ÏÏAARLEMSCH
L E N.
SCHAPPIJ
sche Brood* en
fabriek,
86,
t Scheurkalender.
s 25 cent,
GRATIS bezorgd
33 abonneeren.
tidsgedichten
r karton.ƒ0.50
0.«o
htig glacé 0.60
kaarten,
CITTERT ZONEN.
•sterkende
REISDEKENS,
Schapenvachten,
OFWARMERS,
TOCHTDUFFEL,
No. 99.
Uitgave vrn DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Vierde Jaargang.
van WOENSDAG 13 December 1882.
Tj3 HUUR.
„Weten en Werken",
Uit Kolonel Cusack's Levensgeschiedenis
Nieuwsberichten.
'A
-.i «r ''.in
'PRIJZEN.
ïbrood p. Kgr. 19 Ct.
!rop.14
16
10
10%
11
12
55
25
in pakjes
van Kgr. 11
ietjes, Bollen,
ss en gewone
per stuk 2
odjes en fijne
.per stuk 2%
nt(ENKEL
per 10 stuks 10
.it 20 10
dtsluitend verkrijgbaar
'ts waar steeds schalen
den zijn, om de koopers
richt te overtuigen,
ember 1882. (176)
Scheurkalender
plaatsruimte.
ïtvangt als premie
ikenVersjes enz.
rvaardigd door,
i, Voordrachten en
le mogelijke partijen
orradig bij
Wijngaardstr. 11.
ƒ0.60
)ten omzet hiertoe in
iteldworden alle kaar-
kartonTA
s afgelever_L^
INTEN
Pillen hebben de eigen
en Slijm weg te nem en
gal te voorkomende
werking die zij op de
de spijsvertering be-
etlust opwekken. Als
weermiddel kunnen die
anbevolen worden, daar
ihte werking volstrekt
i gevoel veroorzaken
zijne gewone be
kten. Verkrijgbaar
verzegelde doosje met
te Haarlem, alleen en
Heer J. VAN DE
(183)^
I, Haarlem, (184)
EN DOOSJES te
d-vijf-en-zestig-tal
bracht door
Prijs 0.75.
van den zelfden omvang
erk kompleet zijn.
Noord-Zuidhollandsclie Stoomtramweg-
MaatschappijHaarlem—Deiden.
15 September 1882.
Haarlem, Hillegom en Leiden 8.10, 10.25
'smorg., 12.45, 3.10, 5.30 's avonds.
Haarlem—Hillegom 11.30 'smorgens, 4.30,
6.50, 9.15 's avonds.
Haarlemsclie Tramway-Maatscliappij.
Van 't Station 7.40 's morg. tot 10.30 's av.
Uit den Hout 8.'s morg. tot 10.50 's av.
Vertrekuren der spoortreinen van Haarlem
1 November 1882.
Naar Amsterdam: 7.8.34, 8.55, 9.38*,
11.20, 11.44f, 12.1 's morgens, 1.14,
2.35f, 3.58, 4.13*, 4.44, 5.48, 6.40,
7.17, 7.34f 8.46* 9.32,10.36* 10.54f 's av.
Naar Rotterdam: 7.53-f, 8.37*, 9.3, 10.16*
's morgens, 12.17f, 12.43, 1.41* tot den
Haag, 3.27*. 4.18, 5.80f 5.39, 8.3,
10.19* 's avonds. De met gemerkte treinen
zijn sneltreinendie met f zijn exprestreinen
alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.50, 10.7 's morgens,
1.34 tot Alkmaar, 5.8.49 's avonds.
Naar Zandvoort: (H. S.) 7.55, 10.18, 11.18
's morgens, 1.30, 4.52, 8.5 's avonds.
Van Zandvoort: 8.30, 10.50 's morgens,
12.49, 4.19, 6.15, 9.3, 'savonds.
Omnibus van Hloemendaal.
8.10/9.30* 10.35,12.30,1.55,3.30, 5.5*. 8.—.
Van 't Station
8.58, 10.13* 11.14, 1.26, 2.35, 4.13,5.34*
8.44. De uren gemerkt alleen des Zondags.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 25.
fr. p. p,,40.
