er in deze woorden zo ontzettend veel goeds gelegen, want niet alleen ons zelf bewijzen we door het principe van contante betaling een dienst, doch zeker ook onze leveranciers. Een groot deel van het in komen van den man wordt besteed door de huis vrouw. Zij kan er dus niet weinig toe bijdragen om te zorgen, dat alle betalingen na levering geschieden. Weinigen denken er wellicht aan, dat het zo buitengewoon weinig van gemeen schapszin getuigt om te leven op een anders kosten, want dit is toch eigenlijk het geval, zolang het geleverde niet voldaan is. Maandenlang worden zelfs kleine rekeningen soms uitgesteld eu ter zijde gelegd. Intussen heeft de leverancier ook zijn verplichtingen tegenover fabrikanten en grossiers, zij moeten op tijd belastingen en hun personeel betalen, en weten veelal niet, hoe zij aan de nodige midde len moeten komen, om hun bedrijf gaande te houden. Zij durven veelal niet te manen, omdat de huisvrouw dit kwalijk neemt en hij geen enkele klant kan missen. Indien men zich evenwel in denkt, dat uitstel van betaling de handel grote schade aan kan doen, dan zal men wellicht tot bezinning komen. De nood onder alle standen is groot en wij allen moeten ons veel ontzeggen, wat tot dusverre gewoon was. Laten wij als huisvrouw ons steentje ertoe bijdragen om het maatschappelijke raderwerk niet nog meer te ontwrichten, en niet meer kopen, dan wij inder daad betalen kunnen, liefst a contant. Is dit ten enenmale onmogelijk, omdat men er zich een maal op ingesteld heeft, dan desnoods maande lijks, doch dan ook dadelijk na aanbieding van de nota betalen. Werkelijk, wij bewijzen er de leveranciers en ons zelf een dienst .mede; de eersten ont vangen het geld, dat hun toekomt en wij hebben rust! HYGIENE IN DE KEUKEN. De keuken zouden wij het „laboratorium" der huisvrouw willen noemen, waar zij hare kook- proeven beoefent en steeds weer nieuwe samen stellingen weet te vinden. Vanzelfsprekend, zou den wij naast zeggen, is, dat de uiterste zinde lijkheid steeds moet worden betracht; niet alleen dat de verschilende hulpmddelen, waarvan zij zich bedient, in de puntjes verzorgd moeten zijn, doch ook de keuken zelf moet er onberispelijk uitzien en ook de huisvrouw. Haar kleding zal noodzakelijk bedekt moeten worden door een mouwschort, terwijl het eveneens aanbe veling verdient om het' haar met een mutsje te dragen bij het koken, daar men tevens voorkomt, dat de haren vet worden. Gewent de huisvrouw zich aan deze keuken- kleding, dan zal zij het practisch nut ervan spoedig inzien, want niet alleen, dat zij het maken van vlekken op japonnen voorkomt, doch er blijven ook geen „keukenluchtjes" aan haai en haar kleding hangen. Wellicht lijkt deze raad velen overbodig, doch maar al te vaak gunt men zich geen tijd hiervoor. Verder moet men steeds alles wat men met mes en vork behandelen kan, niet met de vingers aanraken, hetgeen met een weinig oefe ning heel goed te volbrengen is. Indien men verschillende spijzen op kachel of gasstel heeft staan koken, moet men steeds ver schillende houten lepels gebruiken om te zien of een en ander gaar is en nimmer, zoals nog maar al te vaak voorkomt, van deze lepels proeven en ze later weer in de betreffende pan doen. Hoevelen laten niet eens een lepel vallen en spoelen deze voor het verder gebruik niet, „om dat de grond toch schoon is". Waarom gewen nen de huisvrouwen er zich niet aan een schoteltje bij de hand te hebben staan, waarop zij een weinig van de spijzen doen, die zij moe ten proeven, doch met een lepeltje, dan voor komen zij tevens, dat zij de tong branden. Wij zouden nog veel meer voorbeelden aan kunnen voeren, doch deze zijn er slechts op ge richt, om de allereerste eisen van hygiëne in de keuken in herinnering te brengen; de ervaren huisvrouw zal ze weten aan te vullen en tevens weten te voorkomen. Zondag: Groentensoep, Kalfslapjes, Wortel tjes, Aardappelen, Sinaasappelvla. Maandag: Ribstuk, Gestoofde asperges, Aard appelen, Watergruwel. Dinsdag: Aspergesoep, Koud vleesch, Stoof- sla, Aardappelen. Woensdag: Varkenscarbonade, Gedroogde appeltjes, Aardappelen, Koffiepudding. Donderdag: Runderlapjes, Gestoofde prei, Aardappelen, Rhabarber met vla. Vrijdag: Gestoofde tarbot, Gemengde sla, Aardappelen, Beschuit met bessensap. Zaterdag: Roereieren, Aardappelpurée, Bloem kool met kaassaus, Sinaasappel. SINAASAPPELVLA. 