JU do Vrouw HOE SAM EN SLOKKIE OP REIS GINGEN „DE SPAARNESTAD" HEEREN COSTUMES „SEVEN $!STERS"-WALES MARION'S GROTE AVONTUUR PREDIKBEURTEN Zuinigheid en vlijt, bouwt... BRANDSTOFFENHANDEL 2 HE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT ZONDAG 21 JANUARI. Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein. V.m. 10 uur: Ds. J. IJzerman. Extra collecte Uitwendige Zending. N.m. 5 uur: Ds. H. J. van Rooyen. Bediening van het H. Avondmaal. Kapel Nieuw-Vredenhof. V.m. 10.30 uur: Ds. Barger. Bediening van het H. Avondmaal. Gebouw „Samuel", De Glip N.m. 7 uur: Diakoon G. van Eijk. Evangelisatie-samenkomst. Gereformeerde Kerk, Koediefslaan. V.m. 10 uur: Ds. v. d. Bom. N.M. 5 uur: Ds. Dondorp. (Zondag 1). 3e collecte voor zwakke kerken in Zd. Neder land en buitenland. Camplaan. V.m. 10 uur: Ds. Dondorp. N.m. 5 uur: Ds. v. d. Born. (Zondag 52). 3e collecte voor zwakke kerken in Zd. Neder land en buitenland. Nederl. Protestantenbond. V.m. 10.30 uur: Ds. J. Yntema, Doopsgez. pred. te Haarlem. (Met medewerking van het Dameskoor). Eglise Réformé Wallone. (Begijnhof.) Dimanche 21 Janvier: Pas de Service. h 9 h. 15: Ecóle du Dimanche. SOEFIBEWEGING. (Centrum Bloemendaal). V.m. 11 uur: Universele Eredienst, bovenzaal Vreeburg, Kerkplein 16. Spreekster: Mej. S. A. van Braam. Onderwerp: „Ook daar zal Uw Hand mij ge leiden". ^Donderdag 25 Januari. N.M. 8.15 uur: Cursus voor belangstellenden, Acaeialaan 28, Bloemendaal. HEEMSTEEDSE RADIOCENTRALE. (Des avonds van 78 uur.) Maandag 22 Januari 1930. Op mars, Polydor orkest L'amour d'une brune, Alexander en zijn orkest Het lied van den slangenbezweerder, Johnny and Jones Si tu tatais mon coeur, Alexander en zijn orkest Mijnheer Dinges weet niet wat swing is, Johnny and Jones Der Kreuzfidele Kupfer- schmied, Concert orkest Die Hochzeit der Micky Maus, Barnabas von Geczy en zijn ork. Plantation songs, Paul Robeson met koor en orkest Dream time, London Piano Acc. Band Folies Bergère, Concert orkest Three little fishies, Popeye The veleta, Billy Merrin en zijn orkest Hawaiian Paradise, London Piano Acc. Band Boogym boogy boo, Popeye Ueber blauen Wogen klingt mein Liebeslied, Barn. v. Geczy en zijn orkest Lily of Laguna Waiting at the church, Billy Merrin en zijn orkest. Dinsdag 23 Januari 1940. Prinses Beatrix mars, Muziekkorps Ja me neer, Willy Walden en P. Muyselaar Pour être heureux.... chantez, Deprince en zijn orkest Ik hou van Holland, Joseph Schmidt Quand on s' promène au bord de l'eau, Deprince en zijn orkest The musical clock of Madame de Pompadour, Commodore Grand Orkest O Marenariello, Joseph Schmidt The Golden musical box, Commodore Grand Orkest Cu- banischer '1 anz, Barnabas von Geczy en zijn orkest M'n weekend huisje, Willy Walden en P. Muyselaar The yodelling accordeon man, Eddie Cook The humming waltz, Primo Scala's Acc. Band Roter Teufel, Barnabas von Geczy en zijn orkest Mountain refrain, Eddie Cook Music, Maestro, please, Lew Stone and his band Never break a promise, Primo ^Scala's Acc. band - The red maple leaves, Lew Stone and his band Jubileum mars, Muziekkorps. Woensdag 24 Januari 1940. Lippe Detmold eine wunderschöne, Stadt Groot Blaasorkest Morgen gaat het beter, Willy Derby Une nuit, Deprince en zijn ork. Penny serenade, Willy Derby Le peintre des Montagnes, Deprince en zijn orkest Pis- catore e pusilleco, Joseph Schmidt Pidgin English Hula, Sol Hoopii en zijn kwartet. Pa pilion, Barnabas von Geczy en zijn orkest Nun me sceta, Joseph Schmidt Six hits of the day, Primo Scala's Acc. Band Wenn der Abend versinkt, Barnabas von Geczy en zijn orkest My isle on Hilo Bay, Sol