ÏÏAARLEMSCH L E N. SCHAPPIJ sche Brood* en fabriek, 86, t Scheurkalender. s 25 cent, GRATIS bezorgd 33 abonneeren. tidsgedichten r karton.ƒ0.50 0.«o htig glacé 0.60 kaarten, CITTERT ZONEN. •sterkende REISDEKENS, Schapenvachten, OFWARMERS, TOCHTDUFFEL, No. 99. Uitgave vrn DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Vierde Jaargang. van WOENSDAG 13 December 1882. Tj3 HUUR. „Weten en Werken", Uit Kolonel Cusack's Levensgeschiedenis Nieuwsberichten. 'A -.i «r ''.in 'PRIJZEN. ïbrood p. Kgr. 19 Ct. !rop.14 16 10 10% 11 12 55 25 in pakjes van Kgr. 11 ietjes, Bollen, ss en gewone per stuk 2 odjes en fijne .per stuk 2% nt(ENKEL per 10 stuks 10 .it 20 10 dtsluitend verkrijgbaar 'ts waar steeds schalen den zijn, om de koopers richt te overtuigen, ember 1882. (176) Scheurkalender plaatsruimte. ïtvangt als premie ikenVersjes enz. rvaardigd door, i, Voordrachten en le mogelijke partijen orradig bij Wijngaardstr. 11. ƒ0.60 )ten omzet hiertoe in iteldworden alle kaar- kartonTA s afgelever_L^ INTEN Pillen hebben de eigen en Slijm weg te nem en gal te voorkomende werking die zij op de de spijsvertering be- etlust opwekken. Als weermiddel kunnen die anbevolen worden, daar ihte werking volstrekt i gevoel veroorzaken zijne gewone be kten. Verkrijgbaar verzegelde doosje met te Haarlem, alleen en Heer J. VAN DE (183)^ I, Haarlem, (184) EN DOOSJES te d-vijf-en-zestig-tal bracht door Prijs 0.75. van den zelfden omvang erk kompleet zijn. Noord-Zuidhollandsclie Stoomtramweg- MaatschappijHaarlem—Deiden. 15 September 1882. Haarlem, Hillegom en Leiden 8.10, 10.25 'smorg., 12.45, 3.10, 5.30 's avonds. Haarlem—Hillegom 11.30 'smorgens, 4.30, 6.50, 9.15 's avonds. Haarlemsclie Tramway-Maatscliappij. Van 't Station 7.40 's morg. tot 10.30 's av. Uit den Hout 8.'s morg. tot 10.50 's av. Vertrekuren der spoortreinen van Haarlem 1 November 1882. Naar Amsterdam: 7.8.34, 8.55, 9.38*, 11.20, 11.44f, 12.1 's morgens, 1.14, 2.35f, 3.58, 4.13*, 4.44, 5.48, 6.40, 7.17, 7.34f 8.46* 9.32,10.36* 10.54f 's av. Naar Rotterdam: 7.53-f, 8.37*, 9.3, 10.16* 's morgens, 12.17f, 12.43, 1.41* tot den Haag, 3.27*. 4.18, 5.80f 5.39, 8.3, 10.19* 's avonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinendie met f zijn exprestreinen alleen le en 2e klasse. Naar den Helder: 6.50, 10.7 's morgens, 1.34 tot Alkmaar, 5.8.49 's avonds. Naar Zandvoort: (H. S.) 7.55, 10.18, 11.18 's morgens, 1.30, 4.52, 8.5 's avonds. Van Zandvoort: 8.30, 10.50 's morgens, 12.49, 4.19, 6.15, 9.3, 'savonds. Omnibus van Hloemendaal. 8.10/9.30* 10.35,12.30,1.55,3.30, 5.5*. 8.—. Van 't Station 8.58, 10.13* 11.14, 1.26, 2.35, 4.13,5.34* 8.44. De uren gemerkt alleen des Zondags. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden 25. fr. p. p,,40. Afzonderlijke nommers 3 eenten per stuk. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Dienstregeling van liet Postkantoor. 