Sialans Opruiming Stoutenbeek's Modehuis DE OUDE KAMERAAD DE VE ©UW I HAAI fï Dl HET VERHAAL VAN MIENTJE EN SAARTJE PEPERNEUT mg ct. TWEEDE BLAD VERVOLG PLAATSELIJK NIEUWS goedkoper ir een warme wintermantel of een aardig japonnetje kosten nu zo weinig dat iedereen zich de weelde ervan kan veroorloven. PLEIN 10 HAARLEM - TELEFOON I5S24 Behoren vrouwen tot het „zwakke'' geslacht \RI 1936. N 5 T 3 9 5 t 3 3 >i r 1 J No. 1. 3 JANUARI 1936. h m het mis- :n tegen te oude zeden breekt men )e invoering an ook niet lie niet met nen, dat het der voeten p te blijven, 1 zou gaan. m doekje in het gelaat of viermaal koud water, ;t wisselbad want daar- )on onaan- gehele huis de keuken- uden en een een uitweg en melk of it men zout wijderd men over de be- voorkomen geur ont- net azijn in t gasstel of 1, neemt de litglijden op i, moet de met rauwe gd inet een uilste glazen DE EERSTE HEEWSTEEDSCHE COURANT DE BEKENTENIS VAN EEN FRONTSOLDAAT Door RALPH URBAN. Groot en rood stond de maan aan de sterren hemel en weerkaatste in het meer. Wij zaten aan het strand, mijn oude vriend en ik, en keken over het meer. vVe hadden een hele tijd gezwegen, toen mijn vriend zei: „Soms worden we gepakt door de herinne ring. Dan wordt de „sluier der vergetelheid" heet dat niet zo? weggenomen, en uit het verleden duiken schaduwen op. De schuld wreekt zich." Ik wist niet, wat hij bedoelde, en zweeg. „Schuld of geen schuld," ging hij door, „ik had niet het recht om den man te doden en daarom moest ik betalen. Herinner je Otto Jager nog?" ik dacht na. Een beeld uit het verleden kwam dichterbij en werd scherper. Hij stond weer vóór mij, de gespierde blonde onderofficier, een moedig soldaat, iemand, die nooit zijn kalmte verloor. „Ja, ik herinner me hem," zei ik, „hij viel in vijftien in Rusland." „Hij viel in Rusland," herhaalde mijn vriend, „maar hij stierf door mijn hand!" Ik keek sprakeloos naar den man naast mij. Bleek was zijn gelaat in het maanlicht. „Wij frontsoldaten, we waren harde kerels," zei hij, „en we werden toen nog extra hard, doordat we ons met de gedachte vertrouwd maakten, dat we toch maar leefden om te sterven. Alléén maar leefden om te sterven. „Tjonge-tjonge," zei Otto Jager eens tegen mij, toen we schouder aan schouder in de modder lagen, en naast ons eentje brulde, die we toch niet meer helpen konden. „Wanneer het met mij zover is, moet jij me een kogel door m'n kop schieten, ik zal het bij jou ook doen." En eens was het zo ver. Ik vond hem in een granaattrechter. Hij lachte tegen mij met bleke lippen. „Ouë kerel," zei hij, „ze hebben me kapot geschoten, mijn benen doen me zo'n allemachtige pijn. Zal ik ooit met mijn heer zoon, die ik nog helemaal niet gezien heb, om het hardst kunnen lopen?" Het tragische was, dat Otto Jager geen benen meer had. Maar dat wist hij niet, en hij keek me aan met een hoopvolle blik, die geen leugen verdroeg. De dappere doodt met het zwaard. Ik gaf hem het genadeschot. Het was uit." „Het is lang geleden," ging hij eindelijk weer door, „geen mens wist, dat ik uit medelijden of uit lafheid moordenaar werd. Misschien zou men Otto Jager hebben kunnen redden, zoals er zovelen werden gered. Wie weet Hij keek weer lange tijd zwijgend voor zich uit, verdiept in het verleden. „Vele jaren zijn er voorbijgegaan. Wij, jonge frontsoldaten streden vóórt, en er bleef ons geen tijd om het geluk te zoeken. Maar toen kwam het naar mij, het geluk. Ik ging voor een paar weken naar een badplaats, en in het hotel waar ik logeerde stapten twee dames