Brandstoffen ïuxitós'RiO^bïood „De Spaarnestad" N.V. ALADDIN TOVERFLUIT DOKTERESJE Hoe kleden wij ons Mijn VOOR DE JEUGD EN DE 2 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT het brood voor chzan tijd Zuiver roggemeel - 103% voeding Vraagt het UW BAKKER Slechts 4 of 2 bonnen vereischt PREDIKBEURTEN ZONDAG 17 NOVEMBER. Ned. Herv. Kerk. Wilhelminaplein. V.m. 10 uur: Ds. Briët. Extra collecte voor het Fonds Evangelisatie in eigen gemeente. Kapel Nieuw-Vredenhof. V.m. 10.30 uur: Ds. Barger. Extra collecte voor het Fonds Evangelisatie in eigen gemeente. Gebouw „Samuel", De Glip. N.m. 5 uur: Diakoon G. van Eijk. Evangelisatiesamenkomst. Gereformeerde Kerk, Koediefslaan. V.m. 10 uur: Ds. Dondorp. N.m. 3.30 uur: Ds. v. d. Born. (Zondag 30). 3e collecte voor emeriti pred., hun weduwen en wezen. Camplaan. V.m. 10 uur: Ds. v. d. Born, N.m. 3.30 uur: Ds. Dondorp. (Zondag 29). 3e collecte voor emeriti pred., hun weduwen en wezen. Nederlandsche Protestantenbond. V.m. 10.30 uur: Ds. C. B. Heijn, Rem. pred. te Oude Wetering. Onafhankelijke Religieuze Gemeenschap, Oranjeplein 9, Haarlem. V.m. 10.30 uur: Ds. A. R. de Jong. Onderw.: „Christenen, wij!" (Hand. 11 28). Eglise Réformé Wallonne. (Begijnhof.) a 10 h. 30: Service et sermon présidé par Mr. Ie pasteur R. Ie Gras, de Nimègue. 3e collecte pour la restauration. SOEFIBEWEGING. (Centrum Bloemendaal). V.m. 11 uur: Universele Eredienst, Kerkplein 16, Bovenzaal Vreeburg. Spr.: Mej. S. A. van Braam. Onderwerp: „Oogsttijd". OOK IN HEEMSTEDE DE TRAPTAX. In navolging van andere plaatsen rijdt nu ook in Heemstede de traptax. De eigenaar van garage Tromp, die zijn druk ke bedrijf vrijwel geheel stil moest leggen, is begonnen de traptax in te voeren, een begin, want over een week hoopt hij ook met de gastax zijn uitgebreide clientèle te kunnen bedienen. Maandagmiddag hadden wij het voorrecht er even een proeftochtje mee te maken. Wij hebben, aldus de heer Tromp, er van wil len maken wat wij konden. De carosserie is een nieuw ontwerp der firma Ruigrok uit Vogelen zang, flinke ruimte geven voor twee personen, met twee portieren, en omdat het voertuig veelal gebruikt zal werden voor oudere mensen, is de toegang tot de zitplaatsen minstens even gemakkelijk als in een kleine auto. De carosse rie, in stroomlijn uitgevoerd, hangt ook nog in aparte veren, zodat stoten uitgesloten is. De traptax wordt getrokken door twee per sonen op een tandem, zodat afstanden van pl.m. 10 K.M. gemaakt kunnen worden. Tegen regen en wind beschut, voelt men zich als in een auto. Al is het dan geen kilometer vreter, 1617 K.M. per uur kan toch wel ge reden worden, al moet men zich in deze taxi bepalen tot korte afstanden. VERMOEIENDE BRUILOFT. De vorige week werd de politie 's morgens vroeg gewaarschuwd, dat een juffrouw, de" 28- jarige G. J. S., nabij de spoorbomen aan de Zandvoortschelaan onwel was geworden en binnen gedragen was in het spoorwachters- huisje. Dr. D., die ter assistentie was geroepen, con stateerde oververmoeidheid als gevolg van brui loft vieren. Later is het meisje per taxi naar haar dienst betrekking in Aerdenhout overgebracht. FEUILLETON 3) Onwillekeurig kwam het gesprek ook op de verschillende gasten in het hotel, toen Leida