In C a I a b r i \s voorkomen. Eene vrouw, uit MeppéV, had zich op de rails neergelegd, op het oogenblik dat de trein naar Zwolle om streeks 5 uur het station verliet. De wach ter kon nog juist bij tijds door zyn sinjaal den trein doen stoppen en daardoor een menschenleven van een anders wissen dood redden. Uit Amsterdam wordt gemelddat daar een nauwkeurig onderzoek ingesteld wordt naar den toestand van het Westeiyk Viaduct naby het Centraal-hulpstation. Men vreest, dat eene totale afkeuring van geioemd Viaduct zal volgen. Eene behoeftige vrouw uit Leiden tegen wieop last van den Kommissaris van Politie aldaarby na dagelijksen in't geheel 13 maal procesverbaal was opge maakt ter zake van het zonder toezicht op de straat laten losloopen van haar kind een meisjen van 9 jaar, dat niet wel by het hoofd was en het den voorbijgangersdie zij meestal met vader of moeder aansprak en bij de kleêren vasthieldlaBtig maak te stond voor de Arrondissements-Kecht- bank te 's Gravenhage terecht. De Leidsche Kantonrechter veroordeelde de moeder van het ongelukkige kind wegens het niet be hoorlijk uitoefenen van toezicht op een krankzinnige, maar, op het kassatie-beroep van beklaagdevernietigde de Hooge Raad deze uitspraak op grond dat het bestaan van krankzinnigheid was aangenomen op gissingen en niet waarneembare feitenen derhalve niet steunde op rechtstreeksche bewijsmiddelen. Voor de rechtbank had nu een nieuw getuigenverhoor plaats. De ge neesheer K.onder wiens behandeling het kind was geweest, verklaarde, dat het lijdende was aan idiotisme, gepaard met aanvallen van krankzinnigheid van geen kwaadaardigen aard. Ook de op nieuw ge hoorde politiedienaren meldden, dat het meisjen op de straat wel lastig, maar niet gevaarlijk was. Ondanks de daartoe bij armenverzorgers, diakenen en autoriteiten gedane etappenwas het den ouders tot dusverre niet gelukt, hun dochtertjen in een gesticht geplaatst te krijgen. De moeder voegde er aan toedat zij blijde wasindien het stompzinnige kind op straat zwierf, omdat het meisjen thuis alles het onderste boven wierplucifers aanstak en tabak at. Des nachts moest het meisjen meteen touw, aan een kram in den muur bevestigdin toom gehouden wordenzoo rusteloos was de werking der zenuwen. Aanst. Maandag zal de Rechtbank uitspraak doen op den eisch van het O. M. volgens 't welk de moeder voor het zonder toezicht laten rond zwerven van deze krankzinnige of daar- meê gelijkgestelde aansprakelijk wordt gesteld, en tot 13 geldboeten 3 ver oordeeld. Het gerucht dat de voortvluchtige P. die uit de kas van zijn patroons, de heeren Havelaar Zn. te Rotterdam 5000 ontvreemdde, met eene 18jarige Delftsche buffetjufvrouw op de Cimbria had plaats genomen naar Amerika en onder de slacht offers behoordeis niet officieel bevestigd. De justitie is hem nog altijd zoekende. Door den heer A. van Vlijmen, stukadoor te 's Gravenhageis een adres gericht aan de Tweede Kamer, waarin verklaard wordt: dat door den aannemer der koninklijke stallen, den heer B. P. Schippers, een aantal afwijkingen zyn ge pleegd van het bestek, allen strekkende ten nadeele van het werk. Twee der belang rijkste afwijkingen zynhet maken van een beerput in den tuin van het paleisinstede van het maken van het voorgeschreven ri ool, en het gebruiken van zoogenaamd roo- de, in plaats van harde steen voor de funda menten. De hoofdopzichter die het toezicht moest houdenP, C. Oosthoek, was meestal elders met het toezicht op andere werken, of als bode van Delfland bezig. Van een en ander is reeds vroeger zoowel door adres sant als door den onderbaas van den aan nemer Schippers, A. Vermeulen, aan den Min. van Pin. kennis gegeven, 't geen echter geen gevolg heeft gehad. Bereidde feiten door aanwijzing ter plaatse te bewijzen, wendt adressant zich tot de Tweede Kamer met het eerbiedig verzoekdat het haar