HOE SAM EN SLOKKIE OP REIS GINGEN
SKI'S MEEBRENGEN!
HEEREN COSTUMES
MARION'S
GROTE AVONTUUR
INGEZONDEN
GUMMI WARMWATERZAK
SPORT
2
HF FFRSTF HFFMSTFFDSCHE COURANT
PREDIKBCUPTCN
ZONDAG 4 FEBRUARI.
Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein.
V.m. 10 uur: Ds. Barger.
Kapel Nieuw-Vredenhof.
V.m. 10.30 uur: Ds. J. C. Salverda te Hoofddorp.
In beide diensten extra collecte voor Bijzon
dere feestelijke doeleinden.
Gebouw „Samuel", De Glip
N.m. 7 uur: Diakoon G. van Eijk.
Evangelisatie-samenkomst.
Gereformeerde Kerk, Koediefslaan.
V.m. 10 uur: Ds. A. F. J. Pieron,
miss. Dien. d. Woords.
N.M. 5 uur: Ds. Dondorp.
(Zondag 3).
Extra collecte voor de eredienst.
Camplaan.
V.m. 10 uur: Ds. Dondorp.
N.m. 5 uur: Ds. v. d. Born.
(Zondag 2).
Extra collecte voor de eredienst.
Onafhankelijke Religieuze Gemeenschap,
Oranjeplein 9, Haarlem.
V.m. 10.30 uur: Ds. A. R. de Jong.
Onderwerp: „Het lijden der onschuldigen".
Eglise Réformé Wallone.
(Begijnhof.)
Dimanche 4 Fevriér. Pas de Service,
a 9 h. 15: Ecöle du Dimanche.
HEEMSTEEDSE RADIOCENTRALE
(Des avonds van 78 uur.)
Maandag 5 Februari 1940.
Sedan marsch, Groot Blaasorkest „Magyar
Melody", Louis Levy en zijn orkest Da geh'
ich in's Maxim, Herbert Ernst Groh Gold
diggers of 1935, Reginald Dixon Gernhab'
ich die Frau'n gekuszt, Herbert Ernst Groh
Sweet Adeline, Reginald Dixon Ein Schif-
flein fart nach Holland, Harmonika Dansorkest
Kann den Liebe Siinde sein, Adalbert Lutter
en zijn orkest Friihlungsglaube, Jo Vincent
Pal of my dreams, London Piano Acc. Band
Wiegenlied. Jo Vincent Unter den Briicken
von Kfiln, Harmonica dansorkest Von der
Puszta will ich traumen, Adalbert Lutter en zijn
orkest Zwischen Shanghai und St. Pauli,
Orkest o.l.v. E. Schneidewind Marching along
together, London Piano Acc. Band Man
musz auch mal 'nen Hupfer fun, Orkest o.l.v.
Erich Schneidewind Schupo mars, Groot
Blaasorkest.
Dinsdag 6 Februari 1940.
Erzherzog Albrecht marsch. Muziek en Trom
melkorps immer feste mitgemacht, Harmo
nica dansorkest „Swing, teacher, swing", An
ton and the Paramount orkest Keep calling
me sweetheart, Joe Petersen „Sally, Irene
and Mary", Anton and the Paramount orkest
Saw a ship a sailing, Joe Petersen In Ham
burg ist es schön, Harmonica dansorkest
Dixpa Hits No. 16. Reginald Dixon See-
mannslos, Herbert Ernst Groh -Troikafahrt,
Orkest o.l.v. Eugen Wolff Remember me,
Billy Reid en zijn acc. band Steh' ich in
Fenstrer Mitternacht, Herbert Ernst Groh
Nachtexpress nach Warchau, Orkest o.l.v. Eu
gen Wolff Hi-ha-Holland dans, Ramblers
dansorkest Little drummer boy, Billy Reid
en zijn acc. band Een beetje rhytme in het
alphabet, Ramblers dansorkest Germania
marsch, Muziek- en trommelkorps.
Woensdag 7 Februari 1940.
Deutschmeister marsch, Militair orkest -
Duze mich, Harmonica dansorkest Le bon-
heur n'est plus un reve, Tino Rossi Ram
blers Radio Revue, Ramblers dansorkest
Lustig woll'n wir sein, Harmonica dansork.
