„Weten en Werken,"
I n C a I a b r i
N ieu wsbericht en.
en ten slotte, vooral ook dat er geen aan
stalten gemaakt worden tot het vertrek
voor het concert is afgeloopen. Het opstaan,
stoelen verschuiven enz. onder het laatste
nummer is immers hinderlijk voorden solist
en voor de omgeving waarin men zich
bevindt. Deze misbruiken zijn strijdig tegen
de etiquette, en begaat men niet eene
onbeleefdheid door te zondigen tegen de
vormen der wellevendheid?
Op Maandag 5 Febr. trad in bovenge
noemde Vereeniging als spreker op de Heer
van der LeyDitmaal was het een voor
dracht op natuurkundig gebieddie door
verschillende proeven zou worden verdui
delijkt, waartoe tal van instrumenten ge
reed stonden.
Nadat eerst werd gewezen op de ver
gankelijkheid van al wat bestaat en de
kortstondig/leid van het bestaande werd
aangetoondmerkte spreker opdat veel
al een nieuw leven geboren werd door de
vernietiging van het bestaande. Als voor
beeld werd gekozen wat daarvan was waar
te nemen in de insecten-wereld.
Als vierde kenmerk van alle leven werd
genoemd het rusteloozede voortdurende
beweging, die overal kan worden waarge
nomen en wat zich alle leven als voor
waarde stelt. Die beweging kon men na
tuurlijk zeer gemakkelijk zien bij som
mige voorwerpendie zich in één richting
voortbewegen: een hollend paardeen
vliegende vogelenz. Ook zelfs bij groo-
tere snelheden als van een vallend li
chaam. Maar voorwerpen met teruggaande
bewegingen waren somtijds niet zoo ge
makkelijk waar te nemende oorzaak daar
van bestond in de verbazende snelheid,
waarmede elke beweging werd uitgevoerd,
en in den regel trillingen genoemd wer
den. Juist deze trillingen waren het die
zóó snel elkander opvolgden, dat het geluid
voortbracht wat ons gehoorvlies kon waar
nemen. Het geluid van een in trillende
beweging gebrachte stemvork, die 440
trillingen deed in een secondegespannen
snaren enz. gaven hoorders daarvan het
bewijs. Verder tot nog grootere snelheid
in beweging komende, werd aangetoond
hoe de verschillende gassen in een ondenk-
baren korten tijd eene onmetelijke ruimte
doorliepen en warmte veroorzaakten die wij
aan ons lichaam duidelijk konden waar
nemen.
Vervolgens werd medegedeeld de snel
heid der bewegingdie plaats had bij de
voortplanting van het licht, dat van de
maan (1% seconde) de zon (8% minuut)
en van Jupiter (52 minuten) noodig
had om tot ons te komen. De lezing
werd besloten door eenige zeer schoone
en welgelukte electrische proeven, waar
mede spreker aantoonde de verbazende snel-
Uit het Italiaanscb.
12)
„Je zoon dreef een ellendig hand
werk. Als je nog meer zoons hebt,
hoop ik dat je hen op een beteren
weg zult voeren.
„Ik heb er geen meer eccellenza.
Een van de drie was naar de bergen
gegaan, hij verried de bende aan de
soldatenen werd uit wraak vermoord
door twee roovers, die niet gevat
warende tweede kwam te Gaëta in
een oproer om hel levenden derden
hebt gij gisteren laten doodschieten.
Ik beklaag er mij niet over, maar ik
kan gerust zeggen en bij deze
woorden stond hij driftig op dat
er slechts recht is tegen de armen;
de groote heeren, die ons de gemeen
tegronden ontnomen hebbenzijn niet
gestraft, daaraan heeft nooit iemand
gedacht.
„Wacht maar tot het nationale goe-
vernement behoorlijk geregeld is, en
't recht zal voor allen gelijk zijn."
„God geve het; ik zou de soldaten,
die mij gisteren mijn zoon hebben
doodgeschoten, de handen en voelen
kussen, als dat gebeurde," en hij
bukte, om de planken weer op te
nemen.
De officier gaf den armen man een
gouden napoleon. Deze nam 't geld
aan met een: „God zegen u!" door
den luitenant geholpen laadde hij zijne
vracht weer op, en volgde het pad,
heid van beweging die daarbij plaats vond.
Hoe moeielijk bet ook is om voor bet
meerendeel onkundigen in een kort tijds
bestek zulk een omvangrijk onderwerpi
duidelijk te makenwist den Heer v. d.