moge behagen by Z. M's Regeering op verantwoording aan te dringen van de wijze waarop 's Lands gelden in deze zyn aan gewend, en, mocht zy zulks geraden achten, dien aangaande een onderzoek in te stellen. Door Scheveningsche visschers is uit zee opgehaald een stuk ijzeren reeling, hoogstvermoedelyk van de verongelukte monitor Adder afkomstig. Het werd ten minste opgevischt op de plaats waar die gezonken is. In het Hotel Mille Colonnes op het Rembrandtpleinte Amsterdam had in den nacht van Dinsdag op Woensdag een ernstig ongeval plaats, dat, wonderlijk genoegtoch nog betrekkelijk gelukkig en vrij komisch afliep. Twee Utrechtsche studenten hadden er hun intrek genomen, waarvan, zooals later bleek, een aan som- nabulisme leed. Deze stond 's nachts op en meenende een deur open te doen die tot den corridor toegang verschafte, opende hij er eene die uitkwam op een overdekte binnenplaats; by tuimelde, toen by er uitstapte, van drie verdiepingen hoog naar omlaag. Er schijnen op die binnenplaats voorwerpen gestaan te hebben, waartus- schen hij is neergekomen, en waardoor zyn val gebroken werd, althans in plaats van doodelyke kwetsuren, beliep hij slechts eenige betrekkelijk geringe schrammen. Zyn val schijnt hem dan ook zóó weinig gedeerd te hebben dat hy kort daarop weer is opgestaan, en in de keuken beland de, waar hij zich op de richtbank heeft neergevleid en spoedig weer in diepen slaap is gevallen. Zoo vonden de meiden hem 's morgens, die, hoewel uit zijn pro fond négligé by eenig nadenken licht het tegendeel zou zyn op te maken geweest, in hare verbijstering hem voor een inbreker hebben aangezien en onder luid hulpgeroep er al vast op los zyn gaan ranselen. Spoedig helderde zich nu het geval optoen onze somnambulist door deze onzachte aanra kingen eindelijk weer tot bewustzijn kwam en verzekerde dat hy een logé was, die zelf niet weinig verwonderd was dat hy zich, en dan wel in dien toestand, onder het keukenpersoneel bevond. Tableau In den tuin van den landbouwer Bening te Noordbrage, gem. Emmenis een hol of kelder gevonden van 7 M. lang en 2M. diep, geheel en al van kleisteenen gemetseld en blijkbaar van hoogen ouderdom. Er zyn steenen by van meer dan 700 kilo gewicht en 't geheele aantal bevat wel 80 wagen vrachten. Een gang van bijna 2 M. lengte geeft toegang tot het holwaarin zichbe halve een aantal steenenook eenige aarden kruikjes, oud yzerbeenderen enz. bevon den. Waartoe dit hol gediend heeftis nog niet gebleken. Als het waar is wat van het nieuwe kunst-ivoor wordt gezegd, dan zal het echte elpenbeen waarschijnlijk spoedig geheel verdrongen worden. Dat nieuwe kuust-ivoor wordt gemaakt van aardappelen. De bewerking er van is zeer eenvoudig en onkostbaar, maar vereischt eenige kleine voorzorgen, die de uitvinder wel zoo wijs is voor zich te houden. In hoofdzaak komt de bewerking hier op neder. De aardappel wordt geschildgewasschen inwaterdan geweekt en gekookt in verdund chemisch zwavelzuur. Daarna gewasschen met warm en koud water. Eindelyk zeer langzaam gedroogd. De aardappel is door deze bewer king hard geworden en gelijkmatig van dichtheid. Dit kunst-ivoor is geelachtig wit, hard en veerkrachtig en geschikt materieel voor draaier en figuursnijder. Het Parlements-gebouw te Londen zal binnenkort in alle gangen en trappen verlicht worden met gloeilampen van Edi son. Tegelijk zullen verscheidene andere Rijksgebouwenkazernes enz. op de zelf de wijze worden voorzien, allen volgens het systeem-Edison. Tegelijkertijd ontving de deken van het consulaire corps te Shangai een schrijven van den Chineeschen Gouverneurom aan te dringen op het wegruimen van de elec- trische lampen in en nabij het vreemde, lingen-kwartier. De mandarijn is volgens dat schrijven ten hoogste bevreesd voor allerlei rampen, die het noodzakelijk ge volg moeten zijn van het veranderen