JU
do Vrouw
HOE SAM EN SLOKKIE OP REIS GINGEN
„DE SPAARNESTAD"
HEEREN COSTUMES
„SEVEN $!STERS"-WALES
MARION'S
GROTE AVONTUUR
PREDIKBEURTEN
Zuinigheid en vlijt, bouwt...
BRANDSTOFFENHANDEL
2
HE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
ZONDAG 21 JANUARI.
Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein.
V.m. 10 uur: Ds. J. IJzerman.
Extra collecte Uitwendige Zending.
N.m. 5 uur: Ds. H. J. van Rooyen.
Bediening van het H. Avondmaal.
Kapel Nieuw-Vredenhof.
V.m. 10.30 uur: Ds. Barger.
Bediening van het H. Avondmaal.
Gebouw „Samuel", De Glip
N.m. 7 uur: Diakoon G. van Eijk.
Evangelisatie-samenkomst.
Gereformeerde Kerk, Koediefslaan.
V.m. 10 uur: Ds. v. d. Bom.
N.M. 5 uur: Ds. Dondorp.
(Zondag 1).
3e collecte voor zwakke kerken in Zd. Neder
land en buitenland.
Camplaan.
V.m. 10 uur: Ds. Dondorp.
N.m. 5 uur: Ds. v. d. Born.
(Zondag 52).
3e collecte voor zwakke kerken in Zd. Neder
land en buitenland.
Nederl. Protestantenbond.
V.m. 10.30 uur: Ds. J. Yntema, Doopsgez. pred.
te Haarlem.
(Met medewerking van het Dameskoor).
Eglise Réformé Wallone.
(Begijnhof.)
Dimanche 21 Janvier: Pas de Service.
h 9 h. 15: Ecóle du Dimanche.
SOEFIBEWEGING.
(Centrum Bloemendaal).
V.m. 11 uur: Universele Eredienst, bovenzaal
Vreeburg, Kerkplein 16.
Spreekster: Mej. S. A. van Braam.
Onderwerp: „Ook daar zal Uw Hand mij ge
leiden".
^Donderdag 25 Januari.
N.M. 8.15 uur: Cursus voor belangstellenden,
Acaeialaan 28, Bloemendaal.
HEEMSTEEDSE RADIOCENTRALE.
(Des avonds van 78 uur.)
Maandag 22 Januari 1930.
Op mars, Polydor orkest L'amour d'une
brune, Alexander en zijn orkest Het lied van
den slangenbezweerder, Johnny and Jones
Si tu tatais mon coeur, Alexander en zijn orkest
Mijnheer Dinges weet niet wat swing is,
Johnny and Jones Der Kreuzfidele Kupfer-
schmied, Concert orkest Die Hochzeit der
Micky Maus, Barnabas von Geczy en zijn ork.
Plantation songs, Paul Robeson met koor en
orkest Dream time, London Piano Acc. Band
Folies Bergère, Concert orkest Three little
fishies, Popeye The veleta, Billy Merrin en
zijn orkest Hawaiian Paradise, London Piano
Acc. Band Boogym boogy boo, Popeye
Ueber blauen Wogen klingt mein Liebeslied,
Barn. v. Geczy en zijn orkest Lily of Laguna
Waiting at the church, Billy Merrin en zijn
orkest.
Dinsdag 23 Januari 1940.
Prinses Beatrix mars, Muziekkorps Ja me
neer, Willy Walden en P. Muyselaar Pour
être heureux.... chantez, Deprince en zijn orkest
Ik hou van Holland, Joseph Schmidt
Quand on s' promène au bord de l'eau, Deprince
en zijn orkest The musical clock of Madame
de Pompadour, Commodore Grand Orkest O
Marenariello, Joseph Schmidt The Golden
musical box, Commodore Grand Orkest Cu-
banischer '1 anz, Barnabas von Geczy en zijn
orkest M'n weekend huisje, Willy Walden en
P. Muyselaar The yodelling accordeon man,
Eddie Cook The humming waltz, Primo
Scala's Acc. Band Roter Teufel, Barnabas
von Geczy en zijn orkest Mountain refrain,
Eddie Cook Music, Maestro, please, Lew
Stone and his band Never break a promise,
Primo ^Scala's Acc. band - The red maple
leaves, Lew Stone and his band Jubileum
mars, Muziekkorps.
