HAARLEMSCH
No. 75.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Vierde Jaargang.
van WOENSDAG 20 September 1882.
TE HUUR.
De Twaalf-percents Caribianen.
Nieuwsberichten.
Dienstregeling ran het Postkantoor.
1 Juni 1882.
Openstelling van het kantoor:
Dagelijks van 8 's morgens tot 9 uur 's avonds.
"Voor de storting en uitbetaling van postwissels
en de invordering van gelden op kwitantiën
alleen op werkdagenvan 9 uur 's morgens
tot 3 uur 's avonds.
Voorde Spaarbank van'smorg. 9 tot 9 uur'sav.
Voor de Postpakketten van 's morgens 8 tot
9% uur 's avonds.
Aanvang der bestellingen:
Op werkdagen: 7.—10.— 's morgens, 1.30,
3.30, 6.30, 9.'s avonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke
feestdagen: 7.'smorg., 1.30, 6.30 'sav.
•Lichting der liulpbrievenbussen in de stad
7—*, 10.—*, 2.30, 6.—*, 8.30'sav.
Iiazepaterslaan6.45, 10.— 'smorgens, 3.—,
8. 's avonds.
De met geteekende worden op Zon- en
Feestdagen gelicht.
Lichting aan het Station:
Richting Amsterdam 8.10, 11.35 's morgens,
2.30, 5.50, 7.30 's avonds.
Richting Rotterdam 7.40, 9.— 's morgens,
12.5, 4.10, 5.20, 10.— 's avonds.
Richting den Helder 6.30, 10.'s morgens,
4.55, 8.45 's avonds.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden ,25.
fr. p. p, —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Noord-Zuldhollnndsclie Stoomtramweg-
MaatschappijHaarlemLeiden.
15 September 1882.
Haarlem, Hillegom en Leiden 8.10, 10 25
'smorg., 12.45, 3.10, 5.30 'savonds.
Haarlem—Hillegom 11.30 'smorgens, 4.30,
6.50, 9.15 's avonds.
Haarlemsclie Tramway-Mantschappij.
Van 't Station 7.40 's morg. tot 10.30 's av.
Uit den Hout 8.— 'smorg. tot 10.50 's av!
Om de 6 a 7 minuten.
Vertrekuren der spoortreinen van Haarlem
15 September 1882.
Naar Amsterdam: 6.55, S.17, 8.50 9.34*,
11.20, 11.41-j, 12.1 's morgens, 1.14,
2.3Sj-, 3.5S4.13*, 4.31, 4.44, 5.48,
7.14, 7.35f 9.32, 9.58,10.48*, 11.3+ s av.
Naar Rotterdam: 6.28, 7 .48f, 8.37", 9.13,
10.16* 's morgens, 12.13-f- 12.43, 3.27*'
4.18, 5.28f, 5.39, 8.3, 10.6* 's avonds.
De met gemerkte treinen zijn sneltreinen, die
met f enkel le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.34, 10.7 's morgens,
I.34 tot Alkmaar, 5.8.49 's avonds.
Naar Zandvoort: (H. S.) 7.20, 8.39, 10.18,
II.18 'smorg., 12.15, 1.32, 3.29, 4.54,
5.37, 6.30, 8.47 's avonds.
Van Zandvoort: 7.50, 9.9, 10.45, 11.45
's morgens, 12.49, 2.12, 4.5, 6.— 7.S,
9.32, 10.20, 'avonds.
Alle adressen van huizen, boven
huizen gemeubileerde en ongemeubi
leerde kamers, worden GRATIS in
onderstaande lijst opgenomen, welke
voor Dinsdag en Vrijdag 12 uur aan
het bureau van dit blad worden op
gegeven, met vermelding van stand, N0.,
huurprijs en wanneer te aanvaarden.
Bij verhuring wordt men beleefd
verzocht daarvan direct kennis te
geven aan de uitgevers
DE ERVEN LOOSJES.
Bakenessergracht
No. 67. Gem. kam. ƒ15 p.m. terst.
No. 95. Huis ƒ400 p.j. lerst.
Bakkerstraat:
No. 32. Huis /2.80 p.w. terst.
Barteljorisstraat
No. 14. Heeren- of winkelh. ƒ1000 p.j.
October.
Begijnestraat:
No. 30. Benedenhuis ƒ400 per jaar terstond.
Bovenhuis 20 per maand terstond.
