WECK Reizigers en venters Voor <le Vrouw KEE1VIK TWEEDE BLAD TRUUS HELMICH RECEPTEN VARIA FILMNIEUWS 8 JULI 1937 No. 27 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 Hoe velen onzer zijn niet menigmaal on hebbelijk of grof geweest tegen de reizigers, die ons bezochten of de venters, die aan onze huisdeur belden! Die grofheid lag aan j ons natuurlijk, doch de reden daartoe, hoe afkeurenswaardig op zichzelf ook, is gevolg van het feit, dat wij niet per dag met één of twee reizigers... met één of met twee venters te maken hebben. Neen... somtijds kunnen wij niet rustig bij onze dagtaak blijvensoms staat de bel niet stil door degenen die het een of ander aan te bieden hadden! Dan raakt het menselijk geduld weieens uitgeputdan neemt men menigmaal een houding aan, waar van men later spijt heeft. Een reiziger in een of ander artikel het doet er niet toe, welk vroeg mij of ik als journalist eens lust had met hem den boer op te gaan. Hij wilde die dag met een gehuurde auto enkele plaatsjes bezoeken en op zijn heen weg ook een der aantrekkelijke stadjes be werken, yvaaraan ons land zo rijk is. Zo'n stadje, dat pittoresk gelegen, bewoners moest bevatten van beminlijke inborst. Immers de gehele om geving ademde rust en vriendelijkheid. „Graag," zeide ik hem. ik trok een mijner oudste pakken aan om niet te veel af te steken bij het reistenue van mijn metgezel en ge zamenlijk trokken we er op uit. Ik moet er bij vermelden, dat de clientèle, welke wij te be zoeken hadden, behoorden tot de kleinere middenstandersdat hij deze streek voor het eerst bezocht, zodat ook voor hem de mensen vreemd waren en dat het artikel, dat hij plaatsen wilde, een zekere aantrekkelijkheid had. Tenminste zo vond IK het. Wij trokken weg. Bij het eerste dorpje par keerde hij zijn auto en wij gingen een winkel binnen. Een vrouw stond ons te woord. „Mag ik den baas even spreken," zeide mijn met gezel. „Zeker, hij is in de werkplaats, ik zal hem even roepen!" was haar niet onvriendelijk antwoord. Vrij spoedig kwam de baas „Wat mot U", vroeg hij, enigermate verstoord toen hij bemerkte, dat wij niets bij hem wilden kopen, doch wel verkopen. Mijn tijdelijke collega legde hem de kwestie met vrij voldoende zakelijkheid uit. De baas keek er even na krabde zich op zijn hoofd...... keerde zich bruusk om en verdween weer in het donkere gat aan het andere einde van zijn winkel met de simpele woorden: „Voor mijn niksik heb geen tijd." Daar stonden wij alleen gelaten. Mijn met gezel lachte me even toe, terwijl hij zich ver kneuterde over m'n verbouwereerdheid. „Het is net, of U de reiziger bent en ik de journalist... daaraan ben ik gewend, Uwes niet hé. Hierna beter, zeide Pieter Simpel! Wij gingen een paar huizen verder opnieuw een winkel binnen. De eigenaar zat er in z'n hemdsmouwen. Mijn vriend begon hetzelfde eentonige zakelijke verhaal. De eigenaar lachte: „wat heb ik aan dat dingsigheidjeniks voor mij koopman," en hij duwde ons enigszins ostentatief zijn deur uit. Toen stonden wij in de plasregen, want in die korte spanne tijds had ons lieflijke klimaat zijn goede gaven over het aardrijk uitgestrooid. „Nooit versagen," zeide hij. Opnieuw een winkel in een zijstraat. „Mijnheer zit te eten," zeide de daghit, die bemerkte, dat wij iets kwamen verkopen. „Hij wil daarin niet gestoord worden," zeide het kind, dat goed scheen te zijn gedrild, wanneer reizigers de drempel overschreden. Zo ging het van de ene zaak naar de andere! Het was een verademing toen wij een