N ieuwsberichten.
De verloren geraakte Brief,
T
De Nieuwe Itotterdamsche Courant
berichtte heden het volgende:
„Van den heer Volck ontvangen wij het
volgende telegram:
Poolexpeditie binnen te Vardöe. Allen
gezond. Meteorologische observaties ge
maakt in Karazee."
Aan het ontbijtverleden Zaterdag
ten huize van den Burgemeester der Hoofd
stad zijn drie toosten uitgebrachteen door
den heer van Tienhoven op den Koning
de Koningin en de Prinsesde twee andere
door Z. M. den Koning. Den eersten keer
was 's Konings glas gewijd aan Alexander
Prins van Oranje, wiens verjaardag dien
dag in den lande gevierd werden een
tweede glas werd door Z. M.naar aan
leiding van de Tentoonstelling, aan de
vreemdelingen gewijd.
Naar de N. 11. Ct. verneemtsluit
de begrooting van Ned.-Indië, zooals die
voor het aanstaande jaar door het Indiesehe
bestuur is ontworpenmet een te kort van
ruim 14 miljoenwaarin alzoo uit midde
len van het moederland zou dienen voor
zien te worden. Van de onlangs gesloten
leening, groot 60 miljoen gulden, zijn
zooals men weet, 45 miljoen aan de Indie
sehe kas uitgekeerden de berekening was
dat zoodoende alle tekorten der Indiesehe
administratie tot ultimo December a. s.
zouden gedekt zijn. 't Blijkt intusschennu
dat men in Indië over het verleden jaar
een te kort heeftnog 10 milj oen grooter
dan datwaarop tot nu toe gerekend was.
In den nacht van 26 op 27 Ang.
zoo telegrafeert men uit Batavia hadden
op het vulkaniesche eiland Krakatoa vree-
selijke ontploffingen plaatsdie te Soera-
karta werden gehoord. Tot op Cheribon viel
de aschregen neder, terwijl het licht van
den vulkaan zelfs te Batavia werd gezien.
Serang was in volkomen duisternis gehuld
en er zijn daar zelfs steenen nedergevallen.
Ook te Batavia heerschte bijna volkomen
duisternis. Alle gaslichten gingen eruit,
't Was onmogelijk te Anjer te komenwaar
groote rampen zijn voorgevallen. Men
vreestdat vele bruggen tusschen Serang
en Anjer vernield zijn. Een dorp bij Anjer
is geheel weggespoeld door de overstroo
ming der rivierenveroorzaakt door het
snel opkomende zeewaterdat op de kusten
binnen drong.
Vrijdag is op zijn buiten bij Velzen
in ruim 83-jarigen leeftijd overleden de
Minister van Staat Jhr. Mr. W. Boreel van
Hogelanden. Reeds in 1842 naar de Tweede
Kamer afgevaardigd, bekleedde hij ver
scheiden jaren den voorzitterszetel, o. a.
in 1848 en van 1851 tot 1855, toen hij
tot Kommissaris des Konings in Noordhol
land werd benoemd. Deze waardigheid
bekleedde hij tot 1 Mei 1860, toen hij
benoemd werd tot Minister van Staat. In
December 1860 door de Prov. Staten van
Noordholland tot lid der Eerste Kamer
gekozen, bleef hij in die betrekking tot
November 1869toen hijwegens zijn
hoogen leeftijd, bedankte.
- Aan het Fransche Ministerie van
Marine is een telegram uit Saigon ontvan
gen inhoudende het berichtdat de forten
en batterijen aan de monding de rivier Hué
gebombardeerd, en na een schitterenden
aanval van de landzijde ingenomen zijn.
Deze operatieën hebben plaats gehad op
1819 en 20 dezer. De beide bodemsde
Vipire en de Lynx zijn de rivier opgevaren
tot aan de engte van Thuran. 't Verlies
der Anamieten wordt begroot op omstreeks
700 doodenhet aantal gekwetsten is zeer
groot. Eenige Franschen hebben lichte
kwetsuren bekomen. Door den admiraal is
eene wapenschorsing toegestaan. De (bur
gerlijke) kommissaris Harmand ismet ko
lonel Champeaux, den 22stcn naar Hué
vertrokkenom te onderhandelen met het
hof, waar de grootste onsteltenis heerscht.
Eene dépêche uit Hongkong heeft deze
tijding bevestigd.
