In Calabrië.
N ieu wsberichten.
africhting om postduiven naar verschil
lende plaatsen te laten vliegen, die na eeni-
ge oogenblikken aldaar op daartoe bestemde
hokken („slagen") vertoefd te hebben,
uit eigen beweging naar hunne eerste
hokken („6lagen")terugkeeren. Bovendien
vliegt de postduif, eenmaal afgericht zijn
de als heen en weer vliegerten allen tijde
zoowel des winters als des zomers, gaat
zelden of nooit verloren en trotseert storm,
regenachtig en mistig wederhetwelk niet
het geval is met de op gewone wijze afge
richte postduif; regent het, dan wacht
zij totdat het droog is, mist het, dan wacht
zijtot die opgetrokken is en stormt het,
dan gaat zij in den regel verloren. Men
kan aannemendat de gewoon afgerichte
postduif slechts zes maanden van het jaar
dienst kan doenbehalve dit is ook het
bezwaar om postduiven door middel van
luchtballons met succes „uit te brengen"
nog niet opgehevendaar de toestand van
het weêr op den luchtballon van grooten
invloed is.
Om het heen en weer vliegen te consta
teren heb ik dezen zomer een paar post
duiven volgens mijne vinding afgericht,
die sedert 11 Augustus 1. 1. nagenoeg
dagelijks van Leiden naar Haarlem vliegen
en uit eigen beweging aldaar terugkeeren.
De merkwaardigste vluchten heen en terug
warendie van 24 October (storm)3
December (sneeuw) 5 Dec. (regen), 15
en 19 Dec (dikke mist.) Met een groot
aantal van zulke afgerichte duiven zou
men niet alleen dagelijks, maar op elk
uur van den dag berichten kunnen verzen
den en terug ontvangen. Hiernit blijkt
ten duidelijkstedat de luchtballon over
bodig is, om postduiven uit steden te
brengen, die geheel zijn ingesloten.
Wees zoo goed, geachte redactie, boven
staand schrijven in uw blad op te nemen.
Haarlem, 28 December 1882.
XJw Dw. Dienaar
A. J. BRONKHORST Jr.
Met genoegen kunnen wij hierbij berich
ten dat de Heer Bronkhorst op de aanstaan
de tentoonstelling te Botterdam ter opluis
tering het paar duiven zal inzenden
waarmede hij bijna dagelijks de proeven
van HaarlemLeiden heen en terug heeft
genomen.
Uit het Italiaansch.
2)
Signalen voor den dagsignalen voor
den nacht; berichten in eene onbe
kende taal, die van de bergen naai
de valleien, van de valleien naar de
bergen, van de ééne hoogte naar de
andere gaan boodschappen over ge
bracht door kinderen, vrouwen en
oude lieden; vlammen, rook, alles
wordt daartoe gebruikt; alles is voor
uit afgesproken, opdat de roovers toch
dadelijk bericht zouden krijgenvan
de bewegingen der soldaten. Ge zult
een hondeleven leiden, zonder iets
uitterichtenZiet ge dien ar
men soldaat, en hij wees naar
een miltzuchtigen korporaal, die zoo
geel zag als eene kwee, en met een
slependen tred voorbij kwamkijk,
zóó zullen er binnen twintig dagen
al uwe bersaglieri uitzien, als ze dan
niet in' dat gebouw zijn, daar, op
den top van den berg.
„Wat is dat voor een gebouw?"
,,IIet militaire hospitaal, dat vol
koortslijders is, en dat er eiken dag
eenigen naar 't kerkhof zendt."
„Welzoonuwe zullen eens zien,"
riep de luitenant heel wijsgeerig uit,
„en de meisjes, hoe zijn die?"
,,De meisjes, wel, die hebt ge nooit
mooier gezien; prinsessen van het
schoonste Grieksche type; elegant,
met haar fraai kostuum, toch zijn zij,
in zeker opzicht het volmaakte beeld
van dit, door de zon begunstigde land."
„Wal meent ge?"
„Steek uw neus eens in de lucht
zooals een jachthoud dat doet in de
struiken."
„Welnu?"
„Welnu, wat ruikt ge?"
„Een heerlijken geurals
van oranje bloesem, en
„Crescendo."