vrien delijk mens ontmoetten! Wat heb ik toen een dergelijke vriendelijkheid gewaardeerd. Het was een oase waarin wij waren aangeland. De man luisterde met enige aandacht, tenminste hij deed alsof. „Niks voor deze buurt, koopman daar zal je in dit dorp niet mee slagen." En hij gunde zich de tijd om het hoe en waarom uit te leggen. Ons ging een licht ophet was logisch, dat wij tot dusver bot hadden ge vangen. Wij liepen naar de autoen tuften de streek uit, waar voor mijn zakenvriend niets te verdienen viel. Toen kwamen wij in het vriendelijke stadje. „Daar zult U wel succes hebben," had onze mentor ons toevertrouwd. Wij begonnen met hernieuwde moed. En werkelijk in de eerste zaak, die wij bezochten, kon hij tien stuks van zijn artikel verkopen, „dat is een honderdste van mijn kosten voor vandaag," was het blijmoedige antwoord. „Verkoop ik twee honderd maal dit kwantum, dan heb ik tenminste enig handgeld!" „Willen wij een hartversterking op dit fijne succes nemen," ging hij door. „We hebben het wel verdiend," waarop wij een café binnen gingen, en waar ik hem tracteerde op een kop koffie en wat boterhammen. „Als u er niet geweest was, zou ik die kosten hebben moeten voorschieten van mijn winst van deze dag," en met een benijdenswaardige humor kauwde hij zijn lunch. Wij mochten echter niet te lang blijven, want tijd was voor hem wellicht geld. Na een kwink slag troonde hij me verder, de natte straten door. Wij kwamen in een winkel, waar een even beeld van Multatuli's droogstoppel ons te woord stond. De man was een en al aandacht. Hij nam het voorwerp in zijn handen keerde en draaide het, zeide „Hm... hm..." en riep zijn collega, die ergens in een verborgen hoekje scheen te zijn opgesteld. Het bleek, dat hij boven op de vliering zat, want wij zagen plotseling een paar lange stelten op een zolder trap, uie in de hoek van het winkelhuis was aangebracht. Daar zagen wij een precies gelijk gekleden droogstoppel en het kon niet anders, óf 'Het moest een tweelingbroeder van No. 1 zijn geweest. Ook deze nam het voorwerp keerde en wendde het nèt als z'n broer, zeide ook karaktestiek „hm... hm..." en een glimlach kwam op het gelaat van den koopman, waarop ik op mijn beurt in een milde stemming begon te verkeren. „Allemachies aardig," zeide No. 1... reuzegoed zeide No. 2... en de koopman begon zijn verhaal opnieuw. Een ordertje van een stuks of vijftig zal er wel ingaanzeide hij voi hoop. „net zou kunnen," zeide No. 2, „maar ik mot het toch niet hebbe," en meteen zette hij zijn plompe voeten op de ladder, die naar boven leidde en in een ommezien was hij ver dwenen. Toen wij zijn benen niet meer zagen, want we keken er beiden na alsof we een wonder zagen geschieden, toen was No. 1 ook verdwenen en wij stonden beiden zielig alleen in het uonkere hol. „Stik," zeide mijn metgezel en in een ommezien waren wij weer buiten! „Zulke rare snuiters heb ik nog nooit van m'n leven gezien en ik heb heel wat gezien." „Gedane zaken nemen geen keer," waagde ik op te merken, al enigermate verzoend met het feit, dat het plaatsen van een ordertje enigermate gelijk stond met het winnen van een behoorlijke prijs in de staatsloterij. Wij gingen winkel in, winkel uit en wij eindigden de tocht door het vriendelijke stadje met een verzame ling orders van een dertig stuks. „Niet slecht voor een eerste dag," zeide mijn vriend opgeruimd. Het is pas twee uurwij hebben nog drie uur voor de boeg. Het verhaal wordt eentonig. Ik leerde de be proevingen van het riziger-zijn