Bickers, de Orgeltrapper.
De Brusselsche Gazette schrijftIn I
onze faubourgs kan men tegen vallen van
den avond welgekleede heeren door de
straten zien gaan met een opscbrijfboekjen
in de hand en blaffendeDe ontvanger
der belastingen vermoedde namentlijkdat
een aantal belastingschuldigen geen belas
ting voor hnn honden betaalden. Om het
bedrog tegen te gaan, liet hij sommigen
zijner beambten zich oefenen in het „blaf
fen". Wordt hun geblaf uit de huizen die
ze voorbij wandelen beantwoorddan tee
kenen zij de nummers open op die wijze
worden de schuldigen ontdekt.
Te Bordeaux is een brand uitgebroken
in een fourage-magazijnwaardoor de
aangrenzende gebouwen in de asch werden
gelegd. De schade wordt op ruim 300.000
francs geschat. Veertien paarden werden
een prooi der vlammen.
Uit de Zuid-Willemsvaart te Maas
tricht is opgehaald het lijk van een meisjen.
De justitie vermoedt eene misdaad. De per
soon met wien zij in betrekking stond
en met wien zij nog een paar dagen te voren
gezien was, is in hechtenis genomen.
Een dienstbode te Rotterdam ister
wijl zij bezig was glazen te zeemenvan een
hoogte van twee verdiepingen naar beneden
gevallen en door een lantaarn heen in den
tuin terecht gekomen. Zij werd ernstig
gekwetst.
Aan den Klompweg, onder de ge
meente Weesper Karspelheeft een hevige
brand gewoed, waardoor 12 huizen
waaronder 5 bleekerijen in de asch ge
legd zijn. De brand moet ontstaan zijn in een
paardenstal.
Te Veenhuizen bestaat de brandweer
voor uit vrouwen. Dat klinkt wel vreemd
maar dat deze vrouwen, geholpen door
een klein aantal mannen haar plicht kennen
en ving weten te volbrengen bleek dezer
dagen. Op last van den inspekteur der
gevangenissendaar ter inspektie aanwe
zig, werd de brandklok geluid, en ieder
schrikte er van opwant niemand was met
de zaak in kennis gesteld. Binnen twaalf
minuten tijds kletterde het water op het
dak en den nok van het kolossale gebouw.
De inspekteur was dan ook zeer voldaan.
Onder toezicht van een 9-jarig zusjen
speelde Zaterdag te Renesse een kind van
16 maanden in de nabijheid eener sloot
en had het ongeluk er voorover in te vallen.
Geen hulp was in de nabijheid. Zonder
zich te bedenken, sprong het meisken
haar zusjen nawist haar te grij penhield
het hoofdtj en tegen haar borst gelennd
boven water en begon uit alle macht om
hulp te roepen. Gelukkig kwam deze spoe
dig opdagen en beiden werden gered.
De heer Masperodirekteur van het
Muzeiim van Bonlayin Egyptevond te
Deir-al-Bahari een mummieomgevenzoo
als dat in de Thebeïsche periode gebruike
lijk wasvan bloemenkransen. Daar tus-
schen trof bij het geheel verdroogdemaar
volkomen bewaarde lichaam van een wesp
aan, die vóór minstens 3500 jaar, bij de
begrafenis der mummiemede in de sarko-
faag is gekomen.
Te Heeren veen heeft de heer J. Krom
hout den dag herdacht, waarop hij vóór
30 jaar tot tandmeester werd bevorderd.
Hij heeft in dat tijdsverloop meer dan
50.000 tanden en kiezen getrokken.
Te Hamburg zijn Vrijdag de grootst»
oliemagazijnen der stadbestaande uit drie
gebouwen, tot den grond toe afgebrand.
Niet minder dan 15,000 centenaars olie
gingen daarbij verloren.
De duiven op het stoomschip „Bo
naire" losgelaten, hebben allen vrij spoedig
hnn hok weder bereikt. De juiste aankomst
van ieder hunner is niet opgeteekend. Al
leen zij vermeld dat van de op Woensdag
jl. losgelatenen het eerste bericht, aange
bracht door een duif van den heer J. J.
Frénay, welke tot het tweede vijftal be
hoorde dat ten 9 ure in vrijheid werd
gesteldreeds ten 10 ure aan het depar
tement van marine bezorgd was.