Vrijdag avond 29 Dec. j.l. waren tal
van muziekvrienden in de groote concert
zaal der Vereeniging bijeen, om de eerste
uitvoering der Mannenzangvereeniging
„Crescendo", bij te wonen. Door het goed
gekozen programma en de uitstekende
uitvoering verwierven directeur en execu
tanten herhaaldelijk de welverdiende be
wijzen van goedkeuring der aanwezenden.
De heer Andriessen bewijst steedsdat hij
een zeer goed directeur isen heeft boven
dien het geluk vele goede zangers onder
zijne leden te tellen. Geen wonder dus,
dat de vijf koormunmers buitengewoon goed
werden gezongen: fijne nuanceering, be
schaafde toon en zuiverheid streden om den
voorrang. Biet alleen trokken de koren
aan door de wijze waarop zij ten gehoore
werden gebrachtmaar de nummers zelf
waren reeds in staat het publiek te boeien.
In de eerste plaats was het de „Columbus"
van den heer Andriessendie de bizondere
aandacht verdiende. Dit toonwerk voor
koor en solo's met pianobegeleiding is eene
lieve, frissche compositie, van het begin
tot het einde voelt men er zich door aan
getrokken zoowel koren als solos zijn voor
allen begrijpelijk. Ook de pianobegeleiding
beviel mij uitstekendhoe geschikt zou
dit accompagnement zijn om voor orkest
te worden bewerkt.
Als solisten in dit nnmmer traden de
heeren Blauwaert en Bien opheiden be
kenden in Haarlem. Dat de heer Blauwaert
nieuwe lauweren behaalde behoeft nauwe
lijks gezegd; zijn krachtigfraaisympa
thiek geluid en goedeeigenaardige voor
dracht sleepten ons geheel mêe. De heer
Biendie de tenorsolo's had op zich geno
men, beviel over 't algemeen niet; zijn stem
en voordracht voldoen ons trouwens nooit,
maar genoeg. hij is dillettant.
De jongeheer Andriessen uit Hilversum
die de pianopartij vervulde, gaf daarin
blijken van de goede vorderingendie hij
onder leiding van den heer Hol maakt.
Luide bravo's eu een lauwerkranswaren
de welverdiende hulde aan den componist en
directeur gebracht. We wenschen den heer
Andriessen geluk met de goede ontvangst
zijner compositie, en spreken een woord van
lof voor de executantendie zooveel tot
het welslagen der uitvoering bijbrachten.
„Een geur van
„Nu we hebben elkaar begrepen;
zoo zijn de vrouwen, de mannen,
het land in deze streken, zoo wat het
physiek, als't moreel betreft, behalve
de kasleelen en de woningen der
aanzienlijkenwelke hierop eene uit
zondering maken.
„Goed!" hernam debersagliereen
de wegen?
„De groote tveg naar Reggio, en
dan, hooger op nog een weg, dat is
allesverder zijt gij vrij om patrouil
les te zenden langs de bedding dei-
rivier; om't spoor der roovers te
volgen, om de kruiswegen op de
hoogten en in de bosschen op te zoe
ken en om u al tastende een weg
te banen door het kreupelhout, en
de prachtige, wuivende boomvarens."
„En het eten?"
„Het zal moeielijk zijn om eene ge
regelde tafel te hebben, daar ge
niemand zult vinden, van wien gij
hel benoodigde daartoe zult kunnen
koopen. Het beste zal zijnom maar,
heel familiaar mee te eten met den
man bij wien gij ingekwartierd zijt,
zonder u met de vrouwen te bemoeien.
Ossenvleeschzult ge bijna nooit op
tafel zien, maar wel schapenvleesch,
malsch lams- en geitenvleesch, en
wildgroentenvruchten en goe
den wijn krijgt ge in overvloed; ook
zal het u niet aan ingemaakte vruchten
ontbreken. Maar kijk eens daarheen,
de fortuin is u waarlijk gunstig; daar
is al een troepje van onze landskin
deren."
„Waar?"
„Daar, in de verte; wacht even tot
zij hierheen komen."