voor de kleine middenstandiJc-besefte, wat heerlijk lot den journalist nog ten deel is gevallen in ver- gelijking met deze moeizame arbeid, die zich elke dag herhaalt en die elke dag eindigt met enig licht, zij het ook nog zo gering, of met doffe wanhoop. Ik nam mij voor om tegen eiken reiziger vriendelijk te zijnhem te woord te staan, ook al had ik niets te kopeneiken venter aan mijn deur als een gewoon mens te be handelen en niet als een paria, alleen omdat hij tot vervelens toe aan mijn bel trok. Ik had het gevoel als Scrooge, toen hij op Kerstdag met de geest van Marley werd mee getrokkenik zag en leerde kennen de hard heid van de ene mens voor de ander en al mijn idealen over naastenliefde kregen die dag een harde knauw. Reizigers en ventershet zijn mensen, die hard moeten vechten om een klein stuk eerlijk brood! Zij krijgen hun ruime portie van de kwade sappen, die het gemoed van hun kwel geesten vergallenzij zijn de wrijfpalen van de slechte luim van hen, die zij noodgedwongen hebben op te zoeken om iets van hun waar te kunnen slijten. En toch trekken zij welgemoed verder, want laten zij het hoofd hangen, dan is het met hun broodwinning uit! Zij worden ge dreven door hun optimisme. Zij zien de mensen zoals ze zijn, menigmaal vreselijk klein en hier en daar vol jovialiteit en meegevoel. Maar dat meegevoel is slechts sporadisch te vinden; snauwen en onheuse be handeling zijn schering en inslag. Het naarste echter is, dat ik ook zelf behoord heb tot de schare, die de menselijkheid van hen, die me bezochten, niet heeft gepeild... die slechts mijn egoïsme op die mensen heb ge koeld! Reizigers en venterszij hebben het hard en zij verdienen een ander lot! Logeer- en dienstbodenkamers vaak stiefmoederlijk bedeeld. Wanneer men een huis eens nader onder de ioupe neeint, komt men steeds weer tot de ontdekking, dat een der kamers een echt stief kind is. Allerlei meubelen, die men niet meer om zich heen wil zien, vazen, schilderijen en wat al niet, verhuizen naar zo'n vertrek, dat dan „gepromoveerd" wordt tot logeer- of diensi- boaenkamer. Meestal is het een kamer, die óf te klein is voor een der huisgenoten, óf weinig zon heeft, in één woord, die niemand in gebruik wil nemen. In vele gelukkig niet in alle gezinnen is zo'n vertrek dan goed genoeg als dienstboden kamer. Och, waarom heeft een dienstbode meer nodig, vraagt men zich af, ze slaapt er toch alleen maar? Wij eisen van deze meisjes haar volle werkkracht en toewijding, moeten wij dan ook niet iets 'meer hiertegenover stellen, dan het loon, dat haar toekomt? inderdaad, hoeveel meer ware toewijding zou er niet gegeven worden, als wij ons meet bekommeren om het welzijn van lien, die de ganse lange dag onat- gebroken bezig zijn. Wanneer wij ons enige moeite zouden willen geven om zo'n kamertje gezellig in te richten, dan is het tevens een rustpunt, waar de avon den doorgebracht kunnen worden, althans wanneer geen verwarming meer nodig is. Veel behoeft er behalve bed, wastafel, kastje, tafel en een paar stoelen niet aanwezig te zijn, want KUNSTNIJVERHEID JUL1ANALAAN 6 - HEEMSTEDE TELEFOON 29550 VOOR HET INLIJSTEN VAN SCHILDERIJEN, PLATEN EN FOTO'S. - KEUZE UIT VELE MODELLEN. STEEDS IETS APARTS, PRIMA AFWERKING De eircus-artisten maken in hun vacantie een voetreisje. de meeste meisjes hebben nog wel kleine dingen van zichzelf, die zij een plaatsje wensen te geven. Behang, verf en vloerbedekking moeten echter evenals in het overige deel van het huis niets te wensen