Tchi, tchi, Tino Rossi Dixon Hits, Reginald
Dixon Vesti la Giubba, Enrico Caruso My
rhythm, Jungherr's Acc. Band M'Appari, En
rico Caruso Wind and waves, lungherr's Acc.
Band Im Radio gibt es heute Tansmusik,
Eugen Wolff en zijn orkest I can't dance,
Nat Conella his Georgians Wenn Matrosen
mal an Land geh'n, Eugen Wolff en zijn orkest
Bessie couldn 't help it, Nat Gonella his
Georgians O du mein Oesterreich, Militair
orkest.
Donderdag 8 Februari 1940.
Badenweiler marsch, Blaasorkest o.l.v. George
Furst Es geht nicht ohne Liebe, Eugen Wolff
en zijn orkest Mina, de rumba koningin,
Ramblers dansorkest Ich kann an hiibschen
Madels nicht vorübergeh'n, Eugen Wolff en zijn
orkest De zingende muis, Ramblers dans
orkest Dixon hits No. 15, Reginald Dixon
Venus on earth, B.B.C. wireless chorus Ich
kenne ein Haus in Paris, Accordeon orkest
Unrequited love, B.B.C. wireless chorus An
der Waterkant, Accordeon orkest Au bal de
l'amour, Tino Rossi Drum seid heut' lustig,
Harmonica dansorkest Paris voici Paris, Tino
Rossi The strawberry roan, Big Bill Camp
bell and band Trink, mein Madel, trink, Har
monica dansorkest The lonesome trail ain't
lonesome any more, Big Bill Campbell and
Band -Unter Bayerns Ratitenbanner, Blaas
orkest o.l.v. George Furst.
Vrijdag 9 Februari 1940.
Prins Berhard marsch, Polydor Harmonie
orkest Gnad ge Frau, wo war'n sie gestern,
Willy Forst Grillenhochzeit, Will Glahe en
zijn orkest Bel Ami, W.lly Forst Tandelei,
Will Glahe en zijn orkest -Midnight in Paris,
London Piano Acc. Band „Hello Blackpool",
Jay Wilbur en zijn orkest C'est aux iles
d'amour, Tino Rossi Poor little romany, Lon
don Piano Acc. Band El Danzon, Tino Rossi
Horsey, horsey, Ramblers dansorkest
Parade of the tin soldiers, Reginald Dixon
Tes bras, Tango orkest o.l.v. Mario Melfi
Colonel Bogey, Reginald Dixon Steeple
chase, Ramblers dansorkest Pour tous, chan-
te ma guitare, Tango orkest o.l v. Mario Melfi
Neerlandia potpourri, Polydor Harmonie
orkest.
Zaterdag 10 Februari 1940.
Marche du Ier Regiment de Lanciers Beiges,
Militair orkest Tango, du bist doch mein
Lieblingsmusik, Georges Boulanger en zijn ork.
J'attendrai, Rina Ketty For you alone,
Lucia, London Piano Acc. Band -Sleep, Ram
blers dansorkest Sombreros and Mantillas,
Rina Ketty Am schwarzen Meer, Georges
Boulanger en zijn orkest Le temps des ceri
ses, Tino Rossi Sweet Honolulu, London
Piano Acc. Band Big apple, Ramblers dans
orkest Reviens, Tino Rossi Whistle while
you work, Harry Roy en zijn orkest Dixon
Hits No. 16, Reginald Dixon Ma guitare qui
chante, Stefano en zijn orkest With a smile
and a song, Harry Roy en zijn orkest On
ouvre demain, Stefano en zijn orkest Marche
du 37me R. I., Militair orkest.
Engelsche Import Steeds voorhanden
GR. MARKT
fy'GR. HOUTSTR.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
HULP IN DE GEZINNEN VAN GEMOBILI-
SEERDEN TE HEEMSTEDE.
Het Comité, door „Kerk en Vrede" opge
richt tot het verlenen van hulp in de gezinnen
van gemobiliseerden, heeft in December een
aantal Sint Nicolaas- en Kerstpakketten kun
nen uitreiken, dank zij de in dit blad reeds ver
antwoorde giften.
Er werd geregeld doorgegaan met het ver
lenen van huishoudelijke hulp, stop- en naai
werk, oppassen en verzorgen van kinderen.
