Een machtig bondgenoot.
Nieuwsberichten.
voor de deur gezet, die de in- en uit-
gaanden moet bespieden.
De voornaamste post van inkomsten
vinden deze ondernemingen in bet nagaan
van getrouwde vronwen voor rekening
van haren echtgenoot. Elke mandie
jaloersch is, zoekt troost voor zijne kwel
lingen bij de „ondoordringbare stilzwijgend
heid" van de circulaire. Er is reeds menig
flagrant dêlit op die wijze geconstateerd.
Apropos. De heilige Nikolaas staat weder
op het pnnt zijn intocht te doen en de
prachtige étalages, die men hier en daar
vindt, de blijdschap die reeds nu in vele
kinderharten leeftde groote uitgaven die
menigeen ter wille van zijn maag zal doen
de steeds hooger opgevoerd wordende weel
de, dit alles vormt een schrille tegenstelling
met het gure winterweer en met de armoede,
die thans meer dan ooit heerscht. Daarom,
gijdie met tijdelijke middelen gezegend
zijt of het voor 't minst goed kunt doen,
geniet met een tevreden hart van 't geen
U zoo kwistig wordt aangebodenmaar
denkt daarbij ook aan de armen in ons
midden en vooral ook aan hunne kleinen,
wier handjes immers zoo spoedig gevnld zij n.
Door de daartoe benoemde Kommissie
is het adres der Tweede Kamer, ter be
antwoording van de Troonrede, den Koning
aangeboden, en Z. M. heeft daarop betuigd,
met genoegen het adres te Ontvangen, en
verzocht Zijn dank daarvoor aan de Kamer
over te brengen. In hare zitting van 27
Nov. besloot de Kamer reeds den volgen
den dag de beraadslagingen aan te vangen
over het Wetsontwerp tot wijziging van
art. 198 der Grondwet. Het voorstel van
den Voorzitter, om er eerst Maandagmeé
te beginnenwerd wel verdedigd door hem
zeivenen den heer V. Aseh van Wijck
maar op voorstel van den heer v. Delden
verworpen met 45 tegen 23 stemmen.
Na afloop daarvan zou den heer Bahlmann
gelegenheid gegeven worden tot het doen
van zijn interpellatie over het gebrek aan
werkniettegenstaande de heer Bahlman
zich liever wat meer tijd gegund had
gezien om zich voor te bereiden. Vrijdag
ontwikkelde de heer Wintgens op nieuw
zijne bezwaren tegen de toekenning van
bevoegdheid tot grondwetswijziging aan
een Regent. De heer Schaepman bestreed
die bezwaren en verklaarde in eene vurige
deklamatie alle vertrouwen te hebben in
het karakter van het Nederlandsche volk
dat met zijn Oranjehuis vereenzelvigd is
en niets te vreezen van de bestaande
partijschappen, zoolang by allen het vader
land boven de partijen staat. De Min.
van Binnenl. zaken sloot zich daarbij aan
en wees op de noodzakelijkheid tot Grond
wetsherziening, die zich tijdens het Re
gentschap kon voordoen. Z. E. bracht
de Kamer in eene vrolijke stemming,
eenigzins ten koste van zij n ouden vriend
Wintgens. Had deze toch in zijne rede
beweerddat geen enkele kiezer zich
bij de verkiezingen om deze wijziging
bekommerd had, de Min. zeide, dat hij
hem deze illuzie moest ontnemen. Ver
trouwelijk toch hadden enkele kiezers den
Minister geraadpleegd, of zij wel den
heer Wintgens moesten kiezendaar deze
zich tegen de wijziging van art. 198 had
verklaard. Natuurlijk had 's Ministers
advies gunstig geluid. De voorgestelde
wijziging is aangenomen met 66 tegen
8 stemmendie van de H. H. Balhmann,
Renther, Kenchenius, Vos de Wael, van
Baar, Lambrechts, Ruys v. Beerenbroek
en Wintgens. De heer Bahlmann weet de
slechte inkomstenwelke onze industrie
opleverde, aan onze slechte tariefwetgeving.
Hy achtte het wenschelijkdat by aan
bestedingen van wege het Rgk aan bui
tenlanders zoo weinig mogelyk, liefstin
'tgeheel geen werk gegund werd. Het
antwoord van den Min. van Binnenl.
zaken gaf eigentlijk weinig troOBt. Hy
wees er op, dat spaarzame werklieden
de kwade dagen beter te boven zonden
komendat de niet-spaarzame. Verder
zon de Reg. overwegen wat er gedaan
kon wordenzij zou alles uitbesteden
waartoe de begrooting aanleiding geeft,
maar toch rekening moeten houden met
de belastingschuldigen. De heeren van
Houten en Duyvis bestreden de protekti-
onnistiesche strekking van de rede van
den heer Bahlmann.
