ijn|
s!
IJ n
DE VDCDW EN daad HUI S
-32 ct.
Onze Keuken
ZOON
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN
HOE DE MUUR GESLECHT WERD
TWEEDE BLAD
13 t.m.
infl.SO I
Room-
;sloten,
Koffie
HET KORT VERHAAL
S. 28538
ingzaken
Het voldoen van
rekeningen
BONT ALLERLEI
No. 28. 12 JULI 1935.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
pond 7 et.
voor 25
25
pond 17
10
5-8
6-7è„
ik 10-12
16
voor 25 ct.
25
1 21-25
30
28
62 - 79
anat' 17 ct.
24
sblik 75
pond 10 Ct.
COOPER!
iRANDEERT
ITEITEN!
UNO M.O.
chool aan de Voor
in examen voor het
I. J. v. Asperen, G.
men, J. Langendijk,
ars en M. de Vries.
HOOFDEN TE
>E.
(li 1935.
i»t. Dreef 92. B.
ïf 14. -r-J. K. van
43. R. H. Swart,
Berghem, Coster-
\N ACCOUNTANTS
AAN TELEF. 28046
28439
Dan komt A.Z. op
t die avond, dus is
H.R.C. VI—V.Z.V.;
ir H.P.C. I-A.Z. '70.
RT.
Heemstede.
:ndaal, los 6. uur,
181 duiven:
G. Sijtsma; 4, 6, 9
lefhebber; 8,. 10, 13,
meester; 11, 27, 31
i; 14 G, v. Santen;
L. de Winter; 17 J.
lel; 23, 33 A. Eve
ns; 32 L. J. v. d.
r 36 min. 22 sec.
>6 min. 8 sec.
afstand 532 K.M.,
v. Zadel; 3, 10 N.
r, 8 K. C. Sijtsma;
schot Jr.
r 47 min. 22 sec.
14 min. 45 sec,
nat Lier (België).
J
Een verhaal van liefde en list
Door FREDERIK KIEM.
Boer Merker zat in het „Zondagse hoekje" en
zoog aan zijn pijp. Zijn gedachten vlogen terug.
Hij werd zich met schrik bewust, dat hij dicht
bij de veertig was. Vijftien jaren was vader
dood.
Wat hadden deze vijftien jaren gebracht?
Arbeid van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
En toch, hij kon tevreden zijn. Zes koeien ston
den op stal vier varkens en het kleinvee,
dat bij een kleine boerderij behoort. De schuur
was vol. Ook had hij ettelijke honderden bij de
Spaarkas gebracht. Dus hij kon tevreden zijn.
Maar toch mankeerde er iets aan. Wat kon
het zijn?
Het binnenkomen van zijn moeder stoorde
zijn gedaclitengang. Moeizaam dekte ze de tafel
voor liet middageten en klaagde: „Het gaat nu
niet meer zoals vroeger!" „Ja, moeder, ik heb
liet al vaak genoeg gezegd, doe geen moeite,
wij eten in de keuken
„Nee jongen, zolang ik leef, wordt 's Zondags
in de goede kamer gegeten!"
„Goed, maar je moet hulp hebben!"
„Ach wat hulp! Trouwen moet je!"
„Als de muur er niet. was, dadelijk! Ik zou
geen moeilijke keus hebben."
„Wat de muur, die je bet-overgrootvader
oprichtte, wil je omver halen?"
„Met het grootste genoegen! Kijk eens
moeder, dat is zo: wij leven tegenwoordig in
een heel andere tijd. Wij weten niet eens meer,
waarom onze voorvaders in onmin geraakten.
Wat hun aanleiding gaf, het mooiste boeren
bedrijf van het dorp door deze dwars over het
erf getrokken muur te schenden!"
„Waarom zoveel uitvluchten? Zeg toch een
voudig, dat je het buurmeisje, Barbara, graag
ziet?" onderbrak de moeder ruw.
„En als het zo was, moeder?"
„Denk eraan, zolang ik leef, komt geen van
hen in huis. Ik houd mij aan het bevel van mijn
ouders!
„Moeder, zeg toch wat je tegen de buren
hebt? Het zijn goede mensen, flink en vlijtig.
Ken je Barbara overigens?"
„Nee, ze interesseert mij ook niet. Voor mij
is de scheidingsmuur genoeg. Toen je bet-bet-
overgrootvader die oprichtte, zwoer hij, dat ons
niets meer kan verenigen. Zijn eed is mij .heilig.