4% L. melk, vier eierdooiers, 2 eiwitten, 2 groote sinaasappelen, 1 citroen, 7 blaadjes witte gelatine, 75 gr. suiker, kopje. De suiker wordt in een kom gedaan met de geraspte schil van 1 sinaasappel, dooreen ge roerd en hierbij worden de vier dooiers en het wit van twee eieren, die met de suiker gedurende enige minuten flink schuimig geklopt worden in een eierklopper of met de garde, gedaan. De melk wordt aan de kook gebracht, daarna met kleine scheutjes bij het eiermengsel gevoegd, waarbij wij vooral goed blijven kloppen, daarna gaat alles terug in de melkpan en wordt het mengsel roerende verwarmd, tot het dik is; het moet evenwel niet helemaal op kookpunt komen. De pan wordt van het vuur genomen en de goed in koud water geweekte gelatine in de massa opgelost, goed roeren en gezeefde vruch tensap bijvoegen. De massa laten bekoelen, van tijd tot tijd roeren, om het zakken van de gela tine te voorkomen, daarna overgieten in één persoons vla-schaaltjes of in een grote glazen vlaschaal, koud en stijf laten worden en opdienen met biscuits, b.v. Bonne Mère. KOFFIEPUDDING. 4 d.L. melk, 3 eieren, 2 eetlepels coffeïnevrij koffie-extract, 100 gr. suiker, 5 bladen witte gelatine, kleine vormpjes of rechte theekopjes. We kloppen de eierdooiers eenige minuten, brengen de melk met de suiker aan de kook en giet ze met een zeer dun straaltje bij de eier dooiers, doen alles terug in de pan en brengen de vloeistof, steeds roerende, aan de kook. Voor zichtigheidshalve, om het schiften van de eieren te voorkomen, stellen we het gas laag en plaatsen een asbestplaatje onder de pan. We lossen de in koud water geweekte gelatine in de eiermassa op, roeren er de koffie door en laten alles afkoelen. Begint de massa dik te worden, dan wordt het zeer stijf geklopte eiwit er door ge klopt en alles verdeeld over verschillende kleine, met water omgespoelde kopjes, eierdopjes of soufflé-potjes. Desgewenscht kunnen de pud dinkjes op zandkoekjes worden gestort. Gar neren met gespoten roosjes van stijfgeklopte room. RHABARBER MET CUSTARDVLA. 500 gr. rhabarberstelen, 125 gr. suiker, 2 eieren, /2 L. melk, 50 gr. suiker, 30 gr. vanille custardpoeder. De stelen ^vorden in kleine stukjes verdeeld, gewassen en opgezet met het aanhangende water, voorzichtig koken, op een kleine pit om te voorkomen, dat de rhabarber aanbrandt. Zijn IS HET STIERENGEVECHT EEN VROUWENBEROEP? De bekende Spaanse stierenvechtster Senorita Juanita Cruz voert in deze tijd een heftige strijd om de voortzetting van haar beroep. Kort ge leden namelijk is de jonge 20-jarige stieren vechtster door den Spaansen Minister van Bui tenlandse Zaken het verlof voor de uitoefening van haar beroep ingetrokken. Dit harde vonnis trof de jonge dame vooral, daar zij juist nu op het hoogtepunt van haar roem staat. Tot haar 18de jaar was Juanita Cruz steno-typiste, toen waagde ze de sprong in de arena en werd bin nen twee jaren Spanje's geliefdste en beroemd ste stierenvechtster. Haar succes in de arena heeft ze voor het grootste deel te danken aan haar schoonheid en elegantie in haar bewe gingen. 53 stieren heeft de jonge matadore reeds de vlag doen strijken en alleen in het laatste jaar verdiende ze al rond 10.000 gulden. Juanita Cruz wordt door het publiek aangebeden en krijgt massa's liefdesbrieven en aanzoeken. Maar dit kan haar niets schelen. Zij is vol vuur voor haar beroep en wil het voortzetten. Daarom heeft zij in een verzoekschrift aan het parlement verklaard, dat de wet van Spanje de vrouwen gelijke rechten gaf als de mannen en de minister daarom geen recht had, om haar de uitoefening van haar beroep te verbieden. Zal Senorita Juanita Cruz gelijk krijgen? 