N ieuwsberichten. Mooie theorieën. Cantorum" en de vertaling door denzelfde, „de drenkeling",van Ten Kate eenige verzen uit „de Schepping", van I.aurillard: „Schijnbaar berouw" en „In het beesten spel" enz. Nog werd door spreker zelf een naar van Lennep omgezet verhaal geleverdge titeld „over het liegen". Dit laatste vooral was zeer geschikt door zijn recht komisehen inhoud de lachspieren in beweging te bren gen. Domme Grijs als hospes met zijne vier weddende gastenvormden een waar lijk vermakelijke groep, vooral toen ein delijk de weddenschap gewonnen werd. Tot slot diende: „Hoe sommige juffrou wen praten" en het versje van Laurillard ,,'t Is erg met de meiden." Dat de bezoekers hoogst voldaan huis waarts keerden, behoeft niet te worden ge zegd, terwijl wij overtuigd zijn, dat de dank, dien wij den Heer Mees voor zijne bijdragen toebrengen, ook hun aller goed keuring zal wegdragen. A. s. Maandagavond zal geen lezing gehouden worden. Bahri Pachahet hoofd der politie van Pera (Constantinopel), is eindelijk van zijn ambt ontzet en gevangen genomen. Van zijn knoeierijen werd reeds voor eeni- gen tijd bericht. Hij liet door zijn agenten valsch geld binnensmokkelen bij Arme nische en Grieksche wisselaars, en ver volgens deze wisselaars dan, wegens het bezitten van valsche muntenin hechtenis nemen, om hun geld af te persen. Zijne medeplichtigen werden reeds, tot ver scheiden jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Bij Astrakan is een groote ijsschol waarop zich 150 visschers bevonden, los geraakt en onder een hevigen storm de Kaspische zee ingedreven. Omtrent het lot der ongelukkige visschers is nog niets bekend. Het ziet er nog steeds treurig uit in de overstroomde streken der Vereenigde Staten. Te Wheeling vooral, waar men van de 15000 vluchtelingen slechts 5000 in openbare gebouwen onder dak kon brengen is de ellende zeer groot. Het water was daarvolgens de laatste berichtenaan het vallen. Maar er was in die stadalsmede in vele omliggende plaatsengroot gebrek aan levensmiddelen. Er worden dringende beroepen op de openbare liefdadigheid ge daan welke natuurlijk niet vruchteloos blijven. De schade daar en in den omtrek, berekent men op ongeveer 6 millioen dollars. Te Weisburg, Cincinnatie en elders is het gevaar nog groot. Verscheidene plaatsen zijn nagenoeg geheel verwoest en er komen telkens berichten van verlies van menschenlevens. De nood in de overstroomde streken neemt nog steeds toe. Beneden Wheeling is het water later weder gerezen en daardoor de schade en ellende weer vermeerderd. Portsmout, Ohio is geheel overstroomd. Huizen werden weggesla gen door den stroomde stad is dagen lang van alle gemeenschap afgesneden. Tusschen Wellsbnrg en Moundsville zijn 20.000 menschen, die van alles beroofd zijn en van voedsel en kleederen voorzien moeten worden. Te Cincinnatie is het water hooger dan (Naar het Engelsch. 10) «En dat zullen we op den daartoe bestemden tijd worden.Waaruit anders, meent ge, is de lichamelijke voor stelling van engelen ontslaan, dan uit 's menschen voorgevoel van die vleugels? Niet voor u en mij is het weggelegd, Teresa, maar wel voor Harry's en Louise's afstammelingen, vleugels te hebben, even schitterend en prachtig als een engel ze maar hebben kan." t Zal erg lastig zijn voor de naaisters, die japonnen zullen moeten maken voor die gevleugde menschen", merkte Mrs. Morley op, haar naald aan haar lip brengende,en te zeer gewoon aan vreem de beweringen van hare vriendinom bizonder verbaasd te zijn over 't geen zij gehoord had. j> Integendeel, de arbeid der naaisters en modisten zal er door vercenvou- <3igd worden." «Maar, Emily, 't zal niet voldoende* bij de groote overstrooming in 1832en het rijst nog steeds. Van alle kanten komen berichten van rampen en ongelukken. De stad Belper staat bijna geheel onder water en een groot aantal huizen werden daar verwoest. Intusschen voorspellen de officieele weer berichten nog meer zware regensen men vreest, dat het water van de Mississipi, tot New-Orleans, in de eerste twintig dagen onrustbarend zal rijzen. Een aantal leden der volksvertegenwoor diging uit Ohio, Kentuckyen West-Vir ginia hebben een commissie gevormd tot spoedige ondersteuning van de noodlijden den. Op den Union Paci/fc-spoorweg in Nevada (Ver.