1 Nov. 1882. Openstelling van het kantoor: Dagelijks van 8 's morgens tot 9 uur 's avonds. Voor de storting en uitbetaling van postwissels en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagen, van 9 uur's morgens tot 3 uur 's avonds. Voor de Spaarbank van 's morg. 9 tot 9 uur 's av. Voor de Postpakketten van 's morgeus 8 tot 9% uur 's avonds. Aanvang der bestellingen: Op werkdagen: 7.10.'s morgens, 1.30, 3.30, 6.30, 9.'savonds. Op Zon- en algcmeene erkende Christelijke feestdagen: 7.'smorg., 1.30, 6.30 'sav- Lichting der hulpbrievenbussen in de stad 7.—*, 10.—*, 'sm., 2.30, 6.—*, 8.30'sav Hazepaterslaan6.45, 10.'s morgens, 3. 8. 's avonds. De met geteekende worden op Zon- en Feestdagen gelicht. Lichting aan het Station: Richting Amsterdam 8.10, 11.35 's morgens, 2.30, 5.50, 7.30 'savonds. Richting Rotterdam 7.40, 9.'s morgens, 12.5, 4.10, 5.20, 10.'s avonds. Richting den Helder 6.30, 10.— 's morgens, 4.55, 8.45 's avonds. Mei. terst. Febr. Anegang No. 10. Bovenhuis ƒ225 p.j. terst. No. 19. Gem. Bovenk. ƒ20 p.m. tersr. Antoniestraat. No. 38. Loods a. h. water f 4 p. w. terst. No. 21Een Bovenhuis terstond. No. 1 en 17. Huis met Tuin ƒ2.75 p. w. terst. Beeksteeg No. 3. Benedenhuis /1.80 p.w. Burgwal No. 11. Een Gem. Benedenvoorkamer met kost en bediening ƒ6.50 p. w. terst. No. 95. Zolder ƒ75 p.j. terst. Doelstraat: No. 26. Bovenli. /2.75 p.w. Donkere Spaarne: No. 34. Bovenhuis ƒ275 p.j. terst. Florapark No. 3. Huis m. tuin /650 p.j Frankestraat No. 16. Bovenachterkƒ1 p.w Gasthuissingel No. 28. Benedenhuis. Mei. No. 48. Huis m. tuin 7*350 p.j Gasthuisstraat. No. 5. Bovenwoning ƒ1.50 p.w. No. 42rood. Bovenh. 4 p.w. terst. Ged. Oude Gracht: No. 32. Bovenhuis ƒ3.50 p.w. No. 115. Ongem. bovenk. ƒ225 p.j. terst. No. 128. Huis m. tuintje/ 500 p.j. terst. No. 132. Gem. zit- enslaapk. 12p.m. terst. Ged. Voldersgracht No. 49 en 53. 2 Huizen m. tuinen ƒ400 p.j. terst. Gierstraat: No. 44. Bovenhuis /200 p.j. terstond. No. 70. Gem. kamer ƒ14p. m. Jan. Groot Heiligland; No. 78. Huis met 2 kamers 2 p w. terstond. Groote Houtstraat: No. 62. Bovenhuis ƒ600 p.j. terst. Hagestraat No. 35. Een winkelhuis 5 pwterstond. h Een bovenhuis f 4 pwterstond Hooimarkt No. 16. Kam. m. keuken 17 p.m. terst. Jansteenstraat: No. 35. Huis ƒ2.25 p.w. Klein Heiligland: No. 4. Bovenhuis f 150 p.jMei. No. 5. Huis met tuin f 350 p. j., Mei. Kleine Houtstraat; No. 59. Huis en Tuin ƒ700 p.j. Mei 1883. Koningstraat No. 13. Bovenhuis ƒ250p.j. 1 Mei'83. Korte Dijk: No. 7. Huis met tuin ƒ350 p.j. terst. No. 19. Huis ƒ325 p.j. Mei 1883. Koudehoorn: No. 52. Huis met tuin 450 p.jterstond. Lange Heerenvest: No. 138. Erf met loodsen ƒ12 p.m. terst. Leidsche Vaart: No. 31. Boven en benedenk. ƒ2.50 en 3 p.w. terst. Leidsehe Vaart, Hoofdstraat: No. 9. Huis met tuintje/15p. m. terst. Leidsehe Vaart, Nieuwe straat B. No. 16 Benedenh. ƒ3.50 p.w. terst. Lindschootingstraat No. 34. Huis ƒ3.25 p.w. Magdalenastraat No. 9. Boven ackterk. ƒ1.25 p.w. terst. Meesterlottelaan No. 64. Bovenh. /2 p.w. terst. Nieuwe Raamstraat: No. 2. Werkplaats ƒ2.50 p.w. 15 Dec. Olieslagerslaan No. 1. Huis ƒ1.75 p.w. terst. Palmstraat: No. 5rood. Bovenhuis ƒ2,25 p.w. terstond. Raamgraoht. No. 27. Bovenhuis ƒ225 per jaar terstond. Ripperdapark No. 26. Huis met tuin/650 p. j. Mei. Ripperdastraat No. 5. Huis met tuin ƒ500 p.j. Feb. No. 9. Huis /450 p.j. Febr. of Mei. No. 9. Ben. huis 250p.j. id. No. 