Mooie theorieën.
het departement hebben verlatendat de
invoeringswet bij alle departementen in
onderzoek is, en dat, als het ontwerp
wordt aangenomenalle kans bestaatdat
voor het einde des jaars novelle en in
voeringswet zullen zijn afgedaan, en de
invoering van het Strafwetboek met 1 Jan.
1885 zal kunnen geschieden. Alle argu
menten, aangevoerd tegen het hooger be
roep werden door den Min. bestreden. De
heer de Savornin Lohman bestreed de
wijziging van de rechterlijke organizatie.
De heer van Blom keurt het goed, dat,
nn het stafwetboek het onderscheid tusschen
misdaad en wanbedrijf heeft weggenomen
ook het krimineele appel zal worden inge
voerd, omdat dit zal leiden tot vereen
voudiging en bespoediging van de recht
spraak. Ook de heeren Kist en Beelaerts
verdedigden het beginsel van het wets
ontwerp.
De Tweede kamer heeft benoemd tot
rapporteurs over de voorstellen omtrent
de klassen-belastingde heeren Graaf
Schimmelpenninck, Ruys van Beerenbroek,
Dyckmeester, Verniers v. d. Loef en Blussé,
Te Altenbaubij Solingenzijn in
een steengroeve twee arbeiders, een voer
man en twee paarden onder neerstortende
steenen bedolven. Na veel moeite brachten
de brandweer en een aantal arbeidersdie
terstond aan het werk togeneen der levend-
begravenen te voorschijnhij was slechts
licht gewondevenals een paard dat men
kort na hem bevrijdde. Eerst 's avonds
laatnadat men een steenmassq had laten
springen werd de voerman te voorschijn
gebracht; maar hij was dood. De derde
man lagvolgens de laatste berichten nog
onder de steenen.
Vier oplichters stonden dezer dagen
te Londen terecht. Zij hadden gezamenlijk
een maatschappij gesticht, wier eenig
eigenlijk doel was zich te bevoordeelen ten
koste van de aandeelhoudersen toen
dezen na verloop van eenigen tijd het hun
wat lastig maakten en boos begonnen te
worden, waren zij onbeschaamd genoeg
om een rechtsvervolging in te stellen tegen
eenigendie te lastige vragen gedaan
hadden. Hun toeleg misluktede gedaagden
werden vrijgesproken en het Openbaar
Ministerie stelde een vervolging in tegen
de vier compagnons. Het bleek nu, dat
al het geld der aandeelhouders door hen
opgemaakt wasen dat hun geheele zaak
bedrog was van het begin tot het einde.
Zij zijn nu veroordeeld, de een tot een
gevangenisstraf van 5 jaren, de anderen
van 18, 9 en 6 maanden.
Men vermoedt thansdat de geheele
lading dynamiet in zee ligt ter hoogte
waar de Echolynne strandde. Op die plaats
werden voortdurend groote partijen dyna
miet gevonden als door de zee losgewoeld.
In de laatste dagen is dit weder het geval
geweesten de commissaris van politie te
Scheveningen verbrandde Zaterdag weder
om een aanzienlijke hoeveelheid van die
stof.
De commissaris van politie te Scheve
ningen herinnert er aan, dat voor het
onschadelijk maken van kleine hoeveel
heden dynamiet kali coustica moet aange
wend worden, en geeft betreffende de
verbranding van grootere hoeveelheden de
volgende aanwijzingen:
(Naar het Engelsch.
15)
,,'tls de rechte, maar een smalle
weg," viel Mr. Morley haar in de rede.
„En ik heb er over gesproken en
er over geschreven, er over gesproken
met ieder, en over geredeneerd met
ieder ogij weet, dat ik dat gedaan
heb, Mr. Morley," riep zij uit, buiten
adem, en terwijl de tranen haar langs
de wangen stroomden „ik heb er
met ieder over gesproken, getracht
ieder te bekeeren
„Genoeg om de vierschaar over u
te spannen! Ik begrijp het nu
witgepleisterde gravenFarizeeërs en
wat dies meer zij. Gij doet denken
aan den held der bekende ballade,
die in een hoekjen zijn Kerst-pastei
zat te eten. Door uw toedoen heb
ik gedurende bijna twintig jaren hon
ger geleden, en me moeten vergenoe
gen met havergoribrijterwijl gij zelve
je te goed deedt aan de heerlijkste
kluifjens en je de vingers afliktet."
In 't open veld, niet nabij gebouwen,
omdat meestal hevige ontploffingen plaats
grijpen, make men een flink helderbran-
dend open houtvuur en werpe er de pa
tronen achtereenvolgens in.
