I
STEUNREGELING VOOR WERKLOZEN
TWEE MENSEN EN
EEN MACHINE
Pensionnering
Wethouders
BURGERLIJKE STAND
Garage Van Houten
TROUW-enROUWAUTO'S
DE DOKTER AAN HET
WOOTP
Slaap en slaapstoornissen
FEUILLETON
mm
5
men, 150
:r.
iet water
:n kopjes
«schilletje
laten ze
i ditmaal
et geheel
ijst bijna
iensap er
st wordt
il van Vz
ater, 100
groom, 7
laasappel
>f 1 klein
ïas, bren-
eerst de
ne, welke
n minuut
geknepen
uitlekken,
erig wor-
ukjes ge-
eiwit, dat
engen de
gespoelde
;n glazen
niet meer
U1TS.
suiker, '/2
uits.
gecombi-
gebruiken
custard,
melk te
oegen en
nelk aan-
n, daarna
flink op-
vla wint
hand ook
:s te heb-
t aanhan-
gekookt,
gebonden
ig zachte
ber er op
worden,
van z.g.
ere vloer-
te lijden
enken- en
n veel te
orden af
inder vuil
ijft, waar-
ehoudt.
E R N
TEL. 28089
ct.
jdert men
Wanneer
orstelt en
lunne brij
Togen en
:wrijft, en
gedrenkte
vlek ver
gehouden
op tafel
ievig met
ma weer
iet beide
in lauw
is opge-
jeg droog
hij soepel
lOTMAN
IODEN)
s je kunt
atsen der
adden ze
:r leiding
)kken en
een klok!
gegeten,
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
AANVAARDING VAN DE RIJKSREGELING VOORGESTELD
Het overbrengen van de zorg voor de werk
lozen bij het college van B. en W. heeft tot
gevolg, dat een steunregeling moet worden in
het leven geroepen voor de vaststelling van de
uitkeringen.
Een punt van ernstige overweging heeft uit
gemaakt de vraag, welke regeling voor het ver
lenen van steun aan werklozen diende te worden
voorgesteld, aangezien de uitgaven voor werk
lozensteun dusdanig stijgen, dat financiële
voorzieningen dringend nodig zijn.
Op de begroting 1936 van Maatschappelijk
Hulpbetoon is voor steun aan werklozen
uitgetrokken een bedrag van 100.000.Over
de periode Januari tot en met Mei 1936 is echter
reeds uitbetaald een bedrag van rond 70.000.-.
Daar het zich niet laat aanzien dat de werkloos
heid belangrijk zal verminderen, is te verwach
ten dat bij handhaving van de toepassing van
de thans geldende steunregeling, het geraamde
bedrag met minstens ƒ70.000.zal worden
overschreden.
De toepassing van de rijkssteunregeling heeft,
uit financieel oogpunt beschouwd, niet alleen
het voordeel van een besparing op de uitgaven,
doch tevens de mogelijkheid van het ontvangen
van een bijdrage, wanneer ook rijkstoezicht op
de werklozenzorg wordt aanvaard.
De volledige toepassing van de rijksvoor
schriften zou de gemeente over 1936 een finan
cieel voordeel hebben kunnen opleveren van
rond 39.000.
B. en W. zijn van mening dat, in verband met
de algemene financiële toestand der gemeente,
er alle aanleiding bestaat, reeds thans de nodige
maatregelen te treffen voor het verkrijgen van
het Rijk van een bijdrage in de kosten van
werklozenzorg, met ingang van het jaar 1937.
Daarvoor is dan nodig dat een steunregeling
wordt toegepast, welke door den Minister is
goedgekeurd. Voor 1936 is echter geen bijdrage
te verkrijgen en daarom zouden B. en W. voor
het lopende dienstjaar de rijksregeling als
„eigen regeling" willen vaststellen.
Het hoogste tarief bij de rijksregeling is iets
lager dan in Heemstede voor steun aan werk
lozen geldt. Dit hoogste tarief vindt toepassing
in de grote steden w.o. ook Haarlem.