ineens zei: „Nu hebt u nog geen woord gewijd aan dat knappe tweetal, den heer Dulac en zijn zuster." Haar metgezel antwoordde met de weder vraag: „Hoe lang kent u ze al?" „Ze zijn van dit seizoen pas voor het eerst hier gekomen, maar ze hebben zich al helemaal ingeburgerd. Dulac is bijzonder knap, vindt u niet? En zijn zuster, Louise, is een allerbekoor lijkst persoontje! Helmi tennist vandaag met Dulac als partner en Robert met Louise.... O, daar valt mij ineens in, dat ik beloofd heb, met de lunch terug te zijn, omdat ik graag later op de middag bij de prijsuitdeling zou wezen." „Moeten wij al terugkeren?", vroeg Deyers teleurgesteld. „Ik had nogal zo'n hoop, dat u met mij lunchen zoudt op Duinzicht!" „Vandaag niet, maar een andere keer graag! Dat beloof ik u. Maar zeg u nu eens: wat hebt u tegen de Dulacs?" „Mag ik u dan eerst eens vragen: waar ko men ze vandaan?" „Wel, uit New-Orleans, meen ik. Waarom vraagt u dat zo?" „Nu, omdat ik eerder geloof, dat ze uit West- Indië komen." „Heeft u dan zo'n vooroordeel tegen Creolen?" ANK VAN DER MOER speelt zelfgeschreven schetsen. Op 16 November a.s. (half drie), zal Ank van der Moer in de Stadsschouwburg te Haar lem de première in Nederland geven van „Oud en Nieuw", een serie door haarzelf geschreven schetsen, die zij solo-spelen zal, iedere schets in afzonderlijk costuum. Bij deze schetsen wordt uitgegaan van de gedachte, dat de toneelspeler, en dus ook de toe schouwer, de denkbeeldige tegen-spelers, tot wie gesproken wordt, duidelijk voor zich ziet. Deze „omgeving" wordt duidelijk gemaakt door talloze details en kleine trekjes, die in de tekst van haar, die ze speelt, voorkomen. Geopend wordt met een schets, getiteld: „Morgen is vader jarig", de feestelijke voorbe reiding door een moeder met haar kinderen voor deze blijde dag. Dan volgt „Zonder Bericht" de waardig ge dragen spanning ener vrouw, wier geliefde tij dens de oorlog buitenslands is, met aan het einde de jubelende bekroning, dat hij ongedeerd terugkeert. Derde is „De Dansles", waarin de naieve, soms ook coquette gevoelens worden weerge geven van een bakvis tijdens een dansavond van heel jonge mensen. Een streng-geschreven scène, bewerkt naar een Italiaanse novelle van Marino Moretti, beeldt hierna de hoop en de spanning uit, waar tussen een, reeds wat oudere vrouw, geslingerd wordt betreffende haar zoon, die een misdaad heeft gepleegd, een feit, dat ''et moederhart maar niet begrijpen en aanvaarden kan, totdat werkelijkheid spreekt, ook voor haar. Het programma wordt voor de pauze besloten met „Tussen de eerste en de derde Akte", waar in de stemming van een actrice, die haar ver loving heeft afgemaakt, plotseling weer oplicht doordat zij in tiaar werk erkenning vindt. Na de pauze gaat dan het titelstuk „Oud en Nieuw", een soort „Mijlpalen", waarin men één en dezelfde vrouw tijdens verschillende phasen van haar leven ziet uitgebeeld op Oudejaars avond. TONEELUITVOERING „NUT EN GENOEGEN". Voor een stampvolle zaal gaf de toneelvereni ging „Nut en enoegen" Zondagavond haar eerste uitvoering in dit seizoen met het blijspel Z.B.B.H.H., van Archibald Loefs. In dit stuk zoeken Mr. Vroomhoven en zijn vrouw hun bezigheden buitenshuis. Mijnheer door te