Woensdag 24 Januari 1940.
Lippe Detmold eine wunderschöne, Stadt
Groot Blaasorkest Morgen gaat het beter,
Willy Derby Une nuit, Deprince en zijn ork.
Penny serenade, Willy Derby Le peintre
des Montagnes, Deprince en zijn orkest Pis-
catore e pusilleco, Joseph Schmidt Pidgin
English Hula, Sol Hoopii en zijn kwartet. Pa
pilion, Barnabas von Geczy en zijn orkest
Nun me sceta, Joseph Schmidt Six hits of the
day, Primo Scala's Acc. Band Wenn der
Abend versinkt, Barnabas von Geczy en zijn
orkest My isle on Hilo Bay, Sol Hoopii en
zijn kwartet Linger longer island, Billy Cot
ton en zijn band The valley of echoes, An-
dreany de Yodelkoning -Bei mir bist du schön,
Billy Cotton en zijn band The yodelling
mountainer, Andreany de Yodelkoning B.5.3.
Waidmannsheil, Groot Blaasorkest.
Donderdag 25 Januari 1940.
Le rêve passe, Massed Bands Lolita, Jos.
Schmidt Tangoland, Primo Scala's Acc. Band
Eine Laute mit verblasztem band, Joseph
Schmidt La maisonnette du rêve, Deprince
en zijn orkest O Jozef Jozef, Willy Derby
The lonesome trail ain't lonesome any more,
The Hill Billies My heaven in the pines, Billy
Cotton and his band Mooi Marietje, Willy
Derby Je n'ai que toi, Deprince en zijn ork.
There 's a gold mine in the sky, The Hill
Bilies Tin pan alley medley, No. 15, Ivor
Moreton and Dave Kay Iniki Malie, Sol Hoo
pii en zijn kwartet The sweetest song in the
world, Billy Cotton and his band Ka Makani
kaili aloha, Sol Hoopii en zijn kwartet Grena
dier du Caucase, Massed Bands.
Vrijdag 26 Januari 1940.
Sousa medley, Coldstream Guards Today
is the happiest day of my life, Joseph Schmidt
„Sing 'em again", Primo Scala's Acc. Band
Simplicius Waltz song, Joseph Schmidt
Edelweiss, Deprince en zijn orkest Violetta,
Willy Derby Kolo Pa, Sol Hoopii en zijn
kwartet Sevilla sera Seville, Deprince en zijn
orkest Little lady make believe, The Hill Bil
lies I'm sorry I said I loved you, Maxwell
Stewart's Melody M'n tante Veronika, Willy
Derby Waialeale, Sol Hoopii en zijn kwartet
So schön wie heut' hab' ich dich noch nie
geseh'n, Barnabas von Geczy en zijn orkest
Alexander's Ragtime Band, The Hill Bilies
1 won't tell a soul, Maxwell Stewart's Melody.
Liebesserenade zur Nacht, Barnabas von
Geczy en zijn orkest.
Zaterdag 27 Januari 1940.
Sousa Marches, H. M. Grenadiers Guards
Donk're wolken die verdwijnen, Willy Derby
My Honey's lovin' arms, The foursome Un
soir Madame, Rogers en zijn orkest Werken
de handen, Willy Derby C'est un peu de vous,
Rogers en zijn orkest In Santa Margharita,
Maxwell Stewart's Melody Blue, The Four
some Tin pan alley medley, Ivor Moreton
and Dave Kay La Danza, Joseph Schmidt
Die Nacht, die Musik und dein Mund, Barnabas
von Geczy en zijn orkest Something tells me,
Maxwell Stewart's Melody L'Ariatella, Joseph
Schmidt The whispering waltz, Primo Scala's
Acc. Band Ein Student geht vorbei, Barnabas
von Geczy en zijn orkest A café in the
moonlight, Primo Scala's Acc. Band.