B en W. zijn dan ook van mening dat de
steunregeling in deze gemeente niet behoeft uit
te steken boven de rijksregeling volgens het
hoogste tarief.
Zowel op deze grond als op grond van finan
ciële overwegingen stellen B. en W. voor de
steun voor werklozen te regelen overeenkomstig
de voorschriften van het Rijk en daarbij toe te
passen het eerste tarief.
Teneinde echter de overgang van de uit
keringen volgens de geldende regeling naar die
volgens de rijksregeling geleidelijk te doe.n.
plaats vinden, achten B. en W. het gewenst te
bepalen dat een bijslag zal worden gegeven van
2/3 van het verschil tussen de uitkeringen vol
gens de nieuwe en de oude regeling, gedurende
de eerste acht weken en een bijslag gelijk aan
(Vervolg Sport.)
de Nic. Beetsschool en de Openbare School
voor Lager onderwijs aan de Voorweg.
De lagere scholen zullen elkaar bovendien
bekampen in een 4 X 25 M. vr. slag-estafette,
zowel voor de meisjes als voor de jongens.
Door H.P.C. zijn vele mooie prijzen als medailles
en practische voorwerpen beschikbaar gesteld.
Ter opluistering van het feest zullen enkele
leden van H.P.C. de zwemslagen als de school
slag, de rugslag en de borstcrawl en de butterfly
demonstreren.
Tevens worden enige eenvoudige sprongen
van de 3 M. plank ten beste gegeven.
Tenslotte zal een hinderniswedstrijd plaats
vinden waaraan door ca. 80 jongens en meisjes
zal worden deelgenomen.
Het geheel belooft een buitengewoon aardig
feest te worden. H.P.C. hoopt dan ook dat vele
ouders en andere belangstellenden acte de
présence zullen geven. Aan de jeugd de
toekomst!
1/3 van dat verschil gedurende de daarop vol
gende acht weken.
Een bepaling, waarbij B. en W. worden ge
machtigd tot het verstrekken, overeenkomstig
de rijksvoorschriften, van brandstoffen of het
het geven van een brandstoffenbijslag aan werk
lozen, alsmede tot het toekennen van een
tegemoetkoming in de kosten van de premies
der ziekenfondsen, is in het ontwerpbesluit op
genomen.
Op de gemeentebegroting dienen nu te wor
den uitgetrokken de gelden, nodig voor de uit
voering van de hierboven bedoelde steun
regeling gedurende het 2e halfjaar 1936.
In totaal zal derhalve dekking moeten worden
gevonden voor 93.350.
De scherpe ramingen voor de begroting 1936
geven slechts weinig speling, zodat, naar uit de
begrotingswijzigingen blijkt, B. en W. genood
zaakt zijn te beschikken over een bedrag van
57.000.van het vermoedelijk batig saldo van
de dienst 1935.
Het uitvoeren van de steunregeling, overeen
komstig de rijksvoorschriften, brengt meer
administratieve en controlerende arbeid mede
dan tot heden. Uitbreiding van het adminstra-
tieve personeel zal hierom dan ook niet achter
wege kunnen blijven.
Evenzo eist ook de controle van een zo groot
aantal werklozen een goede verzorging. Reeds
thans blijkt dat de werkzaamheden voor één
controleur te omvangrijk zijn en daarom ver
zoeken B. en W. machtiging tot het in dienst
nemen van nog een controleur, die dan mede
zal worden belast met de controle van de werk
lozen, die, niet vallende onder de steunregeling,
door Maatschappelijk Hulpbetoon worden ge
holpen.
De voor controle-diensten nieuw aan te
nemen persoon zouden B. en W. in los dienst
verband willen aanstellen op nader te bepalen
salaris.
Het ligt in de bedoeling een Commissie van
Advies te benoemen, bestaande uit 5 leden,
waaronder 3 raadsleden.