Afzonderlijke nommers 3 eenten per stuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Dienstregeling van liet Postkantoor.
1 Nov. 1882.
Openstelling van het kantoor:
Dagelijks van 8 's morgens tot 9 uur 's avonds.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels
en de invordering van gelden op kwitantiën
alleen op werkdagen, van 9 uur's morgens
tot 3 uur 's avonds.
Voor de Spaarbank van 's morg. 9 tot 9 uur 's av.
Voor de Postpakketten van 's morgeus 8 tot
9% uur 's avonds.
Aanvang der bestellingen:
Op werkdagen: 7.10.'s morgens, 1.30,
3.30, 6.30, 9.'savonds.
Op Zon- en algcmeene erkende Christelijke
feestdagen: 7.'smorg., 1.30, 6.30 'sav-
Lichting der hulpbrievenbussen in de stad
7.—*, 10.—*, 'sm., 2.30, 6.—*, 8.30'sav
Hazepaterslaan6.45, 10.'s morgens, 3.
8. 's avonds.
De met geteekende worden op Zon- en
Feestdagen gelicht.
Lichting aan het Station:
Richting Amsterdam 8.10, 11.35 's morgens,
2.30, 5.50, 7.30 'savonds.
Richting Rotterdam 7.40, 9.'s morgens,
12.5, 4.10, 5.20, 10.'s avonds.
Richting den Helder 6.30, 10.— 's morgens,
4.55, 8.45 's avonds.
Mei.
terst.
Febr.
Anegang
No. 10. Bovenhuis ƒ225 p.j. terst.
No. 19. Gem. Bovenk. ƒ20 p.m. tersr.
Antoniestraat.
No. 38. Loods a. h. water f 4 p. w. terst.
No. 21Een Bovenhuis terstond.
No. 1 en 17. Huis met Tuin ƒ2.75 p. w. terst.
Beeksteeg
No. 3. Benedenhuis /1.80 p.w.
Burgwal
No. 11. Een Gem. Benedenvoorkamer met
kost en bediening ƒ6.50 p. w. terst.
No. 95. Zolder ƒ75 p.j. terst.
Doelstraat:
No. 26. Bovenli. /2.75 p.w.
Donkere Spaarne:
No. 34. Bovenhuis ƒ275 p.j. terst.
Florapark
No. 3. Huis m. tuin /650 p.j
Frankestraat
No. 16. Bovenachterkƒ1 p.w
Gasthuissingel
No. 28. Benedenhuis. Mei.
No. 48. Huis m. tuin 7*350 p.j
Gasthuisstraat.
No. 5. Bovenwoning ƒ1.50 p.w.
No. 42rood. Bovenh. 4 p.w. terst.
Ged. Oude Gracht:
No. 32. Bovenhuis ƒ3.50 p.w.
No. 115. Ongem. bovenk. ƒ225 p.j. terst.
No. 128. Huis m. tuintje/ 500 p.j. terst.
No. 132. Gem. zit- enslaapk. 12p.m. terst.
Ged. Voldersgracht
No. 49 en 53. 2 Huizen m. tuinen ƒ400
p.j. terst.
Gierstraat:
No. 44. Bovenhuis /200 p.j. terstond.
No. 70. Gem. kamer ƒ14p. m. Jan.
Groot Heiligland;
No. 78. Huis met 2 kamers 2 p w. terstond.
Groote Houtstraat:
No. 62. Bovenhuis ƒ600 p.j. terst.
Hagestraat
No. 35. Een winkelhuis 5 pwterstond.
h Een bovenhuis f 4 pwterstond
Hooimarkt
No. 16. Kam. m. keuken 17 p.m. terst.
Jansteenstraat:
No. 35. Huis ƒ2.25 p.w.
Klein Heiligland:
No. 4. Bovenhuis f 150 p.jMei.
No. 5. Huis met tuin f 350 p. j., Mei.
Kleine Houtstraat;
No. 59. Huis en Tuin ƒ700 p.j. Mei 1883.
Koningstraat
No. 13. Bovenhuis ƒ250p.j. 1 Mei'83.