Jammer genoeg kon echter niet voor elk af
zonderlijk geval een passende oplossing wor
den gevonden. Daarom doen wij nogmaals
een beroep op allen, maar speciaal op de
dames-lezeressen in Heemstede, die een deel
van hun tijd willen beschikbaar stellen, liefst
met vermelding van voorkeursdagen en -tijden
en het soort werk, dat zij bereid zijn te doen.
Hoe groter reserve wij hebben, hoe gemakke
lijker en doeltreffender wordt het werk.
Daarbij nog een dringende oproep om ons
financiëel te helpen. De kas is leeg en er zijn
zo veel gevallen, waarbij in een dringende be
hoefte moet worden voorzien. Aanbiedingen en
aanvragen voor hulp, alsmede financiële bij
dragen worden gaarne ingewapht bij den
secretaris-penningmeester van het Comité: H.
J. Blokker, Bronsteeweg 26, postrekening
227889 (bij Mevr. J. Z. VisserBrutel de la
Rivière, P. Aértszlaan 9, tel. 13686, of bij Mevr.
M. van Luin-Riemersma, Bronsteeweg 76,
postrekening 94688, tel. 15538.
HET COMITé.
Beschermt U tegen de felle koude
met een
vanaf 95 cent
Bij DROGISTERIJ J. NAN
ass apotheker
WILHELMINAPLEIN 17 - TELEFOON 28366
HET KORTE VERHAAL
H.P.C.-NIEUWS.
Uit de twee voor de Wintercompetitie ge
speelde wedstrijden van het eerste zevental van
H.P.C. zijn een 3-tal punten behaald. Tegen
Z.I.A.N. uit den Haag werd een goede wed
strijd gespeeld, waarbij de H.P.C. gedurende de
gehele wedstrijd de bovenhand voerde, doch
deze meerderheid niet in doelpunten wist uit te
drukken. Goed samenspel tussen de voorhoede
spelers bracht de H.P.C. door toedoen van
Kolderie een aanvankelijke voorsprong, doch na
de rust wist Z.I.A.N. gelijk te maken. De span
nende kamp om het winnende doelpunt bleef
echter zonder resultaat, waardoor Z.I.A.N. iets
meer kreeg dan het verdiende.
Dinsdag j.l. moest het eerste wederom te
water tegen Poelmeer uit Leiden. In deze wed
strijd werd met succes Braam als midden-voor
geprobeerd, ondanks het feit, dat hij op wel zeer
zware wijze werd afgedekt. Het betere samen
spel der H.P.C.-ploeg moest leiden tot een over
winning, en het is te danken aan den uitmunten
den doelverdediger der Leidenaars, Ydens, dat
de H.P.C. met een 51 overwinning uit het
water ging.
Voor de Kringcompetitie behaalde het Dames
zevental de verwachte overwinning op D.W.R.
II. Met 1—0 namen zij revanche op de onlangs
geleden nederlaag. Het medespelen van Mei.
Sevensma, die het enige doelpunt van de wed
strijd scoorde, bleek een versterking voor de
ploeg te zijn.
Tegen het sterke H.V.G.B. II kon het derde
zevental het niet bolwerken. Hoewel over het
algemeen op sommige momenten aardig spel
vertoond werd, was dit niet voldoende om
H V.G.B. de baas te blijven. Toch ziet H.P.C.
het verdere verloop met enig optimisme tege
moet, aangezien thans de zwaarste wedstrijden
achter de rug zijn.
Door F. A. KONIGER.
„Dus tot morgen, Annele, als het weer zo
blijft. Precies om 9 uur aan het station. Ja
natuurlijk met ski's!" riep hij haar nog na, toen
ze al in de huisdeur stond.
Terwijl Annele nog in haar bed aan den
aardigen jongen, die zich als Jan Wezel had
voorgesteld, lag te denken, zat deze Jan in de
enige gemakkelijke stoel van zijn huurkamer,
zag het knappe gezichtje van Annele voor zich
en had zichzelf kunnen slaan omdat hij zich er
zo lelijk had ingedraaid. Die ski's, dat was niet
zo erg, die zou Paul hem wel lenen, maar hoe
moest hij in één nacht tijds leren skiën? Hij
had misschien toch niet zo moeten opscheppen,
want niemand zou het tenslotte gek vinden, dat
een jonge Hollander, die in Zwitserland een
baan had ge. regen en pas tegen het voorjaar
in die Daan was gekomen, nog niet kon skiën.