Hij moet het ook voor jou zijn. Er zijn meisjes
genoeg, die je graag mogen!"
„Goed goed, moeder, maar voor mij is er
maar een."
„Zover is het al met je," voer de oude boerin
uit, „dan kan ju je oude moeder wel builen de
deur zetten, waarom dan nog zoveel woorden:
„Zo meen ik het niet. De tijden zijn ver-
anderd hoofdzakelijk echter ook - de
mensen. Dat wil zeggen: wij hebben ingezien,
hoe kleinzielig het is om om onbeduidende din
gen levenslang vijanden te blijven."
„Ja, jongen, dat is alles goed en wel. Maar
een oude boom verdraagt het verplanten niet!'
„Goed moeder, wij willen ons de paar jaren,
die wij nog bij elkaar zijn, niet vergallen. Maar
een hulp krijg je. Direct na het eten zal ik die
brief schrijven. En daarbij blijft het!"
„Goed dan, als je denkt, dat het beter is,"
stemde de boerin iets verzoend toe.
De brief werd geschreven, doch kwam niet
bij de post. Merker bracht hem naar het huis
der buren. Daar was men niet weinig verrast.
Men kon zich niet meer herinneren, wanneer de
laatste Merker de drempel overschreden had. En
nu kwam een van hen de kamer binnen, net als
of er nooit iets tussen hen geweest was?
Vader en moeder Goedhart, ja zelfs Barbara,
waren van verrassing sprakeloos. Merker
maakte van het ogenblik gebruik. Zonder om
slag ging hij op zijn doel af. Kort en bondig
verklaarde hij, dat de vijandschap tussen de
families moest ophouden, dat het niet goed was,
om het mooiste boerenbedrijf van het dorp door
een muur te scheiden. En dan kwam de hoofd
zaak Barbara. Het meisje werd rood tot
onder de krulletjes, die nieuwsgierig onder het
strenge kapsel te voorschijn kwamen. Het anders
zo losse tongetje stamelde nu slechts telkens:
„Ah" en „Oh!"
Het openhartige, manlijke optreden van
Merker won alle harten. Nu was het zaak, de
laatste knoop door te hakken
Reeds 's Maandags kwam de hulp aan. Een
flinke, stevige boerendeern hield stand voor de
onderzoekende blik van moeder Merker. Ze
vroeg niet lang over dit of dat, maar pakte flink
aan, dat het een lust was. Haar zingen en
vrolijk lachen vulde het huis. Het duurde slechts
een week, en moeder Merker voelde zich voor
het eerst, na bijna zeventig jaren, overbodig,
Waar zij ook kwam, was het werk reeds gedaan.
Dat zou nu de goede vrouw voor Herman
zijn geweest! En er scheen ook iets gaande te
zijn. De blikken, die gewisseld werden? Moeder
Merkers ogen waren ingevallen en oud, maar
spoedig merkte ze, dat ook Herman vrolijker
was bij zijn werk. Wie weet, misschien waren
die twee het al eens. Misschien had het meisje
ook wel „iets". Ja, ja. Het was werkelijk een
andere tijd. Men kon niet meer goed meekomen,
ondanks veel goede wil. Zo vlug ging het
vroeger niet. Ja, ja, men was wel oud ge
worden!"
Een maand ging voorbij. Moeder Merker was
volmaakt tevreden. Onder hulp had zij altijd
verstaan een stadsmeisje, dan ondanks goede
wil in onmacht viel, wanneer een mestwagen
moest worden geladen. Misschien was ze ook
buitengewoon gelukkig geweest.
Maar de proeftijd was om. Goede hemel
als het meisje niet bevallen was! Als ze weg
ging? Als een andere haar haar jongen voor
de neus wegkaapte! De anderen hadden toch
ook ogen in hun hoofd.
De deur ging open en de hulp kwam binnen
in haar Zondagse kleren. „Grote Genade!"
ontsnapte van moeder Merkers lippen „meisje
je wilt toch niet weggaan?"
„Wees niet boos moeder, maar morgen is het
mijn bruiloft!"
„Grote Genade je bruiloft? Ja en mijn-
jongen?" stotterde moeder Merker hulpeloos.
„Je zoon wens ik de beste vrouw van de
wereld toe. Hij zal zeker niet slecht kiezen.
Flink en vlijtig als hij is. Kijk maar eens moeder,
hoe hij de muur te lijf gaat!"