Van de duiven aan boord van Zr. Me.
stoomschip „Valk" ingescheept geweest,
was de vlucht ten gevolge van harden
N. O. wind minder voordeelig. Van de
6 duiven welke Zaterdag morgen ten ruim
6 ure in zee werden opgelaten, werd de
eerste dépêche aangebracht door den duif
van den heer J. D. Ehnle ten 10.13 min.
De duiven van de heeren Frénay, v. d.
Spek en van Osselenkwamen respectie
velijk ten 10.32, 1.26 en 3.30. aan. De
vlucht uit Vlissingen mislukte geheel.
Eene koopvrouw uit het naburige
Haren (Pruisen) bracht per as naar Ne
derland een viertal kisten met eieren. Na
dat zij het grenskantoor was gepasseerd,
werd zij door de commiezen staande ge
houden en gevisiteerd. Uit de derde kist
werden vier mandjes witte kandij te voor
schijn gebraehtte zamen wegende 56 kilo.
Paard, wagen en kandij werden alsnu
verbeurd verklaarden de vrouw op staan-
den voet naar Winschoten getransporteerd
en ter beschikking gesteld van den officier
van justitie.
Het waarschijnlijk achtend, dat Am,
sterdam dezen zomer niet in staat zal zijn -
aan alle vreemdelingen verblijf te verschaf
fen, en dat bovendien velen de hooge Amster-
damsche prijzen zullen zoeken te ontgaan
door hun vast verblijf in naburige plaatsen
te vestigenheeft de Direktie der Nederl.
Rijnspoorwegmaatschappij aan de Regee
ring machtiging gevraagd tot uitgifte van
retoerbiljetten voor alle klassen tegen den
prijs der enkele reisvan Amsterdam naar
UtrechtGoudaden Haag en Rotterdam
geldig op den dag van uitgifte voor de
treinendie des avonds na 6 uur van Am
sterdam vertrekkenen voor de terugreis
op den volgenden dag voor de treinendie
vóór 10 uur des ochtends te Amsterdam
aankomen.
De Heer Mr. J. P. Amersfoordtte
Haarlemmermeerheeft van den Keizer van
China twee Chineesche varkens ten ge
schenke ontvangen.
De Goevemeur-Generaal van Algerië
geeft uit loffelijken ijver, om den inlanders
gezonde lektuur te verschaffen, in het
officieel orgaande Mobacherzoowel in
de Arabiesche als in de Fransche editie
als feuilletonRobinson Crusoe.
Onder de 16 met het stoomschip
Prinses Marie uit Indië terugkeerende mili
tairen was er een, wien de Atjehnezen
vijftien wonden hadden toegebracht; een
diep litteeken van een klewanghouw over
het voorhoofd was zichtbaar, terwijl hij
van beide handen slechts de drie achterste
vingers der linker hand gebruiken kon.
Een ander hunner, die in 1871 officier bij
het leger der Parijschc Commune was, had
het bij 't Indiesche leger niet verder ge
bracht dan gewoon soldaat. De sergeant
majoor, kommandant van het detachement,
zeide dan ook van hemdat hij „een boven
ste beste" was. De soldaten klagen algemeen
over de zware en gevaarlijke dienst, die
tegenwoordig op Atjeh moet gedaan wor
den, en over krompen voeding.
1 Een der in den laatsten tijd nog al talrijke
door de dagbladpers verspreide on j uistheden
was het berichtdat Hélène Markovich
die een aanslag op het leven van Koning
Milan van Servië pleegde zich zelve in de
gevangenis van het leven zou hebben be
roofd. Zij is thans ter dood veroordeeld.
Op den St. Gothard is een Berlijnsch
koopmandie den berg van Airoio uit wilde
beklimmenverdwaald en in een afgrond
gestort. Hij was door gidsen gewaarschuwd
voor dezen tocht in dit jaargetijde, maar had
hun raad in den wind geslagen.
Gedurende de maand Maart jl.
is bij de Rijkspostspaarbank ingelegd
203.503.88%. terugbet. 136.097.36%.
alzoo meer ingelegd dan terugbetaald
ƒ67.406.52. Het bedrag der inlagen op.
31 Maart was 2.323.370.08. In den loop
der maand werden 2090 nieuwe spaarbank
boekjes uitgegeven 406 boekjes werden
afbetaaldzoodat aan het einde der maand
53.766 boekjes in omloop waren.
Te Katwijk is eene vervolging inge
steld tegen een diaken der Christelijk Gere
formeerde Gemeente, die in de kerk kwam
terwijl een zijner dochters aan de pokkea
was bezwekenen drie andere daaraan ziek
hadden gelegen. De vervolging is ingesteld
wegens overtreding der wet van 4 December
1882. Het 0. M. eischte ƒ10 bo„ete of 2
dagen gevangenis. De Standaard zegt, da
zulk een eisch (dat personenin wies huig
de pokken heerschenuit de kerk blijven)
ten hemel schreit in het vrije Nederland.'