Korte Dijk:
No. 7. Huis met tuin ƒ350 p.j. terst.
No. 19. Huis ƒ325 p.j. Mei 1883.
Koudehoorn:
No. 52. Huis met tuin 450 p.jterstond.
Lange Heerenvest:
No. 138. Erf met loodsen ƒ12 p.m. terst.
Leidsche Vaart:
No. 31. Boven en benedenk. ƒ2.50 en 3
p.w. terst.
Leidsehe Vaart, Hoofdstraat:
No. 9. Huis met tuintje/15p. m. terst.
Leidsehe Vaart, Nieuwe straat B.
No. 16 Benedenh. ƒ3.50 p.w. terst.
Lindschootingstraat
No. 34. Huis ƒ3.25 p.w.
Magdalenastraat
No. 9. Boven ackterk. ƒ1.25 p.w. terst.
Meesterlottelaan
No. 64. Bovenh. /2 p.w. terst.
Nieuwe Raamstraat:
No. 2. Werkplaats ƒ2.50 p.w. 15 Dec.
Olieslagerslaan
No. 1. Huis ƒ1.75 p.w. terst.
Palmstraat:
No. 5rood. Bovenhuis ƒ2,25 p.w. terstond.
Raamgraoht.
No. 27. Bovenhuis ƒ225 per jaar terstond.
Ripperdapark
No. 26. Huis met tuin/650 p. j. Mei.
Ripperdastraat
No. 5. Huis met tuin ƒ500 p.j. Feb.
No. 9. Huis /450 p.j. Febr. of Mei.
No. 9. Ben. huis 250p.j. id.
No. 11. Bovenw. ƒ1.70 p.w. terst.
Rivier Visehmarkt:
No. 19. Gcm. voor-en achterkamer 18 p.m.
15 Dec.
Rozenlaantje:
No. 12. Bovenhuis /3.50 p.w. terst.
Rozenprieelstraat
No. 38. Bovenhuis ƒ2.25 p.w. terst.
Rustenburgerlaan
No. 29. Huis met tuin ƒ16 p.m. terst.
No. 31. Huis m. bovenh. en tuinƒ16 p. m. terst.
Schootersingel
No. 47. Huis met tuin ƒ450 p.j. terst.
No. 51. Huis met tuin /450 p. j. terst.
No. 101. Huis met tuin ƒ500 p.j. Mei.
Schooterweg
No. 3. Huis met tuin ƒ600 p.j., terst.
Smedestraat
No. 3. Huis ƒ700 p.j. Mei.
No. 19. Gem. kam. 30ƒ40 enƒ60 p.m.
Spaarne
No. 74. Bovenhuis ƒ400 p.j. febr. '83.
Spaarnwouderstraat
No. 52. Bovenh. /3.50 p.w. terst.
No. 49. Bovenhuis 2.25 p.w. terst.
No. 130. Bovenhuis 3,50 p.w. ierstond.
Staten Bolwerk
No. 20. Huis m. tuin ƒ500 p.j. Nov.
Turfmarkt
No. 32. Bovenhuis ƒ300 p.j. terst.
Van Marumstraat:
No. 44 en 46. Bovenh. ƒ221 en 195 p.j. terst.
Voortingstraat
No. 37. Benedenwoning ƒ2.60 p.w. terst.
Warmoesstraat
Pakhuis ƒ100 p.j. terst.
Witte Heerensteeg:
No. 28. Bovenvoork. ƒ1.25 p.w. terst.
Wolstraat:
No, 17. winkelhuis ƒ5 p.w. terst.
Zijlstraat .-
No. 30. Bovenhuis ƒ250 p.j. terst.
Zijlweg
No. 24. Benedenhuis ƒ2.50 p.w. terst.
By de laatst gehouden feestviering van het
vijf-en-twintigjarig bestaan van,,Weten en
Werken" in de Doopsgez. Kerk alhier, trad
de Presidentde Heer W. M. Logeman op
als feestredenaar, welks rede, later gedrukt,
aan de leden werd ter hand gesteld. Gewa
pend met die gedrukte rede trad de Heer
Cohen Stuart uit Alkmaar als spreker op
bij de eerste Maandagavond-voordracht
van dezen winter.