Daar het voorts gewenst is met de gemeente
lijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon in
nauw contact te staan, omdat ook deze Dienst
met werklozen in aanraking zal komen, zouden
B. en W. een goede samenwerking willen be
vorderen door aanwijzing van den voorzitter of
een lid dezer Commissie, als gelegeerde van het
college van B. en W. in Maatschappelijk Hulp
betoon.
Aangezien de bestaande verordening, rege
lende de pensionnering van de wethouders,
hogere aanspraken inhoudt, dan thans bij de
wet zijn gesteld, moet de verordening vóór 1
October 1936 worden herzien, met handhaving
Ondertrouwd: J. v. d. Linden en J. M. v.
Munsteren; A. P. Voorderhaak en I. M. Groen
land; W. K. Numan en A. J. Kulk; U. Fortuin
en J. Imbos.
Getrouwd: H. v. d. Aart met A. M. Veldhoven;
J. v. d. Reep met H. v. Poecke.
Bevallen: A. C. Merksv. Kouteren d.; L.
GlashouwerBuster z.
Overleden: J. H. L. Tentelink 75 j., wedn.
Bleekersvaartweg 53 b/d Koediefslaan Tel. 28062
wasgoed, dat in een vochtige kast of
zelfs vochtig vertrek opgeborgen wordt, vocht
vlekken krijgt, die men echter kan verwijderen
door het in karnemelk te zetten.
der bestaande verordening voor de beide in
functie zijnde Wethouders.
In verband hiermee is een nieuwe verordening
ontworpen, waarbij rekening is gehouden met
de nieuwe wettelijke bepalingen, waarbij de
aanspraken zijn gesteld op hetgeen ten hoogste
toelaatbaar is en waarin enkele algemene be
palingen uit de bestaande verordening zijn ge
handhaafd. Omdat in de bestaande verordening
geen bepalingen voorkomen omtrent toekenning
van weduwen- en wezenpensioen zijn deze ook
in het ontwerp niet opgenomen.
De verordening bepaalt momenteel, dat wan
neer een Wethouder door ziekte of lichaams
gebreken ongeschikt is voor de verdere waar
neming der betrekking, pensioen kan worden
verleend tot ten minste de helft der wedde, ook
al is hij jonger dan 60 jaar. De wachtgeld
bepalingen zijn dan niet toepasselijk.
Beneden 65 jaar is dit thans niet meer moge
lijk, omdat pensioen niet eerder kan ingaan
dan bij het bereiken van die leeftijd, doch in dat
geval zijn wel de wachtgeldbepalingen van
toepassing.
In artikel 5, 3e lid van het ontwerp-besluit is
nu een bepaling opgenomen, omtrent pensioen
wegens ziekte of lichaamsgebreken. Dit is ge
steld op de helft der wedde, omdat dit het
minimum was dat volgens de bestaande veror
dening toegekend zou worden.
De nachtrust onze voornaamste bron
van kracoten
door
Dr. A. VAN RIJN.
De slaap is de grote vernieuwer van onze
levenskracht, de goedkoopste bron, waaruit
wij verse krachten kunnen putten. Het is
werkelijk niet overdreven te zeggen: men kan
zich gezond slapen. Eeri bekend kunstenares
zei eens: „Ik blijf jong, o rdat ik veel slaap".
Van hoeveel betekenis de slaap voor ons
leven is, merken we eigei lijk eerst goed, als
we eens aan slapeloosheid lijden. Gebrek aan
slaap put de zenuwkrachten uit. In China werden
in vroeger tijden misdad rers terechtgesteld,
door hen voortdurend uit de slaap te houden
Telkens en telkens weer v rd hun belet in te
slapen, tot ze ten slotte aai zelfvergiftiging ten
gronde gingen.
Hoe lang en wanneer moeten we slapen?
Hoe lang men slapen moet, hangt af van den
leeftijd, van de constitutie en van de levenswijze
van de betrokken personen. Een volwassene
heeft gemiddeld acht uur slaap noodig. Wie
voortdurend te weinig slaapt, teert zijn eigen
levenskracht in.