Engelsche Import Steeds voorhanden
H/GR! HouTsm
IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
Goed stoken en goed ventileren zijn voorname
factoren.
„Mijn woning is niet warm te krijgen," zucht
menige huisvrouw en met droeve blik Kijkt ze
in het kolenhok, dat „alweer" leeg is. En nog
somberder worden haar gedachten, als ze denkt
aan de nog komende wintermaanden, die de
koude eerst recht zullen brengen.
De temperatuur van een woning hangt van
vele factoren af. Vdak zijn het bijvoorbeeld
bij een vrijstaand huis de muren, die de warmte
opnemen en afvoeren, vaak- is het ook een grote
vloer- of kelderruimte, welke alle calorieën ab
sorbeert. Zijn deze „warmterovers" niet aan
wezig, dan moet in de meeste gevallen de fout
bij de huisvrouw zelf worden gezocht. Een ver
keerde stookmethode en een verkeerde wijze
van ventileren zijn dan de oorzaken.
Stoken is, hoe merkwaardig dit ook moge
klinken, een kunst. Juist onder de huidige om
standigheden moet ons streven gericht zijn op
een miniem steenkoolverbruik. Dat is alleen dan
DE IDEALE BRANDSTOF
Afm.
per H.L. is
plm. 75 K.G.
22/35 en 30/50 f 2.85
15'22 f2.45
8/15 f 1.95
Per
70 K.G.
f 2.70
f 2.30
f 1.80
Fr. Varkensmarkt 6-10 - Tel. I4I64-I39D4
mogelijk, als de brandstof snel doorbrandt en
de kachel op het juiste ogenblik gesloten wordt.
Men kan een kachel vol gooien en hard laten
branden, doch het zal niets, maar dan ook niets
baten, indien de huisvrouw niet tijdig het roos
ter afsluit. De brandstof wordt dan door de
schoorsteen gejaagd. De kachel moet gesloten
worden als de gehele steenkoollaag is gaan
gloeien. Het zogenaamde „navullen", dat zeer
in zwang is, heeft over het algemeen genomen
bitter weinig nut. Een goede kachel moet 's ooh-
tens flink gevuld worden. Wordt de trek dan
op het goede moment afgesloten, dan is bijvul
len zeker niet voor de avond nodig.
En nu iets over het ventileren. Er zijn huis
moeders, die de mening zijn toegedaan, dat men
in de wintermaanden zo weinig mogelijk moet
ventileren. Deze opvatting is absoluut onjuist,
vooral omdat zuurstofrijke lucht de warmte snel
ler opneemt dan zuurstofarme, d.w.z. verbruikte
lucht. Het is dus zaak, ieder vertrek goed te
ventileren, door bijvoorbeeld een paar maal per
dag gedurende enige minuten een raam epen te
zetten. Het beste is,^dat in het middaguur even
flink geventileerd wordt, daar de lucht dan door
de zonnestralen is verwarmd. Tocht is natuur
lijk uit den boze; en men moet er dan ook gued
op letten, dat de gesloten vensters geen ver
raderlijke kieren vertoonen, waardoor griep en
andere winterse onaangenaamheden kunner.
binnensluipen.
HET NUT VAN OUDE TRICOT- EN ANDERE
WASBARE HANDSCHOENEN.
Oude tricot of zeemleren en andere wasbare
handschoenen moet men altijd zorgvuldig be
waren, omdat ze zo buitengewoon goed te pas
komen voor velerlei doeleinden.
Ook bij het wassen bewijzen ze prachtige
diensten, indien men er slechts de toppen af
knipt. Men voorkomt hierdoor het stuk wrijven
der handen, wat bij een tere huid heel licht het
geval is.