Moeder Merker zonk kreunend terug in haar
stoel en steunde: „En ik was al zo blij!"
„Waarom moeder? Omdat de muur eindelijk
verdwijnt?"
„Muur muur! Alsof de muur en niet jij de
hoofdzaak bennt! Die ezel, waar heeft hij toch
zijn ogen?"
„Moeder, begrijp je het dan niet? De muur is
overbodig. Ik ben Barbara Goedhart en mijn
bruidegom jouw jongen!"
„Kind, kind, is het werkelijk waar?"
Inplaats van te antwoorden, rukte Barbara
het venster open en riep: „Herman!"
Dadelijk daarop stormde Merker het vertrek
binnen.
„Je moet het mij niet kwalijk nemen," begon
liet meisje, „maar ik heb net zo gedaan, als jij
op die Zondag. Ik heb moeder overrompeld. Ze
weet nu wie ik ben!"
„En - moeder lachte Herman.
Zonderlinge mensen zijn het tegenwoordig.
Wat straalden hun ogen. En hoe zij elkaar om
armden. Kende men vroeger zo iets? Een wee
moedig gevoel vervulde de borst der oude
vrouw. Plotseling werd het haar duidelijk.
Vroeger ja vroeger had zich meer verstand
aan verstand akkers aan weiden -dan hart
aan hart gepaard. Dat deze twee echter zonder
akkers en weiden gelukkig waren, of in het be
zit van heel andere goederen, dat kon men zo
zie.n.
En weer kreeg Moeder Merker het te kwaad:
„Grote genade! Morgen bruiloft en nog niets
is klaar!" jammerde zijl.
„Hahaha!" lachte Herman. „Het uiterlijk komt
er bij ons niet op aan. Wij wachten op iets be
ters, moeder je zegen. Die zal de vloek der
voorvaoeren in geluk doen veranderen!"
„God zegene jullie!" stamelde moeder Mer
ker en ook op haar hoofd legde zich de zegenen
de hand....
Contante betaling te verkiezen
Indien men ons de vraag stelt, wat wij zouden
aanraden, het kopen op maandrekening of a
contant, dan zouden wij ons geen ogenblik be
hoeven te bedenken om uit de grond van ons
hart te zeggen: „Natuurlijk contant".
Indien men zich van de aanvang, dat men
zijn huishouding begint, eraan gewent alles te
betalen, wat men koopt, dan zullen zich althans
in dit opzicht geen zorgen boven ons hoofd
stapelen. Wat een heerlijk rustig idee, als men
voor plotselinge financiële klappen of een be
duidende salarisvermindering komt te staan, en
men heeft niet een grootbedrag aan diverse
posten, dat nog betaald moet worden.
Wij zagen eens in een winkel een keurig
geschilderd bordje hangen met de woorden:
„Wie wil borgen,
Die komt morgen."
In al hun eenvoud is er in deze woorden zo
ontzettend veel goeds gelegen, want niet alleen
ons zelf bewijzen we door het principe van
contante betaling een dienst, doch zeker ook
onze leveranciers. Een groot deel van het in
komen van den man wordt besteed door de huis
vrouw. Zij kan er dus niet weinig toe bijdragen
om te zorgen, dat alle betalingen na levering
geschieden. Weinigen denken er wellicht aan,
dat het zo buitengewoon weinig van gemeen
schapszin getuigt om te leven op een anders
kosten, want dit is toch eigenlijk het geval,
zolang het geleverde niet voldaan is.
Maandenlang worden zelfs kleine rekeningen
soms uitgesteld eu ter zijde gelegd. Intussen
heeft de leverancier ook zijn verplichtingen
tegenover fabrikanten en grossiers, zij moeten
op tijd belastingen en hun personeel betalen, en
weten veelal niet, hoe zij aan de nodige midde
len moeten komen, om hun bedrijf gaande te
houden.
Zij durven veelal niet te manen, omdat de
huisvrouw dit kwalijk neemt en hij geen enkele
klant kan missen. Indien men zich evenwel in
denkt, dat uitstel van betaling de handel grote
schade aan kan doen, dan zal men wellicht tot
bezinning komen. De nood onder alle standen
is groot en wij allen moeten ons veel ontzeggen,
wat tot dusverre gewoon was. Laten wij als
huisvrouw ons steentje ertoe bijdragen om het
maatschappelijke raderwerk niet nog meer te
ontwrichten, en niet meer kopen, dan wij inder
daad betalen kunnen, liefst a contant. Is dit ten
enenmale onmogelijk, omdat men er zich een
maal op ingesteld heeft, dan desnoods maande
lijks, doch dan ook dadelijk na aanbieding van
de nota betalen.