Leij dit meesterlijk te volbrengen; dit
bewees vooral de gespannen aandachtdie
gedurende de lezing bij de hoorders was
op te merken.
Zondagavond te half negen uren is
de sneltrein, die te 7.45 uit den Haag
vertrokken was, bij bet station Yeenenburg
in botsing gekomen met een goederentrein.1
Op het onverwachtst volgde een zoo
hevige stoot van de beide locomotieven tegen
elkander, dat de stoker B. van de machine
viel. Door een der wagens getroffenwas
hij bijna onmiddelijk een lijk.
Geen der reizigers werd ernstig gekwetst,
ofschoon enkelen door stukken hout, die
van de verbrijzeld wordende portieren naar
binnen geslingerd werden, lichte verwon
dingen bekwamen. De treindie te 10.16
te Veenenburg ophoudt, de eerste dus,
die na het ongeval passeerde, nam allen
op, en in plaats van te 9.10 kwamen zij
te 11.1 uren alhier aan.
Omtrent de oorzaak van het ongeval
bestaan twee lezingen. "Volgens de eene
is het te wijten aan de omstandigheid,
dat de van Rotterdam komende goederen
trein, die op een zijspoor terug moest
rijden om den sneltrein te laten voorbij
gaan hiermede te lang getalmd heeft,
terwijl anderen meenendat de stationschef
te Veenenburg het veiligheids-signaaldat
het station gepasseerd kon worden, te vroeg
gegeven heeft.
Aan het materieel van machines en wa
gens is vrij wat schade toegebracht. Genees
kundige hulp was aanstonds aanwezig.
Zaterdag is te Bloemendaal het lijk
gevonden van een onbekend manspersoon,
naar gissing 26 jaar oudmet bruin krul
lend haar en zonder baard, gekleed met
zwart zijden pet, blauw katoenen das,
donkere jasengelsch lederen broek, bruine
kousen en roodkleurige pantoffels, blijk
baar timmerman van beroep. Het lijk is
naar het lijkenhuis op de begraafplaats
te Overveen gebracht.
Alweder heeft op den openbaren weg,
onder de gemeente Huibergen een aan
randing plaats gehad. Ditmaal werd een
kind met een vogelkooiop weg naar haar
grootmoeder te Esschendoor een haveloos
gekleed persoon overvallenvan de kooi
en een omslagdoek beroofd en herhaalde
lijk gedreigd. De marechaussees zijn onmid
delijk in verschillende richtingen uitge
reden, om den booswicht te achterhalen.
dat de vrouwen hadden ingeslagen,
terwijl de luitenant nog lang den ouden
man nakeekdie wankelend voortliep
met zijn treurigen last. Hij herinnerde
zich, dat hij eenige weken vroeger, in
het secretariaat van de Consiglio d'In-
tendenza, ergens in Calabrië de gedruk
te minuut gelezen had van een vonnis,
dat den datum droeg van den lsten
September 1849; een vonnis dat nooit
was ten uitvoer gelegd, en waarvan
hij het volgende in zijn album geschre-
van had:
Namen van hen, die zich weder
rechtelijk de gemeentegronden hebben
toegeëigend.
(hier volgden eenige namen).
In hetzelfde stuk stond aangeteekend
dat eenigen vroeger als Syndici, stuk
ken geteekend hadden, waarbij aan
de gemeente diezelfde gronden, wer
den verzekerddie zij zich later toe
eigenden.
Op deze gemeentegronden mochten
de armen der gemeente hun vee wei
den hetwelk een groot voordeel was
in eene streekwaar weinig gebaan
de wegen waren, en de transportkosten
dus groot voor alle voortbrengselen,
behalve voor het vee, dat zich zelf
transporteerde.
Denkende aan de inhaligheid der
vorsten, baronnen en groote landei
genaars, aan de onwetendheid der
landbouwers, aan de fleren geest der
bergbewoners, aan de ongelukkige
geschiedenis van dat zuidelijke Italië,
altijd onrechtvaardig behandeld door
zijne beheerschersen aan het domste
bijgeloof, ten prooibegreep hij beter
Donderdag 17 Januari werd de
kapitein van den stoomsleepdienst te Kui
lenburg te Arnhemwaar hij voor anker
lag, vermist. Hij wasmeende mendien-
zelfden avond verdronken. Een premie werd
uitgeloofd voor wie het lijk mocht vinden.