trachten een kamerzetel te veroveren, terwijl zijn vrouw zich werpt op maatschappe lijk werk, o.a. als bestuurslid van de vereniging tot steun van verwaarloosde kinderen. Dat hun eigen kinderen zich eenzaam gevoelen door de voortdurende afwezigheid van hun ouders, moet Frank, een intieme vriend, na een afwezigheid van 15 jaar, hen onder de ogen brengen. Het resultaat is, dat het huisgezin zijn huise- lijl#ieid terug vindt, terwijl Frank voor zichzelf bereikt, dat hij de liefde wint van Willy Bex, de verpleegster van mevrouw. De verschillende rollen werden vlot en leven dig vertolkt, zodat het publiek weer een pret tige avond meemaakte en dit beloonde met een welverdiend applaus. Ook deze opvoering heeft weer bewezen, dat „Nut en Genoegen" in de goede richting gaat. Rest ons nog te melden, dat de heer Oolders de zaal geheel heeft laten moderniseren, o.a. door nieuwe verlichting aan te brengen, wat de gezelligheid zeer ten goede kwam. Om expeditie-moeilijkheden zooveel mogelijk te voorkomen, verzoeken wij onze cliënten bestellingen voor Novem ber, liefst direct, aan ons op te geven. Gedurende November zijn geldig: Bonnen Haarden en Kachels: 04, 05, 06 en 07 Bonnen voor Centrale Verwarming: 07, 08, 09. 10, II, 12, 13 en 14 Periode-bonnen: 2e periode. 8RANDSTOFFENHANDEL FR. VARKENS MARKT 6—10 Telefoon 14164 en 13904 TIJDELIJK HULPBETOON. In aansluiting op het ingezonden stukje in de Eerste Heemst. Courant d.d. 24 October 1.1., be richten de wijkzusters, dat aanvragen „voor tijdelijk hulp verlenen", zoals b.v. moeder af lossen voor boodschappen te doen, naar distri butiebureau om bonnen te halen, kerkbezoek, of aanvragen om b.v. enige uren hulp voor lichte bezigheden waar moeder ziek is, ingediend kun nen worden bij Zuster L. Dudok van Heel, Jacob de Witstraat 9; Zuster J. v. d. Lugt, Raadhuis straat 30; Zuster A. Dcrksen, Zandvaartkade 10, schriftelijk en mondeling dagelijks tussen 67 uur. Er hebben zich vi rscheidene dames aange meld, zodat zij hopen vele gezinnen te kunnen bijstaan. ERE PROMOTIE H. F. TILLEMA. Zaterdag j.l. is de heer H. F. Tillema ook bij onze lezers bekend als de auteur van de wekelijkse rubriek: „Indië in woord en beeld" in de Senaatskamer der Groningse Universiteit gepromoveerd tot doctor honoris causa in dè geneeskunde. Prof. G. Kapsenberg, de promotor, hield een rede, waarin hij de hygiënische arbeid van den heer Tillema belichtte Van diens grote weten schappelijke werken was in een der collegezalen een tentoonstelling ingericht, die in de pauze werd bezichtigd. Na di hervatting van de plech tigheid overhandigde de promotor den heer Tillema het ere-diploma, voorzien van het groot zegel der Groninger U iversiteit en wenste hem hartelijk geluk. Namens de Senaat bood de rector magnificus, Pre Dr. J. M. N. Kapteyn, zijn gelukwensen aan, waarna nog het woord werd gevoerd door Prof. Swellengrebel namens het Koloniaal Instituut te Amsterdam, de Ned. Ver.,, Oost en West" en de vereniging „Si- mavi". Attractie voor onze Lezeressen Maat confectie patronen Wat zijn Maat Confectie Patronen? Maat Confectie Patronen zijn patronen, die zich voor al onderscheiden door weinig stofgebruik en een zeldzame pasvorm. Vraagt dus uitsluitend Maat