Hoopii en zijn kwartet Linger longer island, Billy Cot ton en zijn band The valley of echoes, An- dreany de Yodelkoning -Bei mir bist du schön, Billy Cotton en zijn band The yodelling mountainer, Andreany de Yodelkoning B.5.3. Waidmannsheil, Groot Blaasorkest. Donderdag 25 Januari 1940. Le rêve passe, Massed Bands Lolita, Jos. Schmidt Tangoland, Primo Scala's Acc. Band Eine Laute mit verblasztem band, Joseph Schmidt La maisonnette du rêve, Deprince en zijn orkest O Jozef Jozef, Willy Derby The lonesome trail ain't lonesome any more, The Hill Billies My heaven in the pines, Billy Cotton and his band Mooi Marietje, Willy Derby Je n'ai que toi, Deprince en zijn ork. There 's a gold mine in the sky, The Hill Bilies Tin pan alley medley, No. 15, Ivor Moreton and Dave Kay Iniki Malie, Sol Hoo pii en zijn kwartet The sweetest song in the world, Billy Cotton and his band Ka Makani kaili aloha, Sol Hoopii en zijn kwartet Grena dier du Caucase, Massed Bands. Vrijdag 26 Januari 1940. Sousa medley, Coldstream Guards Today is the happiest day of my life, Joseph Schmidt „Sing 'em again", Primo Scala's Acc. Band Simplicius Waltz song, Joseph Schmidt Edelweiss, Deprince en zijn orkest Violetta, Willy Derby Kolo Pa, Sol Hoopii en zijn kwartet Sevilla sera Seville, Deprince en zijn orkest Little lady make believe, The Hill Bil lies I'm sorry I said I loved you, Maxwell Stewart's Melody M'n tante Veronika, Willy Derby Waialeale, Sol Hoopii en zijn kwartet So schön wie heut' hab' ich dich noch nie geseh'n, Barnabas von Geczy en zijn orkest Alexander's Ragtime Band, The Hill Bilies 1 won't tell a soul, Maxwell Stewart's Melody. Liebesserenade zur Nacht, Barnabas von Geczy en zijn orkest. Zaterdag 27 Januari 1940. Sousa Marches, H. M. Grenadiers Guards Donk're wolken die verdwijnen, Willy Derby My Honey's lovin' arms, The foursome Un soir Madame, Rogers en zijn orkest Werken de handen, Willy Derby C'est un peu de vous, Rogers en zijn orkest In Santa Margharita, Maxwell Stewart's Melody Blue, The Four some Tin pan alley medley, Ivor Moreton and Dave Kay La Danza, Joseph Schmidt Die Nacht, die Musik und dein Mund, Barnabas von Geczy en zijn orkest Something tells me, Maxwell Stewart's Melody L'Ariatella, Joseph Schmidt The whispering waltz, Primo Scala's Acc. Band Ein Student geht vorbei, Barnabas von Geczy en zijn orkest A café in the moonlight, Primo Scala's Acc. Band. Engelsche Import Steeds voorhanden H/GR! HouTsm IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Goed stoken en goed ventileren zijn voorname factoren. „Mijn woning is niet warm te krijgen," zucht menige huisvrouw en met droeve blik Kijkt ze in het kolenhok, dat „alweer" leeg is. En nog somberder worden haar gedachten, als ze denkt aan de nog komende wintermaanden, die de koude eerst recht zullen brengen. De temperatuur van een woning hangt van vele factoren af. Vdak zijn het bijvoorbeeld bij een vrijstaand huis de muren, die de warmte opnemen en afvoeren, vaak- is het ook een grote vloer- of kelderruimte, welke alle calorieën ab sorbeert. Zijn deze „warmterovers" niet aan wezig, dan moet in de meeste gevallen de fout bij de huisvrouw zelf worden gezocht. Een ver keerde stookmethode en een verkeerde wijze van ventileren zijn dan de oorzaken. Stoken is, hoe merkwaardig dit ook moge klinken, een kunst. Juist onder de huidige om standigheden moet ons streven gericht zijn op een miniem steenkoolverbruik. Dat is alleen dan DE IDEALE BRANDSTOF Afm. per H.L. is plm. 75 K.G. 22/35 en 30/50 f 2.85 15'22 f2.45 8/15 f 1.95 Per 70 K.G. f 2.70 f 2.30 f 1.80 Fr. Varkensmarkt 6-10 - Tel. I4I64-I39D4 