-St.) is dezer dagen een trein door een kudde van 1500 antilopen gere den. Er lag dik sneeuw en de dieren hadden het spoor als den gemakkelijksten weg gekozen. Er werd een groot aantal van gedood, en de machinist reed langzaam voort uit vrees voor ontsporen van den treindie door dit oponthoud drie kwartiers vertraging ondervond. Een Eijnschipperdie vermoedelijk geen couranten leest en evenmin Faassen's tooneelstuk Hannes gezien schijnt te heb ben, werd dezer dagen, naar het Geïll. Pol.-Nieuws bericht, door een «kwartjes vinder* aangesproken, en ging met hem een tapperij in de Binnen-Wieringerstraat binnen om het gevondene te verteren. Hier vonden zij drie personen bezig met kaart te spelen. Een hunner wedde dat de schipper geen tweehonderd gulden, ja zelfs geen honderd bij zichnoch zelfs aan boord had. Dezehierdoor geprikkeld haalde zijn portemonnaie uitwaarin een bankbiljet van /25 en een van ƒ200 lagen. Hij had dus nog meer! Eensklaps had hij echter minder, daar zijn pas gevonden kwartjesvindende vriend in een oogwenk met het laatstgenoemde bankbiljet verdween. Gelukkig vond de de politie hem Zondag, en de schipper herkende hem aanstondsmaar zag zijn geld niet weer. Onder de Duitsche slachters is een beweging ten gunste van keuring van het wild ontstaan. Zij verlangendat het wild zoo goed als ossen- of kalfsvleeschaan een nauwkeurig onderzoek onderworpen zal worden, vooral ook wat lever, milt en longen betreften dat men bij de wilde zwijnen evengoed naar trichinen zal zoe ken als bij de varkens. Het verlangen is billijk; want hoewel het bekend is dat onder het wildhazenhertenreeën enz., vele ziekten voorkomenwordt het vleesch van al deze dierenzonder eenig toezicht van overheidswege, verkocht en verbruikt. Een echtpaar te St. Jacobi parochie vierde in de afgeloopen week de 70-jarige bruiloft. Eene kleindochter van deze oude lieden is reeds grootmoeder van twee kin deren. Naar men aan de A. C. meedeelt, is de wacht aan de cavalerie-kazerne te Amsterdam Zaterdag avond de dupe ge worden van eene grapwaarvan de schul digen echter onbekend zijn gebleven. Een in klein tenue gekleed hoofdofficier bracht namelijk aan de kazerne een be zoek en verlangde een en ander te inspec- zijn, dat onze Harry en Louise in deze beginselen zijn grootgebracht, om dien heerlijken toestand te ver werkelijken. Hunne kinderen zullen waarschijnlijk weer trouwen met vleescheters, en dan wordt al onze arbeid verijdeld." «Dat weet ik wel, en dat ontmoe digt me dikwijls in niet geringe mate. Werkelijk echter acht ik het niet goed, de zaak daarom op te geven. Toch is het een treurig vooruitzicht. Som tijds verzoent het me bijna met den boeljon en de koteletten, welke Dr. Bonnamy me laatst voorschreef." j> Wanneer «Toen ik zoo schraal en slap werd van het vruchten eten, gelijk ge je waarschijnlijk herinneren zult." »0 ja, om te verhoeden, dat je beenderen «Verkalkten. Ik was te ver gegaan. 