Terecht merkt de Arnh. Ct op dat in het
vrije Nederland aan niemand de vrijheid
mag betwist worden om de pokken te krij
gen maar wel om die ziekte aan anderen
mede te deelen. Dat zou nog harder ten he
mel schreien.
EENE BEKENTENIS.
Naar het Engelsch van F. W. Robinson.
17)
„Wel, heb ik van mijn leven zoo'n
onbeschaamdheid zoo was Mis.
Bickers begonnen te zeggenen Mrs.
Bickers geraakte altijd in vuur als er
sprake was van Mrs. Jodson. Maar
Mrs. Jodson ving al dadelijk aanal
snikkend en onder een vloed van
tranen de zaak op te helderen.
„Men verlangt u te spreken in de
pastorie, Humfrey ge moet komen
zij wil u spreken."
„Wie wil hem spreken?" vroeg
Mrs. Bickers; „waarom kunt gij lie
den daar hem niet met rust laten?
En als ge 't nog eens waagt, mijn ou
den man Humfrey te noemen, dan
zal ik je
„Mijne mevrouw verlangt hem te
spreken. Zij ligt op sterven o ja,
waarlijk, ik geloof, dat zij op sterven
ligt. Laat niet op je wachten, Bickers,
maar kom zoo spoedig mogelijk!"
En met haastige gejaagdheid ver
liet Mrs. Jodson onze woning weder.
Mrs. Bickprs kreeg onder den indruk
harer verbazing bijna hel gebruik harer
ledematen weder, en ging rechtover
eind in haar bed zitten. „Om wat
reden ter wereld kan Mrs. Tyke ver
langen jou te spreken?"
„Ik zal het je zeggenals ik terug
kom," zeide ik, „maar ik heb
het haar nooit gezegd, en ik heb het
tot den huidigen dag aan geen ster
veling gezegd, en nu heb ik mijn
hart uitgestort, ofschoon het geheim
moet blijven, totdat de laatste onzer
naar het kerkhof zal gebracht zijn.
Dat is een afgesproken zaak tusschen
mij en u, mijnheer den nieuwen
predikant dezer plaats."
„Ik begaf me naar de pastorie. Ik
werd binnen gelaten in de predikanls-
woning, waar alles als met een floers
overtogen scheen te zijn. Ik kreeg
even Mr. Tyke te zien, die in zijne
studeerkamer zat, en die, toen ik
naar boven ging, de oogen naar mij
opsloeg en mij goeden avond wensch-
te, zonder echter van zijn stoel op
te staan. Ik werd binnen gelaten in
eene flauw verlichte slaapkamer, waar
Mrs. Tyke lag ach, zoo bleek en
mager! en waar eene ziekenver
pleegster bij haar wacht hield.
„0, daar is hij toch eindelijk!"
sprak eene flauwe stem in 't bed.
„Wees nu zoo goed u te verwijde
ren verwijdert u nu allenals 't u
blieft zooals ge mij beloofd hebt.
Vergeet niet, dat gij 't beloofd hebt."
„Zeer goed, mevrouw. Mocht ge
aan iets behoefte hebben," zeide de
verpleegster, terwijl zij mij aandach
tig gadesloeg, „wees dan zoo goed,
aan de schel te trekken."
Toen ik alleen met haar was ge
bleven, gaf zij mij met een wenk te
verstaan, dat ik dicht bij haar bed
moest komen. Ik geloof waarlijk niet,
dat ik haar herkend zou hebben, in
dien ik haar in het dorp ware tegen
gekomen.
„Wat zijt ge lang weggebleven
wat hebt ge u lang in Londen opge
houden!" sprak zij op verwijtenden
toon.
„Neen ja, mevrouw, 't Schijnt
wei, dat ik lang weg geweest ben
antwoordde ik.
„Mij schijnt het althans zoo toe,"
hernam zij„omdat ik waarlijk meen
de, dat gij in 't geheel niet zoudt te
rug komen dat ge weggeloopen
waart dat ge u uit de voelen ge
maakt liadt."
„Me uit de voeten gemaak had!"
riep ik uit,
„Bickers," sprak zij, en hare stem
had iets smeekends, „gij hebt hem
niet gedood, is het wel?"