mogelijk, als de brandstof snel doorbrandt en de kachel op het juiste ogenblik gesloten wordt. Men kan een kachel vol gooien en hard laten branden, doch het zal niets, maar dan ook niets baten, indien de huisvrouw niet tijdig het roos ter afsluit. De brandstof wordt dan door de schoorsteen gejaagd. De kachel moet gesloten worden als de gehele steenkoollaag is gaan gloeien. Het zogenaamde „navullen", dat zeer in zwang is, heeft over het algemeen genomen bitter weinig nut. Een goede kachel moet 's ooh- tens flink gevuld worden. Wordt de trek dan op het goede moment afgesloten, dan is bijvul len zeker niet voor de avond nodig. En nu iets over het ventileren. Er zijn huis moeders, die de mening zijn toegedaan, dat men in de wintermaanden zo weinig mogelijk moet ventileren. Deze opvatting is absoluut onjuist, vooral omdat zuurstofrijke lucht de warmte snel ler opneemt dan zuurstofarme, d.w.z. verbruikte lucht. Het is dus zaak, ieder vertrek goed te ventileren, door bijvoorbeeld een paar maal per dag gedurende enige minuten een raam epen te zetten. Het beste is,^dat in het middaguur even flink geventileerd wordt, daar de lucht dan door de zonnestralen is verwarmd. Tocht is natuur lijk uit den boze; en men moet er dan ook gued op letten, dat de gesloten vensters geen ver raderlijke kieren vertoonen, waardoor griep en andere winterse onaangenaamheden kunner. binnensluipen. HET NUT VAN OUDE TRICOT- EN ANDERE WASBARE HANDSCHOENEN. Oude tricot of zeemleren en andere wasbare handschoenen moet men altijd zorgvuldig be waren, omdat ze zo buitengewoon goed te pas komen voor velerlei doeleinden. Ook bij het wassen bewijzen ze prachtige diensten, indien men er slechts de toppen af knipt. Men voorkomt hierdoor het stuk wrijven der handen, wat bij een tere huid heel licht het geval is. Oude glacé-handschoenen zijn uitstekend om te gebruiken bij het vullen en uithalen van kachels, alsook bij tuinwerk. SCHOTEL VAN AARDAPPELEN, VARKENS VLEES EN UIEN. 400 gr. koud varkensvlees, 3 uien, 1% L. bouillon of water met 2 bouillonblokjes, 1 K.G. aardappelen, 1 theelepel kerry, 3 zure appelen, peper en zout, 100 gr. machinaal gesneden spek. De aardappelen worden geschild en in plakjes verdeeld van een halve c.M. dik, terwijl het varkensvlees in nette blokjes wordt verdeeld evenals de appel, waaruit het klokhuis is weg genomen. De uien worden schoongemaakt en in zeer dunne plakken verdeeld. Men kan dit gerecht ineens in een niet te kleine vuurvaste schotel klaar maken, omdat men het gerecht dan tegelijk hierin opdient. Be zit men deze niet, dan stooft men alles in een pan, doch bij het overbrengen in een schaal gaan de ingrediënten dan meer door elkander, hetgeen niet zo oogt. Men doet eerst een laag plakjes aardappelen in een schotel, daarna vlees, spek, uien, appelen en herhaalt de verschillende lagen, totdat alle ingrediënten verdeeld zijn en de laatste laag uit aardappelen bestaat. Hierover heen giet men de bouillon, waardoor nog kerry, zout en peper zijn gemengd en plaatst de scho tel in de oven of op een asbestplaatje in een goed afgesloten pan op een kleine pit, om ge heel gaar te worden (ongeveer^.3 kwartier a 1 uur). GRIESMEEL MET PI KENPUREE. 