af, een moeder en haar dochter. We maakten kennis met elkaar. De moeder zag glimlachend toe, hoe ik de dochter het hof maakte. Inge was mooi, ze was de jeugd, die ik eens verloren had. Ik hield van haar, zoals iemand met een eenzaam hart liefhebben kan. Het meisje duldde mijn hof makerij en de moeder vond het niets erg dat ik zoveel ouder was dan Inge. Ze gaf mij te verstaan, dat een jonge man van Inge hield, maar dat er van een huwelijk niets zou kunnen komen. Hij had totaal geen vooruitzichten. Zo verloofde ik me met Inge, en het werd mij bijna bang te moede door het al te grote geluk. Toen kwam de dag, waarop ik betalen moest. Het was een mooie, zonnige dag, en Inge en ik wandelden gearmd door het park, waarin het hotel lag. Plotseling hoorden we achter ons voetstappen en Inge keek om „Otto!" riep zij, „wat doe jij hier?" en angstig klemde zij zich aan mijn arm vast. Vóór mij stond een blonde jonge man met fonkelende ogen. „U wilt mij mijn meisje afnemen?" riep hij driftig. „Omdat U ouder bent dan ik, en veel meer geld hebt. U steelt het recht van de jeugd." Otto Jager was het, die daar voor mij stond, even jong als toen, even gespierd, even blond. Even zag ik in een flits een beeld uit het verleden. En niet één beeld, maar een heleboel. Als een film gingen ze aan mijn ogen voorbij. Tot het laatste beeld kwamEn ik zag weer de granaattrechter, waarin hij lag en zijn hoopvolle blik, die geen leugen verdroeg. En ik hoorde het schot. Neen, ik wilde niet verder zien Daar vóór mij stond zijn zoon. Zijn even beeld. Zijn „heer zoon", dien hij nooit had mogen zien! „Neen, mijn jongen," zei ik, „het meisje kan ik je niet afnemen." En ik draaide me om en ging de weg alleen terug. Achter mij hoorde ik Inge's lach, toornig en spottend tegelijk. En nü nog hoor ik dat lachen, dat mij hei hart gebroken heeft Het verhaal van mijn vriend was uit. Langzaam wendde ik mijn gezicht naar hem toe. Hij was opgestaan, en keek recht voor zich uit, verder dan de bergen, verder dan de horizon. Gebogen was zijn rug. Hij stond er, als een oud man. En toen ik naast hem stond, legde hij zijn hand op mijn schouder. Zo ston den wij lange tijd. Al zwaarder drukte zijn hand op mijn schouder, tot ik merkte dat hij bezig was te vallen. Voorzichtig legde ik hem op de grond. Zijn lippen prevelden iets en ik legde mijn oor aan zijn mond. „Schuld wreekt zichOtto, kzijn stem brak af. Hij was niet meer. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen aan het Postkantoor te Heemstede, een portemonnaie met inhoud; G. Tukker, Molenwerfslaan 56, een paar dames handschoenen; Van Amerongen, Raadhuisstraat 28, een portemonnaie met inhoud; Mevr. Leffe- laar, Ant. Mouvelaan 7, een portemonnaie met inhoud; Van Tijn, P. de Hooghstr. 2, een scheerapparaat; Politie Haarlem, een twee persoons cano; P. Sleutel, Wilheiminaplein 12, een dop van een auto (Chevrolet); A. Meijer, Berkenlaan 23, een wollen handschoen; Mevr. Breebaart, P. C. Hooftkade 2, een paar regen pijpen; Wiersma, Schouwbroekerstraat 7, eèn vulpen; J. Bosma, J. v. d. Bergstraat 32, een paar handschoenen; Driessen, Molenwerfslaan 18, een rozenkrans; Vastenhoven, Sumatra- straat 26, een kinderportemonnaie; H. de Graaf, Borneostraat 12,. een jongensrijwiel; J. Nees- kens, Zandvaartkade 4, een damesring; a. t. Veram, Burgwal 46rood, Haarlem, een dubbeltje; Toupin, Santpoorterstraat 18, Haarlem, een rijwielbelastingmerk; Driessen, Prinsenlaan 12, een portemonnaie, inhoudende een belasting- merk; J. Deelissen, Lombokstr. 