Bickers, de Orgeltrapper.
heel't kunnen bedrijven in bet drukste ge
deelte van Parijs, waartoe ook de genoemde
straat behoort.
Op 20 Januari 11., des nachts om
streeks 1 uur, hield een personentrein van
den Southern Pacific Spoorweg te Thaeha-
pi stil, om daar een hulplokomotief achter
te laten, die den trein tot zoover had helpen
brengen. Toen beide lokomotieven van de
wagens afgehaakt warenzetten zich deze
laatsten eensklaps op onverklaarbare wijze
in beweging, rolden de helling van 120
voet per mijl af, en namen zeer spoedig
eene groote snelheid aan. Na een afstand
van ongeveer 4 mijl te hebben doorloopen,
ontspoorden in een bocht twee slaapwagens,
benevens een post-, bagage- en expresse
wagen die van een 15 voet hoogen dijk
afstortten en aan den voet daarvan te
pletter vielenterwijl de overige personen
rijtuigen nog 2 mijl verder liepenwaar
zij onbeschadigd tot staan kwamen. In
middels brak in deontspoorderij tuigen brand
uit, die zich zoo snel verbreidde, dat vele
reizigersdie niet in staat waren zich vrij
te bewegenverbranden. Het aantal der
door brand of andere oorzaak gedooden
bedraagt 21waaronder 2 treinbeambten
en reizigersdie zonder biljetten in den
trein hadden plaats genomen. Van de in
leven geblevenen werden er 13 gekwetst.
Naar 'tschijnt, zijn na het loskoppelen
der lokomotieven de luchtremmen in gebre
ke gebleven te werken, en zijn toen de hand
remmen vastgezet, maar hebben beide rem
mers volgens hun zeggen tot het doen
van andere dienstverrichtingen den trein
verlaten. Wat den trein in beweging heeft
gezet is onzeker; het spoorweg-bestuur
neemt aan, dat de handremmen, in de
afwezigheid der remmers, opzettelijk los
gedraaid zijn door lieden die het voorne
men hadden den trein bij het van de helling
loopen te berooven, en dat dit de twee
reizigers zonder plaatskaarten zouden
geweest zijn. Nog twee andere verdachte
personen moeten in de nabijheid van den
trein opgemerkt, doch in de duisternis
ontkomen zijn. De zaak wordt natuurlijk
onderzocht.
Een aantal elegante Parijsche dames,
wier eerste jeugd voorbij is, dragen tegen
woordig zeer jeugdig opgemaakte witte
pruiken. Dat hoofdtooisel staat velen zeer
goed; maar het bepalen van den leeftijd
der schoonen wordt moeielijker dan ooit
er door.
Te Wijhe waren Zaterdagmiddag ee-
nige kinderen in de buurtschap Herven be
zig met het branden van een paaschvuur.
Ongelukkig raakte daarbij de kleeding van
een der kleinen in brandmet het treurig
gevolgdat het kind zware brandwonden
bekwam. Hoewel de toestand eerst zeer
bedenkelijk scheenbestaat er, naar 't oor
deel van den geneeskundige, kans op levens
behoud.
Een drietal Zigeunerseen man en
twee vrouwen vertoonden zich Zaterdag
ochtend vroegtijdig bij eenige ingezetenen
van Amersfoort in den winkel. Na eerst
voor de leus gekocht te hebbenbleek het
doel van hunne komst te zijn het ruilen van
oude kwartjes en dubbeltjes tegen nieuwe.
Gelukkig vielen zij spoedig in handen van.
de politie. Men zij echter op zijne hoede-
De moordenaar van den Berlijnschen
brievenbesteller heeft men nu in handen.
Ernst Sobbe, die onlangs gevat en naar
Berlijn gebracht werd, heeft bij zijn ver
hoor nog vóór hij tegenover de getuigen
was gesteld, door de bewijzen overstelptr
een volledige bekentenis afgelegd.
Het doodvonnis van Armand en Leon
Peltzer is door den Koning der Belgen in
levenslange gevangenisstraf veranderd. De
beide broeders zullen eerst tien jaar cellu
lair gevangen zitten te Leuvenen daarna
overgebracht worden naar de minder stren
ge gevangenis te Gent.