Burgwal
No. 11. Een Gem. Benedenvoorkamer met
kost en bediening ƒ6.50 p. w. terst.
Donkere Spaarne:
28a. Benedenh. ƒ250 p.j. terst.
Essestraat:
No. 7. Gem. kam. ƒ14 p.m. terst.
Erankestraat
No. 16. Boven achterk. ƒ1 p.w. terst.
Ged. Oude Gracht:
No. 115. Ongem. bovenk. ƒ225 p.j.terst.
Ged. Voldersgracht:
No. 39. Werkpl. 2.50 p.w. terst.
No. 49. Huis en tuin 400 p .jterst.
Gierstraat
No. 29. Bovenk. ƒ200 p.j. Nov.
No. 31. Gem. kam. ƒ18 p.m. terst.
Groot Heiligland
No. 27. Bovenvoork. f2 p.w. terst.
Groote Houtstraat:
No. 7. 2 Gem. of ongem. kam. ƒ20 p.m.
No. 103. Huis f600 p.j. terst. of Nov.
No. 105. Bovenh. /45Ö p.j. 15 Nov.
No. 176. Ongem. voor- en achterk/200 p.j.
terst
Hoofdstraat Leidsehe vaart;
No. 6. Huis m. tuintje f22 p.m. terst.
Houtplein
No. 3. Huis ƒ350 p.j. terst.
Jansstraat:
No. 9. Gem. kam. ƒ30 p.m. terst.
Klein Heiligland
No. 19r. Gem. zit- en slaapk. ƒ16 p.m. terst.
Kleine Houtstraat:
No. 5. Gem. zit- en slarpk20 p.m. terst
No. 21. Bovenh. ƒ300 p.j. terst.
No. 74. Bovenh. ƒ150 p.j. terstond.
No. 103. Bovenh. ƒ250 p.j. terst.
Kleine Houtweg;
No. 1. Voork. m. alcooffl4 p.m.terst.
No. 1. Bovenk. ƒ12. p.m. terst.
Kruisstraat
No. 13. 2 Gem. kam. ƒ25 p.m. terst.
Kruisweg
No, 52. Kamers ƒ225 p.j. terst.
Korte Jansstraat:
No. 3. Voork. f2.50 p.w. terst.
No. 8. Gem. zit-en slaapk. 20 p.m. terst.
Koudenhorn
No. 52. Huis m. tuin ƒ450 p.j. Nov
Lange Heerenstraat:
No. 48rood. Bovenh. 4 p.w. terst.
Lange Veer straat:
No. 19. 2 kam.keuken, zolder 130 p.j. terst.
No. 33. 2 Gem. kam. 18 p.m. terst.
Leidsehe Vaart, Nieuwe straat B.
No. 16 Benedenh. ƒ3.50 p.w. terst.
Huis met 75 M. grond ƒ3.50 p.w. terst.
Magdalenastraat
No. 9. Boven achterk. ƒ1.25 p.w. terst.
Noorder-Schoolsteeg
No. 1. Kelderƒ1 p.w. terst.
Oranjestraat
No. 7. Huis m. tuin /350 p.j. terst.
Plantage;
No. 1. Bovenh. ƒ2.50 p.w. terst.
No. 36. Bovenh. f2.50 p.w. terst.
Raamvest:
No. 11. Bovenh. f230 p.j. terst.
No. 27. 2 bovenk. ƒ160 p.j. ters.
No37Benedenhm. tuintje ƒ250 p.j. terst.
Ridderstraat
No. 6. Benedenh. ƒ3.60 p.w. terst.
Ripperdastraat
No. 24. Bovenhuis ƒ325 per jaar terstond.
Rothuizen
No. 6. 2 Benedenh. ƒ4 p.w. terst.
No. 6- 2 Bovenh. f4 p.w. terst.
No. 6. 1 Pakhuis ƒ4 p.w. terst.
No. 6. 1 Bovenw. ƒ5 p.w. terst.
Rozenlaantje
No. 12. Bovenhuis ƒ3.50 p.w. terst.
Schachelstraat.
No. 36. Gem. kam. m. bedien,6 p.w. terst.
(Uit het Engelsch van J. Arbuthnot
Wilson.)