De beste tijd om te slapen zijn de uren vóór
en kort na middernacht., De bekende Heidel-
bergse specialist Dr. St ickmann heeft op dit
gebied interessante proefnemingen verricht, die
aantoonden, dat het vooral op de uren vóór
middernacht aankomt. Hij vertelt, hoe hij als
schooljongen nachten lang doorwerkte en zich
dan overdag geradbraakt voelde, tot hij op
het denkbeeld kwam, heel vroeg naar bed te
gaan en enkele uren na middernacht op te
staan. Deze slaap indeeling verschafte hem een
ongekende werkkracht en alle personen, die
zijn methode in toepassing brachten, hebben er
uitstekende ervaringen mee opgedaan.
Het is toch ook duidelijk, de natuur geeft
het zelf aanals de zon daalt moet ook voor den
mens de dagtaak eindigen, die hij pas weer
met het aanbreken van den dag mag opnemen.
De boer, die veel en hard moet werken, houdt
zich nog steeds aan deze natuurlijke levenswijze
en bevindt er zich wel bij, maar de stedeling
heeft met behulp van het kunstlicht de natuur
lijke dagindeling verwrongen. Hij blijft lang op
en zou liefst tot diep in den morgen doorslapen.
„De zenuwen moeten een hoge cijns betalen
voor het gestolen licht" heeft een bekend
arts eens gezegd.
Dikwijls hoort men van mensen, die met zeer
weinig slaap toe kunnen. Dit zijn meestal uit
zonderingen, bijzondere naturen, die zich
veelal ook eerst op hoge leeftijd met weinig
slaap tevreden stellen. Bovendien zijn het
doorgaans mensen, die zo tusschen de bedrijven
door overdag nog wel eens „een tukje doen"
hetgeen van zeer verkwikkende invloed op
de zenuwen kan zijn.
De kwaliteit van de slaap.
Het komt en echter niet alleen op aan, dat
men een bepaald aantal uren slaapt, men moet
ook goed en diep slapen. Wie 's morgens niet
verkwikt opstaat, heeft slecht geslapen. Bij
hem is reeds een slaapstoornis aanwezig.
Dikwijls vindt de ongezonde slaap of het
moeilijke inslapen zijn oorzaak in het feit, dat
men zijn lichaamskrachten te weinig gebruikt
heeft, m.a.w. dat men lichamelijk niet moe
genoeg is. In dat geval moet men 's avonds
een flinke wandeling maken, ademhalings
oefeningen of gymnastiek doen. Langdurige
slapeloosheid is gewoonlijk een teken, dat er
iets aan de gezondheid hapert. De zenuwen zijn
overprikkeld, zodat men niet in slaap kan
komen. Onschuldige slaapmiddelen zijn vale
riaandruppels en valeriaanthee, sap van herts-
hooi of honingwater. Bij vele mensen werken
knoflook en uien ook slaapverwekkend.
Vit- en inwendige slaapbevorderende middelen
Als koude voeten de oorzaak van slapeloos
heid zijn, moet men 's avonds voor het naar
bed gaan een wissel-voetbad nemen. Ook koude
omslagen op voorhoofd, hals of romp bevor
derend het gemakkelijk inslapen, evenals zit
baden en halsmassage. Van belang is ook de
gemoedsgesteldheid. Met zorgen of na het
lezen van opwindende lectuur kan men niet
goed inslapen. Men moet zich geestelijk en
lichameüjk ontspannen. De laatste maaltijd
moet twee tot drie uur voor het naar bed gaan
genuttigd zijn en uit licht verteerbaar voedsel
bestaan.
Vele menschen worden door genotmiddelen,
zoals koffie, thee en tabak zoo opgewonden,
dat ze 's nachts niet of slechts moeilijk kunnen
slapen. Dergelijke menschen moeten het ge
bruik van deze genotmiddelen achterwege
laten, liefst geheel en al, want het is gemakke
lijker een genotmiddel volkomen op te geven,
dan het met mate te gebruiken.