Confectiepatronen, prijs 0.50. Model 105. Maat 42. Bw. 96. Gehele lengte vanuit de voorhals 110 c.M. Benodigde stof 3.10 M. a 90 c.M. breed. Model 105 is een gekleed model en is bere kend op velour chiffon of fluweel, dat meestal niet breder is dan 80 a 90 c.M. Bij dit model is ruimte vanuit de hals schuin naar beneden aangebracht en wordt verder op maat ingerimpeld, zie patroon. De hals met een schuine bies afgewerkt, nooit met een boorlint voor een ronde hals. Het kraagje kan van een lichtere tint of andere stof gemaakt worden, alsook de ceintuur. De sluiting is in de rug aan gebracht. Men lette hier goed op bij het knip pen. Voordat men het patroon op de stof legt, knipt men de fluwelen lap in de lengte door, zo dat men volgens voorbeeld twee gelijke lappen krijgt. Men keert nu het ene stuk zó, dat beide stukken met de vleug naar boven liggen, met de zelfkanten op elkaar. Zoodra nu de lappen goed liggen, legt men het patroon op de stof volgens voorbeeld. Nu zult U zien, dat het rug- en voorpand op elkaar liggen. Dit is doordat de stof dubbel ligt en men deze panden maar één keer nodig heeft. De onderkant is voor de rug. Bovenstaande patronen zijn a ƒ0.50 verkrijg baar bij: D. van Mourik, Bronsteeweg 4a, Druk kerij Melis, Zandvoortschelaan 170 en Groote Houtstraat 3 rood. Erkama. Geïllustreerd door JAN WIEGMAN 70. Zijn vrienden konden hëm niet helpen, de zwarten waren te dicht bij en voor hij er erg in had, grepen ze hem al en werd hij voor den hoofdman gebracht. De anderen waren gelukkig ontsnapt. „Wel heb ik van mijn leven," riep de aanvoerder, „een mensje". Hoe kom jij bij het Kaboutervolk verzeild, jonge man? Ben je een gevangene of een vriend van den koning en zijn dochter?" „Allebei, Hoofdman," antwoordde Aladdin. „Zo, dat is vreemd," vond de Hoofdman. „Maar onze vorstin moet maar uitmaken, wat we met je zullen uoen. Ga maar gauw mee, naar de boten. Want nu ze ons ontdekt hebben, is het hier niet erg veilig meer voor ons. Dat troepje soldaten was stellig de voorpost van een groot leger." 71. Spoedig bereikten ze de boten van de zwarten, volgepropt met goederen, die de laatste weken gestolen waren. De zeilen werden vlug gehesen, en al heel gauw was de hele vloot op weg naar het eiland, dat ze na een voorspoedige vaart van enige dagen bereikten. De Hoofdman zelf bracht Aladdin voor de vorstin. z.e was met zwart, zoais naai uuuér- danen. Ze had een trots, maar mooi gezicht en zag er streng uit. 72. „Zo, ben jij Aladdin van de mensen," sprak ze, „dat kleine ventje dat fluit kan spelen. Ik weet alles van je, kleine man, ik weet dat jij zo mooi op de fluit kunt blazen, dat zelfs de slechtste mens beter wordt. De zwaluwen ver telden me van je en de nachtegaal zei, dat hij het tegen jou moest verliezen. Misschien heb ik je nodig, Aladdin. Vanavond moet je eerst eens tonen, wat je kunt. En ga nu maar mee met Hera's broer. Tot straks." „Greolen? Noemen zij zich Creolen? Ik geloof eerder, dat ze Octoronen zijn!" „Ik dacht, dat die toch zoveel gereisd hebt, daar ruimer over denken zoudt!", zei ze, met enig verwijt in haar stem. „Juist, ómdat ik de wereld rondgereisd heb, ben ik tot het inzicht gekomen, dat er nooit ver bintenissen moeten aangegaan worden tussen het