Vier dagen werd dag en nacht gevischt,
en eindelijk kwam de vermiste kapitein
te Rotterdam in levenden lijve boven water.
Te Luik is er sprake vande Uni
versiteit te sluiten, omdat de typhus in
die stad geducht heerscht, en de directeur
van de opera is voornemens den schouw
burg te sluiten, omdat het publiek toch
niet komt. Van 1 tot 27 Januari stier
ven te Luik 405 personen tegen 235 in
dezelfde periode van 1882.
Van 1876 tot 1880 begingen in
Frankrijk 198 jongens en 40 meisjes be
neden den leeftijd van 15 jaren zelfmoord;
200 van deze zelfmoordenaars waren nog
geen 12 jaar oud; 21 tien of elf, en 6
nog geen negen jaar. De jongste zelfmoor
denaar was een 7jarige Miss. Ada M.
Leigh. De directrice eener weesinrichting
te Parijs, die deze opgaven deed, tot
aanvulling van de beschouwingen van de
Times over de ontvolking van Frankrijk
voegt er bijdat geen land eigentlijk ge-
doogen moest, dat zijn geschiedenis werd
bezoedeld door eene bladzijde, waarop een
kinderzelfmoord wordt vermeld. Want men
schrikt terug voor 't denkbeelddat een
kind door angst of vertwijfeling zoover
wordt gedreven, om op 7jarigen leeftijd
de hand aan zich zelf te kunnen slaan.
Dezer dagen overleed te Madridop
een armoedig kamertjen, de gewezen ban
kier Salamanca, eenmaal de rijkste man van
Spanje. In de dagen zijner glorie wierp
hij het goud met volle handen weg. Me
nigmaal, als den voorstelling in de schouw
burg was afgeloopenliet hij de zich ver
wijderende menigte d. w. z. de voorna
me menigte noodigenmet hem te soe
peeren. Alsdan werd het scherm opgetrok
ken en zag men op het tooneel een over
vloedig voorziene tafel. In zijne woning
ging het nog verkwistender toe. Wanneer
gasten bij het spel groote verliezen leden,
konden zij uit gouden vazenmet goud
stukken gevuld, hun schulden betalen.
Er was wel is waar een boekwaarin de
geleende sommen werden opgeschreven
maar dat was pro forma. Zoo iemand dan
mogt zeker Salamanca aan het einde zijns
levens zich zeiven het Sic transit gloria
mundi toeroepen.
De National-Zeitung bevat een brief
uit Siberië van een Russieschen politie-
ken gevangene, waarin ijselijke bizonder-
heden betreffende mishandelingen te Mu-
rinks ondergaan, vermeld worden. Nadat
8 gevangenen gevluchtdoch terugge
bracht warenwerden al de overigen om
die eeuwenheugende plaag der struik-
roovers, en geroerd door de ellende
van dat arme volkvoelde hij tranen
in zijne oogen opkomen.
„Heb je medelijden met die arme
menschen, luitenant?" hoorde hij eene
stem dicht bij zich zeggen.
Hij keek op, om te zien wie dat
gezegd haden zag de schoone Arge-
nida eenige schreden van zich af slaan.
Hij wilde haar antwoorden, toen zij
weder vroeg:
„Waar zijn de soldaten?
„Welke soldaten?"
„Weljou soldatende bersa-
glieri."
„Te Cerzeto, waarom."
„Ben je dan hier alleen?" vroeg
het meisje angstig.
„Geheel alleen; ik ben maar
eens gekomen om u op te zoeken,
omdat
„Wel drommels! hoe onvoorzichtig,"
riep het meisje uittoen ging zij naar
hem toe, en greep hem bijdehand,
zeggende: „Kom gauw, om Godswil
en spreek toch geen enkel woord."
Hij bood geen weerstand, hij dacht
aan geene roovers; hij gevoelde zich
gelukkig, omdat hij door dat schoone
kind werd voortgeleid.