Nadat eerst de Heer Logeman een
welkom sprak tot de aanwezigen, ver
leende hij het woord aan den Heer Stuart,
die op de alleen hem eigene wijze in ge
voelvolle taal, al spoedig het doel der
meer dan ooit opgekomen hoorders aan
den Heer Logeman kenbaar maakte. Wat
was de oorzaak. De Heer Logemanzoo
geacht en bemind bij verschillende gegoede
stadgenootenheeft ook niet het minst
zijne vrienden onder de bezoekers der
Maandagavond-lezingen. Dit hadden zij hem
trachten te bewijzen door op dezen avond
op feestelijke wijze zijn vijf-en-twintigjarig
Presidium te gedenken. Eenigen hadden
door onderlinge bijdragen een zwart mar
meren steen in den wand van de zaal doen
aanbrengen, waarop gebeiteld stond met
vergulde letters: „18561882. W. M.
Logeman, president, door eenige bezoe
kers." Omgeven door de Haarlemsehe
kleuren en een trophee van bloemen en
groen was dit huldeblijk bij den aanvang
van de rede van den Heer Stuart ver-
horgen.
Wie konvragen wij heter en geschik
ter de feestredenaar voor dezen avond zijn
dan de Heer Staart? Gloed en leven,
van hem uitgaandeweet hij zijnen hoor
ders mede te deelen en vooral weet hij
dat te doen als hij hulde moet brengen
aan een man, die door woord en daad
getoond heeft, dat het hem ernst is geweest,
het volkde werkmanvooruit te bren
gen op den weg van ontwikkeling en
welvaart. Treffend wist hij sommige citaten
uit de feestrede als ook de toen gezongen
dichtregelen op den jubelaris toepasselijk
om te zetten.
Hij schetste hem als de werkzame,
bezielende kracht van „Weten en Werken",
hij gaf hem in één woord den welver
dienden lof, die hem thans door de om
ringende hoorders werd toegebracht.
Een der bezoekers zelf werd het woord
vergunddie toen daarop de steen werd
ontbloot, den Heer Logeman in kennis
stelde met hunne handelingen en hem
tevens de in lijst gebrachte namen der
deelnemers overhandigde.
Nadat de Heer Logeman dien gedenk
steen had in oogenschonw genomenver-
(Naar het Engelsch van dutton oook).
Hij wilde zich niet weder blootstellen
aan een herhaling van de mishande
ling, die hij van de handen zijner
vrouw had ondergaan. Zou hij weder
den raad van Mr. Basham inroepen?
Hij kon er maar niet toe besluiten.
Was het ook wel noodig? Wist hij
niet, door eigen smartelijke ervaring,
genoeg van de wet, in een geval als
liet zijne? De door eene verzoening
gevolgde mishandeling was weder van
kracht geworden door eene volgende
mishandeling, en het nieuwe feit was
ejusdem generis als het feit, dat er
weêr door van kracht gemaakt werd.
't Was daar kwam het op neêr
weêr een klap in 't gezicht geweest.
„De vrouw, die't waagt, aan een
man, haar echtgenoot, een slag in't
aangezicht te geven, behalve in vrien
delijke scherts, verdient eene ge
rechtelijke scheiding," sprak de Kolo
nel op plechtigen toon, terwijl hij
met zijne gebalde vuist op de tafel
sloeg. Toch ging hij er niet toe over,
de zaak voor het Hof te brengen.