Oude glacé-handschoenen zijn uitstekend om
te gebruiken bij het vullen en uithalen van
kachels, alsook bij tuinwerk.
SCHOTEL VAN AARDAPPELEN, VARKENS
VLEES EN UIEN.
400 gr. koud varkensvlees, 3 uien, 1% L.
bouillon of water met 2 bouillonblokjes, 1 K.G.
aardappelen, 1 theelepel kerry, 3 zure appelen,
peper en zout, 100 gr. machinaal gesneden spek.
De aardappelen worden geschild en in plakjes
verdeeld van een halve c.M. dik, terwijl het
varkensvlees in nette blokjes wordt verdeeld
evenals de appel, waaruit het klokhuis is weg
genomen. De uien worden schoongemaakt en in
zeer dunne plakken verdeeld.
Men kan dit gerecht ineens in een niet te
kleine vuurvaste schotel klaar maken, omdat
men het gerecht dan tegelijk hierin opdient. Be
zit men deze niet, dan stooft men alles in een
pan, doch bij het overbrengen in een schaal
gaan de ingrediënten dan meer door elkander,
hetgeen niet zo oogt. Men doet eerst een laag
plakjes aardappelen in een schotel, daarna vlees,
spek, uien, appelen en herhaalt de verschillende
lagen, totdat alle ingrediënten verdeeld zijn en
de laatste laag uit aardappelen bestaat. Hierover
heen giet men de bouillon, waardoor nog kerry,
zout en peper zijn gemengd en plaatst de scho
tel in de oven of op een asbestplaatje in een
goed afgesloten pan op een kleine pit, om ge
heel gaar te worden (ongeveer^.3 kwartier a
1 uur).
GRIESMEEL MET PI KENPUREE.
750 gr. peren, 2 dL. bessensap, 1 dL. water,
ruim een half ons suiker, beetje kaneel.
De peren worden geschild, in vieren gesne
den en met de kaneel in het water en het bes
sensap gaar gekookt, daarna door de zeef ge
wreven en vermengd met de suiker.
Griesmeel. Halve L. melk, 40 gr. griesmeel,
50 gr. suiker, 1 eetlepel custardpoeder. We
brengen 4 dL. melk aan de kook, lossen er de
suiker in op, en strooien er roerende het gries
meel in, laten de massa een paar minuten door
koken en voegen er ten slotte het vanille cus-
tardooeder bij, dat met de rest van de melk is
aangemaakt en laten alles nog nog even door
koken (roeren!).
Succespatroon 464 A
Prijs 30 cent plus 5 cent porto.
Ruiten nemen een groote plaats in het
modebeeld in en zijn niet alleen bedoeld
vcor japonnen en mantels, doch ook de
bijkomstigheden maakt men gaarne van
geruite weefsels. Men ziet pp donkere vilt-
hoeden geruite strikken, bij donkere man
tels zijn een geruite tasch en shawl zeer
op hun plaats, terwijl wij zelfs handschoe
nen zagen met geruiten bovenkant. Niet
alleen geruite wollen, doch ook zijden
weefsels worden voor meer gekleede doel
einden voor japonnen en blouses verwerkt,
vooral tafzijde neemt een greote plaats in.
De japon, die onder bovenstaand nummer
te bestellen is, kan zoowel van dunne ge-
ruiten als zijden stof gemaakt worden. Het
is een vlot model, dat aan blouse- en rols-
deelen een schuine baan te zien geeft.
Hoogsluitend zijden kraagje en kleine
ruitvormige zakjes.
Ben. stof: 5 M. van 90 c.M.
Patronen in de maten 3"42.
door G. Th. Rotman
(Nadruk verboden)
85. En, eer ze er erg in hadden, had de
aap ze elk bij een arm gegrepen. Toen
knelde hij ze in zijn krachtige armen en
sleepte ze mee in het kreupelhout. En of
ze al als bezetenen schreuwden, het hielp
allemaal niets; de dokter en de neushoorn
waren zo ver weg, dat ze er niets van kon
den horen....