van den nacht in den dag. Eene geldelijke bijdrage van de rederijkerskamer te Tholen werd door de Hervormde diakonie aldaar geweigerdom dat deze van „zulk" geld niet gediend is. Wat een godzalige diakonie! DeTholen- sche rederijkers zullen nu wel geleerd heb ben voor wie zy hunne paarlen niet moe ten werpen. Voor het Gerechtshof te 's Her togenbosch stonden dezer dagen te recht een landbouwer uit Haaren en een slijter uit 's Hertogenboschbeschuldigd van medeplichtigheid in smokkelhandel. Ze hadden een arbeider overgehaald omtegen eene belooning van ƒ2,50, met kar en paard spiritus uit Limburg naar den Bosch te brengen. Tweemaal had de man den tocht gedaan waarbij telkens ƒ500 geprofi teerd werd. De derde maal werd zijn smok kelen ontdektkar en paard enz. werden verbeurd verklaarden de man vervolgd tot een boete van ƒ2260,05 of gevange nisstraf bij niet betaling. Zijdie hem den last zouden gegeven hebben, zouden beloofd hebbenalle gevolgen voor hunne rekening te nemenmaar lieten den arbeider tbans aan zijn lot over. Hij klaagde hen aan, legde bescheiden over, die zijn klacht steundenmaar de landbouwer en de slijter die de medeplichtigheid ten stelligste ont kenden zijn door het Hof vrijgesproken. Dezer dagen werd te Kampen een zekere Klaas Guunink verrast met een schrijven van het Ministerie van Finan- cieënwaarin hem bericht werddat hij te veel sukcessierechten in de nalatenschap zijns vaders had betaald en dat hij zich kon vervoegen aan het kantoor der regis tratie om het te veel betaalde in ontvangst te nemen. In opgeruimde stemming begaf G. zich naar de aangewezen plaatsen na aldaar twee oflicieele stukken geteekend te hebbenwerd hem door den ontvan ger één halve cent uit betaald. De teleurgestelde weigerde dit bedrag aan te nemen en schonk het aan den ontvanger. Uit het Italiaansch. 19) (Slot.) Nadat Sauro zijn geweer had afge schoten, was hij naar zijne makkers gesneldom hen tot een dadelijken aanval te bewegen; maar zij waren te zeer verschrikt door de alarmkreten, en toen zij nu nog de soldaten hoor den naderen, en al de bewoners ge wapend naar buiten zagen komen, gingen zij op de vlucht. De aanslag was mislukt. Sauro volgde zijne mak kers. De kapitein snelde hen na, en loste zijn revolver, even als de anderen, doch door overhaasting schoten zij allen mis, en't oponthoud, hierdoor veroorzaakt, was voordeelig voor de roovers. Toch bleven zij hen vervolgen tot zij aan een steilen weg kwamen. Toen zagen zij Asprini, blootshoofds, met zijn revolver in de hand aanko men; hij liep, alsof hij krankzinnig wasdwars door de soldatenen gilde: „Dood! dood doodf' Toen wierp hij zijn revolver de roovers achterna, rukte een bersagliere't ge weer uit de handen snelde in duize lingwekkende vaart de steilte af; dicht bij de roovers gekomen, stond hij stil, en zond den achtersten een kogel in de zijde; daarna liep hij weer door; maar eensklaps raakte hij in de strui ken verward en viel met zijn hoofd tegen een steen. Duizelig en met een bloedend hoofd stond hij op, en vervolgde zijn weg met de soldaten. Aan den voet van den berg was een boschje; de roovers snelden er heenen verspreidden zich dadelijk in alle richtingen. Toen de soldaten er kwamen, was geen hunner meer te zien. De kapitein zond daarop den tweeden luitenant naar het dorp terug, opdat deze het kommando over de achtergebleven soldaten op zich zou nemen, intusschen wilde hij de ver volging voortzetten. Maar 't was alles vergeefsche moeite; den volgenden morgen keerden allen naar Cerzeto terug, zonder iets uitge richt te hebben. Zij werden zeer ver rast door de aankomst van eene kom- pagnie linietroepentevens werd den kapitein een brief van den generaal overhandigd, waarin deze, na met lof gesproken te hebben van de houding der bersaglieri, bevel gaf om Cerzeto, waar zij door linietroepen zouden ver