0, konden we onze theorieën maar naleven 1" zeide Mrs. Pearmain met eene zucht. «Ik kan het en ik wil het," riep Mrs. Morley uit; sen George Morley moet het!" teren. De wachtmeester, commandant der wacht, leidde hem overal rond, nam den verschuldigden eerbied in acht en is daarvoor gestraft met vier dagen pro voostarrest. Immers het is geblekendat de hooggeplaatste bezoeker geen militair, maar misschien een afgedwaald bal mas- gué bezoeker was Dit Tuil schrijft men dat al daar en in de omliggende dorpen "de nieuwe tooverheks,, een geliefd onderwerp van gesprek is. Toen in den laatsten tijd eenige malen van den Waaldijk aldaar paarden met karren en wagens neergestort warenzocht men dit te verklaren. Daar moestzoo meende men, iets achter schuilen. Wat kon 't anders zijn dan tooverij? De vrouw, die deze ongelukken bewerkte, werd aangewezen. Broodnijd hielp mede en zoo werd eene goede huisvrouw het voorwerp van spot bij den eenvan haat bij den ander, terwijl bijna allen haar vreezen en schuwen. Mannen als reuzen breedgeschouderde Geldersche boerendur ven thans zonder geleide des avonds haar huis niet voorbijgaan. De Surinaamsche Cl. zegt: Uit eene vrij goede bron vernemen wij dat de toestand van de gouddelvers in de Sarakreek zeer te betreuren is. De droogte die dit jaar in de stad zoolang heeft aan gehouden en hare nadeelige gevolgen heeft doen gevoelen is aldaar nog ernstiger ge weest. Een paar regenbuien op 31 Dec. 11. en op 1 en 2 Januari van dit jaar gaven eenige verfrisschinghet water steeg ongeveer 30 cm. maar reeds den 4n. daar aanvolgende daalde het weder tot den gewonen stand. Ten gevolge van dien lagen waterstand kon de communicatie met de stad ter nau- wernood worden onderhouden, zoodat op verscheidene plagers zich groote behoefte deed gevoelen aan provisiën hongersnood stond voor de deur terwijl de dorst moeilijk kon gelescht worden daar de Sarakreek van het hoogst bewoonbare punt tot aan hare uitwatering in de Suriname-rivier was vergiftigd geworden door het gebruik van de Nekoe en de dientengevolge veelvul dige sterfte onder de visschen. Het gebruik van het water is oorzaak van de aldaar voorkomende gevallen van buikziekte dysenterie enz. Een ooggetuigeeerst voor een paar dagen in de stad aangekomenheeft ons medege deeld dat de sterfte onder de gouddelvers groot is. Hij kan met zekerheid vertellen dat reeds 16 van de personendie over land de Suriname-rivier trachtten te bereiken overleden warendat niet allen behoorlijk begraven werdenop zijn meest slechts een voet onder de aarde waren gelegd, zoodat allen gerekend kunnen worden te zijn eene prooi der stinkvogels. Donderdagavond te half zes werd door dem kommies-deurwaarder Goedheer, te Winterswijkeen aanhaling gedaan van ruim 70 kilo suikerwelke men van Duitsch gebied in Holland trachtte binnen te smok kelen. Ook de kar en het paardwaarmede het aangehaalde vervoerd werdzijn door dien ambtenaar in beslag genomen. Zending der Mormonen. Tegen deze zending komt in de Pr. Gron. Ct. de volgende krachtige waarschuwing voor »De ondergeteekende komt dagelijks in «Ja, als we maar twee andere moeders hadden aangetroffen, die de levenswijze hadden willen volgen, welke wij tot de onze gemaakt hadden, dan zouden we volkomen zeker van onze zaak geweest zijn," sprak Mrs. Pearmain, in gepeins verdiept. «Dan hadden we van onze proefneming niet behoeven af te zien." «Er van af te zien! Wie spreekt daarvan?" riep Mrs. Morley uit, en haar oogen fonkelden. «Indien het goed is, dat te doen, dan zal ik het doen, zonder daarbij in rekening te brengen wat mogelijk het lot zal zijn van Harry's en Louise's afstamme lingen." «Doch het is voor hen, dat wij het doen. En wat tegen ons streven in verzet komthet is alleen eetlust neen, zelfs niet eetlust, maar alleen onze grillige smaak. Ach, waarom kan niet de wetenschap zich de zaak aan trekken, en geurige extrakten voor ons uitvinden, zoodat we met een druppel of wat van het eene extrakt aan dit plantaardig voedsel den smaak van gebraden vogels konden geven, en ervaring dat een zekere J. P. Lammers,. zich uitgevende voor zendeling van de zedelooze secte der Mormonen, hier en daar in de noordelijke provinciën, gelijk ook een