1, een glacé handschoen; B. v. Schie, Molenwerfslaan 16, een handschoen; D. Keizer, Heerenweg 6, een rechter handschoen; Spoor, Sumatrastraat 11, een pop; Duindam, Res Novaplein 29, een paar sleutels; L. v. d. Asdonk, Binnenweg 1, een paar kinderhandschoenen; Broekman, Adr. Loosjesstr. 45, Haarlem, een nummerplaat motorrijwiel G. Z.-22319; Havenstraat 4, een grijze poes; Nees- kens, Zandvaartkade 2, gouden ring; Schipper, Tal mast r. 11, een shawl; Neeskens, Zandvaart kade 4, herenhandschoen; L. Timmers, Lieven de Keylaan 3, een dameshandschoen; J. v. Pel, Koediefslaan 57, portemonnaie, inh. rozenkrans; A. Barends, Bosb. Toussaintlaan 12, gouden oorbelletje; Kabel, Borneostraat 62, een lederen handschoen; Van Nes, Lentelaan 3, een rijwiel belastingmerk; C. Schoenmaker, Celebesstraat 13, een hockey-stick; J. v. Bakel, Heerenweg 25, een wollen muts; Akkermans, Zandvoort- schelaan 161, een damesrijwiel; Oostenrijk, Bosb. Toussaintlaan 54, een ceintuur; Politie Bureau, een sigarenkoker, een sleutel van een melkbus, actetas, wollen dameshandschoen, een sleutel, hamer, nijptang, kinderhandschoen, herenhandschoen, wollen das en een rozenkrans. VOOR HET KIND. Een oud feest: 6 Jan. is Driekoningen. Charles Eyk's fijne kaart, die heel de Kersttijd tot 6 Januari omspant, wordt dezer dagen nog weer verzonden. Driekoningen is een kinderfeest, het blijve dit; speciaal voor de misdeelden. Men gebruike daarom zoveel mogelijk Weldadigheidspostzegels VOOR HET KIND. MAANSVERDUISTERING. Op Woensdag 8 Januari a.s. zal een totale maansverduistering plaats hebben, die in Neder land bij gunstige bewolking goed zichtbaar is. De verduistering vangt aan om 4.49 uur n.m., terwijl de maan om 6.18 uur n.m. geheel ver duisterd is. Deze totale verduistering zal 24 minuten duren. Om 6.42 uur treedt de maan weer uit de schaduw der aarde en om 8.11 uur des avonds zal het verschijnsel geëindigd zijn. BADHUIS HEEMSTEDE. In het Badhuis aan de Postlaan werden in de week van 23 tot en met 28 December genomen 562 douchebaaen en 20 kuipbaden. GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE HEEMSTEDE. A. Baars, Zandvoortschelaan 168. J. van Beek, Landzichtlaan 38. Wed. M. C. Oever- hausDriessen, Timorstraat 25. Wed. G. Scholte, J. M. Molenaerplein 13. J. Smits, L. van Leijdenlaan 13. DE KERSTGAVE AAN WERKLOZEN Aan 180 R.K. georganiseerde werkloze ge zinshoofden te Heemstede werd een Kerstgave verstrekt, n.l. vlees, vet, worst en krentenbrood, en aan 60 ongehuwden sigaren en tabak. Een bijzondere vermelding verdient zeker een gift van de firma Koning, sigarenhandel, die aan elk der gehuwden een bon gaf voor 6 sigaren. OPBRENGST COLLECTE. Zondag werd alhier onder alle H.H. Missen in de parochie van den H. Bavo een predikatie gehouden door den Weleerw. Zeergel. heer J. Lauwrier, leeraar aan het Seminarie Hageveld ten bate van de armen dezer parochie. De schaaleollecte bracht 635.op. Moderne voeding eischt voor groot en klein Modelmelk en Yoghurt van y% Modelboerderij „WEERESTEYN" Hillegom - Telefoon 5107 Alle melkproducten - Prijzen vallen mee DE betere confectie thans nog tiOMT U EENS KIJKEN TIEN TEGEN EEN DAT U IETS VAN UWGADING VINDT Vrouwen hebben langere levensduur. Meer weduwen dan weduwnaars. „Gij hebt U flink gehouden, mevrouwtje", zei een tandarts tot een ;onge vrouw, „ik be handel over het algemeen liever vrouwen dan mannen „Maar men noemt ons toch het zwakke ge slacht?" gaf zij lachen ten antwoord. „Zeer zeker", was het antwoord van den tandarts, „doch van medisch