Aangaande de opgravingen in de-
Akropolis te Athene, wordt gemeld dat
daar sedert nog gevonden zijn
Een vrouwenbeeldje; het linkergedeelte
van den romp met de linkerhand van een
bijzonder groot en oud beeld van Athene
(Minerva), de godin voorstellende met een
met bladeren versierd schild; verderden
romp van eene zittende Egyptische vrouw
en verscheidene rompen van kleinere beel
den allen van zeer ouden datum. Curieus
en van groot belang voor de geschiedenis
der kunst zijn echter eenige brokstukken
van reliefs op pireïschen steenzij zijn in
twee groepen te verdeelendie der eerste
stellen een paar slangen en een wagen
menner op diens wagen voordie der twee
de een man, welke naar het schijnt met
een ander strijdt, doch beiden zijn waar
schijnlijk afkomstig van denzelfden tempel,,
namely k het oude Erechtheion, dat door
de Perzen vernield werd. Men schat dat
het werken uit de 2e helft der 6e eeuw
v. Chr. zijn. Ook nu waren op de meeste beel
den kleuren te zien, en op velen zijn zij
nog zeer levendig.
Men kan een paard gemakkelijk de-
kwade gewoonte van bijten afleeren. Neem
daarvoor een stukje hard hout van 3% a
4 centimeter in 't vierkant en zoolang als
het ijzeren bit. Bevestig dat stukje hout
met een paar riempjes naast het bit aan 't
hoofdstel, maar zoo dat het de werking
van 't bit niet verhindert. Al spoedig be
merkt het dier dat de tanden niet meer
op elkaar kunnen gebracht worden en van
dat oogenblik af is het genezen van de kwaaL
lid der Prov. Staten. De heer Mr. F. S.
van Nierop, die door de beide liberale
kiesvereenigingen kandidaat was gesteld,
werd gekozen, met 1189 van de 1777
geldige stemmen, terwijl de kandidaat der
antirevolutionnairen en der ultramontanen,
Mr. Th. Heemskerk, slechts 567 stemmen
verkreeg.
In den gevel van het huis te 's Gra-
venhagevroeger bewoond door Mr. Groen
van Prinsterer, werd verleden Zaterdag
een gedenksteen onthuld, om de herinnering
te bewaren aan genoemden bewoner en zijne
echtgenoote. De steen werd aangebracht
naar aanleiding eener opmerking van Mev.
Bosboom-Tonssaint in een harer laatste
verhalen. Door verscheiden sprekerso. a
door Minister Moddermanwerd hulde ge
bracht aan de nagedachtenis van den groo-
ten Staatsman en geleerde.
Te Cettinje is de bliksem in het
arsenaal geslagen. Het midden gedeelte
van het gebouw vloog door de ontploffing
van kruitdynamiet en kogels in de lucht.
Door de kloeke handelwijze van velendie
de reeds brandende munitie-kisten naar bui
ten brachten en in de sneeuw wierpen,werd
de Montenegrijnsche hoofdstad voorgeheele
vernieling gespaard.
Uit Hamm wordteenvreeselijkgeval
van stief vaderlijke wreedheid gemeld. Een
man uit Wattenfield ging met zijn 12jarig
zoontjen naar Hammom hem eene dienst
te bezorgen. Onderweg wist de vader den
jongen te verliezen. Deze, aan zijn lot
overgelatenzocht een nachtleger in een
stal. Toen hij dien 's morgens wilde ver
laten was de stal afgesloten. Na twee
dagen werd de jongendie in het stroo
lag te slapenuit zijn kerker verlost door
eene vrouw. Toen bleekdat zijne voeten
bevroren warenhij werd naar het zie
kenhuis te Hamm gebracht. Waarschijn
lijk moeten hem de voeten worden afgezet.
Een verklaring van den jongen luidt dat
vroeger nog twee broertjes met den stief
vader zijn vertrokken en niet zijn terug
gekeerd. Van den man is niets meer ver
nomen.
Opmerkenswaardig zijn de proeven,
door den Franschen geleerde Marcel Deprez
genomen, om arbeidsvermogen door tus-
schenkomst van elektriciteit over te bren
gen op groote afstanden. Niettegenstaande
ernstige en kleingeestige tegenwerking van
vele zijdenheeft Deprez zijne proeven in
't groot voortgezet op de. telegraaflijnen
van den Noorderspoorweg in Frankrijk,
en wel met den gunstigsten uitslag. De
door het Institut de France benoemde
commissiewaartoe o. a. de Lesseps en
de Freycinet behoorenheeft als rezultaat
verklaard, dat bij enkele proeven 47%
percent van het oorspronkelijk bestede
EENE BEKENTENIS.
Naar het Engelsch van F. W. Robinson.