In het noorden van Hongarge heeft
men veel last van wolvendie in groote
troepen door de koude uit het gebergte
naar de bewoonde streken gedreven worden
en daar angst en schrik verspreiden.
Te Homona o. a. drong een troep van
ongeveer 120 wolven in het dorp door,
terwgl de bewoners in de kerk warenen
lieten zich niet verjagen voordat een esca-
dron nhlanen met sabels en karabijnen op
hen aanviel.
Een te Turin gehouden congres van
koks en logementbedienden heeft met al-
gemeene stemmen besloten »te protesteeren
tegen de gewoonte van tooneelschrgvers,
om in hunne stukken de hotelbedienden
belachelgk te maken"!
Te Stettin is Maandagnacht het
Tlialia-theater geheel afgebrand. De in
wonende leden van het tooneelgezelschap
konden ternauwernood het leven redden.
Te Graz, in Stiermarken, als ook
te Heidelberg zgn schokken van aardbeving I
gevoeld.
Te Groningen is een met koper gela
den schip in het Damsterdiep door een
onbekende oorzaak gezonken. Het volk
had het schip even te voren verlaten.
Te Kilrushin Engelandis een
kind, bg afwezigheid van de ouders door
een varken bgna geheel opgegeten. Het
hoofdde hals en een der armen werden
geheel verslonden. In vreeselgke toestand
vond de moeder het lichaampje van de
kleine weer.
Volgens de N. Gron. Ct. zonden in
de voorgaande week te Ten Boer twee
kinderen uit het huisgezin van E. K. die
boonen hadden gegeten, welke met soda
waren gekookt om ze week te krggen
aan de gevolgen overleden zijn, terwgl
nog een derde in hoogst bedenkelgken
toestand verkeert. De hoeveelheid soda
zal dan wel groot geweest zgn.
Te Velp laat de veiligheid veel te
wenschen over. Dezer dagen is een poging
tot inbraak beproefd. Thans hebben eenige
families, wier villa's nabg elkander gelegen
zgnbeslotenvoor gezamenlgke rekening
een nachtwacht onbezoldigd rgksveld-
wachter aan te stellen.
Volgens informatie van het Handelsblad
bestaat het plante Amsterdam in April
ter gelegenheid van de opening van het
rijksmuseumeen grooten geschiedknndig-
zinnebeeldigen optocht te houden.
In Engeland is weer een dynamiet-
aanslag gepleegden wel op het raadhuis
van Roystonbg Oldhamin Lancaster.
Het gebouw werd zwaar beschadigd maar
geen mensch werd er door gewond. Het
geval heeft in de anders zoo rustige plaats
groote opschudding veroorzaakt. De daders
is men nog niet op het spoor.
Volgens de laatste berichten uit
Soudan staat de „Mahdi" met zgn leger
macht te Marguiat, aan den weg van
Ambukol naar Khartoum, den weg
dien Wolsely moet nemen als hg Gordon
komt ontzetten.
Het is nu beslistdat het afgebrande
„Stad-Theater" te Weenen niet herbouwd
zal worden. De Staats-commissie heeft
het voorstel daaromtrent voor goed van
de hand gewezen.
Dezer dagen werd de zitting van
het crimineel gerechtshof te Pargs door
een bloedig tooneel verstoord. De vrouw
van den dichter en afgevaardigde Clovis
Hngnes heeft in de zaal verscheidene
revolverschoten gelost op den zaakwaar
nemer Morin door wiens inlichtingen zg
in haar eer getast werd. Morin is doode-
lijk gewond.
In de laatste zitting van den Rgksdag
te Berlgn gaf de Rgkskanselier (Von
Bismarck) niet onduidelgk als zijne meening
te kennen, dat alle plannen der Sociaal-
demokraten vrgwel in de lucht hingen.
„Als zij maar eerst met hunne plannen
voor den dag gekomen zijnsprak hg,
„zullen zg veel tammer wordenook in
hun kritiek. Hun oppositie heeft niettemin
haar nut. Bestond er in 't geheel geen
sociaal-demokratische partij en waren niet
zeer velen voor haar bevreesddan zouden
de weinige sociale hervormingen, die nu
tot stand kwamen, nog niet verkregen
zgn. De vrees voor de sociaal-demokratie
is een zeer nuttig element voor hendie
anders geen hart voor hunne arme mede
burgers zouden hebben."