Dikwijls ook kunnen louter zielsconflicten
de oorzaak van slapeloosheid zijn: een knagend
geweten, angst voor het leven, te hoog gespan
nen wensen en idealen. De slapeloze behoeft
zich van de ware oorzaak van zijn lijden
want dit is het inderdaad in het geheel niet
bewust te zijn. De ziel wil hem echter door de
slapeloosheid dwingen, zich met zijn probleem
bezig te houden, teneinde ermee in het reine
te komen. In ernstige gevallen zal deskundige
hulp noodzakelijk zijn om het evenwicht te
herstellen. In elk geval moet men bij slapeloos
heid steeds op zielkundige oorzaken bedacht zijn,
want slechts met een rustig gemoed kan men
inslapen.
Geen chemische slaapmiddelen.
Een uitstekende gewoonte is het, om voordat
men gaat slapen, bij het open raam of ook wel
in bed gelegen, diepe ademhalingsoefeningen
te maken, omdat men dit ademhalingsrhythme
in den slaap voortzet. Valt men ondiep adem
halend in slaap, d.w.z. met onze gewone adem
haling van overdag, die door ons zittende leven,
door het verblijf in gesloten vertrekken en
door de stoffige groote-stadslucht altijd heel
oppervlakkig is, dan zal de slaap ons niet
voldoende verkwikking schenken.
Het geregeld gebruik van chemische slaap
middelen is uit biologisch oogpunt niet raad
zaam. Ernstige, chronische slapeloosheid is een
teken van grote uitputting en ziekte van het
zenuwstelsel. Hier kan slechts een grondige
kuur helpen, die het lichaam in staat stelt
door uitscheiding van de opgezamelde gifstof
fen, zijn normale toestand te herwinnen. Al
naar gelang van de algemene lichaamsgesteld
heid zal de arts in dergelijke gevallen een
rauwkost- of een vastenkuur voorschrijven.
In elk geval moet bij stoornissen in de slaap
alles gedaan worden om dit euvel uit de weg
te ruimen. Wie goed slaapt leeft dubbel, wie
lang slaapt leeft lang!
3
Het kankervraagstuk.
Een van de vreselijkste plagen, die de wereld
teisteren, is de kanker-plaag. En het valt des te
meer op, aangezien mén in de zogenaamde be
schaafde wereld, waar de wetenschap reeds zulk
een hoge graad van volmaaktheid heeft bereikt,
nog steeds onmachtig staat tegen deze vreselijke
ziekte. „Twintig procent van de voorkomende
ziektegevallen zijn kanker", zei eens een ver
maard medicus, nog kort geleden, „meer dan
tien procent van alle sterfgevallen is het gevolg
van kanker". En dat is een hoog cijfer, als men
bedenkt, dat bij kinderen kanker niet voorkomt.
Een nieuw element in het kankervraagstuk is
nu de onlangs met nadruk naar voren gebrachte
mening, dat de toepassing van asfalt- en teer-
producten bij de wegenbouw het optreden van
kanker sterk zou bevorderen. Teneinde deze
kwestie^ wetenschappelijk op te lossen, gaf de
K.N.A.C. aan Dr. Ir. M. J. W. Roegholt opdracht
over een en ander een wetenschappelijk rapport
samen te stellen. Als directeur-generaal van het
Centraal Bureau van de Vereniging voor toe
passing van bitumineuze wegenconstructies
werd de heer Roegholt, o.i. terecht, daartoe in
het bijzonder bevoegd geacht. Eenzelfde vraag
werd voorgelegd aan „het Nederlandse Kanker-
Instituut". Nu zal de leek zich afvragen: „Hoe
is het mogelijk om kanker en asfalt met elkaar
in verband te brengen? Doch zo bijzonder
vreemd is het niet als men weet dat teer een
van de hevigste kankerverwekkers is. De ge
leerden, die het kankervraagstuk bestuderen,
plegen bij muizen b.v. kunstmatig kanker te ver
wekken om het verloop van die ziekte te kunnen
volgen en te trachten een serum ertegen te
vinden; die kunstmatige kankerverwekking bij
de dieren geschiedt door middel van... teer!