Hij ging zitten schrijven aan zijne
vrouw. De brief kwam hierop neêr:
„Waarde Agnes! Ik wil u nog zóó
noemen. Ge zijt me dierbaar om het
verledenniet om het hedendat weet
God, want ge hebt me in den laatsten
tijd me zeer rampzalig doen gevoe
len. Na de treurige tooneelen, die
heden zijn voorgevallen, is 't mij
maar al te duidelijk geworden, dat
wij onmogelijk gelukkig samen leven
kunnen, dat indedaad ons samenleven
niet anders dan eene bron van de
grootste ellende kan wezen. Ik zal niet
zeggen, dat het me leed doet, dat
we elkander ooit ontmoet hebben,
want als jongmensch vond ik het eene
zaligheid u te zien, te bewonderen,
ja, te aanbidden. Maar ik moet open
hartig verklarendat ik onze hereeni-
ging na zulk een langdurige tusschen-
poos ten zeerste betreur, 't Komt mij
nu voor, dat ons huwelijk eene nood
lottige dwaling is geweest. Ik zal niet
uitweiden over uw slecht humeur,
over uw teugelooze drift en over uwe
geweldadige handelwijze. Ik wil de
beoordeeling en de veroordeeling van
de schandelijke manier, waarop gij
mij behandeld hebt, aan uw eigen
geweten overlaten. Of ik de toevlucht
zal zoeken bij een gerechtshof, of niet,
dat kan ik op 't oogenblik nog niet
zeggen. Maar één ding staat bij me
vast. Er is een einde gekomen aan
ons huwelijksleven. Ik zal niet weder
met u onder hetzelfde dak samen leven.
Niet waarschijnlijk zullen we elkander
ooit weêr ontmoeten. Wij zijn geschei
den, en wel voor altijd. Ik ben van
plan binnen weinige dagen Engeland
te verlaten, 't Is mogelijk, dat ik er
nooit terugkom. Ik ben gepensionneerd,
en kan niet hopen, dat men mij
zal vergunnenweder de Koningin le
dienen. Maar 't is mijn voornemen niet
werkeloos te blijven. Ik bezit nog
gezondheid en kracht, en wellicht zijn
me nog eenige jaren levens gegund.
Ik begeer niets zoozeer als den dood
eens soldaats op het slagveld. Ik zal
mijn zwaard ter beschikking stellen
van een of andere vreemde natie;
mogelijk zal het Chili, mogelijk ook
zal het Peru zijn. 't Is mij onverschillig.
Ik twijfel er geen oogenblik aan, of
de goede naamdien ik heb als
kavallerie-olficier zal mij spoedig een
eervolle aanstelling bezorgen. Ik heb
er niets meer bij te voegen; alleen
wil ik de hoop uitdrukken, dat het
u in alles goed moge gaan, dat ge
het verkeerde van uw handelwijze
zult gaan inzienen dat ge berouw zult
hebben over uw vergrijp tegen mij.
Ge kunt, al naar 'tu behaagtal of
niet antwoordden op dit schrijven.
Brenger dezes zal vragen, of gij ook
eenig antwoord hebt mede te geven
„Archibald Askeu Cusack."
Er volgde nog een posiscriptum van
den volgenden inhoud: „Ik zal mijn
prokureur, Mr. Basham, wonende in
Lincoln's Inn Fields, volmacht geven,
om voor mij alle zaken te regelendie
er tusschen ons beiden te regelen zijn.
Ik raad u aanu tot hem te wenden,
wanneer zich soms de een of andere
moeilijke kwestie voor u mocht opdoen.
Ge zult natuurlijk begrijpen, dat uw
geld geheel en al het uwe is. Ik doe
afstand van eiken penning daarvan.
„A. A. C."
volgde de spreker zijne rede door hem
te wijzen op de talrijke schaar, die hier
zich als het ware verdrong om getuige
te zijn van deze waarlijk met recht ver
kregen onderscheiding, die als een eer
metaal voor moedbeleid en trouw in deze
zaal zijn naam in eere zal houden.
Kon het anders dat èn door die har
telijke taal van den begaafden spreker
èn door het pas ontvangen bewijs van
sympatie de Heer Logeman met een ge
voelvol hart zijn hoorders, die hij „zijne
vrienden" noemde, thans optrad om in
een kort maar warm woord zijnen op
rechten dank toe te brengen? Waarlijk,
die woorden van den beminden president
getuigden van de gehechtheid, die hem
aan „Weten en Werken" bond.
Na nog een kort woord van den Heer
Stuart, drukte deze nit naam van alle
tegenwoordigen den jubelaris hartelijk de
hand en stelde hij voor een driewerf:
„Lang zal hij leven" ter eere van den
president met elkander aan te heffen.