4)
Voor een oogenblik kwam er een ge
voel van wroeging bij me op, toen
ik een blik wierp op zijn koel en sluw
gelaat, maar ik onderdrukte dat gevoel,
en besloot voort te gaan met de zaak,
nu ik esnmaal was aangevangen, uit
vrees dat hij een aanklacht tegen me
indienen, en mij aan Gonzales verraden
zou. Ik dacht toen weinigdat ik me
indirekt verantwoordelijk maakte voor
die afschuwelijke zwendelarij de
twaalf pereents Caribianen.
Binnen een half uur was alles ge
regeld. De bevolking, verzekerde José,
was geheel op zijn hand; dat wilde
zeggen, het geheele publiek, dat belang
stelde in de politiek met andere
woorden, de straatslijpers en trouwe
bezoekers der rumkroegen. Zij hadden
eenheid gebracht onder de Regenera-
dores, en de Konservatieven op een
dwaalspoor gebracht. Alfonso had be
paald, dat het geld aan Ouden Paddy
in handen moest gegeven worden,
om het uitledeelen aan de kompanjie
geregelde troepen, die zich meester
moesten maken van Gonzales in het
goevernementsgebouw een laag
gebouw, met een morsigen gevel en
eenige defekte groene jaloeziën om
hem naar de stoomboot te brengen,
en er voor te waken, dal hij geene
pogingen aanwendde, om weêr aan
land te gaan. Ondertusschen zou José
zichzelf proklameeren op de Plaza,
en de rumdrinkende Regeneradores
zouden zich om hem heen scharen
met hunne revolvers en geweren. Hij
zou terstond geïnstalleerd worden,en
Alfonso belasten met de samenstelling
van het Kabinet. Dit alles zou plaats
hebben op den volgenden Woensdag.
En in't vooruitzicht van dien merk-
waardigen dag, ontwierpen en on
derteekenden wij een grootsch vader
landse!) gezind manifest, dat eene
•vermelding van de wanbedrijven van
Gonzales welke, 't moet gezegd
wordenerg genoeg waren en hel
schitterende liberale progressieve pro
gramma van het nieuwe Regenerador
Goevernement behelsde.
„Hoe moet ik voor u onderteekenen,
José?" vroeg ik.
,,José Herrera," antwoordde hij.
„Dat is niet voldoende," merkte
Alfonso op; „een Prezident behoort
op zijn minst twee namen te hebben.
Hoe heette je vader?" want José voerde,
evenals vele andere kleurlingen, be
scheiden genoeg, alleen den geslachts
naam zijner moeder.
„Oude Mendez was mijn vader,
geloof ik," antwoordde José.
„Schrijf je dan „Herrera y Mendez,"
haastte Alfonso zich te zeggen. „Dat
heeft wat beter klank." En zoo ge
schiedde het.
Dienzelfden avond drukte een geest
driftig Regenerador die het tolkan
toor voor zijn aandeel in den buit
hoopte le ontvangen ons manifest
en wij allen gingen weêr aan onze
respektieve bezigheden tot Woensdag.
Op dien gewichtigen dag was er inde
daad een soort van opschudding in Sa-
vanna-la-Mar. Ik heb zelden een revolu
tie gezien, waarin het volk zoo levendig
belang stelde. Zelfs achtenswaardige
Engelsche kooplieden kwamen hunne
winkels uitloopen, om Gonzales door
Ouden Paddy de straat langs naar de
stoomboot te zien geleiden; en toen
Senor Don Patricio, in de opgewonden
heid over zijn zegepraal voor een oogen
blik zijn deftig Kastiliaansch vergelend,
toen de Prezident zijn revolver voor
den dag poogde te halen, in 't plat
lersch schreeuwde: „0 jou, gemeene
smeerlap, wil je zóó?" toen gierden
de aanwezige Engelschen het uit van
lachen. Niemand was er bizonder be
droefd over, den verachtelijken schurk
te zien heengaan, en er ging een al
gemeen gelach op, toen Paddy zijn
revolver midden in de goot smeet. De
Regeneradores scholden en schreeuw
den vreeselijk den geheelen dag; de
kleine jongens staken voetzoekers en
zevenklappers af; de rumkroegen hin
gen de nationale vlag uit, doorvlochten
Smedestraat
No19Gemkamƒ30ƒ40 enf60 p.m
Spaarne
No4 7- Bovenli. m. tuin 400 p.j. Oct.
No. 92. Huis ƒ600 p.j. terst.
Spaarnwouderstraat
No. Irood. Een Bovenhuis ƒ3.25 p. w. 1 Sept.