vangen worden, te verlaten, en naar Castrovillari te trekken. Daar moesten zij deelnéraen aan de operaties tegen eene talrijke rooverbende, die zich daar scheen optehouden. Binnen een uur was alles tot het vertrek gereed. Wat Asprini be treft, hij liet alles aan zijn oppas ser over. Zoodra hij terug geko men was in zijne kamer, waar het lijk van Argenida op een rustbed was neergelegd, zette hij zich aan het voeteneinde neder, met de oogen onbewegelijk op dat liefelijk gelaat gevestigdHij scheen gevoelloosver steend en merkte niets van de men- schen, die zwijgend in en uitliepen om dat droevige schouwspel te zien. Tegen tien uur kwam de vader van het meisjeen hij was de eenige wiens tegenwoordigheid Asprini scheen opte- merkende oude man was eerst willens hem met verwijtingen te over laden maar 't gezicht van die stomme smart, zooveel bitterder dan de zijne, ontwapende hem. Om elf uur vertrok ken de bersaglieri, en de kapitein kwam Asprini halendie den grijsaard de hand drukte zeggende: „Tot morgen, of, op zijn allerlaatst, tot overmorgen." Onderweg sprak hij geen enkel woord, te Castrovillari aangekomen, ging hij dadelijk naar zijn kwartier, schreef een verzoek om ontslag en begaf zich weer naar den kapitein. „Mijn plan iszeide hijom naar Cerzeto terugtekeerden, eene bende vrijwilligers te werven, en niet te rus ten voor ik op Sauro en ziyne bende den dood van Argenida Milano gewroken heb. Ik vraag eene maand gewoon verlof." „Maar de minister heeft bevolen, dat er geen verlof zal gegeven worden." „Dan verzoek ik u deze aanvrage om ontslag bij den minister in te dienen." De kapitein zag hem aan, en merkte, dat het vergeefs zou zijn om hem tot andere gedachten te willen brengen. „Houd dat verzoekschrift nog. Tot morgen avond moet gij wachten, dan eerst kan ik u een geleide medegeven naar Cerzeto, want ik wil niet, dat gij alleen gaat. Ik zal het op mij nemen om u voor dezen keer te laten gaan, en intusschen aan den majoor schrijven om een buitengewoon verlof voor u te vragen. Ik meen echter het recht te hebben om van uwe vriendschap de belofte te vragen, dat ge u, voor morgen avond niet verwijderen zult." „Dank u, kapitein, dal beloof ik, op mijn woord van eer. Wil u mij nu toestaan om heen te gaan?" „Jawel, luitenant, ge kunt gaan." Dien eigen nacht moest de kompag- nie naar de hoogten van Campotanesse. Den volgenden avond, toen Asprini zich voor zijn vertrek gereed maakte, kwam er een bode van San Martino, die hem een pakje en een brief bracht. De brief was van den syndicus; hij schreef: „Waarde mijnheer Asprini." Dezen morgenin de vroegteheeft de oude Milano met eenige welgezinde jongelieden de bende van Sauro over vallen bij de brug van Ischia; geen hunner heeft kunnen ontkomen. De oude man, in wien de wensch om zijne Argenida te wrekenal het vuur der jeugd weer had opgewekt, heeft mij verzocht u dadelijk hiervan kennis te gevenhij zendt u zijnen vader lijken zegendat zijn zijne eigen woorden, en smeekt u, voorals nog niet op het dorp te komen, daar 't hem al te smartelijk zou zijn u te zien; verder zendt hij u een lok haar van de arme Argenida, opdat gij eene gedachtenis hebben zoudt van 't meisje, dat u zoo innnig heeft liefgehad. Uw toegenegen vriend N. N. Asprini maakte het pakje open, en vond een fraaie lok zwart haar, glan zig, krullend en meer dan eene el lang; hij viel op een stoel, kuste die kostbare reliek van zijne geliefde, riep snikkend „Arme, dierbare Argenida!" en begon hartstochtelijk te weenen. Gisteren, dertien jaren na die treu rige gebeurtenis, heeft kapitein Asprini mij alles verteld, wat gij zooeven gelezen hebt, en toen hij zijn verhaal geëindigd had, verborg hij zijn gelaat in dien glanzigen haarloken snikte weenend „Arme, dierbare Argenida! door Luigi Archinti.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1883 | | pagina 2