11. Bovenw. ƒ1.70 p.w. terst. Rivier Visehmarkt: No. 19. Gcm. voor-en achterkamer 18 p.m. 15 Dec. Rozenlaantje: No. 12. Bovenhuis /3.50 p.w. terst. Rozenprieelstraat No. 38. Bovenhuis ƒ2.25 p.w. terst. Rustenburgerlaan No. 29. Huis met tuin ƒ16 p.m. terst. No. 31. Huis m. bovenh. en tuinƒ16 p. m. terst. Schootersingel No. 47. Huis met tuin ƒ450 p.j. terst. No. 51. Huis met tuin /450 p. j. terst. No. 101. Huis met tuin ƒ500 p.j. Mei. Schooterweg No. 3. Huis met tuin ƒ600 p.j., terst. Smedestraat No. 3. Huis ƒ700 p.j. Mei. No. 19. Gem. kam. 30ƒ40 enƒ60 p.m. Spaarne No. 74. Bovenhuis ƒ400 p.j. febr. '83. Spaarnwouderstraat No. 52. Bovenh. /3.50 p.w. terst. No. 49. Bovenhuis 2.25 p.w. terst. No. 130. Bovenhuis 3,50 p.w. ierstond. Staten Bolwerk No. 20. Huis m. tuin ƒ500 p.j. Nov. Turfmarkt No. 32. Bovenhuis ƒ300 p.j. terst. Van Marumstraat: No. 44 en 46. Bovenh. ƒ221 en 195 p.j. terst. Voortingstraat No. 37. Benedenwoning ƒ2.60 p.w. terst. Warmoesstraat Pakhuis ƒ100 p.j. terst. Witte Heerensteeg: No. 28. Bovenvoork. ƒ1.25 p.w. terst. Wolstraat: No, 17. winkelhuis ƒ5 p.w. terst. Zijlstraat .- No. 30. Bovenhuis ƒ250 p.j. terst. Zijlweg No. 24. Benedenhuis ƒ2.50 p.w. terst. By de laatst gehouden feestviering van het vijf-en-twintigjarig bestaan van,,Weten en Werken" in de Doopsgez. Kerk alhier, trad de Presidentde Heer W. M. Logeman op als feestredenaar, welks rede, later gedrukt, aan de leden werd ter hand gesteld. Gewa pend met die gedrukte rede trad de Heer Cohen Stuart uit Alkmaar als spreker op bij de eerste Maandagavond-voordracht van dezen winter. Nadat eerst de Heer Logeman een welkom sprak tot de aanwezigen, ver leende hij het woord aan den Heer Stuart, die op de alleen hem eigene wijze in ge voelvolle taal, al spoedig het doel der meer dan ooit opgekomen hoorders aan den Heer Logeman kenbaar maakte. Wat was de oorzaak. De Heer Logemanzoo geacht en bemind bij verschillende gegoede stadgenootenheeft ook niet het minst zijne vrienden onder de bezoekers der Maandagavond-lezingen. Dit hadden zij hem trachten te bewijzen door op dezen avond op feestelijke wijze zijn vijf-en-twintigjarig Presidium te gedenken. Eenigen hadden door onderlinge bijdragen een zwart mar meren steen in den wand van de zaal doen aanbrengen, waarop gebeiteld stond met vergulde letters: „18561882. W. M. Logeman, president, door eenige bezoe kers." Omgeven door de Haarlemsehe kleuren en een trophee van bloemen en groen was dit huldeblijk bij den aanvang van de rede van den Heer Stuart ver- horgen. Wie konvragen wij heter en geschik ter de feestredenaar voor dezen avond zijn dan de Heer Staart? Gloed en leven, van hem uitgaandeweet hij zijnen hoor ders mede te deelen en vooral weet hij dat te doen als hij hulde moet brengen aan een man, die door woord en daad getoond heeft, dat het hem ernst is geweest, het volkde werkmanvooruit te bren gen op den weg van ontwikkeling en welvaart. Treffend wist hij sommige citaten uit de feestrede als ook de toen gezongen dichtregelen op den jubelaris toepasselijk om te zetten. Hij schetste hem als de werkzame, bezielende kracht van „Weten en Werken", hij gaf hem in één