Het was, omdat er nu toevallig nog zoveel
sneeuw lag, maar anders zou niemand er verder
over praten. Maar ia, toen Annele over haar
ski-avonturen was begonnen, vond hij het zo
dom st..an, om helemaal niet te kunnen mee
praten, dat l..j allerlei wintersportverhalen bij
elkaar gelogen had. En het was duidelijk, dat
ze hem gelootde! Hoe kon ze anders op het idee
gekomen zijn om morgen met hem een skitocht
te maken! jan bad in stilte, dat het zou dooien
de volgende dag. In deze tijd van het jaar was
dat heel goed mogelijk.
„Wat ziet hij er leuk uit!" dacht Annele, toen
ze naast hem in het treintje zat, dat hen naar
boven moest brengen. Ze hadden beiden ski's
bij zich en maakten de indruk volkomen op de
hoogte te zijn met deze mooiste der sporten.
„Het dooit een beetje," zei Jan. „Zie je, hoe
het van de takken drupt? Wat zonde is dat nu!"
„Ach die paar druppels," lachte Annele,
„daar zuilen we heus geen last van hebben.
Misschien is dit de laatste dag van het jaar. En
je hebt beloofd, dat je me de Telemark zou
leren!"
„De wat„De Telemark, dat heb je
toch gisteren gezegd!" Jan kreeg het er warm
Feestavond.
De jaarlijkse feestavond ligt weer achter ons,
en met voldoening kunnen wij terugzien op een
avond met uitbundige stemming. Het harde
werken van de feestcommissie is wel zeer be
toond geworden. Spontaan werd aan de vele
attracties meegedaan, waarbij de H.P.C.-band
haar beste beentje voorzette. De band onder
leiding van Dick van Gelder heeft veel bijgedra
gen tot het welslagen van de avond. Met haar
succesnummers, als Flip de Fluiter e.d. oogstten
zij een enthousiast applaus. De feestcommissie
kan met trots op haar werk terugzien, want
een ieder trok te 3 uur voldaan over de zeer ge
slaagde avond huiswaarts.
DAMMEN.
Competitie Haarl. R.K. Dambond.
Dinsdagavond had een ontmoeting plaats tus
sen St. Bavo A en Ontwikkeling. Over het al
gemeen was St. Bavo iets sterker. De helft der
partijen eindigde in remise.
De uitslag was, dat St. Bavo A 13 punten
behaalde en Ontwikkeling 7.
van. Wat had hij allemaal voor onzin beloofd
in zijn overmoed gisteren. TelemarkTele
mark? Hij was al blij, als hij die onmogelijke
lange latten onder zijn schoenen kon vast
maken!
Intussen naderden ze het oefenterrein. Hij
veegde de druppeltjes van zijn voorhoofd. Was
er dan nergens een uitweg? Hij benijdde de
jongens met de bobsleden. Daar hoefde je maar
op te gaan zitten, je hield je meisje stijf vast
en je suisde naar beneden. Dat had hij in Hol
land ook wel eens gedaan. Waarom lag er nog
sneeuw in deze tijd van het jaar?! Het moest
niet mogen!
„Zo, oaar zijn we er." Jan zette zijn ski's on
verschillig tegen een hut en keek Annele
vragend aan. Ze stonden aan de voet van de
oefenheuvel en lieten de sleden langs zich
glijden. Jan lette helemaal niet op. Er zijn maar
twee mogelijkheden, d-cht hij. Of ik moet toe
geven, dat ik nog nooit in mijn leven op ski's
heb gesiaan dan is het natuurlijk uit. Of ik
moet stomweg gaan staan en me naar beneden
laten glijden dan is het natuurlijk ook uit!
Ik maak me in ieder geval belachelijk.
„Pas op!!!" Jan hoorde het al niet meer.
Voor hij wist, wat er gebeurde, was een grote
bobslee tegen hem aangereden en lag hij op
de grond. Toen hij zijn ogen weer opendeed,
zag hij Annele's angstig gezicht. „Heb je je pijn
gedaan, Jan?
Hij probeerde zijn voet te bewegen. „Au!
Allemachtig, die kan ik niet gebruiken. Zeker
verstuikt!" Daarbij straalde hij, alsof hij de tien
duizend gewonnen had.
„Alleen maar verstuikt! Goddank!"