Werkelijk, wij bewijzen er de leveranciers en
ons zelf een dienst .mede; de eersten ont
vangen het geld, dat hun toekomt en wij
hebben rust!
HYGIENE IN DE KEUKEN.
De keuken zouden wij het „laboratorium" der
huisvrouw willen noemen, waar zij hare kook-
proeven beoefent en steeds weer nieuwe samen
stellingen weet te vinden. Vanzelfsprekend, zou
den wij naast zeggen, is, dat de uiterste zinde
lijkheid steeds moet worden betracht; niet alleen
dat de verschilende hulpmddelen, waarvan zij
zich bedient, in de puntjes verzorgd moeten zijn,
doch ook de keuken zelf moet er onberispelijk
uitzien en ook de huisvrouw. Haar kleding
zal noodzakelijk bedekt moeten worden door
een mouwschort, terwijl het eveneens aanbe
veling verdient om het' haar met een mutsje te
dragen bij het koken, daar men tevens voorkomt,
dat de haren vet worden.
Gewent de huisvrouw zich aan deze keuken-
kleding, dan zal zij het practisch nut ervan
spoedig inzien, want niet alleen, dat zij het
maken van vlekken op japonnen voorkomt, doch
er blijven ook geen „keukenluchtjes" aan haai
en haar kleding hangen. Wellicht lijkt deze raad
velen overbodig, doch maar al te vaak gunt men
zich geen tijd hiervoor.
Verder moet men steeds alles wat men met
mes en vork behandelen kan, niet met de
vingers aanraken, hetgeen met een weinig oefe
ning heel goed te volbrengen is.
Indien men verschillende spijzen op kachel of
gasstel heeft staan koken, moet men steeds ver
schillende houten lepels gebruiken om te zien of
een en ander gaar is en nimmer, zoals nog maar
al te vaak voorkomt, van deze lepels proeven
en ze later weer in de betreffende pan doen.
Hoevelen laten niet eens een lepel vallen en
spoelen deze voor het verder gebruik niet, „om
dat de grond toch schoon is". Waarom gewen
nen de huisvrouwen er zich niet aan een
schoteltje bij de hand te hebben staan, waarop
zij een weinig van de spijzen doen, die zij moe
ten proeven, doch met een lepeltje, dan voor
komen zij tevens, dat zij de tong branden.
Wij zouden nog veel meer voorbeelden aan
kunnen voeren, doch deze zijn er slechts op ge
richt, om de allereerste eisen van hygiëne in de
keuken in herinnering te brengen; de ervaren
huisvrouw zal ze weten aan te vullen en tevens
weten te voorkomen.
Zondag: Groentensoep, Kalfslapjes, Wortel
tjes, Aardappelen, Sinaasappelvla.
Maandag: Ribstuk, Gestoofde asperges, Aard
appelen, Watergruwel.
Dinsdag: Aspergesoep, Koud vleesch, Stoof-
sla, Aardappelen.
Woensdag: Varkenscarbonade, Gedroogde
appeltjes, Aardappelen, Koffiepudding.
Donderdag: Runderlapjes, Gestoofde prei,
Aardappelen, Rhabarber met vla.
Vrijdag: Gestoofde tarbot, Gemengde sla,
Aardappelen, Beschuit met bessensap.
Zaterdag: Roereieren, Aardappelpurée, Bloem
kool met kaassaus, Sinaasappel.
SINAASAPPELVLA.
4% L. melk, vier eierdooiers, 2 eiwitten, 2
groote sinaasappelen, 1 citroen, 7 blaadjes witte
gelatine, 75 gr. suiker, kopje.
De suiker wordt in een kom gedaan met de
geraspte schil van 1 sinaasappel, dooreen ge
roerd en hierbij worden de vier dooiers en het
wit van twee eieren, die met de suiker gedurende
enige minuten flink schuimig geklopt worden in
een eierklopper of met de garde, gedaan. De
melk wordt aan de kook gebracht, daarna met
kleine scheutjes bij het eiermengsel gevoegd,
waarbij wij vooral goed blijven kloppen, daarna
gaat alles terug in de melkpan en wordt het
mengsel roerende verwarmd, tot het dik is; het
moet evenwel niet helemaal op kookpunt komen.