blanke en een gekleurd ras. Daar komt al tijd ellende van; geloof mij!" „Dus die arme jongelui moesten wij maar uit ons gezelschap bannen, enkel en alleen, omdat zij wat zwart bloed in de aderen hebben?.... Ik krijg eerder de indruk, dat ze van Spaanse af komst zijn; dat zeggen ze ook." Deyersi lachte even en verviel toen in een stilzwijgen. Hpe kwam zij er bij, dat de Dulacs van Spaanse afkomst zouden zijn?.... Zowel Robert als zijn vader hadden veel gereisd. Dan zouden zij zich toch niet laten misleiden door die mallepraat?.... Persoonlijk had hij niets tegen die paar gasten, maar hij maakte zich ongerust om der wille van de Niekerks. Helmi ging immers te veel om met Victor Dulac! Die bezat ongetwijfeld veel bekoorlijks voor zo'n nog niet wereldwijs meisje. Maar Deyers vond iets schichtigs, iets ondoorgrondelijks in dien man, dat hem niet aanstond. Zijn zuster was, zo leek het hem tenminste, van een heel ander type. Hij was groot en flink gebouwd, zij bezat een tere, exotische schoonheid. Beiden spraken ze met een vreemd accent. Helmi was één en twintig; een blond jong meisje, met blauwe ogen en een gulle lach; juist een persoontje, om Victor te bekoren. De Dulacs waren als 't ware „uit de lucht komen vallen", ofschoon ze meer dan eens had den gesproken van een Amerikaansen vriend, die hun het badplaatsje Bedens had aanbevolen. Maar niemand herinnerde zich, dien bewusten Amerikaan ooit gezien te hebben. Deyers was dan ook versteld, dat de andere gasten, - vooral de Niekerks, hen zo makkelijk in hun kring opgenomen hadden. Die dag hadden dezen een jongmens, Nico van Duynen, eigenaar van een landgoed op eeh uur afstand van het hotel, voor de lunch uitge nodigd. Die viel onmiddellijk bij Marinus Deyers in de smaak. De jonge van Duynen voelde zich bijzonder aangetrokken tot Helmi, maar dié, van h ar kant, behandelde hem met een zekere mate van onverschilligheid. Haar ogen dwaalden voort durend in de richting van Victor Dulac. Van Duynen had zich verheugd op een partij tennis met Helmi als partner, maar toen het tournooi en de prijsuitdeling hadden plaats ge had, wandelden Helmi en Victor, in levendig gesprek gewikkeld, de kant van het strand uit. Mevrouw Niekerk scheen daar niet bijzonder mee ingenomen en zei tegen Deyers, die naast haar op de veranda stond: „Hoe eigenaardig van haar, om nu zo weg te lopen! de heer van Duynen is al een oud vriend van ons; als kinderen speelden ze altijd samen en later kwam hij ons dikwijls bezoeken. Hij had zeker een partij tennis met haar willen spelen. Leida," riep zij nu tot haar oudste dochter, die op het terras stond, „ga jij Helmi eens achterna en zeg haar, dat de thee dadelijk binnen gebracht zal worden; dat ik haar nodig heb." Na de thee voelde Helmi zich te moe, om weer aan het tennisspel deel te nemen, zoals ze be weerde, en van Duynen reed innig-teleurgesteld huiswaarts. Toen hij vroeger de Niekerks in hun eigen huis in Amsterdam had bezocht, was Helmi's houding jegens hem heel anders ge weest. Bij die gelegenheden had de jonge man uit een soort schuchterheid nooit over zijn liefde gesproken, maar nu vreesde hij, dat het te laat was. HOOFDSTUK II. De dagen gingen Deyers veel te snel om. Leida zou nu al gauw naar