Terwijl er veel mensen omheen kwamen staan
en vroegen wie de schuldige was, wenkte hij
den eigenaar van de bobslee, een jongen van
een jaar of 13, die met een benauwd gezicht
aan de kant stond. „Kom eens hier," zei Jan.
„Kom, dit is voor de schrik!"
Verwonderd keek de jongen naar het geld
stuk in zijn hand. Nee, zoiets, hij dacht al, dat
hij een draai om zijn oren zou krijgen! Annele
was niet minder verbaasd, maar ze vroeg niets
en steunend op haar hinkte Jan weg, tot hij
naar huis gebracht zou kunnen worden.
Iedere dag kwam Annele informeren, hoe het
met hem ging en na een week bracht hij zijn
eerste tegenbezoek. Het dooide allang en er lag
al bijna geen sneeuw meer.
„Eén ding moet je me zeggen," zei Annele,
toen ze naast elkaar op de divan zaten, „waar
om heb je dien jongen nog geld gegeven ook?"
Jan keek verlegen, „je wordt boos, als ik
het zeg."
„Nee, ik zal niet boos worden, heus niet!"
„Nou, dat deed ik omdat ik dien jongen erg
dankbaar was!"
„Dankbaar?" „Ja, Annele, ik kan namelijk
helemaal niet skiën!" Annele keek hem lachend
aan: „Het is een schandaal om me zo voor te
jokken! Maar, weet je, ik kan het ook niet! Ik
heb ook gelogen!"
En terwijl ze elkaar kusten, tastte Annele
voorzichtig achter haar rug en trok een klein,
bruin bordje van de muur, dat ze onder een
kussen schoof. Op dat bordje stond: „Garmisch-
Partenkirchen 1938. le Prijs afdalingswedstrij-
den. Annele Huber."
door G. Th. Rotman
(Nadruk verboden)
8990. De grote aap vloog, getroffen
door een flinke stoot van de neushoorn,
minstens vijf meter de lucht in, smakte met
een plof neer en volgde toen zijn kroost,
dat allang gemaakt had. dat het uit de
voeten kwam. Sam, Siokkie en Katjemau
waren nu spoedig bevrijd. De dokter zei:
„Ik ga niet verder mee; ik bedank jullie,
en ik raad je aan, ook terug te gaan; die
familie Hippo bereik je tóch nooit, want
voordat je ze gevonden hebt, ben je allang
door slangen of krokodillen opgepeuzeld!"
Nu, daar waren Sam en Siokkie 't mee
eens. Stapman, die zich op z'n eigen houtje
in veiligheid had gesteld, wa^ spoedig ge
vonden en na een hartelijk ^afscheid van
Katjemau werd.... de terugtocht aanvaard.
91. Het eerste doel van de reis was na
tuurlijk Rondlobbes, die toch moest weten,
hoe het met zijn wagen afgelopen was. Hij
zat juist met een omwoeld been, want hij
had vreselijk rheumatiek. „Dat treft prach
tig!" dacht Dr. Dikpoot, want nu kon hij
hem voorstellen, hem gratis te behandelen
in ruil voor het verlies van de wagen en zo
kostte het hem niets!
92. Dr. Dikpoot besloot nu, voorlopig
bij zijn vriend Rondlobbes achter te blijven;
Stapman kon de weg we! vinden. Rondlob
bes legde hem een andere weg uit, die vol
gens hem korter en gemakkelijker was en
Dr. Dikpoot beloofde, dat hij mevrouw
Tamos en haar broer wel de groeten van
hen zou doen.'En zo trokken ze, na hun
trouwe vrienden hartelijk gegroet te heb
ben. huiswaarts. Stapman met Sambo en
Siokkie.
mmm
FEUILLETON
Roman van I. F. J. GROOTHEDDE
(Nadruk verboden.)
23)
„Zelfs ik zou je niet meer herkennen. Buiten
staat mijn merrie, bepakt met alles wat je nodig
hebt. De ranch van Joe ligt honderd mijl van
hier. Als je vanaf de populier recht naar het
Noorden rijdt, kan je niet missen. En nu.... moet
je gaan. Tot.... tot weerzien, Hall, mijn lieve,
lieve jongen."
Ze barstte in tranen uit en viel in Hall's ar
men. Lang hield hij haar omklemd, te ontroerd
om iets te zeggen. Maar weer maakte zij
zich los.
„Ga nu, Hall, iedere minuut is kostbaar.