Volgens de nieuwe Belgiesche kieswet
wordtgelijk men weethet kiesrecht voor
de gemeentelijke en provinciale verkiezin
gen ook toegekend na een met goed gevolg
afgelegd examen. Deze examens hebben
jaarlijks plaats in April en November in de
hoofdplaatsen der kantons. Ze worden afge
nomen door eene kommissie van 3 leden
waarvan de voorzitter door den Minister
wordt benoemd buiten het onderwijs, en
de beide andere leden direkteur zijn van
een openbare en van een bizondere school.
De examens loopen over deze 8 vakken
lezen, schrijven, rekenen, de beginselen
der Fransche of Vlaamsche taalde aller
eerste beginselen der zedenleer, aardrijks
kunde geschiedenis en de grondslagen van
het tientallig stelsel. Voor elk vak kunnen
5 punten worden toegekend, derhalve in
't geheel 40, van welke 3/5 of 24 punten
behaald moet wordenom voor het examen
te slagen. Voor elk vak worden 3 stellen
vragen aan het Ministerie gereed gemaakt
bij loting worden die onder de kandidaten
op den dag van het examen verdeeldter
wijl het schriftelijk werk beoordeeld wordt
door de kommissie van een ander kanton
dan waarvoor de kandidaat examen aflegt.
De kandidaten worden genommerd, en
hunne namen eerst na den uitslag gevraagd.
Het Engelsche Parlement is Zater
dagmiddag te 2 uur gesloten. De rede der
Koninginnamens haar door den Lord-
kanselier voorgelezen, behelsde niets merk
waardigs.
De Keizer en de Keizerin van Rusland
hebben Zondag Peterhof verlatenom zich
op het jacht „Dershowa" naar Kopenhagen
in te schepen. Het vaartuig is natuurlijk
eerst behoorlijk onderzocht. Slechts een
klein gevolg zal het Keizerpaar vergezellen.
Dat de Czaar dit uitstapjen durft onder
nemen, doet veronderstellen, dat de toe
stand in Rusland verbeterd is. Men spreekt
van eene samenkomst van den Czaar en
Keizer Wilhelm; of daarvan iets komen
zal, is onzeker.
De Duitsche Rijksdag is bijeengeroe
pen om het door den Bondsraad bereids
goedgekeurde handelsverdrag met Spanje
in behandeling te nemen. Men verwacht
dat deze zitting binnen weinige dagen zal
afgeloopen zijn.
De laatste berichten aangaande den
gezondheidstoestand van den oud-minister
Modderman zijn weder minder gnnstig.
Volgens de thans openbaar gemaak
te officieele opgaven, zijn bij de ramp op
Ischia in 't geheel 2443 menschen omge
komen, waarvan 1992 te Casamicciola.
Onder de laatste waren 1000 vreemdelin
gen.
Dinsdagmorgen omstreeks 6 uur viel
er op de Lauriergracht te Amsterdam een
schot, met een knal als of een zwaar geladen
geweer werd afgeschoten. Wie reeds op was
schoof haastig een raam open om te zien
wat er gaande wasen wie nog te bed lag
sprong verschrikt overeind, 't Bleek al
spoedig, dat twee weesjongens, uit een
gesticht aldaar, een ijzeren pijpmet kruit
geladen, hadden doen ontploffen. Eerst
meende men, dat de een op den ander
geschoten hadmaar weldra kwam het uit
dat hier meer aan een jongensgrap dan aan
boos opzet moest worden gedacht. Intus
schen bemoeit zich de politie met de zaak.
Blijkens een ingezonden stuk in de
N. 11. C. heeft zich te Leiden de volgende
wijze van Colportage voorgedaan. Eenige
dagen geleden vervoegden zich twee perso
nen aan de woning van den heer N. B.
met de vraaghoeveel dienstboden hij hield.
Op het antwoordéénevolgde eene tweede
vraagof zij die dienstbode eens mochten
spreken. Het ambtenaars-gezicht der bezoe
kers deed een onderzoek vanwege den fiscus
veronderstellenen er was geen reden dit
onderzoek te schromenzoodat de dienst
bode moest voorkomenEn nu volgden de
vragen„Dient ge hier alleenof zijn er
nog meer meiden? Hoe oud zijt ge? Hebt
ge uwe geloofsbelijdenis al gedaan? Bij
welken predikant gaat ge op de katechi-
zatie En toen hierop de noodige ant
woorden gegeven warenkwam de eigent-
lijke boodschap „Numeisjenik kom
hier uit naam van verscheiden dominees
om je'een mooi boek te rekommandeeren
dat je, nu ge nog niet aangenomen zijt,
van veel nut kan zijn. 't Handelt over het
gebrnik en het misbruik van het Heilig
Avondmaal, 't Komt uit in 8 afleveringen
a 25 centééne per maandmaar het boek
is ook in eens te verkrijgen. De meeste
dienstmeisjens nemen het in ééns voor 2.