Geen ding zoo kwaad in ieder land
Of 't heeft toch ook zgn goeden kant.
Er openbaarde zich te Madrid giste
ren opnieuw verschgnselen van agitatie
onder de studenten. Zg woonden de lessen
aan de hoogeschool niet bg. Daar eenige
hoogleeraren een tegen-protest geteekend
hebbenzoo heeft de deken der geneeskun
dige faculteit zgn ontslag ingediend.
Dat de toestand der geldmiddelen in
Daitschland ook niet rooskleurig is, moge
uit het volgende blgken
Bg de behandeling der Begrooting in
den Rgksdag, erkende de secretaris van
de schatkist, Burchhardt, dat de toestand
niet bevredigend is. De inkomsten zgn
lager gebleven dan men verwacht had..
Met name drukt de som van 21 millioen
welke de belasting op de beetwortelsuiker
te weinig heeft opgebrachtzeer zwaar
terwgl men in den eersten tgd bezwaarlgk
op hoogere inkomsten uit de suikerindustrie
kan rekenen. De tabaksbelasting gaf 3
millioen te weinig. Wanneer de pensioen
wet en het subsidie aan stoomvaartlijnen
aangenomen zgn, zal de begrooting nog
zwaarder belast worden, maar toch kan
men de noodzakelgke behoeften niet on
bevredigd latente meer omdat de economi
sche toestand over 't algemeen bevredigend
is. De spreker verklaardeniet te weten
of de Regeeringna de herhaalde verwer
ping van belastingvoorstellennu op nieuw
zoodanige voorstellen zal doen. Daar het
zoo goed als onmogelgk is, op de Begrooting
te schrappenzal men met ernst belasting
hervorming ter hand moeten nemen.
De heer G. Theodoras Bombekend
boekhandelaar en auctionaris te Amster
dam is in zeventigjarigen ouderdom over
leden.
Niet alleen als boekhandelaarmaar ook
als penningkundige werd hg zoowel hier
te lande als buitenaf zeer gewaardeerd.
Zgn bekende zaak in de Kalverstraat be
stond reeds meer dan 40 jaren.
Te Diusburg, nabg Dnsseldorf, is-
een bende valsche munters gevangen geno
men. Zg hadden hunne werkplaats op den
zolder van een gebouw der tramwegmaat-
schappg waar een inspecteur dier mü een
zak met valsch geld vondhetgeen tot
ontdekking leidde.
Te Londen trok deze week een coupe
de aandachtmet een paard bespannen en
aan de binnen- en buitenzgde electrisch
verlicht. Op den kop van het paard ver
toonde zich een schitterende ster; een
tweede prgkte op den hoed van den koetsier
en een derde flonkerde op den achterkant
van het rgtuig.
In het vervolg verhuurt „de Vrije
Gemeente" te Amsterdam aldus vermel
den de Amst. couranten haar gebouw
Naar het Engelsch v. T. Malcolm Watson.
7)
Clara stond op en begon hare muziek
op te bergen. Panton kwam van de
piano naar den haard loopen.
„De lijd vliegt voorbij in het land
van Nod", zeide hij tegen mij„maar
we hadden u van avond vrij wat vóór
kunnen geven, en het toch van u
gewonnen hebben."
„Mr. Panton moet voor zich zeiven
spreken", viel Clara hem in de rede
terwijl zij even het voorhoofd fronste.
„Heb ik dat dan niet gedaan?"
haastte hij zich te vragen. Toen barstte
hij in een vrolijk lachen uit, en een
oogenblik daarna hernam hij„moge
lijk vindt Miss Denby mijne beschou
wing al te begrijpelijk."
„Zeker vindt zij ze al te begrijpelijk,
wanneer zij zonder het te willen, er
bij betrokken wordt", antwoordde
Clara.
„O!" riep hij uit, „'t zou tegen mijn
eigen belang zijn me daaraan schul
dig te maken want daardoor zou ik
me zeiven berooven van het genot om
haar te overtuigen, dat die beschou
wing waar is."
„Dan moet ge morgen gelegenheid
zoeken om dat te doen", zeide ik op
staande, „want ik wil mijn nachtrust
niet opofferen, om te luisteren naar
twee jongelieden, die onzin uitkramen."