Kort daarop verschenen eenige
boeren, welke hunne magere, ruige,
OHgeroskamde, paarden bij de hal
sters voorttrokken; de dieren schenen
echter vast te staan en hadden leven-
I dige oogen. De mannen droegen het-
Behalve de solo's in Columbus, zong
de heer Blauwaert nog drie liederen
waarmee hij zeer veel bijval inoogstte,
zoodat hij, aan de luide toejuichingen gehoor
gevende, nog een lied ten beste gaf.
Mejuffrouw Dina van Rozendael sopraan
zangeres uit Botterdamis eene noviteit
in de kunstenaarswereld. Begaafd met eene
zwakke, maar lieve stemeven zuiver als
helder, draagt zij hare liederen eenvoudig
en met gevoel voor. De aanwezenden gaven
blijk hunner ingenomenheid met hare voor
drachten in een daverend applaus, waarvoor
zij tot aller genoegen met een lied dankte.
Beide solisten werden door den heer An
driessen op eene uitstekende wijze begeleid.
Ten slotte een woord van dank voor de
uitstekende uitvoering, die deze Mannen
zangvereeniging haren leden aanbood.
Gambetta.
De dood van dezen rijkbegaafden rede
naar, den onwankelbaren dictator van
1870/71, is van zelf aanleiding om eenige
feiten uit zijn leven kortelijk in herinne
ring te brengen.
Léon Gambetta werd den 30n October
1838 te Cahors geboren en was van Ita-
liaansche afkomst. Hij studeerde vlug,
zoodat hij zich reeds in 1859 als advocaat
te Parijs kon vestigen. Behalve door een
politiek proces in 1862, vernam men in de
eerste jaren weinig van hemtotdat op
eens, in het begin van 1869, zijn naam
wereldbekend werd door zijne welspre
kende verdediging van de aangeklaagden
wegens het brengen van een hulde aan
Baudin op den 2n December.
Die vermaardheid bezorgde hem bij de
eerstvolgende verkiezingen in 1869 een ze
tel in het Wetgevend lichaam, waartoe
hij zoowel te Parijs als te Marseille geko
zen werd, als vertegenwoordiger der „on-
verzoenlijken." Als zoodanig wilde hij
ook genoegen nemen met de pogingen
tot hervormingen, welke Napoleon in
het begin van 1870 onder Emile Olli-
vier wilde invoeren. Hij bleef oppositie voe
ren, en trad na de omwenteling van 4 Sep
tember als Minister van Binnenlandsche
Zaken op in het Yoorloopige Republi-
keinsche Bewind. Na de insluiting van
Parijs door de Duitsche legers, deed hij
zelfde kostuum als de andere Cala-
'breezenmaar de vrouwen waren
anders gekleed.
Men kan zich niets sierlijkere en
eenvoudigere, maar tevens prachtigere
verbeelden.
Een wijde rok van rood laken,
met een gouden boordsel; een laag
uitges eden, met goud geborduurd
lijfje, van voren en van achteren met
eene punt, hetwelk de borst onbe
dekt liet; daaronder een open hemd,
waarvan de borst en de hals versierd
waren met eene ruime, gerimpelde
strook, van eene fraaie dunne stof,
en daarover eene soort van souaven-
vestje met stiksels, en gouden bor
duursels langs de naden.
De officier der bersaglieri richtte
zich plotseling optoen hij het mooie
meisje, met die schilderachtige klee
ding zag voorbij komen. Zij was eene
brunette, met golvend haar, levendige
oogen, eene fraaie gelaatskleurkers-
roode lippen, en den gang van eene
antieke walerdraagster; het geheel
had iets liefelijks en majestueus tevens.
„Hoe schoon!" zeide hij.
Ook het meisje zag hem in het
voorbij gaan aan.
„Dit is 't mooiste meisje uit de
geheele streek zij is heel ongenaak
baar en trolsch, doch tevens heel
braaf; niemand heeft ooit door gebeden
of geschenken hare beschroomdheid
kunnen overwinnen. Daarbij geloof
ik, dat zij eene uilzondering is, op
hetgeen wij zoo even zeidenwant
zij is net een hermelijnlje, altijd even
zindelijk. Alleen oranjebloesemweel
ge, zonder
„Hoe heet zij, waar woont zij?"