No. 49. Bovenaehterk. ƒ1.50 p.w. terst.
No. 52. Bovenh. ƒ3.50 p.w. terst.
No. 99. Bovenh. ƒ14 p.m. terst.
Staten Bolwerk
No. 8. Huis m. tuin 500 p.j. Nov.
Turfmarkt
No. 32. Bovenh. ƒ325 p.j. terst.
Wagenweg;
No. 80. Benedenvoork. ƒ2 p.w. terst.
Wilhelminastraat
Huis en tuin f600 p.j. terst.
Huizen met tuinen ƒ550 p.j. terst.
No. 7. Huis f700 p.j. terst.
't Ziökö
3 Bovenh. 2.50 p.w. terst.
Zijlstraat
No. 43. Gem. kam. 25 a ƒ30 p.m. Nov.
Zijlvest:
Nn. 17 en 19. 2 Huizen ƒ500 p.j. terst.
Zijlweg
No. 41e. Bovenkamers 5 p.w. Oct.
De sluiting van de gewone zitting der
Staten-Generaal heeft verleden Zaterdag
in eene vereenigde zitting der beide Ka
mers plaats gehad. De Min. v. Binnenl.
Zaken, Mr. Pijnacker Hordijk, heeft
daarbij namens den Koning het woord
gevoerden het lijatjen van afgedane
werkzaamhedendat bij zoo'n sluiting
gewoonlijk wordt voorgelezenwas dit
maal beschamend schraal.
Het Dagblad van Zuid-Holland en
'i Gravenhage meent iets te weten aan
gaande een door de Regeering bij den
Raad van State aanhangig gemaakt wets
ontwerp tot wijziging van de bepalingen
der Grondwet betreffende het kiesrecht.
Den wetgever zou daardoor vrijheid wor
den geven, om ook de zoogenaamde ca
paciteiten in het kiezerskorps op te ne
men. Velen in den lande verlangen
meermaar in allen gevalle zon toch door
zulk een maatregel gebroken zijn met het
beginsel, dat alleen de hoeveelheid be
lasting, welke meD betaalt, kiesbevoegd
heid schenkt.
Tot Gouverneur van Curagao, in
plaats van den tot Gouverneur van Su
riname benoemden Baron van Heerdt, is
benoemd de heer N. van den Brandhof,
distrikts-kommissaris in de Kolonie Suri
name, thans met verlof in Nederland.
Er zijn ongunstige berichten uit
Atjeh. De Staats-Courant deelt daarom
trent mede: „Blijkens een bij het depar
tement van Koloniën ontvangen bericht
van den Gouverneur Generaal van Neder-
landseh-Indië hebben in Atjeh eenige
benden Pedirezen, onder aanvoering van
Nja Hassan, op 4 en 7 Angustus aan
vallen op militaire transporten en patrouil
les gedaan. Aan onze zijde werden drie
officieren gewondzoomede een en dertig
minderen, terwijl er twaalf minderen
sneuvelden. Ook sneuvelde de schout der
politie Van der Zijl." Reeds herhaal
delijk waren er partikuliere berickten
overgekomenwaaruit wel was op te
makendat het in Atjeh er nog niet best
voorstond. De thans ontvangen tijding is
natuurlijk koorn op den molen van hen,
die het zeer hebben afgekeurd, dat men
in Atjeh reeds het civiel bestuur invoerde,
en daarmede een burgerlijk ambtenaar
belaste, Zij schrijven aan dien maatregel
al de tegenwoordige ellende toe. Alge
meen en zeer terecht wordt er over ge
klaagd, dat het Nederlandsohe volk door
het Departement van Koloniën zoo slecht
op de hoogte wordt gebonden van 't geen
er in Atjeh geschiedt. Eerst nit de Staats-
Courant toch van 16 September verneemt
men in Nederlandwat in Atjeh reeds op
7 Augustus is voorgevallen, wat in de
Bataviasche bladen een paar dagen
later namens de Indiesche Regeering
werd medegedeelden wat onder anderen
hier te lande het Handelsblad op 14 Sept.
veel uitvoeriger kon mededeelen. Men
vraagt: wordt de Nederl. Regeering dan
niet langs telegrafieschen weg op de hoogte
gehouden van wat er belangrijks in Atjeh
voorvalt? Of acht zij berichten omtrent
gevechtenwaarbij zoovele militairen sneu
velen of gewond raken, de telegrafeer-
kosten niet waard? Waarschijnlijk ontvangt
de Min. v. Kol. zijne berichten niet anders
dan over Bataviadus langs een omweg.