8)
„Zoo ik niet dacht, dat ge aan
vallen van waanzin hebt, Bickers,
zou ik dien duivelschen nonsens wel uit
je ranselen!" schreeuwde de organist;
„ik ga niet trouwen met Clara Eggleton;
ik ga met niemand trouwen. Ik zou
me liever in de beek van haars vaders
molen werpendan haars vaders toe
stemming verzoeken om te trouwen
met zoo'n met zoo'n meisjen als
zij is," liet hij er na een oogenblik
zwijgens op volgen.
„Wal mankeert er aan haar?"
„Niets; zij is een goed meisjen,
en een knap meisjen ook, maar zij
zou geen geschikte vrouw voor mij
zijn, Bickers o neen!"
„Hebt ge er niets op tegen, dat ik
haar dat zeg?"
„Zeg haar wat je goeddunkt
wat ge toch ongetwijfeld ook zonder
mijne vergunning doen zoudt," riep
hij driftig uit; „maar, zoo ge naar
mijn raad wilt luisteren, houd dan
je mond."
„Ik praat nooit over dingen, die
me niet aangaan."
„0! houd je stil!" en met deze
woorden liep Aired Marston wegtril
lend van woede, met de eene hand
in zijn zak, met de andere aan zijn
knevel trekkend, wat zijne gewoonte
was, als hij opgewonden was.
Na dit gesprek wist ik niet, wat
arbeidsvermogen werd opgeleverd aan het
andere einde van een gewonen telegraaf-
draad van 16000 meters lang. Of, met
andere woorden: de mogelijkheid is aan
getoond om met eene stoommachine van
6 paardekracht, te Amsterdam geplaatst,
een werk te verrichten te Haarlemwaar
toe anders een stoomwerktuig van 3
paardekracht noodig zou zijn geweest.
Door tusschenkomst van den gene
raal Frebault is aan den Franschen Mi
nister van Oorlog een geweer van geheel
nieuwe vinding aangeboden. De uitvinder
noemt dit wapen „mitrailleuse-geweer",
en de genoemde generaal beveelt het den
Minister in de warmste bewoordingen aan.
j Als het waar blijkt, wat er van getuigd
wordtdan zal iemanddie er goed meê
weet om te gaanmet dit geweer dertig
man per minuut overhoop kunnen schie
ten. De weldoener van het menschdom,
die dit wapen heeft uitgevondenis geen
militair, geen geweermaker of ingenieur,
maar een geestelijke.
Brieven uit Algiers meldendat de
bewoners van Noord-Afrika deze maand
het zeldzaam schouwspel hebben genoten
van met sneeuw bedekte huizen en velden.
Het Atlas-gebergte schitterde in een blin
kend wit gewaad. Volgens berichten is er
zelfs sneeuw gevallen in de woestijn van
Sahara.
Dezer dagen is bericht, dat er in
een spoorwegrijtuig in den trein tusschen
Marseille en Lyon weêr een moordaanslag
was gepleegd op een persoonMazade
geheeten, die aan 't hoofd gewond werd
gevonden en verklaarde van zijn geld
beroofd te zijn geworden. Na onderzoek
is geblekendat er alle reden bestaat om
te denkendat Mazade zich zelf de wond
heeft toegebracht en voorgewend heeft
bestolen te zijndaar hem geld was toe
vertrouwd, dat hij zoek had gemaakt en
niet wist te verantwoorden.
Omstreeks 11 uur des morgens van
16 dezer traden twee mannen het kantoor
van den bankier Davoinerue Favart te
Parijs, binnen, tijdens de kassier alleen
aanwezig wasen 't overige personeel was
gaan ontbijten. Voordat de kassier wist
wat er gaande washad men hem gekne
veld een doek in den mond gestopten
onverwijld zich meester gemaakt van de
specie, in de openstaande brandkas aan
wezig. Zoodra zij den buit in 't bezit
hadden, verwijderden de indringers zich
zoo spoedig mogelijk. Binnen weinige mi
nuten tijds had het feit plaats gehad. De
terugkeerende bedienden bevrijdden den
kassier en vernamen met verbazing wat er
was gebeurd, 't Is niet bekendof de
geroofde som belangrijk is, maar het trekt
zeer de aanda0ht, dat men dergelijk feit
ik er van denken moest; niemand wist,
wat er van te denken. Joe Eggleton,
een hartstochtelijk oud man wist ook
niet, wat hij er van denken moest,
maar zeide mij, dat het allemaal mijne
schuld was, dat dat praat jen in de
wereld gekomen was, en dat hij heel
veel lust had om me eens flink al te
ranselen. Ik had hem dat wel eens
willen zien doen, en ik geloof, dat
hij zijn partij aan mij zou gevonden
hebben, indien hij het gewaagd had,
me met een zijner jichtige vingers
aan te raken. Maar hij was veel ruwer
van taal dan Marston, en ik weet zeker
dat de arme Clara er ruim haar deel
van kreeg, 't Was in den wintertijd, j
toen we bijna gewoon geraakt waren i
aan hel denkbeeld, dat zij beiden!
man en vrouw zouden wordenen
we zorgden maar, dat we er niet
over praatten, daar we begrepen, dat
de werkelijke waarheid zich wel open
baren zou. En de waarheid openbaarde I
zichdoch geheel anders dan we 't ons
voorgesteld hadden, en, zonderling
genoeg, ik kwam het eerst op de'
hoogte.