8687. Wat er met hen gebeuren zou?
Nu, dat kwamen ze gauw genoeg te weten:
de gorilla sleepte hen naar een grote open
plek, waar zijn jongen speelden. Daar ont
dekten ze meteen hun vriend Slokkie, die,
tot hun grote ontzetting, tot halverwege
zijn hals in de grond ingegraven zat. Ter
wijl de gorilla zijn twee nieuwe slachtoffers
stevig vasthield, groeven de jongen naast
Slokkie nog twee diepe kuilen, en weldra
troonden ook Sam en Katjemau met enkel
hun hoofden boven de grond uit!
En daar begon het spel. Het apengebroed
gooide met ringen; een ring om het hoofd
van Sam en Katjemauw was één punt, en
om Slokkie's hals, wat veel moeilijker was,
twee punten. Je begrijpt, dat zo'n ring wel
eens tegen hun neus terecht kwam en dat
dat geen pleziertje was. Foei, wat maakten
ze zich kwaad op die lelijke apen....
88. Plotseling echter ritselde en kraakte
het in de struiken achter de apen. Tot grote
vreugde van onze drie vrienden verschenen
heel even de hoofden van Dr. Dikpoot en
het nijlpaard; toen verdwenen ze, zeker om
een aanloop te nemen voor een stormaan
val. De apen hadden in de hitte van het
spel niets bemerkt. En vlak daarop....
hoepla-rrrl, daar kwamen ze, hoor, in volle
"vaart aangerend....
FEUILLETON
Roman van I. F. J. GROOTHEDDE
(Nadruk verboden.)
21
Twee paar ogen keken hem na, ogen, glan
zend van liefde, nu gevuld met tranen, en ogen,
fonkelend van haat. Marion trok zich snel terug,
bang, dat hij haar ontdekken en aanspreken
zou. Jim balde zijn vuisten in zijn broekzakken
en mompelde binnensmonds:
„Wacht maar, Hall Pennock, nu speel ik een
slag, die jou zal vernietigen."
Hij zocht tussen de mensen, die al niet meer
zoveel belang stelden in de voortgang van de
brand, daar de totale vernietiging van alle ge
bouwen toch absoluut vaststond, naar enkele
van zijn boys, wien hij toeriep:
„Doe je plicht."
De boys mengden zich onder het publiek en
begonnen de kwestie van de oorzaak van de
brand aan te roeren. De mensen haalden hun
schouders op. Oorzaak van de brand? Dat kon
zoveel ziin. Men sloeg aan het vertellen van
vroegere branden en hoe die ontstaan waren.
De boys hadden voorlopig hun zin. De belang
stelling werd door die gesprekken gaande ge
houden. Men begon als vanzelf naar de oor
zaken van de brand te gissen en de boys zorg
den er wel voor, dat de aandacht werd geves
tigd op het feit, dat de brand op zoveel ver
schillende plaatsen tegelijk uitgebroken was. In
middels voegde Jim zich bij Bluecorn. Marion
week instinctmatig achteruit, maar toch niet zo
ver, of zij kon het gesprek nog volgen.
„Wat hoor ik, Bluecorn, heb jij Hall Pennock
in dienst genomen? Hij was eerst bij mij, maar
hij stond mij niet aan. Ik heb hem laten gaan."
„Met 129.000 dollar," lachte Bluecorn.
„Heeft hij dat rondgebazuind? Ja, dat was
een beroerde kwestie met die erfenis. Zijn en
mijn vader schijnen erg bevriend met elkaar ge
weest te zijn.
Weer lachte Bluecorn.
„Ik heb oude oren, Pavlick, die hebben veel
gehoord en mijn ogen hebben veel gezien. Be
vriend, zeg je? Het ligt er maar aan, wat je
bevriend noemt."