Bij 8° Celsius is de dynamiet bevroren
en dan zeer gevaarlijk.
De reuk van dynamiet veroorzaakt zware
hoofdpijn.
Men rake het niet aan met metaal en
zoo min mogelijk met bloote handen. Komt
van deze stof tusschen de nagel* dan is
onpasselijkheid en sterke zwelling van het
hoofd het gevolg.
Tegen die gevolgen van dynamiet wordt
het drinken van sterke koffiezonder melk
als tegengift aanbevolen.
Een onbezonnendwaze wedden
schap werd onlangs in een koffiehuis te
Weenen aangegaan tusschen een bediende
aldaar en een der bezoekers. De knecht
wedde, dat hij in staat was om een ge-
geheele week zonder slaap te blijven en
de gast beloofde f 25 als hij dat met
terdaad bewees. Er werden verscheidene
koffiehuis- en uitspanninglokalen bepaald
waar de kellner overdag, 's avonds en
's nachts moest wezen, en vier jongelie
den kregen de opdrachthem beurtelings
nauwkeurig te bewaken.
Na de vier eerste doorwaakte nachten
gevoelde Kowendlzoo heette de bediende
zich zeer afgemat en hij had groote moeite
om zich staande te houden, 's Avonds van
den vijfden dag nam hij een koud bad en
bezocht daarna een gemaskerd bal. Den
zesden bracht hij 's morgens op straat
door en 's middags met het bijna onafge
broken drinken van sterke koffie. Water
en koffie waren de eenige dranken die hij
gebruikte gedurende zijn weddenschap.
Den zevenden dag schonk zijn mede
wedder hem de nog overschietende uren
en betaalde de f 25. Kowendl ging toen
doodmoede naar bedmaar hij kon nu den
slaapdien hij zoolang bedwongen had
niet vatten. Hij kreeg daarbij een hevige
hoofdpijn en thans ligt de lichtzinnige
ziek aan den typhus.
De gematigde socialisten te Pest
zullen eenige afgevaardigden uit hnn mid
den naar den Minister Tisza zenden, om
hem een stuk te overhandigen, waarbij
zij verklaren, niets met de anarchisten
gemeen te hebben, en er tegen opkomen
dat men hunne partij met de gepleegde
moord- en dynamiet-aanslagen in verband
brengt.
Daarentegen is te Parijs, in de Rue
Rivoli, een vergadering van anarchisten
gehoudenwaarin een verklaring werd
aangenomendat de aanwezigen volkomen
instemden met de gevoelens en daden der
plegers van de aanslagen te Weenen.
Vier knapen van aanzienlijke familie
te Steinachbij Coburgbesloten onlangs
na het lezen van verscheidene boeiende
roovergeschiedenissenook een roo verbende
te vormen. De oudste van hen werd aan
voerder en nam den naam «Schinderhannes»
aan. Zij gingen met hun vieren de kerk
binnen, zwoeren daar voor het altaar
elkander plechtig trouw en begonnen er
reeds dadelijk hun rooverberoep door het
openbreken en leegstelen van de armenbus
die 50 a 60 Mark bevatte. Voor een ge
deelte van dat geld kochten zij wapenen
en. .lekkernijen.
„Mr. Morley! Gij kunt me nog
beleedigen
„0 neen, volstrekt niet! Ik wil u
niet beleedigen. Integendeel, ik geloof,
dal ge 'teerste straaltjen verstand ge
openbaard hebt, dat ik gedurende een
ti jdsverloop van twintig jaren in u heb
opgemerkt. Maar begrijp dit goed,"
vervolgde Mr. Morley terwijl hij op
indrukwekkende wijze zijn vinger op
hief onder de oogen van zijn slacht
offer, „dat ge nu niet weêr terug kunt
Er volgde nu nog een onstuimig
nalfuurtjen, maar toen dat voorbij
was, had men Mr. Morley met de
vlugheid van een jeugdigen knaap
kunnen zien springen over het hek,
dat het grondgebied der Pearmains
van het zijne scheiddeen daarna at
hij zijn avóndmaal van havergoribrij
met eene soortgelijke voldoening als die
van Jaapjen, toen deze gezeten was
aan den voet van den boonestengel,
dien hij op 't punt was neêr te vellen
want Mr. Morley nam zich voor zich
nooit weêr aan dit gerecht te goed
te doen.
De faëton kwam voor om Mrs. Morley
Maar de ruime geldelij ke omstandigheden
der knapen trokken weldra de aandacht
hunner omgeving. Zij werden nauwkeurig
nagegaanin het verhoor genomen
en de geheele roovergeschiedenis kwam
uit. De lust tot verdere avonturen zal
den jongen roovers nu wel vergaan.