overlaten. Alle ballast, die wij niet in de woonvertrek ken wensen te zien, worden ook -niet op deze kamer ondergebracht. Enkele meters cretonne of gekleurd wasecht katoen geven aardige gor dijntjes, een tafelkleedje en wellicht ook sprei voor het bed, waardoor het geheel een totaal ander aanzien krijgt en de kosten hiervan zijn werkelijle ,n9' Jonge mensen, die in dienstbetrekking zijn, waarderen zo'n eigen kamertje, waarvan zij aanvoelen, dat de huisvrouw zich de moeite getroost heeft er iets van te maken, inderdaad. Beide partijen hebben elkander nodig en daarom is het zo gewenst, dat de verhouding van huis vrouw en dienstbode getuigt van wederzijdse waardering. De goede verhouding in de kleine gemeenschap van het gezin moet de grondslag vormen voor de grote volksgemeenschap en hieraan mede te werken in, opbouwende zin is een deel van de veelomvattende taak der huis vrouw. Zout ais hulpmiddel in huis. De hoeveelheid zout, die men toevoegt aan de verschillende spijzen moet volgens de nieuwe voedingsleer slechts zeer miniem zijn. Meer en meer hoort men van een zoutloos dieet, dat door doktoren bij verschillende ziektetoestanden wordt voorgeschreven. Te weinig huisvrouwen gebruiken echter zout als hulpmiddel bij het verrichten van allerlei werkjes in huis. Boodschappenmandjes en verder alle riet waren worden als nieuw, wanneer men ze af borstelt met water en zout, afpoelt en in de schaduw laat drogen. Indien men zout strooit op tapijten en ze daarna schuiert, zien de kleu ren er als nieuw uit. Indien het haardvuur aan het doven is, strooit men er wat zout over, waarna het weer op zal gaan gloeien. Vlekken verwijdert men met spiritus, waarin een weinig zout is opgelost, of wel water en ammoniak en zout. Zwarte wollen stoffen kan men met suc ces in zoutwater laten uittrekken, daarna enige malen spoelen en op een hanger drogen. Op een verse inktvlek wordt zout gestrooid, de inkt trekt hierin en de vlek zal nagenoeg, veelal zelfs geheel verdwijnen. Zoutwater is uitstekend om te gorgelen, terwijl men bij verkoudheid veel lucht krijgt indien men zout water opsnuift. Zout wordt gebruikt om vast te stellen of eieren vers zijn en wel 150 gram keukenzout op 1 Liter water. Is het ei vers, dan zinkt het, terwijl het voor een deel naar beneden gaat, indien het reeds enige dagen oud is; andere eieren blijven aan de oppervlakte drijven. Zout werkt uitstekend bij beten van bijen en andere insecten, terwijl men het vormen van een opzwelling voorkomt, indien men op de beet een papje van zout legt. Het spetten, dat het braden van vet geeft, wordt grotendeels ondervangen, indien men eerst een weinig zout in de pan strooit. Water, waaraan zout wordt toegevoegd vóór dat men ramen gaat zemen, zal deze een veel mooiere glans geven. Slaolie met zout tot een papje vermengd, waarvan men een weinig op een wollen doek doet, is uitstekend om gepolitoerde meubels te boenen. Na het gebruik wordt een zeemlap in water en zout uitgespoeld, daarna half vochtig op gerold opgeborgen, waardoor het leer soepel blijft en minder aan slijtage onderhevig is. Zout met azijn is uitstekend om koper te poetsen. Geverfde haren in Amerika. De bond van dameskappers in Amerika heeft vastgesteld aan de hand van statistieken, dat het overgrote merendeel der vrouwen in dit land geverfd haar heeft. Het is de laatste jaren zo'n grote mode geworden, dat de moderne vrouw het vanzelfsprekend vindt de kleur nu en dan, naar gelang het haar invalt, te veranderen. De statistieken geven aan, dat in het afge lopen jaar niet minder dan twee millioen vrou wen deze dwaze mode volgden. Hierbij nog niet gerekend de velen, die de kleurstoffen kochten om zelf het haar te verven, aangezien haar de middelen ontbraken, het haar vakkundig te laten behandelen. Tekenend is het feit, dat alleen in New-York 60.000 mensen leven van de haarkleurstof- industrie. GR1ESMEEL MET PEREN. 