Hierop brak de lang in toom gehouden
toejuiching der hoorders losen weerklonk
de zaal van „Weten en Werken" door wat
wij hopen dat bewaarheid mag worden
▼oor Haarlem en voor bovengenoemde
Yereeniging, met „Lang zal hij leven
Hoofdstuk II van de Staatbegrooting
(Hooge Collegiën van Staat) is in de
Tweede Kamer met algemeene stemmen
aangenomenna aanneming met 43 tegen
20 stemmen van een amendementvoorge
steld door de H.H. Schaepman, de Beaufort,
GleichmanBoëll en van Hontenom niet
toe te laten, dat op Art. 22, aankoop
van dekoratieënuit de onvoorziene uitga
ven worde overgeschreven. Bij de be
handeling van Hoofdstuk III (Buitenl.
Zaken) moest de Minister menig hard
woord hooren. Zijn beleid in zake het
Fransche handelstraktaat en de Duitsche
Kustvaart werd afgekeurd door den heer
Gleichmande heer van Heeckeren van
Keil vond de houding des Ministers in de
Borneo-kwestie niet gerechtvaardigdnaar
het oordeel van den heer de Beaufort was
in Egypte Nederland's prestige niet opge
houden, en de heer Wintgens vond, dat
zulks evenmin geschied was bij de kwestie
van het Suez-Kanaal. De heer van Olden-
huis Gratama was verontwaardigdomdat
de Minister beschikt had over overgescho
ten gelden, en daarmedefeitelykbezoldi
gingen had verhoogd, in strijd met het
ten vorigen jare daarover door de Kamer
uitgebracht votum. Daarentegen werden de
handelingen des Ministers verdedigd door
de H. H. Pompe van Meerder voort, van
Bijland, Mees en Cremers. Ook werd nog
afgekeurd, dat aan den oom ven den Ja-
panschen Keizer, bij zijn bezoek hier te
landenzoo weinig eere was bewezenom
trent welke zaak de Minister zich verde
digde. Nadat een amendement van den
heer de Yos van Steenwijk, strekkende
om den gezantschap-secretaris, thans onder
den titel „Chef van 'sMinisters Kabinet"
in te deelen bij het Departement en nadat
al de bovengenoemde onderwerpen breed
voerig besproken warenwerd Hoofdstuk
III met 65 tegen 12 stemmen aangenomen.
Daarna volgde de stemming over de kon-
kluzie in de zaak van den luit. gener. v. d.
Heyden. Na verwerping van de konklnzie
der minderheidis de konklnzie der meer
derheid strekkende om te verklarendat
de verkregen inlichtingen en overgelegde
stukken niets aan het licht hebben gebracht,
dat recht geeft, hetzij tot eene beschuldi
ging van wreedheid tegen het Atjehsche
legerbestuur, hetzij tot het in verdenking
brengen van den goeden naam en de eer
van den generaal v. d. Heydenmet 64
tegen 12 stemmen aangenomen. Het
vervolgens door den heer Mirandolle,
namens de Kommissie van onderzoek der
door den Min. van Kol. verstrekte in
lichtingen in zake de verlenging der
Biliton koncessie, uitgebrachte rapport is
een zeer hittere pilaan de Indiesche Re
geering te slikken gegeven het verklaart,
dat met ter zijde stelling van wettelijke
bepalingen's lands belang niet is behar
tigd, en acht het wenschelijkdat het
Opperbestuur niet beruste in de door de
Indiesche Regeering gepleegde handeling.
Daarna was de beraadslaging over Hoofd
stuk IY (Justitie) aan de orde. Menige
betuiging van sympathie mocht Minister
Modderman vernemenen algemeen werd
hulde gebracht aan zijne bekwaamheid en
ijver; maar ook moest hij zich hooren
signaleeren als sentimenteel en over-idea-
listiesch. De Kamer maakte het hem druk
over velerlei kwestieszoo werd de zaak
der duivenschieterij zeer uitvoerig bespro
ken, en door sommige leden vooral
door den heer van den Feltz onverho
len uitgesproken, dat de Minister zijn
macht overschreden en in allen gevalle te
ver gegaan was. De drankwet, de eeds
kwestie het notariaathet onderzoek van
papieren bij derden op requisitoir van het
Openbaar Ministeriede vivisectie dat
alles kwam achtereenvolgens aan de benrt.