Vaarwel, moge de Hemel ons weer tezamen
brengen."
„.Vaarwel, mijn lief dapper meiske. Ik zal
steeds aan je blijven denken. Vaarwel, Marion."
Ze gingen naar buiten, waar de merrie rustig
wachtte. Hall sprong op haar rug, bukte zich
nog eens naar Alarion over en galoppeerde weg.
Marion liep met gebogen hoofd naar huis en
schreide die nacht haar kussen nat.
Toen de ochtend aanbrak, had Hall ongeveer
de helft van de weg naar de ranch afgelegd,
zonder dat zich enige stoornis had voorgedaan.
De merrie was bepakt met dekens, voedsel,
Marion's geweer en voldoende ammunitie. Maar
ondanks de bepakking liep het dier uitstekend.
Hall ontdekte enige papieren. Nieuwsgierig
keek hij ze in. Het was een geboorte-akte ten
name van Miles Bedford. Verbaasd keek Hall
naar het stuk, maar een begeleidend schrijven
maakte hem alles duidelijk. Het geweer, de de
kens en ook de merrie droegen de initialen
M.B. en daarom had Marion een geboorteakte
gefabriceerd voor Miles Bedford. Ze had ook
overal aan gedacht en dat het nodig was, bleek
even later. Hij passeerde enig struikgewas en
aan het einde daarvan stond hij plotseling
tegenover twee mensen van de Bereden Politie,
die hem de weg versperden met het geweer in
de aanslag. Hall hield zijn paard in vroeg wat
ze wensten. De oudste van de twee kwam naar
voren en vroeg:
„Wie ben je, waarvandaan, waarheen?"
„Miles Bedford, van het Zuiden naar het
Noorden. Ik ga me vestigen als pelsjager," ant
woordde Hall prompt.
„Hm. Afstijgen, papieren tonen."
Hall voldeed aan het bevel, steeg af en reikte
de geboorteakte over met de woorden:
„Meer heb ik niet, ik hoop, dat het vol
doende is."
De oudste bekeek het papier, terwijl de ander
het paard en de bepakking onderzocht.
Hall kreeg het papier terug met de bemer
king:
„In orde. We wilden u geen overlast aandoen,
maar we hebben opdracht, iedereen aan te hou
den. Indien u op weg naar het noorden soms
een persoon mocht zien van uw lengte, donker
van uiterlijk, gezeten op een blauw-zwarten
hengst, wees dan zo goed even terug te keren
en ons te waarschuwen."
Hall beloofde het grif, steeg weer op en gaf
een kreet van pijn.
„In orde," lachte de jongste, die hem aan
zijn baard had getrokken, „ik wilde alleen maar
even zien, of hij echt was."
Hall mopperde wat en reed door, dankbaar
om Marion's voorzorgen. Het scheen, dat Blue-
corn er alles op had gezet, om hem te vangen.
Maar zijn eigen dochter was hem te glad af.
Jim Pavlick scheen zijn woordje wel goed
gedaan te hebben, dat de oude Bluecorn, die
hem toch niet lijden mocht, door hem bepraat
was geworden.
Het landschap, waar hij nu door reed, was
bezaaid met struikgewas en rijk aan wild. On
danks zijn sombere gemoedsstemming genoot
hij van de jonge ochtend. Het herinnerde hem
aan de eerste morgen in het veld. Hoe kort was
dat nog geleden, maar toch leek dat tijdstip al
ver achter hem te liggen. Kom, hij moest nu
niet meer aan zijn verleden denken, maar moe
dig de toekomst onder de ogen zien. Doch on
danks zijn voornemen, om het verleden te laten
varen, verwijlden zijn gedachten al spoedig weer
in de Grasvallei en bij het liefste dat hij daar
had achtergelaten, Marion. En telkens vroeg hij
zich wanhopig af of er nog ooit een tijd zou
komen, dat hij terug kon keren, om haar als
bruid op zijn ranch te brengen.
AI rijdend en denkend deed hij zijn ontbijt.
Dat verdreef de slaap, die hem, door de een
tonige schommeling van het paard, begon te
besluipen. Maar toen het eten gedaan was, knik
kebolde hij weer spoedig en dreigde af en toe
van het paard te tuimelen. Daarom dreef hij de
merrie tot een straffe galop aan en rustte niet
eerder, voor hij de gebouwen van een ranch
voor zich zag opduiken. Hij reed het erf op en
zag juist Joe Blackburn naar buiten treden.