Jan Folkers in het midden des landswerken om sommigendie ter goeder trouw de zoogenaamde prediking van der gelijke mannen aannemen, maar niet in staat zijn om met kennis van zaken de waarheid te onderscheidentot het Mor- monismns te verleiden. »Hij ziet zich verplicht mede te deelen dat hij zich in betrekking heeft gesteld met bewoners van Utahen wel van Salt Lake City, de hoofdplaats der Mormonen zeiven, met Hollanders, die zeiven, mor- moonsch geworden, nu het inzien, dat »zij bedrogen zijn, van hun geld en goed afgezet, en nu vaak met, helaas! onlos~ makelijke banden aan deze secte verhonden zijn, welker leer eene vreeselijkegodslaste ring is en gruwelijk. Vrouwen en meisjes loordcn onteerd; het is een slavenhandel op groote schaal. Denk nietdat dit schrijven overdreven is; want punt voor punt kan ik dit bewijzen. De Mormonen hebben hier {ofschoon niet openbaartwee hoofdondeug den dat isdronkenschap en zedeloosheid. De Mormonen hebben in Nederland twee zendelingen: P. Lammers, een groote manen de andere is Jan Polkersals het ware- nog een jongen. Ik moet u zeggen dat zij beiden niet «deugen», en men de menschen niet genoeg kan waarschuwen. Als men hun iets vraagt omtrent de kwade- handelingen en practijken der Mormonen dan antwoorden zij altijd met een glimlach .- „ochdat zeggen onze vijanden »Zoo op dezen oogenblik ontvang ik uit Zwolle twee blaadjes, welke ik reeds kende, waarmede zij de menschen verleidenalsof zij waarlijk den bijbel nemen tot grondslag hunner leer. Ik moet ieder zeggen, dat er nog zelden zulk eene bijbelmishandeling gezien ismaar bovenaldat er in de prediking en in het leven onder de Mor monen van geen bijbel meer sprake is, en dat de zendelingenop straffe van uit banning, de eigenlijke godslasterlijke leer niet mogen bekend maken. «Ieder zij dus gewaarschuwd Groningen, 13 Februari 1884. A. van Toorenenbekgbn Predikanti. Te Vucht heeft Dinsdagavond eert man zijn vrouw door'ophanging van het leven willen berooven. Nadat hij zijn gruwelstuk volvoerd had riep hij in aller ijl de buren bijeen, en wilde hen diets makendat hij zijn vrouw hangend had gevonden. Zijne pogingen mislukten echter, want toen de toegesnelde buren de vrouw uit haren benarden toestand bevrijd hadden bleek het dat zij nog leefdeen later haar echtgenoot als de volbrenger van deze daad aanwees. - Uit De Leek wordt gemeld: Gisteren is weder een persoon, een jon gen van 12 jaren, aan typhus overleden. Voor een paar dagen bezweek een jonger broertje. In 't zelfde gezin zijn thans nog de vaderde moeder en 6 kinderen door de ziekte aangetast. De toestand is daar verschrikkelijk. In eene armzalige woning, eens de romp van een klein schuitje, wonen daar 10 menschen samen. De ou ders moeten door veenarbeid in hun on derhoud voorzien; intusschen groeien de kinderen in 't wilde op. Ja groeiden ze maarDoch 't is of er geen leven in zit. met een druppel of wal van het andere extrakt onze brij konden veranderen in schildpadsoep, en met een derde een beschuit zóó konden bereidendat ze even lekker smaakte als een kotelet? Maar neenvervolgde Mrs. Pearmain op moedeloozen toon, „zoover zal men het nooit brengen, en ik voor mij begin het moede te worden, steeds tegen den stroom op te roeien, wanneer toch al onze arbeid een einde moet nemen zooals die rivieren, die dood- loopen in de woestijn." Toen was het Mrs. Morley's beurt om te vermanen, en hare vriendin aan 't verstand te brengen, dat zij zich overwerkt had, en dat zij onge steld wasen dat zij onmiddelijk een schoteltjen krachtige havergortpap moest laten gereed maken, en dat zij zich moest versterken met wat water kers en uien en tomaten-salade, en dat zij eens voor een korten tijd uit logeeren moest gaan. Wordt verolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1884 | | pagina 2