Jim werd onrustig. Die geschiedenis van zijn
vader scheen verder bekend te zijn, dan deze
ooit vermoed had. Maar hij liet niets merken
en vervolgde:
„Nu ja, bevriend, ik bedoel eigenlijk, dat ze
veel verplichtingen tegenover elkaar hadden."
„Je drukt je nog niet goed uit, kameraad, je
wilt zeggen, dat de één, Pavlick, veel verplich
tingen tegenover den ander, Pennock, had. Kijk
eens, die zaak gaat mij geen steek aan en ik
heb je niet gevraagd, er wat van te vertellen,
maar als je mij wat vertellen wilt, doe het dan
eerlijk. Spaar echter je moeite. Ik heb toen van
nabij die zaak meegemaakt en altijd mijn ver
moedens gehad. Nu ik vernam, dat die Pennock
met de helft van de erfenis is gaan strijken, tus
sen twee haakjes, die helft leek me erg klein,
maar dat gaat mij natuurlijk niet aan, ik zei,
nu ik hoorde, dat Hall Pennock zo goed bedacht
was door je vader, wist ik genoeg. Hier werd
een oude schuld vereffend."
Jim trok strepen in de as op de grond.
„Hoe het ook zij, Bluecorn, ik wilde hem in
leder geval niet op de ranch hebben."
„Het was mijn goed recht, hem wel aan te
nemen," herhaalde Bluecorn, „de jongen leek
me wel, maar ik geloof, dat ik me in hem ver
gist heb. Ik heb hem vanochtend ontslagen, om
dat er vannacht vee verdwenen is."
„Ik hoorde van uw boys, dat hij vannacht de
wacht had, maar ik wist niet, dat u hem voor
schuldig hield."
„Ik had voldoende bewijzen," zei Bluecorn
kort, omdat het gevraag hem begon te vervelen.
„Natuurlijk, natuurlijk," haastte Jim zich te
zeggen, „maar eh.... was hij erg kwaad, toen
hij zijn congé kreeg?"
Als antwoord haalde Bluecorn zijn schou
ders op.
„U zult natuurlijk vragen, wat ik daarmee
bedoel," ging Jim voort, „maar dat zeg ik eigen
lijk liever niet. Het is bekend, dat Hall Pennock
en ik op voet van vijandschap leven met elkan
der en nu zou het lijken, alsof ik hem wilde be
lasteren. Weet li ook, hoe de brand ontstaan is?"
„Ik zou het je niet kunnen zeggen," zei Blue
corn, nu met meer belangstelling, „weet jij er
soms iets van?"
„Ik zal u zeggen, wat ik weet. Er wordt ge
fluisterd, dat de brand gesticht moet zijn. Ik
hoorde zeggen, dat de verzekeringsmaatschappij
wel niet zou uitbetalen, maar daar weet natuur
lijk niemand nog iets van. Nu verklaren een
paar van mijn boys, die op de helling lagen te
praten, dat ze vanaf schemerdonker iemand om
het huis hebben zien sluipen. Ze konden niet
zien, wie het was, maar ze verklaren, dat hij
dezelfde gestalte had als de redder van Marion.
Ze sloegen eerst geen acht op hem, maar de
man bleef rondsluipen en reed eerst een paar
uur later weg. Nog vermoedden de boys niets,
voor hij en goed en wel een paar minuten weg
was en toen aan alle kanten de vlammen uit het
huis sloegen. Volgens mij lijkt het* dus brand
stichting en het zou niet geheel onmogelijk zijn,
dat Pennock er meer van wist, temeer nu ik
hoor, dat hij ontslagen is. Iemand met wraak
zuchtige gevoelens is tot alles in staat."