woord den welver dienden lof, die hem thans door de om ringende hoorders werd toegebracht. Een der bezoekers zelf werd het woord vergunddie toen daarop de steen werd ontbloot, den Heer Logeman in kennis stelde met hunne handelingen en hem tevens de in lijst gebrachte namen der deelnemers overhandigde. Nadat de Heer Logeman dien gedenk steen had in oogenschonw genomenver- (Naar het Engelsch van dutton oook). Hij wilde zich niet weder blootstellen aan een herhaling van de mishande ling, die hij van de handen zijner vrouw had ondergaan. Zou hij weder den raad van Mr. Basham inroepen? Hij kon er maar niet toe besluiten. Was het ook wel noodig? Wist hij niet, door eigen smartelijke ervaring, genoeg van de wet, in een geval als liet zijne? De door eene verzoening gevolgde mishandeling was weder van kracht geworden door eene volgende mishandeling, en het nieuwe feit was ejusdem generis als het feit, dat er weêr door van kracht gemaakt werd. 't Was daar kwam het op neêr weêr een klap in 't gezicht geweest. „De vrouw, die't waagt, aan een man, haar echtgenoot, een slag in't aangezicht te geven, behalve in vrien delijke scherts, verdient eene ge rechtelijke scheiding," sprak de Kolo nel op plechtigen toon, terwijl hij met zijne gebalde vuist op de tafel sloeg. Toch ging hij er niet toe over, de zaak voor het Hof te brengen. Hij ging zitten schrijven aan zijne vrouw. De brief kwam hierop neêr: „Waarde Agnes! Ik wil u nog zóó noemen. Ge zijt me dierbaar om het verledenniet om het hedendat weet God, want ge hebt me in den laatsten tijd me zeer rampzalig doen gevoe len. Na de treurige tooneelen, die heden zijn voorgevallen, is 't mij maar al te duidelijk geworden, dat wij onmogelijk gelukkig samen leven kunnen, dat indedaad ons samenleven niet anders dan eene bron van de grootste ellende kan wezen. Ik zal niet zeggen, dat het me leed doet, dat we elkander ooit ontmoet hebben, want als jongmensch vond ik het eene zaligheid u te zien, te bewonderen, ja, te aanbidden. Maar ik moet open hartig verklarendat ik onze hereeni- ging na zulk een langdurige tusschen- poos ten zeerste betreur, 't Komt mij nu voor, dat ons huwelijk eene nood lottige dwaling is geweest. Ik zal niet uitweiden over uw slecht humeur, over uw teugelooze drift en over uwe geweldadige handelwijze. Ik wil de beoordeeling en de veroordeeling van de schandelijke manier, waarop gij mij behandeld hebt, aan uw eigen geweten overlaten. Of ik de toevlucht zal zoeken bij een gerechtshof, of niet, dat kan ik op 't oogenblik nog niet zeggen. Maar één ding staat bij me vast. Er is een einde gekomen aan ons huwelijksleven. Ik zal niet weder met u onder hetzelfde dak samen leven. Niet waarschijnlijk zullen we elkander ooit weêr ontmoeten. Wij zijn geschei den, en wel voor altijd. Ik ben van plan binnen weinige dagen Engeland te verlaten, 't Is mogelijk, dat ik er nooit terugkom. Ik ben gepensionneerd, en kan niet hopen, dat men mij zal vergunnenweder de Koningin le dienen. Maar 't is mijn voornemen niet werkeloos te blijven. Ik bezit nog gezondheid en kracht, en wellicht zijn me nog eenige jaren levens gegund. Ik begeer niets zoozeer als den dood eens soldaats op het slagveld. Ik zal mijn zwaard ter beschikking stellen van een of andere vreemde natie; mogelijk zal het Chili, mogelijk ook zal het Peru zijn. 