Den volgenden morgen bracht ik
als gewoonlijk in mijne studeerkamer
door, en in den loop van den middag
het bleef heel mooi weêr be
gon ik te bedenken, dat ik mijn ouden
vriend den Squire in geruimen lijd
niet gezien en gesproken had. Ik nam
me daarom voornaar de Grange te
rijden, en hem een bezoek te gaan
brengen, en toen Panton beweerde,
dat hij brieven te schrijven had, bood
ik hem het gebruik mijner studeer
kamer gedurende mijn afwezigheid
aan. Hij nam dit aanbod dadelijk aan,
en alvorens te vertrekken, zag ik hem
op zijn gemak mijne plaats innemen
terwijl Clara haar voornemen te ken
nen gegeven had om naar het dorp
te gaanteneinde daar eenige noodige
inkoopen te doen.
'tWas even voor het middagmaal,
toen ik weêr thuis kwam, en na me
in haast gekleed te hebben, spoedde
ik me naar beneden. De jongelieden
wachtten reeds op meen wij bega
ven ons dadelijk naar de eetkamer.
De avond werd nagenoeg op dezelfde
wijze doorgebracht als de vorige,
maar ik meende, dat Clara eene merk
baar hartelijke houding begon aan te
nemen tegenover Mr. Panton. Wat
hem betrof, zijn vernuft scheen on
uitputtelijk. Hij was voortdurend aan
't woord, en debiteerde, vrees ik,
vrij wat nonsens.
Toen ik den volgende dag in mijne
kamer gezeten was, kwam hij daar
binnen, op zijne gewone, ongege
neerde manier. „Ik hoop dal ik u
niet stoor, mijnheer", sprak hij.
„In 't minst niet", antwoordde ik,
mijn boek neerleggende. „Ga zitten."
„Dank u", antwoordde hij„indien
het u 't zelfde is, zal ik liever blijven
staan. Ik heb altijd meer vertrouwen
op me zeiven, wanneer ik op de been
ben,"
„Ik dacht, dat het u aan zelfver
trouwen nooit ontbrak", merkte ik
glimlachend op.
„Zoo heb ook ik altijd er over ge-
gedacht", antwoordde hij, en ietwat
aarzelend liet hij er op volgen
„tot op mijne komst te dezer plaatse."
„Zoo, zijt gereeds besmet Wij zijn
te bescheiden voor ongegeneerde Lon-
densche jongelui."
„Neen", antwoordde hijnadat hij
zich even bedacht had, „dat is het
niet. Neem uwe dochter, bij voorbeeld.
Ik ben verduiveld onbeschaamd tegen
over haar somtijds bij het onbe
leefde af, en toch schijnt dat hoege
naamd geen indruk op haar te maken."
„Waarschijnlijk begeert ge ook niet
indruk op haar te maken", merkte ik
op.
„Daarin vergist ge uik begeer dat
wel", sprak hij met opmerkelijke open
hartigheid. „Ge zult me niet kwalijk
nemen, dat ik het zeg, maar Miss
Denby is een verduiveld aardig meis-
jen."
„Als ik 't me goed herinnerwaart
gij zelf het, die het eerst er op wees,
dat zij naar den geest op haar vader
geleek", zeide ik, ietwat plagerig.
Hij schudde ernstig het hoofd-
„Neen", antwoordde hij„ik ontdek
eenig verschil. Haar vernuft is geheel,
oorspronkelijk. Om u de waarheid te
zeggen, mijnheer", vervolgde hij,
zonder eenige verandering in zijne
stem te brengen, „ik vrees, dat
ik verliefd op haar word."
„'t Was inderdaad allerorigineelst!
'tWas of ik in niet de minste betrek
king stond tot de dame in kwestie,
zoo zonder komplimenten deelde mijn
gast mij mede, welke gevoelens hij
ten haren opzichte koesterde. Ik wil
niet beweren, dat zijne bekentenis me
onaangenaam was, maar ik overlegde
bij me zeiven, dat het in strijd zou zijn
met mijne waardigheid, als ik me zoo
maar, bij den eersten aanval, overgaf.
„Ge vergeet, dat ik haar vader ben",
merkte ik op ietwat afgemeten toon op.
„O neendat vergeet ik niet", ant
woordde hij; ,,'t is juist daarom, dat
ik bij u kom."
„Hoe nu?" vroeg ik weder.
„Ik wilde gaarne vernemen, hoe
gij over de zaak denkt."
„Bedoelt gehoe ik zou denken over
een engagement tusschen mijne doch
ter en u?"
Wordt vervolgd).