Een bekend kunstliefhebber te Am
sterdam, de heer T. H. Wente, werd
voor eenigen tijd eigenaar van een drietal
schilderyenwaarvan een Koekkoek hem
het meest aantrokvoor de som van f 600.
Er was een paneeltje bij met twee paarden
een wit en een bruin, die op de weide
staan te droomen. Toen de stoflaag, die
het bedekteweggenomen wasbespeurde
men de handteekening in den rechter
benedenhoek van P. P. (Paulus Potter).
Alle kunstkenners, die het daarna zagen
herkenden, zoowel in de figuren als in
de stoffeeringde hand van dien meqster.
Hier had men dus met een stuk van
groote waarde te doen, te meer daar de
stukken van Potter niet zoo algemeen
zijnals dit met die van andere schilders
het geval is.
De heer Wente is met verscheidene
koopers en de liefhebbers in onderhandeling
over den verkoop. De prijs die er voor
gevraagd wordtis f 100,000 en het heeft
allen schijndat binnen korten tijd het
kostbare stuk naar het buitenland ver
trekken zal.
Het schijnt, dat de te Weenen in
hechtenis genomen socialist Prager, de
dagblad-redacteur en kleedermaker, be
trokken is bij den moord en diefstal ten
huize van den geldwisselaar Eifert. Ook
een ander der gpvangen genomenenKam-
merer, blijkt daaraan medeplichtig te zijn,
en deze laatste moet tevens de moordenaar
van den politie-beambte Illubek wezen.
Men gaat te Weenen uiterst geheimzin
nig en streng te werk waar het de socialis
ten betreft. De dagbladen mogen waar
om begrijpt men niet geen berichten
omtrent aanslagen en inhechtenisnemingen
meedeelen. En bij de geringste verdenking
worden werklieden uit de stad verbannen;
het lezen van de te Pest verschijnende
Zukunft is reeds genoeg om aldus gestraft
te worden.
Een Parijzenaar, Montérichard ge
naamd, zoo verhaalt Schorer' s F am. Bk,
heeft een middel uitgevonden om uit hon
derd pond meel tien pond brood meer te
bakken dan het geval is bij de tegenwoor
dige manier van broodbereiding.
Het middel zou bestaan in een water
voor het bereiden van het deeg. Het ware te
wenschendat Montérichard's voorspiege
lingen bewaarheid zullen worden. Tien
procent meer beteekent nog al iets waar
het een zoo noodige levensbehoefte geldt.
- In de N. R. C. leest men het vol
gende
Dr. Andrew Wilson deelt in de „Pall
Mall Gazette" het een en ander mede uit
een verslag, dat onlangs van wege de
„Bristish Medical Association" werd uitge
geven, en dat het vraagstuk behandelt,
of longtering besmettelijk is. Op de vraag
om mededeelingen dienaangaande, tot prac-
tiseerende geneesheeren gericht, werden
1078 antwoorden ontvangen. Daarvan lie
ten er 673 de zaak onbeslist, onder ken
nisgeving dat den gevraagde geen geval on
der de oogen was gekomen, op hetwelk
in de schemering te brengen naar eene
der behoeftige vrouwen, die zij voort
hielp, op zekere vegetariesche voor
waarden. De pony was uiterst dartel
en stijgerde vrij wat, terwijl Thomas
hem bij den teugel hield, ,,'t Is ver
wonderlijk, hoeveel kracht deze dieren
trekken uit het graan, waarmee ze
zich voeden," merkte Mr. Morley op".
„Ja verwonderlijk!" bevestigde Mrs.
Morley, alleraardigst in den val loo
pend.
„Vooral als men in aanmerking
neemthoe zwak andere dieren kunnen
zijn", vervolgde Mr. Morley. „Lieve,
wist ge wel dat Mrs. Pearmain een
tijdlang sukkelende geweest is
„Och, dat heeft niets te beduiden,"
zeide Mrs. Morley' terwijl zij haar
handschoenen aantrok.