't Is mij onverschillig. Ik twijfel er geen oogenblik aan, of de goede naamdien ik heb als kavallerie-olficier zal mij spoedig een eervolle aanstelling bezorgen. Ik heb er niets meer bij te voegen; alleen wil ik de hoop uitdrukken, dat het u in alles goed moge gaan, dat ge het verkeerde van uw handelwijze zult gaan inzienen dat ge berouw zult hebben over uw vergrijp tegen mij. Ge kunt, al naar 'tu behaagtal of niet antwoordden op dit schrijven. Brenger dezes zal vragen, of gij ook eenig antwoord hebt mede te geven „Archibald Askeu Cusack." Er volgde nog een posiscriptum van den volgenden inhoud: „Ik zal mijn prokureur, Mr. Basham, wonende in Lincoln's Inn Fields, volmacht geven, om voor mij alle zaken te regelendie er tusschen ons beiden te regelen zijn. Ik raad u aanu tot hem te wenden, wanneer zich soms de een of andere moeilijke kwestie voor u mocht opdoen. Ge zult natuurlijk begrijpen, dat uw geld geheel en al het uwe is. Ik doe afstand van eiken penning daarvan. „A. A. C." volgde de spreker zijne rede door hem te wijzen op de talrijke schaar, die hier zich als het ware verdrong om getuige te zijn van deze waarlijk met recht ver kregen onderscheiding, die als een eer metaal voor moedbeleid en trouw in deze zaal zijn naam in eere zal houden. Kon het anders dat èn door die har telijke taal van den begaafden spreker èn door het pas ontvangen bewijs van sympatie de Heer Logeman met een ge voelvol hart zijn hoorders, die hij „zijne vrienden" noemde, thans optrad om in een kort maar warm woord zijnen op rechten dank toe te brengen? Waarlijk, die woorden van den beminden president getuigden van de gehechtheid, die hem aan „Weten en Werken" bond. Na nog een kort woord van den Heer Stuart, drukte deze nit naam van alle tegenwoordigen den jubelaris hartelijk de hand en stelde hij voor een driewerf: „Lang zal hij leven" ter eere van den president met elkander aan te heffen. Hierop brak de lang in toom gehouden toejuiching der hoorders losen weerklonk de zaal van „Weten en Werken" door wat wij hopen dat bewaarheid mag worden ▼oor Haarlem en voor bovengenoemde Yereeniging, met „Lang zal hij leven Hoofdstuk II van de Staatbegrooting (Hooge Collegiën van Staat) is in de Tweede Kamer met algemeene stemmen aangenomenna aanneming met 43 tegen 20 stemmen van een amendementvoorge steld door de H.H. Schaepman, de Beaufort, GleichmanBoëll en van Hontenom niet toe te laten, dat op Art. 22, aankoop van dekoratieënuit de onvoorziene uitga ven worde overgeschreven. Bij de be handeling van Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken) moest de Minister menig hard woord hooren. Zijn beleid in zake het Fransche handelstraktaat en de Duitsche Kustvaart werd afgekeurd door den heer Gleichmande heer van Heeckeren van Keil vond de houding des Ministers in de Borneo-kwestie niet gerechtvaardigdnaar het oordeel van den heer de Beaufort was in Egypte Nederland's prestige niet opge houden, en de heer Wintgens