Ik wist zeer goed, wie("i de arme
dame bedoelde, en wat haar op het
hart lag.
„Neen, Mrs. Tyke, ik heb de hand
niet aan hem geslagen," antwoord
de ik.
„Ge hadt gezegd, dat ge, als ge er
de noodige kracht toe hadt, hem
zoudt dood slaan als een rat. Dal
hebt ge gezegd, Bickers., ja, waar
achtig, dat hebt ge gezegd!" riep
zij uit.
„Bedaar, bedaar, beste mevrouw,
wind u daarover niet zoo op! Ik ben
er niet toe in de gelegenheid geweest,
al had ik ook gewenscht het te kun
nen volbrengen."
„Wilt ge met de hand op dien bijbel
daar zweren, dat ge Alfred Marson
niet gedood hebt? Wilt ge dal doen?"
vroeg zij op hartstochleiijken toon.
Ik liep naar een kleinenkeurig in
paarsch fluweel gebonden bijbel toe,
den bijbel, waarmeê zij ter kerk
placht te gaan, en legde zonder aar
zelen mijn oude verschrompelde hand
er op.
„Ik verklaar, dal ik Alf Marson
niet gedood heb zoo waarlijk helpe
mij God Almachtig," sprak ik met
duidelijke stem, en zonder stamelen.
Zij slaakte eene diepe zucht, en
blijkbaar voelde zij zich gerust gesteld.
„Ik ben zoo blijde zoo blijde,
en ik gevoel me zoo gelukkig, nu ik
dit heb mogen hooren," mompelde
zij. „Ik ben u dankbaar, Bickers; ik
geloof u, en twijfel er niet aan, of
gij hebt waarheid gesproken. Een on
gelukkig toeval is de oorzaak geweest
van den dood diens armen mans
diens armen mans!"
Ik sprak geen woord over Clara
Eggleton. Ik nam me zeer in acht.
Zij wenkte mij weder, dat ik dicht
bij haar bed moest komen.
„Ik geloof, dat ge mij behouden
hebt, Bickers," fluisterde zij;,,ik ge
loof waarlijk, dat gij mij behouden
hebt, toen gij mijne kindertjens ter
sprake bracht; want, ofschoon ik hem
zeer liefhad, mijne liefde voor hen
dat is me gebleken was nog
grooler; en ik heb hem gezegd, dat
ik zoo goed als dood voor hen we
zen zou, als zij, ouder geworden te
welen kwamen, welk eene slechte
moeder zij gehad hadden. Hij begreep
mij, en wij zeiden elkander voor
eeuwig vaarwel voor eeuwig! Dat
is gebeurd op denzelfden avond, dat
hij om 't leven gekomen is."
„Waart gij dan toen daar?"
„Ja, Hij zou nooit weêr in de kerk
op het orgel gespeeld hebben, ware
hij in 't leven gebleven. Hij had zich
voorgenomen, van hier te gaan, om
mijnentwil."
Ik begon nu te denkendat hij zich
zelf om 't leven gebracht had; maar
ik wilde haar thans niet daarmede
verontrusten, ofschoon hij gezegd had,
dal hij er toe in staat was.
„Mijn arme man heeft nooit kunne»
droomen van de goddeloozen gedach
ten die ik bij me zelve gekoesterd heb;
maar dat is nu, den Hemel zij dank
voorbij," sprak zij; „en hij'zal het
ook nooit, nooit kunnen droomen.
Gij zult mijn geheim bewaren, Bic
kers, en niemand zal er ooit iets
van vermoeden. En als ik nu sterker
word wat ik hoop, dat het geval
zijn zal en wat ik wil worden om
zijnentwil, indien het mij gegund
wordt dan zal ik een geheel an
dere vrouw voor hem zijn, dan ik
tot nu toe geweest ben, dan zal ik
me er op toeleggen om hem geluk
kig te maken. Ga nu heen en
zij zweeg een oogenblik om adem te
halen „en neem dien bijbel mede,
om mijnentwil. Om uwentwil ook.
Herinnere u deze bijbel aan dezen
avondzij hij voor u eene gedachtenis-
aan uwe vroegere mevrouw, ingeval
zij mocht komen te sterven. Goeden
avond! Roep nu de verpleegster weêr
binnen."
Ik sloop de kamer uit, met den
bijbel in de hand, en daar buiten
op het trapportaal vond ik Mr. Tyke
op mij staan wachten. Ik dacht eerst,
dat het zijn geest was zoo akelig
zag hij er uit.
(Slot volgt.)