„Ha! zoo, bersagliere, gaat genu
reeds den aanval wagen? Ik
heb haar meer dan eens te Cerzeto
gezien, zij woont ergens in eene
woeste streek van het boschtusschen
Cerzeto en San Martino, maar ik weet
niet, hoe zij heet. Zij stamt af van
den gevaarlijken toeht per luchtballon,
om te Tours en te Blois de verdere ver
dediging van het land te besturen. Met
onverzettelijken ijver spande hip zijne
krachten in om nieuwe legers te doen
ontstaantotdat hij na de overgave van
Parijszich gezoodzaakt zag het hoofd
in den schoot te leggen en afstand te
doen van zijn gezag.
Onder het bestuur van Thiers, liet
Gambetta betrekkelijk weinig van zich
hoorendoch na den coup-iTetat van
Mac-Mahon op 16 Mei 1877 trad hij
weder als woordvoerder van de oppositie
op, en het succes der Republikeinsche
partij bij de verkiezingen van dat jaar
was voor een groot deel aan den invloed
van zijn woord te danken.
Bij de benoeming van Grévy tot Pre
sident der Republiek, werd Gambetta
tot Voorzitter der Kamer gekozenwelk
ambt hij bleef vervullen tot aan zijn
optreding als Minister in het najaar van
1881. Dat Ministeriewaarop groote
verwachtingen gevestigd warenis echter
gelijk men weet slechts van korten duur
geweest. Na het mislukken zijner pogingen
tot invoering van den Scrutin de liste
(Gambetta's lievelingsdenkbeeld) trad hij
af en werd vervangen door het Ministerie-
I de Freycinet. In de laatste maanden van
zijn leven steunde hij het kabinet-Duolerc
hetwelk aan de Freycinet was opgevolgd
HH. MM. de Koning en de Ko
ningin met Prinses Wilhelmina zijn Vrij
dagmiddag van het Loo te 's Gravenhage
teruggekeerd. Maandag heeft de gewone
Nieuwjaars-receptie ten hove plaats gehad.
De Eerste Kamer is vergaderd ge
weest om het hoognoodige af te doen.
Ging alles zooals het behoorde, dan
moest natuurlijk de geheele Staatsbe-
grooting met den eersten dag van het
nieuw begonnen jaar door de beide Ka
mers zijn behandeld en goedgekeurd, en
het fiat executïo uitgesproken zijn. Men
is er in Nederland al aan gewoon geraakt,
I dat dit nooit plaats heeft. Het onderzoek
eene goede familie, die in verval is
geraakt, en zij beeft al de fierheid
van de afstammelingen van de be
roemde helden van Scanderberg, wel
ke hier, eene schuilplaats hebben ge
vonden. Meer kan ik u echter niet
van haar vertellen."
Hier kwam de oppasser van den
bersagliere hem zeggen, dat zijne
kamer gereed was. De beide officieren
namen afscheid en wenschten elkander
goede reis.
„Welk een verrukkelijk schepsel,"
zeide de nieuw aangekomene in zich
zeiven, „wat is zij schoon!"
Den volgenden dag, tegen drie
uren iu den morgentrok de compag
nie der bersagliere de vallei van Crali
door, altijd den grooten weg volgende.
Dat schilderachtige dal, en de schoone
gezichten gaven aanleiding tot meni-
gen kwinkslag, maar toch maakte 't
geheel een vrij somberen indruk
daar men geen mensch ontmoette.
De velden waren verlatengeen ge
zang van landbouwers, geen gelui van
klokken, geen geloei van vee, geen
geraas van werkliedengeene wonin
gen. De dorpen schenen aan de hel
ling te hangen, als de nesten van
roofvogels, of de dreigende kasteelen
van roofridders.
„Welk een prettig land!" riep een
i bersagliere met een Milaneesch accent.
„Madonna! bij ons is't nog veel
vroolijker op het kerkhof!" riep er
een uit Brescia. „Het lijkt hier wel 't
land van de Sabynsche tooveresmet
ijzeren zolen, en een ijzeren helm,
marscheeren wij, en zien nergens
huis of hut; we marscheeren en we
ontmoeten overal hagedissen en adders,
maar geen enkel menschengezichl."
„Nu, kijk eens!" riep een ander
naar een niet verwijderd punt wijzende,
„daar zijn menschen."
„O! welk eene ontmoeting, Itali-
aansche broeders!"
Wordt vervolgd