De pan wordt van het vuur genomen en de
goed in koud water geweekte gelatine in de
massa opgelost, goed roeren en gezeefde vruch
tensap bijvoegen. De massa laten bekoelen, van
tijd tot tijd roeren, om het zakken van de gela
tine te voorkomen, daarna overgieten in één
persoons vla-schaaltjes of in een grote glazen
vlaschaal, koud en stijf laten worden en opdienen
met biscuits, b.v. Bonne Mère.
KOFFIEPUDDING.
4 d.L. melk, 3 eieren, 2 eetlepels coffeïnevrij
koffie-extract, 100 gr. suiker, 5 bladen witte
gelatine, kleine vormpjes of rechte theekopjes.
We kloppen de eierdooiers eenige minuten,
brengen de melk met de suiker aan de kook en
giet ze met een zeer dun straaltje bij de eier
dooiers, doen alles terug in de pan en brengen
de vloeistof, steeds roerende, aan de kook. Voor
zichtigheidshalve, om het schiften van de eieren
te voorkomen, stellen we het gas laag en plaatsen
een asbestplaatje onder de pan. We lossen de
in koud water geweekte gelatine in de eiermassa
op, roeren er de koffie door en laten alles
afkoelen. Begint de massa dik te worden, dan
wordt het zeer stijf geklopte eiwit er door ge
klopt en alles verdeeld over verschillende kleine,
met water omgespoelde kopjes, eierdopjes of
soufflé-potjes. Desgewenscht kunnen de pud
dinkjes op zandkoekjes worden gestort. Gar
neren met gespoten roosjes van stijfgeklopte
room.
RHABARBER MET CUSTARDVLA.
500 gr. rhabarberstelen, 125 gr. suiker,
2 eieren, /2 L. melk, 50 gr. suiker, 30 gr. vanille
custardpoeder.
De stelen ^vorden in kleine stukjes verdeeld,
gewassen en opgezet met het aanhangende
water, voorzichtig koken, op een kleine pit om
te voorkomen, dat de rhabarber aanbrandt. Zijn
IS HET STIERENGEVECHT EEN
VROUWENBEROEP?
De bekende Spaanse stierenvechtster Senorita
Juanita Cruz voert in deze tijd een heftige strijd
om de voortzetting van haar beroep. Kort ge
leden namelijk is de jonge 20-jarige stieren
vechtster door den Spaansen Minister van Bui
tenlandse Zaken het verlof voor de uitoefening
van haar beroep ingetrokken. Dit harde vonnis
trof de jonge dame vooral, daar zij juist nu op
het hoogtepunt van haar roem staat. Tot haar
18de jaar was Juanita Cruz steno-typiste, toen
waagde ze de sprong in de arena en werd bin
nen twee jaren Spanje's geliefdste en beroemd
ste stierenvechtster. Haar succes in de arena
heeft ze voor het grootste deel te danken aan
haar schoonheid en elegantie in haar bewe
gingen. 53 stieren heeft de jonge matadore reeds
de vlag doen strijken en alleen in het laatste
jaar verdiende ze al rond 10.000 gulden. Juanita
Cruz wordt door het publiek aangebeden en
krijgt massa's liefdesbrieven en aanzoeken. Maar
dit kan haar niets schelen. Zij is vol vuur voor
haar beroep en wil het voortzetten. Daarom
heeft zij in een verzoekschrift aan het parlement
verklaard, dat de wet van Spanje de vrouwen
gelijke rechten gaf als de mannen en de minister
daarom geen recht had, om haar de uitoefening
van haar beroep te verbieden. Zal Senorita
Juanita Cruz gelijk krijgen?
53. Zodra mijnheer Pimpelmans weer in het
zadel zat, zette de schimmel er de sokken in,
dat het een lust was. De handwagen zwaaide
van links naar rechts, en de eigenaar, die eerst
tevergeefs geprobeerd had, hem bij te houden,
stond zijn snel-verdwijnend vehikel vol ont
zetting na te staren.
VOOR DEN ZOMER.
Sportieve rok en blouse (1719)
Een practischt blouse en rok geeft onze afbeel
ding weer, die aardig en vlot kleeden. De blouse
is in het midden met knoopen gesloten en heeft
een aansluiten kraagje, de mouwen zijn kort en
glad. zoodat het geheel weinig bewerkelijk is.