750 gr. peren, 2 dL. bessensap, 1 dL. water, ruim een half ons suiker, beetje kaneel. De peren worden geschild, in vieren gesne den en met de kaneel in het water en het bes sensap gaar gekookt, daarna door de zeef ge wreven en vermengd met de suiker. Griesmeel. Halve L. melk, 40 gr. griesmeel, 50 gr. suiker, 1 eetlepel custardpoeder. We brengen 4 dL. melk aan de kook, lossen er de suiker in op, en strooien er roerende het gries meel in, laten de massa een paar minuten door koken en voegen er ten slotte het vanille cus- tardooeder bij, dat met de rest van de melk is aangemaakt en laten alles nog nog even door koken (roeren!). Succespatroon 464 A Prijs 30 cent plus 5 cent porto. Ruiten nemen een groote plaats in het modebeeld in en zijn niet alleen bedoeld vcor japonnen en mantels, doch ook de bijkomstigheden maakt men gaarne van geruite weefsels. Men ziet pp donkere vilt- hoeden geruite strikken, bij donkere man tels zijn een geruite tasch en shawl zeer op hun plaats, terwijl wij zelfs handschoe nen zagen met geruiten bovenkant. Niet alleen geruite wollen, doch ook zijden weefsels worden voor meer gekleede doel einden voor japonnen en blouses verwerkt, vooral tafzijde neemt een greote plaats in. De japon, die onder bovenstaand nummer te bestellen is, kan zoowel van dunne ge- ruiten als zijden stof gemaakt worden. Het is een vlot model, dat aan blouse- en rols- deelen een schuine baan te zien geeft. Hoogsluitend zijden kraagje en kleine ruitvormige zakjes. Ben. stof: 5 M. van 90 c.M. Patronen in de maten 3"42. door G. Th. Rotman (Nadruk verboden) 85. En, eer ze er erg in hadden, had de aap ze elk bij een arm gegrepen. Toen knelde hij ze in zijn krachtige armen en sleepte ze mee in het kreupelhout. En of ze al als bezetenen schreuwden, het hielp allemaal niets; de dokter en de neushoorn waren zo ver weg, dat ze er niets van kon den horen.... 8687. Wat er met hen gebeuren zou? Nu, dat kwamen ze gauw genoeg te weten: de gorilla sleepte hen naar een grote open plek, waar zijn jongen speelden. Daar ont dekten ze meteen hun vriend Slokkie, die, tot hun grote ontzetting, tot halverwege zijn hals in de grond ingegraven zat. Ter wijl de gorilla zijn twee nieuwe slachtoffers stevig vasthield, groeven de jongen naast Slokkie nog twee diepe kuilen, en weldra troonden ook Sam en Katjemau met enkel hun hoofden boven de grond uit! En daar begon het spel. Het apengebroed gooide met ringen; een ring om het hoofd van Sam en Katjemauw was één punt, en om Slokkie's hals, wat veel moeilijker was, twee punten. Je begrijpt, dat zo'n ring wel eens tegen hun neus terecht kwam en dat dat geen pleziertje was. Foei, wat maakten ze zich kwaad op die lelijke apen.... 88. Plotseling echter ritselde en kraakte het in de struiken achter de apen. Tot grote vreugde van onze drie vrienden verschenen heel even de hoofden van Dr. Dikpoot en het nijlpaard; toen verdwenen ze, zeker om een aanloop te nemen voor een stormaan val. De apen hadden in de hitte van het spel niets bemerkt. En vlak daarop.... hoepla-rrrl, daar kwamen ze, hoor, in volle "vaart aangerend.... FEUILLETON Roman van I. F. J. GROOTHEDDE (Nadruk verboden.) 21 Twee paar ogen keken hem na, ogen, glan zend van liefde, nu gevuld met tranen, en ogen, fonkelend van haat. Marion trok zich snel terug, bang, dat hij haar ontdekken en aanspreken zou. Jim balde zijn vuisten in zijn broekzakken en mompelde binnensmonds: „Wacht maar, Hall Pennock, nu speel ik een slag, die jou zal vernietigen." Hij zocht tussen de mensen, die al niet meer zoveel belang stelden in de voortgang van de brand, daar de totale vernietiging van alle ge bouwen toch absoluut vaststond, naar enkele van zijn boys, wien hij toeriep: „Doe je plicht." De boys mengden zich onder het publiek en begonnen de kwestie van de oorzaak van de brand aan te roeren. De mensen haalden hun schouders op. Oorzaak van de brand? Dat kon zoveel ziin. Men sloeg aan het vertellen van vroegere branden en hoe die ontstaan waren. De boys hadden voorlopig hun zin. De