haar kleine flat woning dicht bij het ziekenhuis vertrekken. Zij voerde een grote, innerlijke strijd ten op zichte van haar liefde en de door haarzelf op gelegde taak. Had hij dit geweten, dan had hij waarschijnlijk de aanval gewaagd. Maar zó zelf bewust was hij niet; dus was hij er niet eens zeker van, of zij over het geheel wat voor hem voelde. In ieder geval zou hij haar herinneren aan haar belofte omtrent een autotocht, die ze samen zouden maken en waarop hij haar dan in hotel Duinzicht in een nabijgelegen bad plaatsje te lunchen vroeg. De heer Niekerk was die dag voor zaken naar Amsterdam, maar Marinus wist wel, dat hij zeer in de gunst stond bij Leida's beide ouders. Ze beschouwden hem als een zeer goede partij hij bezat enig fortuin, maar bovenal had hij een edel karakter, wat in die weken van dagelijkse omgang voldoende gebleken was. Zijn arm hinderde hem niet meer, zodat hij zich over het geheel hersteld mocht achten; maar de spanning, waarin hij verkeerde omtrent Leida's gevoelens jegens hem, maakte hem dik wijls rusteloos. Op een avond, dat de dames zich al ter ruste begeven hadden, zat hij nog aan de open bal- condeur van zijn slaapkamer. Het zag er naar uit, of er storm zou komen. Onwillekeurig trad Deyers naar buiten en boog zich over de balus trade. Maar weldra was het hem te winderig en dus was hij op het punt zich terug te trekken, toen een zacht geluid zijn oor trof; daar zag hij, aan het andere einde van het balcon, een vrouw, die bitter snikte. Reeds wilde hij zich haastig terugtrekken, toen een man opdook, die met één sprong vlak bij hem stond en Dulac bleek te zijn. Zijn gelaat drukte tegelijkertijd vrees en toorn uit en scherp fluisterend vroeg hij: „Wat doet u hier?.... Hebt u staan luisteren?" „Wat?", riep Deyers, met zulk een nadruk, dat de ander een paar schreden achteruit ging. „Me dunkt, dat ik dat eerder vragen mag: wat doet hier? Dit is mijn deel van het bal kon. Goeden-nacht. Bezin in het vervolg beter, vóór u spreekt." „Neem mij niet kwalijk!", samelde Dulac. „Ik ben wat overspannen. Mijn zuster voelt zich niet heel wel. Ze heeft heimwee en is voortdurend in tranen.'* „Wat gaat mij dat aan? Maar als ik u een raad mag geven: neem haar dan mee naar huis. Ze zal zich zeker gelukkiger voelen in haar eigen omgeving." Daarmee ging Deyers zijn slaapkamer binnen en geloofde intussen geen woord, van wat Dulac gezegd had. Zijn zuster mocht dan nü heimwee hebben, tot nog toe was zij zo vrolijk ge weest, als maar immer verlangd kon worden! Er werd in de laatste tijd wel veel van ge sproken, dat juffrouw Dulac zo verouderd was en mevrouw Niekerk meende dit hiéraan te moeten toeschrijven, dat zij waarschijnlijk niet goed tegen de lucht in Bedens kon. Toen Deyers de volgende morgen opstond, had hij het voorval op het balkon bijna ver geten, zózeer was hij vervuld van het aange name vooruitzicht, om de dag alleen door te brengen met de geliefde zijns harten. Het werd dan ook een heerlijke rit en in hotel Duinzicht gebruikten ze dé lunch. Ze zaten aan een tafeltje vlak tegenover een van de eigen aardige boogvensters, waardoor het licht zo schitterend naar binnen viel. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1940 | | pagina 2