vond, dat zulks evenmin geschied was bij de kwestie van het Suez-Kanaal. De heer van Olden- huis Gratama was verontwaardigdomdat de Minister beschikt had over overgescho ten gelden, en daarmedefeitelykbezoldi gingen had verhoogd, in strijd met het ten vorigen jare daarover door de Kamer uitgebracht votum. Daarentegen werden de handelingen des Ministers verdedigd door de H. H. Pompe van Meerder voort, van Bijland, Mees en Cremers. Ook werd nog afgekeurd, dat aan den oom ven den Ja- panschen Keizer, bij zijn bezoek hier te landenzoo weinig eere was bewezenom trent welke zaak de Minister zich verde digde. Nadat een amendement van den heer de Yos van Steenwijk, strekkende om den gezantschap-secretaris, thans onder den titel „Chef van 'sMinisters Kabinet" in te deelen bij het Departement en nadat al de bovengenoemde onderwerpen breed voerig besproken warenwerd Hoofdstuk III met 65 tegen 12 stemmen aangenomen. Daarna volgde de stemming over de kon- kluzie in de zaak van den luit. gener. v. d. Heyden. Na verwerping van de konklnzie der minderheidis de konklnzie der meer derheid strekkende om te verklarendat de verkregen inlichtingen en overgelegde stukken niets aan het licht hebben gebracht, dat recht geeft, hetzij tot eene beschuldi ging van wreedheid tegen het Atjehsche legerbestuur, hetzij tot het in verdenking brengen van den goeden naam en de eer van den generaal v. d. Heydenmet 64 tegen 12 stemmen aangenomen. Het vervolgens door den heer Mirandolle, namens de Kommissie van onderzoek der door den Min. van Kol. verstrekte in lichtingen in zake de verlenging der Biliton koncessie, uitgebrachte rapport is een zeer hittere pilaan de Indiesche Re geering te slikken gegeven het verklaart, dat met ter zijde stelling van wettelijke bepalingen's lands belang niet is behar tigd, en acht het wenschelijkdat het Opperbestuur niet beruste in de door de Indiesche Regeering gepleegde handeling. Daarna was de beraadslaging over Hoofd stuk IY (Justitie) aan de orde. Menige betuiging van sympathie mocht Minister Modderman vernemenen algemeen werd hulde gebracht aan zijne bekwaamheid en ijver; maar ook moest hij zich hooren signaleeren als sentimenteel en over-idea- listiesch. De Kamer maakte het hem druk over velerlei kwestieszoo werd de zaak der duivenschieterij zeer uitvoerig bespro ken, en door sommige leden vooral door den heer van den Feltz onverho len uitgesproken, dat de Minister zijn macht overschreden en in allen gevalle te ver gegaan was. De drankwet, de eeds kwestie het notariaathet onderzoek van papieren bij derden op requisitoir van het Openbaar Ministeriede vivisectie dat alles kwam achtereenvolgens aan de benrt. De Minister verdedigde zich tegen al de opgesomde bezwaren, en mocht de vol doening smaken, dat Hoofdstuk IY met algemeene stemmen werd aangenomen. De afloop van de verkiezing te Zntfen, waarbij de antirevolntionnaire Kandidaat, de heer Braatsen van de Zijp is verkozenheeft nog al sensatie in den lande gemaakt. Men had er van liberale zijde blijkbaar niet op gerekend. De gele deren der antirevolutionnairen in de Twee de Kamer zijn alweder versterkten zoo komen