Maar is dat niet dwaasals men toch weet
dat de Engelsche mail van Atjeh latere
berichten aanbrengt dan van Batavia?
De laatste berichten uit Egypte waren
zeer belangrijkmen kan gerust zeggen, dat
het pleit er heslist is. Den 12den Septemb.
des avondsis het Engelsche leger nit het
kamp te Kassasin opgebroken, en is het
naar Tel-el-Kebir opgetrokken. Dit Tel-
el-Kebir ligt aan het einde van de Wadi-
Toemilat, aanvankelijk een enge ravijn in
de woestijn, en die zich naar den kant
der vruchtbare Delta allengs verbreedt.
Tusschen Tel-el-Kebir en het omstreeks
10 Kilometer van daar gelegen Ahoe Ham-
mad liggen de zoo gewichtige sluizen van
Abassoe-el-Soegrahet vereeniginspnnt
van het zoetwater-kanaal met een Kanaal,
dat naar een der armen van den Nijl vloeit.
Yan de ophaalbrug Kischlack tot aan Aboe-
Hammad volgt de Noordelijke woestijn de
richting van het Kanaal en den spoorweg.
De woestijn ten Noorden van de Wadi-
Toemilat heeft den vorm van een reeht-
hoekigen driehoek, waarvan de hoeken
uitkomen bij Kantara, Ismaïlia en Aboe
Hammad. Dwars over dit wigvormig
terrein lagen de batterijen, opgeworpen
door Arabi, zich uitstrekkende van de
Wadi Toemilat tot aan de Delta een
ontzaggelijk bolwerk vormende, dat het
geheele terrein afsluit. De strijdmacht
der Egyptenaren aldaar werd begroot op
ruim 26.000 man. Nog vóór zonsopgang
(half vijf) was het Engelsche leger het
belangrijke punt genoegzaam genaderd,
om den aanval te kunnen beginnen, en
na een hevig gevecht van slechts twintig
minuten was de beslissende slag geslagen,
Tel-el-Kebir veroverd, en Arabi's leger
macht verstrooid. Den 14den berichtte de
telegraaf reedsdat de voorhoede der
Engelschen per spoorweg te Kaïro aan
gekomen en met geestdrif verwelkomd
wasen dit bericht werd spoedig gevolgd
door een anderdat Arabi gevangen
genomen was. De verliezen der Egyp
tenaren bij Tel-el-Kebir worden geschat
op 2000 manen die der Engelschen
op 200waaronder veel officieren. Onder
de gewonden is Generaal Willis, die
echter maar lieht gekwetst is. Het ge
heele kamp en al de versterkingen van
den vijandonderscheiden treinen, een
ontzaggelijk groote voorraad levensmidde
len en ammunitie zijn den overwinnaars
in handen gevallen, 't Is een schitterende
zegepraaldie daar is behaalden Egypte
is thans zoo goed als onderworpen. Met
belangstelling wacht men nu af, welke
houding Engeland nu zal aannemen. Zekere
konservatieve bladen geven Gladstone den
raad, om Europa te trotseeren en van Egyp
te een tweede Indië te maken maar van
andere zijde komt men krachtig daartegen
op. Dayly News o. a. zegt„Er is niets
voorgevallen wat de Regeering tot wijzi
ging harer oorspronkelijke plannen zou
kunnen bewegen. Wij houden ons over
tuigd, dat de heer Gladstone en zijn
ambtgenooten hun weg vervolgenzonder
acht te slaan op het gevoelen van onge
vraagde raadgevers, die tusschen staats
manswijsheid en belachelijke pralerij geen
onderscheid weten te maken." Intus-
sehendoor betoonden moed behaald sukces
leidt lieht tot overmoed, en 'tis harte
lijk te hopendat de Engelsche Regeering
met beleid zal te werk gaan, zoodat er
geen Europeesche verwikkelingen voort
vloeien uit de Egyptiesche kwestie. Dat
Engeland zich het recht verworven heeft
om in Egypte den boventoon te voeren,
kan echter moeilijk worden betwist.