Dat men asfalt, dat uiterlijk met teer veel ge
meen heeft, met het kankervraagstuk in verband
brengt, is dus waarlijk niet zo vreemd.
De rapporten der deskundigen echter gaven
een ander perspectief. De heer Roegholt
concludeerde dat de toename van het aantal
kankergevallen geschoven moet worden op de
sterk verbeterde diagnostiek, dus op het feit,
dat men kanker tegenwoordig veel spoediger
herkent dan vroeger. Hij wijst in dit verband
erop, dat in de drukste verkeersstraten van
Amsterdam de asfaltverharding per jaar }/z m.M.
afslijt, hetgeen bij 15% asfalt overeenkomt met
nog geen 0.0002 m.M. per dag. Een uiterst
minieme hoeveelheid, die door regen en wind
onmiddellijk wordt opgeruimd.
Noch in de werkplaatsen, waar asfalt wordt
verwerkt (voor dakpapier, buizen, enz.), noch
in de fabrieken waar asfalt wordt bereid, is men
erin geslaagd ook maar een enkele aanwijzing
te vinden, welke verband legt tussen asfalt en
de kanker! Ook in Engeland, waar de kanker
opvallend sterk toeneemt, heeft men, volgens
den heer Roegholt, geen enkele aanwijzing
kunnen vinden en moet alles op rekening ge
schoven^ worden van de verbeterde diagnostiek.
Het Kanker-Instituut, de tweede deskundige,
die gehoord werd, begint met te constateren, dat
de sterftestatistiek van longkanker in de laatste
tien jaar een gestaag stijgende lijn vertoont!
Verder staat vast, zoals wij boven reeds
schreven, dat teer een der ernstigste kanker
verwekkende middelen is. In de laatste jaren
echter wordt voor wegverharding steeds minder
teer en pek gebruikt, terwijl de toepassing van
natuurlijke asfaltproducten aanzienlijk toeneemt;
deze laatste zijn absoluut niet kankerverwek
kend. Het is zeer juist, zegt het Instituut, dat er
in den beginne verband gezocht moet worden
tussen de toename van het aantal longkanker
gevallen en het gebruik van teer; thans echter
moet men andere combinaties zoeken, daar dit
gebruik van teer afneemt, terwijl de long
kankertoeneemt!
In dit verband acht het Instituut het niet on
mogelijk, dat de toenemende verontreiniging van
de lucht met roet (dat in hoofdzaak uit teer-
achtige stoffen bestaat) iets, waarop reeds
herhaaldelijk van velerlei zijden gewezen werd
de oorzaak zou kunnen zijn van de toename
der gevreesde longkanker. Vandaar ook waar
schijnlijk, dat de longkanker het veelvuldigst in
de groote industrie-centra voorkomt!
Weer anderen leggen verband tussen de ver
brandingsproducten van benzine of de daarin
aanwezige verontreinigingen en bijmengingen en
de longkanker. Een en ander is echter niet be
wezen, doch er wordt mede geëxperimenteerd.
Het Nederlandse Kankerinstituut acht het
bij de huidige stand van onze kennis niet ge
motiveerd, thans reeds uitgebreide maatregelen
te nemen, welke wellicht binnen korte tijd ge
heel onnodig zullen blijken te zijn. De toenemen
de vervanging van teerproducten door de na
tuurlijke asfaltproducten kan dus theoretisch niet
anders dan als gunstig worden beschouwd.
IEDERE PRACTISCHE HUISVROUW
MOET WETEN, DAT
men vetvlekken in tapijten verwijderen
kan, indien men op de vlek een flink stuk vloei
papier legt en hierop een heet strijkijzer plaatst.