standpunt gezien is dit ten onrechte het geval. Er zijn beduidend veel meer weduwen d; n weduwnaars en ook veel meer grootmoeders dan grootvaders. De vrouw heeft een gemiddelde leeftijd van 58 jaar, de man daarentegen slechts van 56 jaar. „Is het waar, dat er neer jongens dan meis- jes geboren worden?" r „Het sterftecijfer van jongens is groter dan van meisjes en de statistiek staaft dit met cijfers. In Amerika hetft een bekende dokter, leider van een kliniek m Rochester, een onder zoek ingesteld naar de leeftijd van de mannen en vrouwen van 80.000 families. Deze statistiek heeft bewezen, dat de vrouwen tot het „sterke geslacht" behoren en allerlei ziekten veel beter weten te doorstaan da:: mannen. Deze Ameri kaanse arts meent, da» alcohol-gebruik en het roken het lichaam der mannen minder weer stand doet bieden. Dat vele vrouwen hun mannen overleven ligt misschien ook aan het feit, dat de strijd om het bestaan veel van hun rachten vereist. In vele beroepen moeten zij waar lichamelijk werk verrichten, hetgeen nk het geval is met vrou wen, noemen wij slech; mijnwerkers, transport arbeiders, brandweerlieden e. d. Het aantal be roepsongevallen bij m. men is groter dan bij vrouwenterwijl veel mepr jongens dan meisjes door ongevallen omkomen, alhoewel men be weert dat vrouwen en meisjes minder voor zichtig zijn. De statistiek geeft aan. dat tussen de 2030 jaar meer vrouwen da: mannen sterven, tussen de 3060 jaar heeft juist het tegenovergestelde plaats. Enige tijd geleden heeft men een onderzoek ingesteld naar de oudsie mens van de wereld en is tot de ontdekking gekomen, dat dit een vrouw is, die 123 jaar oud is Het was een Ierse, die echter kort geleden overleden is, en gedurende haar ganse leven nimmer in een trein gezeten had, omdat zij niets op had met zo'n „modern" vervoermiddel. Tot op haar 109e jaar heeft zij zelf voor haar huishouding ge zorgd, daarna nam zij haar dochter in huis, die „pas" 84 jaar was en tot haar laatste levens dagen heeft zij steeds lange wandelingen ge maakt. Is het eigenlijk niet dwaas, dat men de vrouwen nog steeds be ihouwd als behorende tot het zwakke geslachlf STAKENDE „GIRLS". Glans en ondergang. In New-York heeft men thans een staking, die zelfs in deze grote Amerikaanse stad min of meer uit de toon valt en wel de z.g. Girls of danseresjes staken. Zij willen niet meer voor hongerlonen werken gedurende 8 a 10 uren per dag, zonder de minste sociale bescherming te genieten. De openbare mening is aan haar kant, de verenigingskassen voor steun zijn goed gevuld, zodat de Revue-Directeuren wel reden hebben zich bezorgd te maken. De geschiedenis van deze girls is er een van glans en ondergang, want' in de dagen der hoog-conjunctuur was een loon van honderd dollars per week zeer normaal te no;emen, terwijl er zelfs gezelschappen waren, waarbij de eerste krachten het dubbele verdienden en meer. Mindere krachten maakten zelfs weeklonen van 5075 dollars. In deze goede tijd waren er naar schatting een tienduizend dezer danseresjes en werkloosheid kwam bij goede krachten niet voor. Vijftig grote revue-theaters en een paar honderd gezelschappen hadden zeer vefe girls nodig. Vooral de voornaamste danseressen moeten aan hoge eisen voldoen en deze moeten een zeer rustig en kalm leven leiden om niet aan haar prestaties op het toneel te kort te doen. Meer dan vijf of zes jaren houdt een girl haar beroep niet vol, daarom is het 'nodig, dat zij in de jaren, dat zij physiek krachtig zijn om te dansen, sparen voor haar toekomst, hetgeen