met de kleuren der Regeneradores;
en de Konservatieven maakten hunne
luiken dicht, sloten hunne winkels,
en liepen de straat op, om getuige
te zijn van de feestelijke vreugde hun
ner tegenpartij. Er werden een massa
vuurwapenen afgeschoten op de Plaza;
de artiljerie op het fort liet een salvo
hooren, en José werd met alle plechtig
heid tot den zeven-en-negentigsten
prezident der Caribiesche Republiek
geproklameerd, onder de verschuldigde
militaire eerbewijzen. Niemand werd
benadeeld aan lijf of goed, ofschoon
zeer velen stomdronken werdenen
wat begonnen te vechten; en algemeen
was inen er van doordrongen, dat men
sedert tal van jaren geen betere of
meer geslaagde revolutie gehad had.
Wat de kleine Juanita betreftzij was
zoo in haar schik en zoo fierals eene
jonge vrouw, die met haar eerste dinee
een onloochenbaar sukces behaald
heeft.
Gedurende eenigen tijd hield ik, naar
ik me verbeeldde, door een nauwlet
tend toezicht José in bedwang en
verhinderde ik hem, zich aan eenige
verkeerde handeling schuldig te maken.
Hij maakte een merkwaardig goed
begin. Zijn belastingstelsel werd voor
:m vastgesteld door Alfonsoonder
mijn oppertoezicht; en als hoofden
zijner departement traden eenige zaak
waarnemers van de richting der Re
generadores op, diegeengrooterschur-
ken waren dan hun ambtgenooten in
de naburige republieken. José verklaar
de plechtig, dat hij niet voornemens*
was eene leening aan te gaan, en toen
ook Juanita mij verzekerde, dat 't hem
heilige ernst was met die verklaring,
was ik onnoozel genoeg, hem tege-
looven. Paddy was nu Generalissimus
van het leger gewordenen José werd
naar den eisch geïnstalleerd in het
goevernements-gebouw, dat voor deze
gelegenheid nieuw opgeverfd was, en
ik waagde hel nu aan Juanita, toen ik
een bezoek bij haar aflegde in Paddy's
nieuwe woning op de Plaza, te vragen,
welke betrekking zij dacht te bekleeden
onder het nieuwe goevernement.
„Ja, ziet ge, Senor," antwoordde
zijen een licht blosjen vertoonde zich
op haar gelaat, ,,'tls er zoo meê ge
legen, dat ik verloofd ben met José;
maar we stellen er belang indat
Alfonso daarvan niets te weten kome,
omdat ik ook met Alfonso verloofd ben;
nu zal José Alfonso binnen kort als
zaakgelastigde naar het buitenland zen
den, en dan zal hij mij tot vrouw
nemen."
't Zou niets gebaat hebbende af
stammelinge van al de 0' Gormans
er op te wijzendat deze manier van
handelenoppervlakkig beschouwd
wel wat schandelijk scheen, en daarom
hield ik me maar stil. Had ik maar
een oogenblik nagedacht, dan had ik
wel kunnen begrijpendat de eenige
zending, waarmeê Alfonso belast kon
wordentot doel moest hebbeneene
leening aan te gaanmaar ik was on
noozel genoeg, dat niet te bedenken.
Gedurende de eerstvolgende twee
maanden hadden we 't zeer druk met
de voorjaarskapping van het campêche-
hout op de plantage, zoodat er eenige
lijd overheen ging, alvorens ik in de
gelegenheid wasweêr een bezoek aan
Savanna-la-Mar te brengen. Toen ik
daar kwam, trok het mijn aandacht,
dat José zich niet volkomen op zijn
gemak gevoelde in mijn bijzijn. Ik
wendde echter geen rechtstreeksche
pogingen aan, om wat uit hem te
krijgen, want ik kende hem als een
al te grooten leugenaar, om de waarheid
te zeggen betreffende een onder
werp, waaromtrent hij zich niet op zijn
gemak gevoelde; maar ik reed dadelijk
naar de Plaza, waar ik Senorita 0'
Gorman vroeg te spreken.
„Wel, Senorita," zeide ik, „hoe
is het met de zaken gegaan in de Re
publiek
„0, voortreffelijk, Senor," haastte
Juanita zich te antwoorden. „Alfonso
is naar Engeland vertrokken."
„Waarheen?" riep ik ontsteld uit.
„Naar Engeland," herhaalde Juanita.
„Maar maak u niet ongerust; 't is niet
om eene leening aan te gaan."
„Onzin, Juanita!" riep ik uit.