Ik stond eens bij de kerkdeuren
op Mr. Marston te wachten. Hij had
me gezegd, dat hij 's morgens vroeg
op het orgel wilde studeerenen daar
hij zoo gruwelijk tegen me had uit
gevaren, omdat ik de vorige week
vijf minuten te laat gekomen was, was
ik er nu vóór mijn tijd. Ik had de
orgel-gaanderij verlicht met twee kaar
sen ook had ik eene kaars in de
kerk aangestokenen een vierde had
ik aangestoken bezijden hel orgel,
waar ik den blaasbalg trapte, en toen
was ik naar de kerkdeur gegaanwaar
ik in donker in de koude stond te
wachten, of ik hem ook zag aankomen.
Ik herinner me dit alles zoo goed
mogelijk. Ik herinner mehoe ik naar
de lucht keek, waar de sterren nog
fonkelden, terwijl ik bij me zeiven
er over nadacht, of hel al zes uur
zou wezen, en waarom hij niet op
het orgel kon gaan studeeren om zeven,
of om acht uur, of om negen uur,
in aanmerking genomen, dat hij den
geheelen dag tol zijne beschikking had,
en hij te Whangdale Scar niets te doen
had van den morgen tot den avond. Ik
herinner me ookdat slaan bij
de kerkdeur me begon te vervelen,
en dat ik koud werden al huiverende
in de dichtst bij zijnde bank kroop,
waar ik me in een hoekjen nedervlijde
en in slaap viel. En het volgende herin
ner ik me levendiger en duidelijker dan
iets anders: dat, toen ik de oogen
weder opsloeg, wat ik met schrik eeni
ge minuten daarna deed, er zich slem-
men in mijn onmiddelijke nabijheid
deden hoorenterwijl hel in de kerk
en ook daar buiten, vóór de deur der
St. Simons-kerk stikdonker was.
„Ik weet niet, waar hij is. Op de
orgelgaanderij, zeer waarschijnlijk",
hoorde ik Alfred Marson zeggen.
„Maar zijt ge daar wel zeker van?"
„Wat den ouden Bickers betreft, kan
men van niets zeker zijn. Men had
hem al lang in een gekkenhuis moeten
opsluiten."
„Zeg dat niet," sprak zij, „want ik
maar luister!"
Geruimen tijd zwegen beidenen in
dedaad hoorde men iets op de orgel
gaanderij, daar boven, alsof iemand
zich daar bewoog, of over iets strui
kelde.
„Daar is hij op zijn post," sprak.
Marsonals een trouw orgeltrapper."
„Ik ga u nu verlaten. Ik had hier
niet moeten komen. 0, wat baal het
of ik al hier kom om met u te spreken
of ik al voorwend te gaan studeeren
op hel orgel, of naar de kinderen
ga zien, zoodat ik den eerlijken man
misleid, en het vertrouwen, dat hij in
mij stelt, schend 0, mijn God!" ver
volgde op klagenden toon de stem eener
vrouwdie mij zoo wel bekend was
en die stem klonk vreeselijk ernstig
ook; „wat baat het wat baat het?"
„'t Is barmhartigheid, Mary is het
niet barmhartigheid, bewezen aan
mij
„Neen 'tis dubbelzinnigheid te
genover hem."
„'t Is welwillendheid voor een teleur
gesteld man," antwoordde hij op som
beren toon„voor den mandie al zijn
vertrouwen in u gesteld haddie zijne
toekomst op ubouwde, wien gij gezegd
hadt te beminnen met geheel uw hart!"
„Richt geen verwijten totme,Alf;
't is me onmogelijk uwe verwijten aan
te hooren
„Verdient gij ze?"
„0 ja, wellicht verdien ik ze. Maar
mij was gezegd, dat gij u naar het
buitenland hadt begeven; later weêr
hoorde ik, dat ge u in Londen ophieldt,
en dat ge daar in slecht gezelschap
een los en woest leven leiddet."
Wordt vervolgd.)