Marion stond als aan de grond genageld. Het
gehoorde vervulde haar met ontzetting. Die Jim
was de duivel in eigen persoon. Zij begreep di
rect, dat Hall op deze bewijzen veroordeeld zou
worden. Jim had gelijk, dat hij beter speelde
en HalPhad groot gelijk, dat Jim vals speelde,
zo ontzettend vals, dat Marion er van rilde. Snel-
besloten liep ze het veld in, floot haar merrie,
die ogenblikkel'ik aan kwam draven, sprong op
haar ongezadelde rug en reed, zo snel ze kon,
naar „The Ranchers Joy".
De waard keek vreemd op bij haar verschij
ning, maar toen hij zag, hoe geagiteerd ze was,
haastte hij zich aan haar verzoek te voldoen en
Hall te roepen. Het duurde eenige tijd, voor hij
hem gewekt had en nog langer, voor hij hem
had overtuigd, dat zijn komst dringend nood
zakelijk was.
Inmiddels keek Marion naar de lichte gloed
aan de hemel, die langzaam minder werd en
luisterde beangst naar ieder geluid, dat de
stilte verstoorde. Het leek haar een eeuwigheid
toe, voor Hall verscheen, leder ogenblik ver
wachtte ze de hoefslagen te horen van de rui
ters, die hem kwamen halen, om hem naar de
gevangenis te slepen.
Toen Hall naar buiten trad vloog ze hem met
een lichte kreet om de hals en fluisterde ge
jaagd:
„Jij hebt mij gered, Hall, ik kom jou redden.
Haal vlug je paard en kom mee het veld in."
Hall zag, dat ze erg opgewonden was en
deed, wat ze hem vroeg. Samen reden ze weg
en niet voor ze een mijl gereden hadden, ver
telde Marion, wat ze gehoord had van het ge
sprek tussen Jim Pavlick en haar vader.
„Zo'n ploert," riep Hall, „hij wil met mij de
zelfde lage streek uithalen, als zijn vader tegen
over den mijnen. Het vervelendste is, dat ik
werkelijk om jullie huis gezworven heb en de
brand is inderdaad kort na mijn vertrek uit
gebroken. Ik wilde jou voor het laatst spreken,
Marion, om uit jouw mond te vernemen, dat jij
niet aan mijn schuld geloofde. Ik floot, maar
je kwam niet."
„Daar heb ik nog niet aan gedacht," schrok
Marion. „Ik hoorde je, maar vader hoorde je
ook en verbood mij, naar buiten te gaan. Hij
weet dus, dat jij er geweest bent en hij heeft ge
zegd, dat hij je niet voor de tweede maal sparen
zou. O, Hall, het is verschrikkelijk. Ze zullen je
uitlachen, als je zegt, dat je onschuldig bent.
Niemand zal je geloven en je zult de gevangenis
in moeten."
„Ze hebben me nog niet," gromde Hall.
„Neen, Hall, ze hebben je nog niet, daarom
kwam ik je waarschuwen. Je moet vluchten, of
je verborgen houden. Wacht het niet af, je
vader, werd veroordeeld, jou zullen ze ook ver
oordelen. Vlucht, Hall, terwille van mij!"
„Als ik dat doe, beken ik schuld."
„Als je het niet doet, verklaren ze je schul
dig. Heus. Hall, je moet vluchten, het kan niet
anders. Ik heb al een plan. Verberg je in het
hol in de heuvel. Stelt vader geen rechtsvervol
ging tegen je in, dan kan je je weer vertonen.
Doet hij het wel, dan zullen we wel verder zien.
Ik zal wel zorgen, dat het je niet aan voedsel
en drinken ontbreekt."
,,'t Is goed, Marion, ik zal gaan, nu direct.
Maar bewijs me dan nog een dienst. Ga naar
de herberg en stuur Joe Blacburn naar mij toe.
Laat hem wachten bij de populier. Hij moet pa
pier, pen en inkt bij zich hebben. Wil je dat
nog voor mij doen?"
Ze sprongen van hun paarden, omhelsden
elkaar lang en innig en vertrokken dan in tegen
overgestelde richting.
(Wordt vervolgd.).