53. Zodra mijnheer Pimpelmans weer in het zadel zat, zette de schimmel er de sokken in, dat het een lust was. De handwagen zwaaide van links naar rechts, en de eigenaar, die eerst tevergeefs geprobeerd had, hem bij te houden, stond zijn snel-verdwijnend vehikel vol ont zetting na te staren. VOOR DEN ZOMER. Sportieve rok en blouse (1719) Een practischt blouse en rok geeft onze afbeel ding weer, die aardig en vlot kleeden. De blouse is in het midden met knoopen gesloten en heeft een aansluiten kraagje, de mouwen zijn kort en glad. zoodat het geheel weinig bewerkelijk is. De tweebaans rok heeft een gladde achterbaan en een voorbaan, die twee puntio ingezette stuk 17 20 ken heeft. Om t middel ordt een breede ge kleurd leeren ceintuur gedragen. Zomerjapon (uit één stuk), 1720. Voor het maken van deze buitengewoon een vondige japon, die tevens zoo'n aardig gehee, geeft, heeft men niet meer dan enkele uren noodic en weinig materiaal. Men heeft tweemaal de hoogte plus zoom noo dig en materiaal, b.v. kunstzijde van 85 a 90 c.M. breedte. Linnen en cretonne leenen zich eveneens tot het maken van dit model, mits'de stofbreedte voldoende is. Patronen in maat 42 en 48 verkrijgbaar voor slechts 0.50. GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen kunnen per brief aangevraagd worden met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109 te 's-Gravenhage. de stukjes gaar, dan vermengen met de suiker, waarvan de hoeveelheid veelal afhangt van de meerdere of mindere zuurheid der rhabarber. Zo nodig het vocht binden. We brengen 4 d.L. melk met de suiker aan de kook, kloppen de eieren met de achtergehouden melk en mengen hiermede de custardpoeder aan, gieten de kokende melk met een dun straaltje bij, doen alles terug in de pan en brengen de vla roerende tot op kookpunt, nemen de pan van het vuur en kloppen, totdat de massa afgekoeld is. In een glazen schotel wordt de helft van de vla gedaan, hierop komt de rhabarber, daarna de rest van de vla. GESTOOFDE TARBOT. 4 moten tarbot, 100 gr. boter, Vs L. water, 1 citroen, zout, paneermeel, peterselie, bloem. De visch wordt onder stromend water goed gewassen en ingewreven met zout, daarna in een vuurvaste schotel gelegd, bedekt met het water, de aan stukjes verdeelde boter, de citroensap en een laagje paneermeel, waarna wij de schotel afgedekt in de oven plaatsen óf op een asbest plaatje op een kleine gaspit gaar laten worden, ongeveer drie kwartier. We dienen de vis op in de schotel, doch gieten het vocht voorzichtig af, binden dit en voegen het weer bij de vis, dienen de schotel op, be strooid met peterselie. WENKEN VOOR DE HUISVROUW. Indien de hoeken van kleden omkrullen, dan naait men aan de achterkant driehoekjes van linnen, waartussen men een plat stukje lood schuift. Men kan in behangerszaken echter ook speciaal voor dit doel bestemde repen of drie hoekjes kopen, die er met enkele steken aan ge hecht worden. Zolen van schoenen houden langer stand, in dien men ze, nog nieuw zijnde, met gekookte lijnolie bestrijkt, waardoor ze tevens waterdicht worden. Men moet echter zorgen, dat de olie niet in aanraking komt met het bovenleer. Indien men schilderijen tegen vochtige wanden heeft gehangen, moet men met kleine nageltjes stukjes kurk tegen de muur bevestigen, waar door zij niet in aanraking komen met de muur, doch er onmerkbaar van verwijderd worden. KINDERVERTELLING DOOR G. TH. ROTMAN 54. Toen het boveneind der straat bereikt was, wist de schimmel nog steeds van geen op houden. Hij vloog weldra met zijn sleepje naar de havenkant, waar een rij paaltjes stond. Hij wilde, juist zoals hij dat vroeger in 't paarden spel gedaan had, een sierlijke slangenlijn om de paaltjes beschrijven. 55. Het gevolg was evenwel, dat de hand wagen tegen het eerste paaltje het beste bleef steken; het touw sprong met 'n knal in tweeën en de wagen kwam met z'n inhoud in de haven terecht, terwijl de schimmel doorholde, alsof er niets aan de lucht was. Verwezen stond de eigenaar van de wagen even later in het borre lende water te staren 56. Een gedienstige voorbijganger haalde een dreg. Maar wat hij opviste, waren niets dan lege, platte zakken, waar slechts 'n akelig straaltje pekel uitdroop. „Schei er maar uit!" jammerde de man van de handwagen, „er zat zout in!" En met een laatste blik op het water, waar de vissen, dorstig van het zoute water, zenuwachtig omhoogsprongen, ging de arme man naar huis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3