belang stelling werd door die gesprekken gaande ge houden. Men begon als vanzelf naar de oor zaken van de brand te gissen en de boys zorg den er wel voor, dat de aandacht werd geves tigd op het feit, dat de brand op zoveel ver schillende plaatsen tegelijk uitgebroken was. In middels voegde Jim zich bij Bluecorn. Marion week instinctmatig achteruit, maar toch niet zo ver, of zij kon het gesprek nog volgen. „Wat hoor ik, Bluecorn, heb jij Hall Pennock in dienst genomen? Hij was eerst bij mij, maar hij stond mij niet aan. Ik heb hem laten gaan." „Met 129.000 dollar," lachte Bluecorn. „Heeft hij dat rondgebazuind? Ja, dat was een beroerde kwestie met die erfenis. Zijn en mijn vader schijnen erg bevriend met elkaar ge weest te zijn. Weer lachte Bluecorn. „Ik heb oude oren, Pavlick, die hebben veel gehoord en mijn ogen hebben veel gezien. Be vriend, zeg je? Het ligt er maar aan, wat je bevriend noemt." Jim werd onrustig. Die geschiedenis van zijn vader scheen verder bekend te zijn, dan deze ooit vermoed had. Maar hij liet niets merken en vervolgde: „Nu ja, bevriend, ik bedoel eigenlijk, dat ze veel verplichtingen tegenover elkaar hadden." „Je drukt je nog niet goed uit, kameraad, je wilt zeggen, dat de één, Pavlick, veel verplich tingen tegenover den ander, Pennock, had. Kijk eens, die zaak gaat mij geen steek aan en ik heb je niet gevraagd, er wat van te vertellen, maar als je mij wat vertellen wilt, doe het dan eerlijk. Spaar echter je moeite. Ik heb toen van nabij die zaak meegemaakt en altijd mijn ver moedens gehad. Nu ik vernam, dat die Pennock met de helft van de erfenis is gaan strijken, tus sen twee haakjes, die helft leek me erg klein, maar dat gaat mij natuurlijk niet aan, ik zei, nu ik hoorde, dat Hall Pennock zo goed bedacht was door je vader, wist ik genoeg. Hier werd een oude schuld vereffend." Jim trok strepen in de as op de grond. „Hoe het ook zij, Bluecorn, ik wilde hem in leder geval niet op de ranch hebben." „Het was mijn goed recht, hem wel aan te nemen," herhaalde Bluecorn, „de jongen leek me wel, maar ik geloof, dat ik me in hem ver gist heb. Ik heb hem vanochtend ontslagen, om dat er vannacht vee verdwenen is." „Ik hoorde van uw boys, dat hij vannacht de wacht had, maar ik wist niet, dat u hem voor schuldig hield." „Ik had voldoende bewijzen," zei Bluecorn kort, omdat het gevraag hem begon te vervelen. „Natuurlijk, natuurlijk," haastte Jim zich te zeggen, „maar eh.... was hij erg kwaad, toen hij zijn congé kreeg?" Als antwoord haalde Bluecorn zijn schou ders op. „U zult natuurlijk vragen, wat ik daarmee bedoel," ging Jim voort, „maar dat zeg ik eigen lijk liever niet. Het is bekend, dat Hall Pennock en ik op voet van vijandschap leven met elkan der en nu zou het lijken, alsof ik hem wilde be lasteren. Weet li ook, hoe de brand ontstaan is?" „Ik zou het je niet kunnen zeggen," zei Blue corn, nu met meer belangstelling, „weet jij er soms iets van?" „Ik zal u zeggen, wat ik weet. Er wordt ge fluisterd, dat de brand gesticht moet zijn. Ik hoorde zeggen, dat de verzekeringsmaatschappij wel niet zou uitbetalen, maar daar weet natuur lijk niemand nog iets van. Nu verklaren een paar van mijn boys, die op de helling lagen te praten, dat ze vanaf schemerdonker iemand om het huis hebben zien sluipen. Ze konden niet zien, wie het was, maar ze verklaren, dat hij dezelfde gestalte had als de redder van Marion. Ze sloegen eerst geen acht op hem, maar de man bleef rondsluipen en reed eerst een paar uur later weg. Nog vermoedden de boys niets, voor hij en goed en wel een paar minuten weg was en toen aan alle kanten de vlammen uit