de meesten harer inderdaad deden. Wie niet meer als eerste danseres aan de gestelde eisen voldeed, werd terug gebracht naar een lagere klasse en gevoegd bij gezelschappen, die in de kleinere steden optraden. Door de veranderde tijdsomstandigheden kwam de hoogconjunctuur tot een noodlottig einde en de lonen werden steeds kleiner, meer en meer theaters moesten sluiten. Men kreeg een teveel van goede krachten en de girls moesten zich tevreden stellen met lonen van dertig'tot veertig dollars en .een aanmerkelijk langere werktijd. Men kreeg z.g. morgen-revue's in alle mogelijke theaters en het gevolg was, dat de meisjes zes tot acht maal moesten op treden per dag, hetgeen een buitensporige „aus- nutzung" van werkkrachten beteekent, zoals slechts in Amerika mogelijk is. Zelfs de gezondste en sterkste meisjes kunnen dit leven slechts enkele maanden uithouden. Het salaris, dat zij ontvangen is allerminst vol doende, want men bedenke, dat een groot deel hiervan moet worden besteed aan massage e.d. De girls hebben de strijd aangebonden en staken, hetgeen voor de New Yorkse theater directeuren een geweldige slag betekent, aan gezien de pachten hoog zijn. In verschillende landen zijn wettelijke regelin gen, waardoor voorkomen wordt, dat ook artisten op onmenselijke wijze worden uitgebuit en wellicht bereiken de stakende girls, dat de Amerikaanse overheid deze misstanden tegen gaat en een wettelijke regeling der arbeidsuren voorschrijft. FLUWEELEN JASJE. VKK 1758. Koude herfstda gen doen ons naar een warm jasje grijpen, toch zien wij er tevens gaarne goed mee uit Fluweel vol doet voor dit doel altijd buitenge woon en bijgaand iiodel is zeker ge slaagd. Het jasje heeft een aangezette, even klokkende volant, terwijl de naad door een smalle ceintuur aan het oog wordt uittrokken. Aan te bevelen is het jasje net effen kunstzijde te voeren. De mouwen ijïi naar onderen toe iets ruimer. Patronen verkijgbaar in de maten 46 en 'S voor 45 cent Patronen in de maten 46 en 48 kunnen per brief aangevraagd worden met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice van dit blad. Roelofsstraat 109 te 's-Gravenhage. WAARAAN MOETEN SCHOENEN VOLDOEN? Kwaliteit en pasvorm. Goedkope. schoenen zijn slechts zelden van bijzonder goede kwaliteit en in verband met het feit, dat zij zo'n belangrijk onderdeel der kleding vormen, waar hoge eisen wat soliditeit betreft aan gesteld worden, is het noodzakelijk, dat zij goede weerstand bieden. Waaraan moet een goede schoen voldoen? De pasvorm moet onberispelijk, de werkwijze soliede en sterk, de zolen houdbaar en het bovenleer goed zijn. Iedere pasvorm is niet voor alle voeten ge schikt en het is zeer verkeerd, indien dames haar zinnen op een bepaald model zetten, indien de verkoopster haar deze ontraadt om een of andere reden, in het belang der koopster. Schoenen, die niet goed zitten, houden niet lang stand; het model loopt uit, het bovenleer vertoont plooien en de schoen voldoet niet, hetgeen echter niet aan het model, doch veeleer aan een verkeerde maat is toe te schrijven. De mening, dat een nieuwe schoen mag druk ken, en dat dit onder het dragen beter wordt, is verkeerd. De voet moet geen strijd met het bovenleer hebben te voeren. Een alleszins goed passende schoen moet gemakkelijk zitten, zon der echter ook weer te ruim te zijn. In verschillende schoenzaken kan men de schoen, die men denkt te kopen aan de voeten laten belichten, zodat men zich overtuigen kan, dat zij goed zitten en ook de tenen genoeg ruimte hebben. Goede