„Slecht meisjen dal ge zijl! Hoe hebt
ge't durven wagen zoo iels te doen!
Hoe hebt ge hem durven laten ver
trekken, zonder het mij mede te
deelen
„0, Senor, 'tis werkelijk niet om
eene leening aan te gaan. José zelf
heeft me dat bij herhaling verzekerd,
en Alfonso ook. 'tls om obligaties
uittegeven; werkelijk dat is zoo; ik
heb hen dat wie weet hoeveel maal
legen elkander hooren zeggenen ik
weet zeker, dat zij dat van plan
waren."
„Obligaties uitgeven!" riep ik ver
ontwaardigd; „wel, onnoozel dom
schepsel, wilt ge beweren niet te weten,
dat dat op hetzelfde neêrkomt?"
Ik wil Juanita recht doen door te
getuigendat het haar werkelijk grief
de medeplichtig te zijn geweest aan
het verbreken der overeenkomst. Arm
meisken! Zij had geen verstand van
financieele zaken, zeide zij; en zij
dacht, dat er hoegenaamd geen kwaad
stak in het uitgeven van obligaties.
Paddy ik twijfel er geen oogenblik
aan zou het me gezegd hebben,
als hij er wat van geweten hadwant,
ofschoon hij een dezerteur en een
dronkaard washij was geen dief
vergeef me, hij was geen Gentraal-
Amerikaansch financier; maar de arme
oude snuiter was zoo onophoudelijk
boven zijn bier geweest na derevolutie,
dat hij volstrekt niet op de hoogte
was van 't geen er in zijn omgeving
omging, „niet meer, Senor, dan een
zuigeling," verzekerde hij later met
leedwezen. Er zat niet anders op, dan
de moeilijkheid met moed onder de
oogen te zien, en te overleggen, wat er
nog gedaan kon wordenom Alfonso's
plannen te verijdelen.
„Hoelang is het geleden, dat die
schurk vertrokken is, Juanita?" vroeg
ik wanhopig.
„Precies zeven weken, Senor,"
antwoordde het meisjen, met tranen
in de oogen.
„Zeven weken! Lieve Hemel! Dan
is hij al drie weken lang in Engeland
geweest," riep ik radeloos uit.
„Juist zoo. José verwacht Vrijdag
met de mail dépêches".
„Wat voor titel heeft hij, Juanita?
Ambassadeur? Of Minister Pleni-
potentiaris? Of Chargé d'Affaires?"
„Hij voert den titel van Financieel
Agent der Caribiesche Republiek,
Senor."
't Hart kromp me ineen. Hoeveel
weduwen en weezen zou die lichtzin
nige ellendeling ongelukkig maken door
zijn afschuwelijke machinaties! Hoeveel
met veel inspanning verworven geld
zou hij in zijn onverzadelijken zak
doen verdwijnenWat een aantal ge
zinnen zou hij voor altijd rampzalig
maken! En ik was het werktuig ge
weest, waardoor dit alles kon geschie
den, ten gevolge van mijne dwaze
inbeelding, dat ik de schurken, die
thans aan het hoofd stonden van de
Caribiesche Republiek, door mijn in
vloed in bedwang kon houden! Ofschoon
ik smoorheet en dood-af wasen de
zon hoog aan den hemel stond, zette
ik mijn Panama-hoed op, en vloog
letterlijk door de straten van Savanna-
la-Mar, totdat ik aan het Goeverne
ments-gebouw kwam.
„Joséondeugende paardediefge
meene rumzuiper, die je bent," riep
ik hem toe, zoodra ik toegelaten was in
Zijner Excellentie's tegenwoordigheid
„hoe heb je 't in 's Hemels naam dur
ven wagendien dief van een Alfonso
naar Engeland te zenden, om daar
eene leening aan te gaan?"
José bracht zijn hand aan zijn re
volver.
„Kom," hernam ik, de mijne voor
den dag halend en op hem aanleggend
(want dat kunstjen had ik tenminste
geleerd gedurende mijn verblijf in de
Republiek), „dat zou je weinig opbren
gen. Als jij mij doodschiet, krijg je
terstond den Commodore en het West-
Indiesch Eskader aan je hals; als ik
jou doodschiet, zal geen sterveling
zich om je ellendig geraamte bekom
meren. Wat moet deze handelwijze
van je beteekenen?"
Hordt vervolgd.)