Ik mag je zeker ook wel opschrijven?"
Met een zueht schreef de dienstmeid ten
laatste haar naam op, en eenigen tijd later
komt een knaap 's avonds aandragen met een
exemplaar van„Het Heilige Avondmaal
van oneen Heere Jezus Christus voor zijne
zuchtende Bruiddoor Jacobus Borsius.
Nieuwe Uitgave.'" De naam van den uit
gever was niet te vindener stond slechts
op„Snelpersdruk van Meyer en de Roo
te Assen." Op de vraag van den heer B.
van waar dit boek kwamantwoordde de
knaapdat zijn vader agent was voor een
heer uit Kampenwiens naam niet werd
genoemden die de boeken had gezonden.
De heer B. gaf het boek terugzeggende
dat zijne dienstbode het niet noodig had
en deelt dit voorval mede als waarschuwing
voor anderenop wier vroomheid wellicht
ook op deze wijze zal worden gespekuleerd.
Op den spoorweg van Sottegem naar
Aalst verliet de baanwaehtsterdiebij af
wezigheid van haar man, zijne funktie
waarnam, plotseling haar reglementaire
pozitie, ijlde op de baan en rukte voor den
aangestoomden trein haar kind weg, dat
op de baan speelde. Zij wierp het ter zijde
doch werd zelve door de lokomotief gegre
pen en gèdood. 't Kindvoor 't welk de
moeder zich had opgeofferd, bleef ongedeerd.
In den kelder van een bedienaar van
begrafenissen te Londen heeft men elf lij
ken van kinderen ontdektdie de man daar
weggesmokkeld had, om de begrafenis-
gelden te kunnen opsteken. Soortgelijke
schandalen zijn er in den jongsten tijd reeds-
herhaaldelijk in Engeland voorgekomen.
Honderd roovers hebben te Florian
5 uren van Salonikaden goeverneurden
kadi en al de leden van den Raad, die
juist vergaderd was, gevankelijk wegge
voerd. Zij eischen 240.000 losgeld.
Voor 20 jaren werd op zeer kleine
schaal de Weesinrichting te Neerbosch ge
opend. Thans huisvest en verzorgt zij;
642 weezen in uitmuntend ingerichte ge
bouwen en beschikt zij over genoegzaam
kapitaal om in de behoeften van zoo groot
een huishouding te voorzien. Wel is dit
een voor de lauwheid van velen bescha
mend bewijs, wat volharding en inspan
ning in weinige jaren tot stand kunnen
brengen.
Een jongmensch deed dezer dagen met
sukees examen voor eene betrekking bij
de spoorwegendoch werd afgekeurdna
dat hij een onderzoek omtrent den toestand
zijner oogen bij den dokter had ondergaan.
Ongeveer een maand daarna verzocht hij
beleefd een herkeuring, daar hij meende
de hoofdkleuren goed te kennendoch al
léén de nevenkleuren misteomdat hij die
nooit had geleerdthans had hij zich in
de laatste geoefend. Zijn verzoek werd inge
willigd, en ziet, tot verbazing natuurlijk
van den dokter, was er werkelijk geen
sprake van kleurenblindheid.
Als een bizonderheid op het gebied
der duivenliefhebberij wordt medegedeeld v
dat een postduif vijf jaren geleden door
den eigenaar P. D., te Bergen-op-Zoom
te gelijk met andere duiven ter prijsvlucht
naar het buitenland opgezondenverleden
week gezond en wel van het uitstapjen in
het hok van haar primitieven meester ia
teruggekeerd.
Eene damedie in eene Saksieschft
badplaats moeras- of modderbaden nemen
moest, en daartoe in het afgesloten ver
trek jen was, begon plotseling zoo hard te
schellendat niet alleen het bij haar ka-
mertjen behoorende badmeisjenmaar ook
al de overige badmeisj ens uit die afdeeling
kwamen toeschieten. Reeds buiten hoorde
men de dame angstig gillen„Helphelp l
een slang!" Vol ontzetting opent men de
deur om te zienwat er aan de hand was
en de reeds half bewustelooze dame wijst
met de hand, dat er een slang in haar
badkuip ligt. Vastberaden steekt een der
badmeisjens haar hand,in de donkere kle
verige massa enterwijl het personeel haar
ademloos gadeslaathaalt zij er na eenig
zoeken werkelijk een langzwart ding uit
namentlijkde dikke, zwarte hair-
vlecht der badende dameToen de slang
den volgenden dag weder als hoofdtooisel
dienst deedkonden de meisj ens niet zwij
gen en een paar dagen later wees men
de vreemdelingen de „dame met de slang"
als eene der merkwaardigheden van het.
seizoen aan.