De Minister verdedigde zich tegen al de
opgesomde bezwaren, en mocht de vol
doening smaken, dat Hoofdstuk IY met
algemeene stemmen werd aangenomen.
De afloop van de verkiezing te
Zntfen, waarbij de antirevolntionnaire
Kandidaat, de heer Braatsen van de Zijp
is verkozenheeft nog al sensatie in den
lande gemaakt. Men had er van liberale
zijde blijkbaar niet op gerekend. De gele
deren der antirevolutionnairen in de Twee
de Kamer zijn alweder versterkten zoo
komen we langzamerhand nader aan den
dag, waarop deze partij de tengels der
Regeering in handen zal kunnen nemen.
Frankrijk heeft weder een zijner
vrijheidshelden verloren Louis Blanc,
die op eenenzeventig-jarigen leeftijd te
Cannes is overleden, 't Is een bedrijvig
leven op politiek en letterkundig gebied,
waaraan de dood een einde gemaakt heeft,
en zijn naam zalzooals de voorzitter der
Kamer van Afgevaardigden zich uitdrukte,
onafscheidelijk verbonden blijven aan de
grondvesting der Fransche Republiek. Het
stoffelijk overschot van dezen grooten bur
ger geschiedt op staatskosten.
Arabi alsmede zijne medestanders
Makmnd-Sami, Ali-Fehmi, Abdullal en
Fulba zijn door den krijgsraad terdood
veroordeeld, maar door den Khedive is
die straf veranderd in levenslange ver
banning. Het eiland Ceylon zal aan Arabi
als ballingsoord aangewezen.
De Sultan schijnt geheel van streek
te zijn. Hij meent steeds door samenzweer
ders omringd te zijn. Een honderdtal
Cirkassiesohe vrouwen in den harem zijn
van medeplichtigheid aan een komplot ver
dacht, en daarom naar verschillende provin-
cieën verbannen. Z.M. draagt steeds geladen
revolvers en houdt zich voortdurend in den
harem afgesloten, terwijl hij, uit vrees voor
vergiftiging, bijna geen voedsel gebruikt.
- Na Kersttijd verwacht men in En
geland eenige wijzigingen in het Kabinet.
Naar men wil, zal Lord Derby eene por
tefeuille aannemenen Gladstone den post
van kanselier der schatkist aan den Markies
van Hartington afstaan. Wellicht zal dan
ook de heer Forsterdiewegens verschil
van inzicht met zijn ambtgenootenals
sekretaris voor Ierland was afgetreden,
weder lid van het Kabinet worden.
De buitenlandsehe bladen hebben
het druk over de beteekenis van de reis
die de Russiesche minister van buitenl.
zaken, de heer von Giers, thans in een
deel van Europa maakt. Volgens sommigen
zou Rusland verandering willen brengen
in de wijze, waarop de Europeesche vraag
stukken behandeld worden. Anderen spre
ken dit pertinent tegenevenals het ver
moeden dat het Rnsland's bedoeling zou
zijnhet drie kiezersverbond weder te
doen herleven. Ons dunkt, dat Rusland
genoeg te doen heeftmet binnenlandsche
aangelegenheden, en verstandig handelen
zalals het zieh met bnitenlandsche kwes
ties zoo weinig mogelijk inlaat.
De door den Kolonel uitgezonden
bode kwam met een antwoord terug.
De Kolonel wierp een blik op het
adres en herkende de hand zijner
vrouw. Zij had het blijkbaar in groote
haast geschreven, en had op onhan
dige wijze gebruik gemaakt van haar
vloeipapier, 't Was een bemorste,
onoogelijke brief, en het enveloppe
zag er erg dik en verkreukt uit. „Wat
kan zij er ingesloten hebben? Zou zij
mij een lok van haar hair gezonden
hebben vroeg de Kolonel op bitteren
toon hij zich zeiven.
Zij stuurde hem eenvoudig zijn brief,
in duizend stukken gescheurd, terug.