De tweebaans rok heeft een gladde achterbaan
en een voorbaan, die twee puntio ingezette stuk
17 20
ken heeft. Om t middel ordt een breede ge
kleurd leeren ceintuur gedragen.
Zomerjapon (uit één stuk), 1720.
Voor het maken van deze buitengewoon een
vondige japon, die tevens zoo'n aardig gehee,
geeft, heeft men niet meer dan enkele uren noodic
en weinig materiaal.
Men heeft tweemaal de hoogte plus zoom noo
dig en materiaal, b.v. kunstzijde van 85 a 90 c.M.
breedte. Linnen en cretonne leenen zich eveneens
tot het maken van dit model, mits'de stofbreedte
voldoende is.
Patronen in maat 42 en 48 verkrijgbaar voor
slechts 0.50.
GOEDE KNIPPATRONEN.
Patronen kunnen per brief aangevraagd worden
met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de
Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109
te 's-Gravenhage.
de stukjes gaar, dan vermengen met de suiker,
waarvan de hoeveelheid veelal afhangt van de
meerdere of mindere zuurheid der rhabarber. Zo
nodig het vocht binden.
We brengen 4 d.L. melk met de suiker aan de
kook, kloppen de eieren met de achtergehouden
melk en mengen hiermede de custardpoeder aan,
gieten de kokende melk met een dun straaltje
bij, doen alles terug in de pan en brengen de
vla roerende tot op kookpunt, nemen de pan van
het vuur en kloppen, totdat de massa afgekoeld is.
In een glazen schotel wordt de helft van de
vla gedaan, hierop komt de rhabarber, daarna
de rest van de vla.
GESTOOFDE TARBOT.
4 moten tarbot, 100 gr. boter, Vs L. water,
1 citroen, zout, paneermeel, peterselie, bloem.
De visch wordt onder stromend water goed
gewassen en ingewreven met zout, daarna in een
vuurvaste schotel gelegd, bedekt met het water,
de aan stukjes verdeelde boter, de citroensap
en een laagje paneermeel, waarna wij de schotel
afgedekt in de oven plaatsen óf op een asbest
plaatje op een kleine gaspit gaar laten worden,
ongeveer drie kwartier.
We dienen de vis op in de schotel, doch gieten
het vocht voorzichtig af, binden dit en voegen
het weer bij de vis, dienen de schotel op, be
strooid met peterselie.
WENKEN VOOR DE HUISVROUW.
Indien de hoeken van kleden omkrullen, dan
naait men aan de achterkant driehoekjes van
linnen, waartussen men een plat stukje lood
schuift. Men kan in behangerszaken echter ook
speciaal voor dit doel bestemde repen of drie
hoekjes kopen, die er met enkele steken aan ge
hecht worden.
Zolen van schoenen houden langer stand, in
dien men ze, nog nieuw zijnde, met gekookte
lijnolie bestrijkt, waardoor ze tevens waterdicht
worden. Men moet echter zorgen, dat de olie niet
in aanraking komt met het bovenleer.
Indien men schilderijen tegen vochtige wanden
heeft gehangen, moet men met kleine nageltjes
stukjes kurk tegen de muur bevestigen, waar
door zij niet in aanraking komen met de muur,
doch er onmerkbaar van verwijderd worden.
KINDERVERTELLING
DOOR G. TH. ROTMAN
54. Toen het boveneind der straat bereikt
was, wist de schimmel nog steeds van geen op
houden. Hij vloog weldra met zijn sleepje naar
de havenkant, waar een rij paaltjes stond. Hij
wilde, juist zoals hij dat vroeger in 't paarden
spel gedaan had, een sierlijke slangenlijn om de
paaltjes beschrijven.
55. Het gevolg was evenwel, dat de hand
wagen tegen het eerste paaltje het beste bleef
steken; het touw sprong met 'n knal in tweeën
en de wagen kwam met z'n inhoud in de haven
terecht, terwijl de schimmel doorholde, alsof er
niets aan de lucht was. Verwezen stond de
eigenaar van de wagen even later in het borre
lende water te staren
56. Een gedienstige voorbijganger haalde
een dreg. Maar wat hij opviste, waren niets dan
lege, platte zakken, waar slechts 'n akelig
straaltje pekel uitdroop. „Schei er maar uit!"
jammerde de man van de handwagen, „er zat
zout in!" En met een laatste blik op het water,
waar de vissen, dorstig van het zoute water,
zenuwachtig omhoogsprongen, ging de arme
man naar huis