Is het papier doortrokken van het vet, dan ver
nieuwt men het;
Wie niet waagt, wie niet wint
door J. VAN KOENE.
Wanneer des middags om vier uur de bellen
door de zalen van de fabriek klonken en de
grote poorten opengingen, drongen de mensen
zich in een zwarte stroom naar buiten. Het
was nu hun tijd, die voor hen lag, die zij door
brachten volgens hun idee, en iedere minuut
was verloren op de weg, die hen scheidde van
de vreugden van hun kleine tuin, van het
samenzijn met vrouw en kind
Midden tussen de anderen liep Rudolf
Blankert. Droeg evenals zij onder de arm de
nu lege, kleine tas, wisselde woord en groet met
de kameraden. Er was echter iets vreemds
aan den man, die zijn eigen weg ging. Rudolf
Blankert was een uitvinder, of beter, hij wilde
het worden. Meed de kleine vreugden en uit
gaven van zijn kameraden, stak iedere cent en
iedere minuut in zijn werk, en kwam hij thuis,
dan slipte hij weer in zijn blauwe werkpak,
greep naar zijn werktuigen en knutselde
opnieuw tot de vroege morgen. Hij gaf zich
geen moeite voor een perpetuum mobile, of
voor een ander voorwerpje, om in de zak te
stoppen, zonder dat de wereld er werkelijk
door vooruit kwam. Door zijn werk was hij
op de gedachte gekomen, en zijn uitvinding
zou ook aan de arbeid ten goede komen.
De veiligheidsinstallatie van de machine, die
hij in zijn fabriek moest bedienen, scheen hem
omslachtig en onbetrouwbaar toe. Na vele
proeven en veel overleg was op een avond in
grove trekken de nieuwe installatie op papier
gebracht. En nu stond ze zo goed als gereed
op de tafel in zijn kleine kamer en wachtte
op het ogenblik, dat ze zou moeten doen, wat
men van haar verlangde.
Blankert had hierdoor slechts weinig tijd
gehad om zich te bekommeren om wat er om
hem heen gebeurde. Wanneer een man als hij
zo door een gedachte wordt beheerst, houdt
deze hem nog sterker in zijn ban als een ander.
Op zijn gezicht weerspiegelt zich zijn werk
zoals ook de kunstenaar een stempel krijgt.
Agnes Lichthart en hij liepen een stuk van
de weg tezamen, 's morgens en 's avonds.
En hoewel hij haar niet had opgezocht, beviel
de zonderling haar toch, die zo anders was
dan zijn kameraden. Ze liepen samen, en terwijl
anderen daarbij over balconloges spraken,
waarin zij die avond zou'den zitten, of van
vreemde zenders, die zij gisteren in de radio
hadden opgevangen, sprak Blankert over zijn
uitvinding. En het ging vanzelf, dat Agnes
bij hem binnenging en zonder begrip voor de
ijzeren staven en blinkende hefbomen stond,
die de inhoud van zijn leven uitmaakten.
Opnieuw luisterde zij geduldig toe, wanneer
de uitvinder haar het werken van de installatie
trachtte uit te leggen. Zij had er geen verstand
van, haar ogen zagen echter het stof, dat overal
lag, en haar handen ruimden de wanorde in
het vertrek op. De man onderging de uitwer
king van deze vrouwenhanden als iets behaag
lijks, al vond hij ook menigmaal de loden
buizen pas na lang zoeken op een andere plaats
terug. Er waren ogenblikken, vooral nu, waar
zijn werk bijna gereed was, dat hij Agnes
stilletjes gadesloeg en zijn blikken van haar
zorgzame handen naar het gezicht gingen.
Maar wanneer hij dan weer verder dacht, dan
greep de kringloop zijner gedachten hem weer.