„Zij kan 't mij niet vergevendat
ik melding gemaakt heb van haar
humeur. Dat heeft haar vooral in mijn
brief gehinderd. Wel, wel! Maar laat
het zoo wezen! De schoone sekse
houdt er maar één geloofsartiekel op
na. Iedere vrouw houdt zich zelve voor
een engel. Zij zal 't mij nooit vergeven,
dat ik haar hare schandelijke handel
wijze tegenover mij verweten heb. Zoo
ben ik dan dus gescheiden van mijne
vrouw. 'tWerd hoog tijd. Maar toch,
wat heb ik Agnes Littlejohn innig
liefgehad!"
YII.
Verscheiden jaren zijn voorbijgegaan.
In eene kleine stad op de Fransche
kust bloeit eene kleine Engelsche
kolonievoor het meerendeel bestaan
de uit officieren van de land- en zee
macht, die op wachtgeld zijn, en zoo
goedkoop mogelijk trachten te leven,
en wel door zich te onttrekken aan
de drukkende belasting in hun vader
land, en door te gaan wonen, waar
zij tot de laagst mogelijke prijzen zich
voedselwijnsterkendrank en tabak
kunnen verschaffen. Bovendien kunnen
zij daar, zonder dat het hun veel geld
kost, zich zekere uitspanningen vaneen
bescheiden soort veroorloven. De kleine
stad bootst in 't miniatuur de aantrek
kelijkheden en voorrechten van groo-
tere badplaatsen na. Zij mag zich
verheffen op 'tbezit van een casino,
van een club, van een leesmuzeiim,
van een openbaren tuinwaar op
gezette tijden een militair muziekkorps
zich laat hoorenvan een marktplein,
en zelfs van een kathedraal.
Een der Engelschendie zich daar
ophieldenwas een kleinkaalhoofdig
oud man, zwak op de beenen, met
een ontzaggelijken witten knevel, die
hem over de bovenlip hing en wer
kelijk het onderste gedeelte van zijn
gelaat nagenoeg geheel bedekte. Hij
was bekend onder den naam van
Generaal Archibald. De Engelsche offi
cieren op wachtgeld zagen hem ietwat
oneerbiedig en met eenigen argwaan
aan, want hij had, naar menzeide,
zijn titel te danken aan de diensten,
door hem in het Peruaansche leger be
wezen. Toch hield men hel er alge
meen voordat hij te eenigertijd of
ficier geweest was in Harer Majesteits
dienst. Hij was bedaard en ingetogen
in zijne manieren en sprak weinig over
zich zeiven, maar allen moesten er
kennen, dat hij in alle opzichten een
gentleman was. Hij had blijkbaar geen
gebrek aan gelden menige weldaad,
door hem aan de armen, vooral aan
arme Engelschen bewezen, was rucht
baar geworden. Hij rookte sterk,
en hij bezocht het leesmuzeüm
doch hij las weinig, want zijn oogen
schenen niet best meer te zijnhij
was tevredenals hij uren achtereen
daar zat, met eene krant in de hand,
maar zonder er in te zien. Hij keek
of scheen te kijken naar het spel der
schakers, of der biljartspelers, maar
hij nam nooit deel aan die spelen
hij was alleen maar een toeschouwer.
Dikwijls vervoegde hij zich aan het
postkantoor, om te zien, of er ook
brieven voor hem waren, wat echter
maar zelden het geval was. Hij was
in den kost bij eene kleine dame, met
een bruin gelaat, donkere oogen en
wit hair, de weduwe van een Fransch
officier, die jaren geleden in Algerië
gesneuveld was. Madame Gombeau
was trotsch op haar kostganger, en
behandelde hem met onbegrensden
eerbied. Zij noemde hem altijd, als
zij van hem sprak, „mon général," en
'l was haar grootste vermaak zijn
kavallerie-sabel, met haar zwaar kope
ren gevest en schede, die in zijne
kleine woonkamer aan een haak hing,
zoo glad mogelijk te poetsen. Hij leefde
zeer eenvoudig, en deed niemand
overlast aan.
Wordt vervolgd.)