750 gram peren, 1 </2 L. bessensap, 1 kopje water, ruim een half kopje suiker, f2 L. melk, 1 ei, 40 gram griesmeel, 50 gram suiker, stukje boter. De peren worden geschild, in vieren ge sneden, klokhuizen uitgehaald, met water en bessensap, klokhuizen uitgehaald, met water en een paardeharen zeef gewreven en de suiker er door geroerd. Melk aan de kook brengen en de griesmeel er in strooien, evenals de suiker, daarna roe rende enige minuten door laten koken, pan van het vuur nemen, het geklopte ei er door roeren en het stukje boter en de pudding met de garde luchtig opkloppen, daarna de helft in een glazen schaal doen, vervolgens puree en daarna de rest van de griesmeel. BRUINE RAGOUTSOEP. 65 gr. boter of margarine, 1 ui, worteltje, laurierblad, bosje peterselie, kruidnagel, 70 gr. bloem, l'/2 L. water met 4 bouillonblokjes, 1 ons kalfsgehakt, sneetje brood, noot, zout naar smaak. Het water wordt met de peterselie, ui, wortel en kruiden opgezet en ongeveer een uur heel zachtjes getrokken, zodat alle smaakjes en geuren zich verbinden, daarna zeven en in de warme vloeistof de bouilonblokjes oplossen. De boter wordt goed warm gemaakt en de bloem er in gebruind, hetgeen men ook vooraf kan doen in een ijzeren pannetje en daarna met de boter vermengen en langzaam met kleine scheutjes de bouillon toevoegen en de soep aan de kook brengen; afmaken naar smaak met zout. Het gehakt wordt met een sneetje geweekt brood (flink uitgedrukt) en nootmuskaat aan gemaakt en daarna vormt men balletjes, die in de soep gedurende 10 minuten meekoken. ALLE ORIGINEELE benoodigdheden GROOTE HOUTSTR. 99 SNEEUWTOPPEN. 5 d.L. melk, 50 gr. gemalen rijst, 2 eiwitten, 75 gr. suiker, 1 pakje vanillesuiker. Saus: f2 L. melk, één eetlepel poederchocolade, 100 gr. suiker, 30 gr. maizena of minder indien de eier dooiers voor het binden gebruikt worden. Men brengt de melk aan de kook, lost er suiker en vanillesuiker in op en strooit er de gemalen rijst in, die men roerende enige minuten gaar laat koken, daarna wordt het stijfgeklopte eiwit er lepelsgewijze door gemengd en de massa in kleine vormpjes, b.v. hoge kopjes of kommetjes, overgebracht en later koud gestort op een schaal, omgeven door een dikke eier- sans, die echter de bovengedeelten niet mag be dekken, zodat de „sneeuwtoppen" goed uit komen. Voor de saus brengt men 4 d.L. melk aan de kook, roert suiker, maizena en poeder suiker dooreen en maakt dit aan met de resterende melk en eventueel de dooiers, voegen het papje bij de melk, door laten koken en afkoelen. WANDELJAPON. Voor gezette dames. K 22526. Verschillende nieuwe ontwerpen toonen aan hoe veelzijdig de verwerkir, gis van kunstzijde en crêpe de chine. Bijzonder mooie samenstellingen van kleuren treffen we aan met een donkeren ondergrond, het zij zwart, donker blauw, bruin of groen, doch de bedrukte motieven geven meer- Blaren door branden ontstaan mogen niet doorgeprikt worden. Men legt er een droog Bismuth-verband om, z.g. Brandbinde, die bij apothekers verkrijgbaar zijn. Zodra men zich gebrand heeft, legt men een verband van lijn olie en kalkwater op de plek, waardoor