zaken hebben schoenwerk in ver schillende maten en breedten, zodat het ver krijgen van een goed passende schoen een kwestie van geduldig passen is. Boxcalfsleer geeft stevige schoenen die wel- licht-, minder elegant doch duurzaam zijn. Voor gevoelige voeten is Chroom en glacéleer evenals peau de suède echter meer aan te bevelen. Om de levensduur van schoenen te bevorderen is het nodig dat zij steeds na het uittrekken op strekkers worden weggezet terwijl het onder houd eveneens van groot belang is. Goedkope scliuenvrême is uit cien boze; steeds kteze men deze van bekende fabrikaten, daar in dit opzicht de zuinigheid de wijsheid bedriegt. Verschillende leersoorten als cheneau, boxcalf, slangenleer, chroom, glacé vragen crèmes van een bijzondere chemische samenstelling en het beste is, deze in dezelfde zaak te kopen als de schoenen. Nieuwe schoenen moet men bij voorkeur reeds enige malen vóór het dragen met crème inwrijven, vooral als men ze voor het eerst met regenachtig weer moet dragen, werkt een vet- laagje beschermend. RECEPTEN. BISCUITS MET GEVULDE APPELEN. 5 appels (zure en niet te groot), 1 d.L. water, >/2 kopje suiker, 10 ronde biscuits, b.v. „Maria's", enige Iepels jam, 1 d.L. slagroom, 10 kersjes of rose schuimpjes, 1 eetlepel suiker. De appels worden gewassen, door midden gesneden en daarna wordt het klokhuis ver wijderd. Met een half kopje water worden de appels in een platte pan gaar gesmoord, doch zij moeten niet stuk gaan; voorzichtigheidshalve hebben wij ze dan ook niet geschild. De tien biscuits worden op een schaal gelegd en op ieder komt een halve appel, waarvan het uitgeholde midden (van het klokhuis) wordt gevuld met een of andere soort jam. De slag room wordt met een tikje zout en suiker fijn geklopt en over de bovenkant der appels ver deeld, in het midden komt een geconfijte kers of een rose schuimpje. WENKEN. De eenvoudigste manier om goud en zilver schoon te maken is, om het enkele minuten In een kopje heet water te laten liggen, waarbij 1 theelepel ammoniak is gevoegd. uu iHung; DOOR G. TH. ROTMAN (NADRUK VERBODEN) 45. We gingen naar binnen, maar op ons geroep kwam niemand opdagen. Zonder te be denken, dat dit toch eigenlijk geen pas gaf, besloten we toen zélf alvast maar naar de pot te gaan zoeken, We liepen van beneden naar boven en van voor naar achteren door het huis, alle kasten doorsnuffelend; maar van de pot was nergens 'n spoor te bekennen. 46. Tot we opeens de huisdeur hoorden opengaan en stemmen in de gang hoorden. Verschrikt gooide ik het kastje dicht, waar ik juist in zocht, en rende naar de achterdeur, terwijl Saar in haar verbouwereerdheid regel recht tegen een stoel opliep en er mee op de grond viel„Halt!" bulderde 'n stem achter ons. 47. Het was de veldwachter, die ons zeker had zien binnengaan, er, die/nu, met „de vrouw des huizes" achter zich aan, de kamer binnen stapteSaar kon nog gauw overeind krabbelen, beiden holden we de achterdeur uit en sprongen, hup in 'n roeibootje,, dat daar lag. Want het huis lag óók aan de plas, en alle mensen, die daar woonden, hadden een roeiboot 48. Terwijl Saar de boot afduwde, greep ik de riemen. Net op het ogenblik bereikte ook ue veldwachter de waterkant. „Kip, ik heb je!" riep hij, en bukte zich snel, om de boot nog te grijpen. In zijn haast deed hij het echter zo pnhandig, dat hij, in plaats van de boot te pakken, met zijn halve bovenlijf in het watei terechtkwam. O foei, wat 'n schrik!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1936 | | pagina 3