we langzamerhand nader aan den dag, waarop deze partij de tengels der Regeering in handen zal kunnen nemen. Frankrijk heeft weder een zijner vrijheidshelden verloren Louis Blanc, die op eenenzeventig-jarigen leeftijd te Cannes is overleden, 't Is een bedrijvig leven op politiek en letterkundig gebied, waaraan de dood een einde gemaakt heeft, en zijn naam zalzooals de voorzitter der Kamer van Afgevaardigden zich uitdrukte, onafscheidelijk verbonden blijven aan de grondvesting der Fransche Republiek. Het stoffelijk overschot van dezen grooten bur ger geschiedt op staatskosten. Arabi alsmede zijne medestanders Makmnd-Sami, Ali-Fehmi, Abdullal en Fulba zijn door den krijgsraad terdood veroordeeld, maar door den Khedive is die straf veranderd in levenslange ver banning. Het eiland Ceylon zal aan Arabi als ballingsoord aangewezen. De Sultan schijnt geheel van streek te zijn. Hij meent steeds door samenzweer ders omringd te zijn. Een honderdtal Cirkassiesohe vrouwen in den harem zijn van medeplichtigheid aan een komplot ver dacht, en daarom naar verschillende provin- cieën verbannen. Z.M. draagt steeds geladen revolvers en houdt zich voortdurend in den harem afgesloten, terwijl hij, uit vrees voor vergiftiging, bijna geen voedsel gebruikt. - Na Kersttijd verwacht men in En geland eenige wijzigingen in het Kabinet. Naar men wil, zal Lord Derby eene por tefeuille aannemenen Gladstone den post van kanselier der schatkist aan den Markies van Hartington afstaan. Wellicht zal dan ook de heer Forsterdiewegens verschil van inzicht met zijn ambtgenootenals sekretaris voor Ierland was afgetreden, weder lid van het Kabinet worden. De buitenlandsehe bladen hebben het druk over de beteekenis van de reis die de Russiesche minister van buitenl. zaken, de heer von Giers, thans in een deel van Europa maakt. Volgens sommigen zou Rusland verandering willen brengen in de wijze, waarop de Europeesche vraag stukken behandeld worden. Anderen spre ken dit pertinent tegenevenals het ver moeden dat het Rnsland's bedoeling zou zijnhet drie kiezersverbond weder te doen herleven. Ons dunkt, dat Rusland genoeg te doen heeftmet binnenlandsche aangelegenheden, en verstandig handelen zalals het zieh met bnitenlandsche kwes ties zoo weinig mogelijk inlaat. De door den Kolonel uitgezonden bode kwam met een antwoord terug. De Kolonel wierp een blik op het adres en herkende de hand zijner vrouw. Zij had het blijkbaar in groote haast geschreven, en had op onhan dige wijze gebruik gemaakt van haar vloeipapier, 't Was een bemorste, onoogelijke brief, en het enveloppe zag er erg dik en verkreukt uit. „Wat kan zij er ingesloten hebben? Zou zij mij een lok van haar hair gezonden hebben vroeg de Kolonel op bitteren toon hij zich zeiven. Zij stuurde hem eenvoudig zijn brief, in duizend stukken gescheurd, terug. „Zij kan 't mij niet vergevendat ik melding gemaakt heb van haar humeur. Dat heeft haar vooral in mijn brief gehinderd. Wel, wel! Maar laat het zoo wezen! De schoone sekse houdt er maar één geloofsartiekel op na. Iedere vrouw houdt zich zelve voor een engel. Zij zal 't mij nooit vergeven, dat ik haar hare schandelijke handel wijze tegenover mij verweten heb. Zoo ben ik dan dus gescheiden van mijne vrouw. 