het huis sloegen. Volgens mij lijkt het* dus brand stichting en het zou niet geheel onmogelijk zijn, dat Pennock er meer van wist, temeer nu ik hoor, dat hij ontslagen is. Iemand met wraak zuchtige gevoelens is tot alles in staat." Marion stond als aan de grond genageld. Het gehoorde vervulde haar met ontzetting. Die Jim was de duivel in eigen persoon. Zij begreep di rect, dat Hall op deze bewijzen veroordeeld zou worden. Jim had gelijk, dat hij beter speelde en HalPhad groot gelijk, dat Jim vals speelde, zo ontzettend vals, dat Marion er van rilde. Snel- besloten liep ze het veld in, floot haar merrie, die ogenblikkel'ik aan kwam draven, sprong op haar ongezadelde rug en reed, zo snel ze kon, naar „The Ranchers Joy". De waard keek vreemd op bij haar verschij ning, maar toen hij zag, hoe geagiteerd ze was, haastte hij zich aan haar verzoek te voldoen en Hall te roepen. Het duurde eenige tijd, voor hij hem gewekt had en nog langer, voor hij hem had overtuigd, dat zijn komst dringend nood zakelijk was. Inmiddels keek Marion naar de lichte gloed aan de hemel, die langzaam minder werd en luisterde beangst naar ieder geluid, dat de stilte verstoorde. Het leek haar een eeuwigheid toe, voor Hall verscheen, leder ogenblik ver wachtte ze de hoefslagen te horen van de rui ters, die hem kwamen halen, om hem naar de gevangenis te slepen. Toen Hall naar buiten trad vloog ze hem met een lichte kreet om de hals en fluisterde ge jaagd: „Jij hebt mij gered, Hall, ik kom jou redden. Haal vlug je paard en kom mee het veld in." Hall zag, dat ze erg opgewonden was en deed, wat ze hem vroeg. Samen reden ze weg en niet voor ze een mijl gereden hadden, ver telde Marion, wat ze gehoord had van het ge sprek tussen Jim Pavlick en haar vader. „Zo'n ploert," riep Hall, „hij wil met mij de zelfde lage streek uithalen, als zijn vader tegen over den mijnen. Het vervelendste is, dat ik werkelijk om jullie huis gezworven heb en de brand is inderdaad kort na mijn vertrek uit gebroken. Ik wilde jou voor het laatst spreken, Marion, om uit jouw mond te vernemen, dat jij niet aan mijn schuld geloofde. Ik floot, maar je kwam niet." „Daar heb ik nog niet aan gedacht," schrok Marion. „Ik hoorde je, maar vader hoorde je ook en verbood mij, naar buiten te gaan. Hij weet dus, dat jij er geweest bent en hij heeft ge zegd, dat hij je niet voor de tweede maal sparen zou. O, Hall, het is verschrikkelijk. Ze zullen je uitlachen, als je zegt, dat je onschuldig bent. Niemand zal je geloven en je zult de gevangenis in moeten." „Ze hebben me nog niet," gromde Hall. „Neen, Hall, ze hebben je nog niet, daarom kwam ik je waarschuwen. Je moet vluchten, of je verborgen houden. Wacht het niet af, je vader, werd veroordeeld, jou zullen ze ook ver oordelen. Vlucht, Hall, terwille van mij!" „Als ik dat doe, beken ik schuld." „Als je het niet doet, verklaren ze je schul dig. Heus. Hall, je moet vluchten, het kan niet anders. Ik heb al een plan. Verberg je in het hol in de heuvel. Stelt vader geen rechtsvervol ging tegen je in, dan kan je je weer vertonen. Doet hij het wel, dan zullen we wel verder zien. Ik zal wel zorgen, dat het je niet aan voedsel en drinken ontbreekt." ,,'t Is goed, Marion, ik zal gaan, nu direct. Maar bewijs me dan nog een dienst. Ga naar de herberg en stuur Joe Blacburn naar mij toe. Laat hem wachten bij de populier. Hij moet pa pier, pen en inkt bij zich hebben. Wil je dat nog voor mij doen?" Ze sprongen van hun paarden, omhelsden elkaar lang en innig en vertrokken dan in tegen overgestelde richting. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1940 | | pagina 2