Deze bleef staan en riep:
„Er is geen werk voor je, kameraad. Als je
een boterham wilt hebben, kun je die krijgen."
„Heb je niks beters," bromde Hall, „geen
stuk vlees met wat whiskey?"
Joe staarde hem verbluft aan, boog tot aan de
grond en zei:
„Wil Zijne Majesteit misschien ook een hele
os met een ankertje champagne? Zeer vereerd
met uw bezoek en als je niet, één, twee, drie
weg bent, schiet ik je weg. Vooruit, opgemar
cheerd!"
„Nou, nou, Joe, wat een praatjes tegen je
heer en meester," lachte Hall, „maken die haar
tjes je zo kribbig? Ik ben toch ook vriendelijk
voor je, als je je in 'n week niet geschoren
hebt?"
„Wel allemachtig," riep Joe, „het is, geloof
ik, Hall Pennock!"
„Geloof ik? Neen, ik ben werkelijk Hall Pen
nock, maar ik reis incognito, begrijp je? Het is
mirakel gemakkelijk."
Hij sprong van zijn paard. De verbaasde Joe
kwam met uitgestrekte handen op hem toe.
„Welkom, welkom op de ranch. Denkt u te
blijven? Waarom heeft u die baard aangetrok
ken? Vervolgt Bluecorn u? Wel verdraaid, dat
is de merrie van Marion. Hoe komt u daaraan?"
„Hoor eens hier, Joe, ik vind je een beste
kerel, maar je moet niet altijd zoveel vragen
tegelijk doen. Neem me mee naar binnen, bied
me een verfrissing aan, dan zal ik je alles gauw
even vertellen. Ik ben nogal gehaast, zie je!
Zou je vrouw niet van me schrikken?"
Joe ging hem lachend voor en spoedig zat
Hall in de huiskamer zijn wedervaren te ver
tellen.
„Wat gaat u nu doen?", vroeg Joe, toen hij
uitgepraat was, „u kunt natuurlijk hier blijven,
maar ja, hoogstwaarschijnlijk komen ze wel een
kijkje nemen. De oude Bluecorn schijnt u met
alle geweld te willen hebben. Die Jim zal hem
wat moois hebben wijsgemaakt. Het is en blijft
maar: Jim. Zou het toch maar niet het beste
zijn, een kogeltje aan hem te wagen? Maar
neen, moord is moord. Laat ik er maar niet meer
over praten, want mijn handen gaan jeuken."
„Blijf jij maar rustig hier, Joe. Ik ga naar
het Noorden en ik ga maar spoedig, want ik
voel me hier toch niet erg gerust. Weet je wat
je me bezorgen moest? Mijn hengst Black-Devil,
een pakpaard, een paar geweren met flink wat
ammunitie, een stevige voedselvoorraad en....
neen, dit is genoeg. De rest koop ik wel in het
Noorden. Geef me nu pen en papier, dan schrijf
ik even een briefje, terwijl jij dat in orde
maakt,"
Hall schreef een korte, maar hartelijke brief
aan Marion. Toen hij er mee klaar was, kwam
Joe melden, dat alles gereed stond. Hall droeg
hem op de brief aan Marion te bezorgen, tege
lijk met de merrie en haar verdere bezittingen.
Black-Devil trappelde van zenuwachtige vreug
de, toen hij zijn meester's stem hoorde, brieste
vrolijk en steigerde van ongeduld, om weg te
komen. Hall klopte hem vriendschappelijk op
de nek, slingerde zich in het zadel, reikte Joe
en de snel toegelopen boys de hand, zwaaide
hun een vaarwel toe en zwenkte het erf af, on
der hun luide toejuichingen en zegewensen.
De hengst, goed uitgerust en gevoed, tintelde
van levenslust, en zette er, zonder aansporing,
dadelijk een flinke draf in. Hall reed, tot de
zon op het hoogste punt gekomen was, kluister
de de paarden, zodat ze niet te ver konden dwa
len, nam een middagmaal van brood en ge
droogd vlees en strekte zich uit in de schaduw
van een paar struiken, waar hij spoedig in een
geruste slaap gedompeld was.
Hij ontwaakte geheel uitgerust en voor de
avond viel, had hij nog ruim 30 mijl afgelegd
(Wordt vervolgd.)