'tWerd hoog tijd. Maar toch, wat heb ik Agnes Littlejohn innig liefgehad!" YII. Verscheiden jaren zijn voorbijgegaan. In eene kleine stad op de Fransche kust bloeit eene kleine Engelsche kolonievoor het meerendeel bestaan de uit officieren van de land- en zee macht, die op wachtgeld zijn, en zoo goedkoop mogelijk trachten te leven, en wel door zich te onttrekken aan de drukkende belasting in hun vader land, en door te gaan wonen, waar zij tot de laagst mogelijke prijzen zich voedselwijnsterkendrank en tabak kunnen verschaffen. Bovendien kunnen zij daar, zonder dat het hun veel geld kost, zich zekere uitspanningen vaneen bescheiden soort veroorloven. De kleine stad bootst in 't miniatuur de aantrek kelijkheden en voorrechten van groo- tere badplaatsen na. Zij mag zich verheffen op 'tbezit van een casino, van een club, van een leesmuzeiim, van een openbaren tuinwaar op gezette tijden een militair muziekkorps zich laat hoorenvan een marktplein, en zelfs van een kathedraal. Een der Engelschendie zich daar ophieldenwas een kleinkaalhoofdig oud man, zwak op de beenen, met een ontzaggelijken witten knevel, die hem over de bovenlip hing en wer kelijk het onderste gedeelte van zijn gelaat nagenoeg geheel bedekte. Hij was bekend onder den naam van Generaal Archibald. De Engelsche offi cieren op wachtgeld zagen hem ietwat oneerbiedig en met eenigen argwaan aan, want hij had, naar menzeide, zijn titel te danken aan de diensten, door hem in het Peruaansche leger be wezen. Toch hield men hel er alge meen voordat hij te eenigertijd of ficier geweest was in Harer Majesteits dienst. Hij was bedaard en ingetogen in zijne manieren en sprak weinig over zich zeiven, maar allen moesten er kennen, dat hij in alle opzichten een gentleman was. Hij had blijkbaar geen gebrek aan gelden menige weldaad, door hem aan de armen, vooral aan arme Engelschen bewezen, was rucht baar geworden. Hij rookte sterk, en hij bezocht het leesmuzeüm doch hij las weinig, want zijn oogen schenen niet best meer te zijnhij was tevredenals hij uren achtereen daar zat, met eene krant in de hand, maar zonder er in te zien. Hij keek of scheen te kijken naar het spel der schakers, of der biljartspelers, maar hij nam nooit deel aan die spelen hij was alleen maar een toeschouwer. Dikwijls vervoegde hij zich aan het postkantoor, om te zien, of er ook brieven voor hem waren, wat echter maar zelden het geval was. Hij was in den kost bij eene kleine dame, met een bruin gelaat, donkere oogen en wit hair, de weduwe van een Fransch officier, die jaren geleden in Algerië gesneuveld was. Madame Gombeau was trotsch op haar kostganger, en behandelde hem met onbegrensden eerbied. Zij noemde hem altijd, als zij van hem sprak, „mon général," en 'l was haar grootste vermaak zijn kavallerie-sabel, met haar zwaar kope ren gevest en schede, die in zijne kleine woonkamer aan een haak hing, zoo glad mogelijk te poetsen. Hij leefde zeer eenvoudig, en deed niemand overlast aan. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1882 | | pagina 1