Te Rio-Janeiro heeft de kashouder
eener bankinstelling eene zonderlinge ont
dekking gedaan. Toen er in zijn kas een te
(Naar het Engelsch van Mrs. J. II. Riddel.)
12)
Hoe vlug korrigeerde hij nu die
vervelende proef, en met wat geheel
andere oogen las hij de overige brieven
door! Hoeveel gemakkelijker viel het
hem nu te antwoordenmet zekere
geslepen vleierijop de aanzoeken van
zoogenaamde arbeiders voor de letter
kundige markt.
Het leven scheen hem nu toe een
genot in plaats van een Jast te zijn,
en 't was werkelijk een geheel anders
er uitziend persoondiezich een
ongewone weelde veroorlovend een
plaatskaarljen eerste klasse nam naar
Hardersbridgehet station, dat het
naast bij het landgoed van Mr.Mayning
in Deepshire gelegen was.
Nooit had een zomermiddag liefe
lijker indruk op hem gemaakt; nooit
was deze wereld hem zoo vol schoon
heid voorgekomeneene zoo begeer
lijke plaats om te vertoeven, als op j
dien Zaturdagmiddagtoen de trein
hem wegvoerdever van Londen
en 'toen de zuivere geurige lucht,
die over mijlen nieuwgemaaid hooi,
rijpend koorn en veelldeurige wilde
bloemen gezweefd had, als een zachte,
liefkozende ademtocht zijn voorhoofd
aanraakte.
Het rijtuig stond te wachten bij
den ingang van het station, en Mr.
Mayning stond op het perron.
Achter hem lag het oude eentonige
leven. Dit was nog maar het eerste
proefjen van de schoonheid en de
weelde van een beslaanvrij van den
drukkenden invloed van lastige zorgen.
Gedurende dien avond wandelde
Mr. Kilhara als in een droom; alles
was hem vreemd, en toch was het,
of hem wat hij hier aanschouwde
bekend was, of hij het meer gezien
had.
Dat breede terrasmet een prachtig
uitzicht, over het park heen, op de
lage blauwe heuvels, op eene kron
kelende rivier, op in de verte gelegen
hutten, met roode daken enschilder-
achlig van vorm o zeker, hij moest
het meer gezien hebbenof anders
iets, dat er sprekend op geleek.
Ook de oranjeriede geuren der
zeldzame planten, die daarin aanwezig
waren, wekten bij hem een herinnering
opwaarvan hij de bron op dit
oogenblik niet kon opsporen, 't Zelfde
was het geval met zijn gastheer en
zijne gastvrouwhetzelfde met Miss
Mayning en den jeugdigen man, die
haar volgde als haar schaduw.
In een droom ging de redakteur
naar bed. Als in een droom sloeg
hij den volgenden morgen zijn raam
open en wierp hij een blik op het
schoone uitzichten op den heerlijken
bloementuin daar beneden, met tal van
door den dauw bevochtigde rozen en
het glanzig gebladerte van magnolias.
Ook de kerk kwam hem niet on
bekend voor. Die marmeren banieren,
waarmede de graftombe van Admiraal
Mayning gedrapeerd waskwamen
hem even gemeenzaam voor als het
bordes in Fountaincourt. De wijze
waarop de dienst verricht werd, de
eigenaardigheden van den predikant,
het uiterlijk voorkomen van den koster, I
de ondeugendheid der koorjongens,
de ligging van de familie-bank
oop een andere manier en op een
of anderen tijd moest hij vroeger al
eens te Mayning geweest zijn.
Toen zij door het park weêrnaar
huis wandeldenging er een licht
voor hem op.
„Wat wordt er ellendig op dat
orgel gespeeld!" merkte Mrs. Mayning
op, zich tot hare dochter wendend.
En de dochter, die de franje van een
kleurige parasol liep te ontwarren
antwoordde
„Jawe missen Bessie nu."
„Hebt ge ook gehoordhoe het
van morgen met haar is?" vroeg de
andere dame.
„Erger/'antwoordde Miss Mayning.
En daarop wendde zij zich met een
bekoorlijk glimlachjen tot Mr. Kilham,
om hem eenige opheldering te geven.
„We spraken daar over het liefste
schepseltjendat men zich denken
kan," zeide zij, „eene jonge dame,
die zoo goed wasde muziek te
Mayning te behartigen.
Wordt vervolgd.)