Zoo kwamen zij aan den bergrug
waar hij den vorigen avond geweest
was. Zonder de hand van den officier
los te laten, liep het meisje vastberaden
de helling af, onder de ineengegroeide
takken van jonge kastanjes en hage-
De boeren in de Zuidelijke provincies
spreken iedereen aan met tudat overeen- j
komt met ons je.
politieke redenen gekerkerd en, 84 man
nen en vrouwen's nachts half naakt met
geweld van hunne legersteden gehaald
en aan ketenen gelegd. Vervolgens plun
derden de kozakken wat die lieden beza
ten. Aan vrouwen en mannen werd de
helft van het hoofd kaal geschoren. Allen
werden naar een andere gevangenis vervoerd
en daar moesten zijzieken en gezonden
bij elkaar, 15 dagen ongewasschen in zeer
enge cellen op den grond en in ketenen
geklonken slapen. De goeverneur gelastte,
dat de rantsoenen spijs verminderd moesten
wordenten einde dit waren zijn eigen
woorden de gevangenen langzamerhand
den hongerdood zouden sterven.
Naar men uit Vlissingen meldt, heb
ben weder twee loodsen den dood in de
golven gevonden. Den lOden Januari gin
gen zij met de kof De Hoop, van Delf
zijl naar zeeen daar zij door slecht wèer
niet afgehaald konden wordenvoeren zij
meê. De kof, die bestemd was naar Sout
hampton is daar niet aangekomendoch
te Harwich zijn gedeelten van het schip
en zijne lading aangespoeld zoodat waar
schijnlijk degeheele bemanning is vergaan.
De loodsen laten weduwen en zeven kin
deren na.
Men zal op de Koloniale tentoon
stelling te Amsterdam kennis kunnen ma
ken met een Dajaksch echtpaar, dat uit
Deli daarheen wordt gezonden. Den lOden
dezer maand zal met het stellen van den
gevel, vlak achter den doorgang in het
Rijksmuzeum, een begin worden gemaakt.
De olifanten, die de zijden torschen zijn
reeds uit de fabriek afgeleverd. Op dat
tijdstip zullen alle gebouwtjens en loodsen
van de aannemers van het muzeum zijn
verdwenen. Naar gemeld wordt, zal Belgie
de grootste plaats op de tentoonstelling
innemen. Men heeft aan deze natie 9000
M. toegestaan. Nederland zal slechts 5900,
Frankrijk 6000, Duitschland 6000, Enge
land 4000, Spanje 2400, China en Japan
elk 1400 Minnemen. Het vreemdelingen
bureau meldt, dat het op 3 Januari be
schikte over 1259 kamers met 1404 bed
den.
Heimelijk verliet te 's Gravenhage
eene dienstbode haar dienst, met achter
lating van haar koffer. Te Arnhem aan
gekomen trachtte zij door middel van de
politie te 'sGravenhage haar achtergebleven
bezitting terug te bekomen. Terstond na
haar vertrek miste echter hare meesteresse
eenig linnengoed, vond een spaarpot open
gebroken en geledigden kwam tot de slot
som dat het getuigschrift der keukenmeid
valsch was. Zij deed hiervan op hare
beurt aangifteeen onderzoek werd inge
steld, de feiten werden bewezen, en de
oplossing van het vraagstuk is nu aan de
justitie opgedragen.
doorns, en stond niet stil dan toen
zij geheel beneden gekomen was, waar
eene kleine beek stroomdedie onder
groote met struiken bewassen steen
klompen ontsprong. Zij schepten even
adem, en volgden toen, altijd zwijgend,
den loop van het beekje, soms door
't water, als zij niet op den droogen
grond konden gaan. Toen zij dus een
eindweegs gegaan waren, verliet zij
de beek, en nam haar weg linksaf
in een boschje van eikenstruikenen
als de weg het toeliet, liep zij zoo
snel, als eene teedere moeder, die
haar zoon aan een dreigend gevaar
wil ontrukken, bleek, angstig, onver
moeid. Gedurig keek zij naar den berg
aan de linkerzijdeen luisterde onder
'tloopen, alsof van dien kant het
gevaar dreigde. Eindelijk bleef zij onder
een grooten eik staan, de officier
wilde haar glimlachend iets zeggen,
maar zij wees hem om zich stil te
houden, door hem de hand op den
mond te leggenen bracht hem toen
voorzichtig aan den zoom van het
bosch, waar een voetpad, door de
droge bedding eener beek gevormd
naar beneden liep; daar liet zij einde
lijk zijne hand los, plaatste zich met
hem achter een boomstam, en gaf
hem een teeken, om in zekere richting
te zien. Het boschwaarin zij zich nu
bevonden, lag beneden dat, waarin
de officier het meisje vroeger ontmoet
haduit hun schuilhoek zagen zij den
hoogen overhangenden bergrugvier
gewapende roovers vertoonden zich
daar in de hoogte, die samen praatten
;en oplettend rondkeken.