men het vormen van blaren voorkomt. Brandwonden van enige betekenis kan men beter door een arts laten behandelen, aangezien d eleek niet kan beoordelen, hoever zij ingebrand zijn. Eikenhout geverfde deuren kan men evenals ander soortgelijk verfwerk onderhouden met donkerbruine schoencrême, daarna met een flanellen doek nawrijven. K 22526 malen een bonte mengeling van kleuren aan. De wandeljapon hierneven afgebeeld is van donkerblauwe kunstzijde met wit be drukt, terwijl het vest en het middenstuk juist een tegenover gestelde werking te zien geven n.l. wit met blauwe motiefjes be drukt. Het is ook zeer goed mogelijk een witte of gekleurde effen garneering te ver werken. De mantel sluit even aan in de taille en heeft een aangeknipte volant, terwijl het licht gekleurde reepje, even onder de taille een ceintuur imiteert. Mooie mouwen met smalle, aangezette volant, uitgevoerd met de garneering. Tweebaans rok met aan de voorzijde diepe opgestikte plooi tot op knie hoogte opgestikte zakken op voorpanden kunnen eventueel vervallen. Aangezien dit model buitengewoon af- kleedt stellen wij het ook in groote maten beschikbaar in 44464850. GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen kunnen per brief aangevraagd wor den met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice, Roelofstraat 109, Den Haag. VELEN, DIE HET MAAR EENS PROBEERDEN ZIJN NU BEROEMDE FILMSTERREN. Velen der groten dezer wereld geven on omwonden toe, dat zij nooit succes zouden hebben gehad, als ze niet een zeker beroep hadden opgegeven, om een geheel ander te be ginnen. Zo ook is het met talrijke beroemde Hollywoodsterren, die hun toekomst ruïneerden (althans volgens de mening der respectievelijke ouders) om aan het toneel of bij de film te gaan. Herbert Marshall, die een passie voor het toneel had, leerde voor accountant, doch ver liet op zekere dag zijn kantoor, toen hem een kleine rol in een toneelstuk te Londen werd aangeboden. Zijn familie en vrienden vonden, dat hij niet wijs was, om zo maar een „ban- kiers"-loopbaan op te geven, maar de tijd heeft bewezen, dat Marshall gelijk had zijn roeping te volgen. De charmante RKO Radio-ster Ginger Rogers zou onderwijzeres worden. Er werd in haar ge boortestad in Texas een charleston dans- concours gehouden, waarin zij mededong en tenslotte kampioene werd. Tegen het verbod van haar ouders in trad zij op in dansnummers in kleine variétés. Het niveau, dat zij in de filmindustrie bereikt heeft, is voor haar het beste bewijs, dat zij indertijd als zestienjarig meisje goed gehandeld heeft. Preston Foster had een succesvolle werkkring bij een dagblad te Philadelphia. Ook hij verliet de veilige haven om een flimcarrière te begin nen, die hem ten slotte tot een der roemrijkste sterren van Hollywood maakte. Hij speelt bij voorkeur in films met actie, zoals in de RKO Radio-film „The Plough and the Stars" en „Sea Devils". Ann Sothern, die in de RKO Radio-film „Een Aanzoek per Radio" speelt, en een der be roemdste sterren aan het Amerikaanse film uitspansel is, heeft een zeer veelbelovende loop baan als pianiste opgegeven, om bij het toneel en de film te gaan. Ze heeft er geen berouw van. Dit is slechts een klein aantal uit de grote groep „uitblinkers", zoals ze van huis uit ge noemd worden. Ze hebben het eens geprobeerd en met succes... doch hoevelen zijn er niet, die nog dagelijks bij de hekken der studio's op hun grote kans wachten...

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1937 | | pagina 3