Zijn vrouw moest niet slechts vrouw en moeder
en levenskameraad zijn, ze moest ook met hem
kunnen denken, deelnemen aan het werken
van zijn gedachten en gevoelens. Daarnaar
echter stonden de ogen van Agnes Lichthart
niet, en het woord bleef onuitgesproken, dat
zij van hem niet ongaarne zou hebben ge
hoord
Zo kwam de grote dag, de dag, welke de
beslissing zou brengen! Het had veel strijd
gegeven, voordat de bedrijfsleider toestond,
dat Blankert de oude veiligheidsinstallatie van
zijn machine afmonteerde en daarvoor de zijne
in de plaats zette. Het was op een avond.
In een dichte kring stonden de werkbazen
om den uitvinder en zijn machine. Ook van
de kameraden waren er verscheidenen achter
gebleven, die toch met den zonderling mee
leefden of iets buitengewoons dachten te zien.
En nu stond ook de directeur van de fabriek
in de kring. „Vooruit nu, Blankert, op jouw
verantwoording
Zwaar zette de machine zich in beweging,
kwam in gang, werkte als altijd. Dat echter
was nu niets bijzonders, want de uitvinding
van Blankert had geen betrekking op het werk
zelf, maar wel op zijn veiligheid en op het
geval, dat eens niet alles zo ging, als het moest.
„Stop een werkbaas trok de hefboom
naar beneden, de machine liep uit, stopte.
Daar was niets aan! Zij, die altijd alles beter
weten, en iedereen wantrouwen, die meer dan
gewoon is, stootten elkaar aan. Waar bleef nu de
veel besproken uitvinding van Blankert?
„De machine moet werken, maar gewoon
zoals altijd, en dan schakelen wij om, alsof
er iets gebeurd zou zijn. Dan zullen wij zien,
hoe de installatie werkt", legde een werkbaas
uit. De directeur knikte. Toen echter hief hij zijn
hand op. „Kunt u er mee omgaan, Blankert
vroeg hij den man, die naar de machine gegaan
was, om haar te hanteren. „Eigenlijk niet,
"mijnheer de directeur. Geleerd en gedaan heb
ik het niet, maar toch dikwijls genoeg gezien,
het zal wel gaan!" Bedenkelijk schudde de
directeur het hoofd. „Als u zich echter vergist
en uw uitvinding handhaaft zich niet, deze
verantwoording kan ik niet op mij nemen
Toen gebeurde er iets onverwachts. Uit de
kring der omstanders drong Agnes Lichthart
naar voren. Met een enkele greep had zij de
hefboom naar beneden gedrukt, die de machine
aan de gang bracht. Toen schoof zij den ver
bijsterden Blankert van zijn plaats, stond voor
de machine en hanteerde haar, zoals zij dag in,
dag uit moest doen.
„Opgelet het was Blankert zelf, die nu
de machine bediende. Als een roes was het over
hem gekomen, voor een seconde ontmoetten
zijn blikken die van het meisje, toen: „Stop!"
Een plotseling stoppen, een boosaardige knak,
welke na het eentonige brommen den omstan
ders dubbel schrikwekkend in de oren klonk -
de veiligheidsinriehting viel en werkteWeer
liep de machine, weer werd omgeschakeld die
twee mensen speelden voor al die anderen hun
hoog spel, en het werk uit 's mans handen
toonde zich de inzet waardig! „Genoeg, genoeg,
Blankert, schakel maar/uit, ik feliciteer je."
Rudolf Blankert stond aan de zijde van het
meisje. „Hoe durfde je dat te doen?" Agnes
Lichthart lachte slechts, zoals vrouwen altijd
doen, wanneer ze zich zonder veel woorden in
hun gehele, vreemde grootte aan den man
openbaren. „Ik had vertrouwen in je!"
Vast greep Blankert haar hand. In deze hand
druk lag de bede om vergiffenis en een belofte.
En de anderen, die op deze avond reeds zoveel
buitengewoons hadden gezien, voelden, dat
hun „Hoera!" voor den gelukkigen uitvinder
nog iets anders gold, dat in de lucht zat en
toch nog geen naam had.
'.-'-■C-v-t:'--'-''
WlÜÉfcti itii.iiüi- I