„Lieve, als ge Mrs. Pearmain eens
achter de deur der proviziekamer hadt
zien staan, houdende in de eene hand
een stuk eener koude worstwaarvan
het overige gedeelte in haar mond was,
en in de andere hand een stuk pekel-
vleesch
„Praat toch geen onzin Mr. Morley!"
zich eene meening liet vestigen. Doch
van de overige antwoorden luidden er
105 ontkennend, 39 twijfelend, en 261
bevestigend. Eene ontleding nu van deze
bevestigende brengt een aantal gevallen
aan het lichtop welke de aandacht van
gezonden zoowel ah van zieken verdient
gevestigd te worden. Zoo meenen er 192
waarnemers gevallen te hebben bijgewoond,
waarin de tering zich meedeelde van echt
genoot op echtgenooten er wordt beslist
verklaard dat er in 130 van die gevallen
geen erfelijke predispositie of persoonlijke
aanleg tot de ziekte bij den vermoedelijk
besmetten lijder aanwezig was. Spreken
der nog zijn de gevallen van oogenschijn-
lijke mededeeling der ziekte tusschen per
sonen die elkander vreemd waren. Een
jonkman stierf aan tering, na door zijne
zuster te zijn opgepastde zuster bezweek
op hare beurt aan dezelfde kwaal; en
hare vriendin„een door-en-door gezond
meisje"nam van haar de ziekte over.
Eene naaister woonde in een eenzaam huis
je, met drie leermeisjes tusschen de 17
en 19 jarendie beurt om beurt eene
week met haar huishielden en bij haar
sliepen. De naaister stierf aan tering
en binnen twee jaren tijds waren alle drie
de meisjes mede aan die kwaal bezweken.
Zulke gevallen (zegt dr. Wilson) pleiten
zeer ten gunste van het ouderwetsche volks
geloof, dat tering wel degelijk besmette
lijk is, en dat de kiemen der ziekte door
den adem van den lijder op een gezond
mensch kunnen worden overgebrachtbij
wien zijniet all ijd maar vaakeenen
tot hare voortplanting willigen bodem
aantreffen.
Onlangs beklaagde zich een inzender
in het Nieuws van den Dag over hande
lingen van een conducteur van den Rijn
spoorweg tegenover des inzenders vrouw
die, van Gouda .tot Amsterdam alleen in
eene damescoupé reizende, onder het rijden
bezoek van dien conducteur ontving, blijk
baar met geen edele bedoeling, slechts de
cordate houding der dame was oorzaak,
dat de conducteur, die niet nuchteren was,
zich verwijderde. Wij vernemen thans dat
de Rijnspoorwegmaatschappij zich de zaak
aangetrokken heeft,en dat het haar is mogen
gelukken den conducteur uit te vinden,,
die natuurlijk onmiddelijk is ontslagen.
-Zaterdagmiddag had de echtgenoote
van den heer T.hoofdonderwijzer aan dn
school voor meer uitgebreid lager onderwijs
te Schiedam, het ongeluk dat hare japon
in brand geraakte, terwijl zij bij het ver
richten van eenige huishoudelijke bezig
heden te dicht langs de kachel kwam. In
weinige oogenblikken stonden hare kleede
ren geheel in vlam. Door schrik bevangen
viel zij in zwijm. Toen de dienstbode,
die buitenshuis eenig werk verrichttein
de woning kwamvond zij hare meestere»
deerlijk met brandwonden overdekt. De
ongelukkige vrouw is des avonds aan de
gevolgen overleden.
De Engelsche professor Ruskin schil
dert in het jongste nummer van zijn maand
schrift, Fors Claviger aals volgt zijn,
ideaal van eene volksschool:
„Elke school hebbe eenen tuineene
speelplaats en een stuk bouwgrondgroot
genoeg om de scholieren bij goed weder
hoofdzakelijk in de open lucht bezig te
houden. Daarbij eene kinderboekerij, in
„Ik vind het alles behalve onzin van
Mrs. Pearmain's kant. Maar veronder
stellende, dat wat ik zeide waar is,
wat zoudt gij er van denken
„Ik zou er niets van denken: ik
kan niet redeneeren over onmogelijk
heden."
„Zou het wellicht ook eenige ver
andering kunnen te weeg brengen ten
aanzien van de tyranniedie gij over
mij uitoefent?" vroeg Mr. Morley,
lachend.
„Tyrannie, George!" riep Mrs. Morley
uit, en zij zag haar echtgenoot aan
terwijl zich op haar nog steeds be
koorlijk gezichtjen een uitdrukking
van de grootste verbazing vertoonde.
„Ik heb dat woord met opzet ge
bruikt", antwoordde Mr. Morley, op
eens een ernstigen toon aanslaande.
„Kunt ge iets, dat zoo ten volle
door uwe rede goedgekeurd wordt,
tyrannie noemen vroeg Mrs. Morley,
haar handschoenen uittrekkende, en
dus juist anders doende dan de oude
ridders, die voor den aanvang van
't gevecht de gepantserde handschoe
nen plachten aan te trekken.