N ieu wsberichten.
ODgegrond te zijnToen de zieke onlange
zijn arm ophief, brak die als glas in
tweeën. Zou dat bericht geen nadere
bevestiging behoeven Te Londen is een
hond verkocht voor ƒ2160.Te Venloo
heeft het vastenavond-gezelschap Jocns
aan de algemeene armen der stad 1100
kilo brood uitgedeeld, dat klinkt beter
dan ruim 2 milles te betalen voor een
hond. Ook zal daar ter stede een feest op
groote schaal worden georganiseerd waar
van de opbrengst bestemd is voor de slacht
offers der jongste aardbevingen in Spanje.
Bravo VenlooEen navolgenswaardig voor
beeld voor andere gemeenten. Wie neemt te
Haarlem het initiatief? Wat heeft datSpanje
geleden met die allerverschrikkelijkste ver
woestingen! Wie nu nog als Nederlander een
vonkje haat gevoelt tegen „dat Spaansch
gespuis", moge zich thans door medelijden
getroffen voelen voor dat arme volkdaar
het bekende spreekwoord: „het ziet er
Spaansch uit", thans eene geheel andere
beteekenis gekregen heeft. Ambrosius
Knoop, onze stadgenoot, beter en zelfs
gunstig bekend als Ivar Lindquist, heeft
zich te Amsterdam gevestigd als zang
onderwijzer en concertzanger. Toen
Cd. Busken Huet, zoowat 25 jaar geleden,
denk ik, met heel veel strubbeling uit
de redactie van het tijdschrift „de Gids"
trad, schreef de een of ander, die 't goed
meende
„O, trouwe Gids
Blijf aan de spits
En steeds vol pits".
En werkelijk de Gids heeft zich niet te
beklagen gehad over degelijke medewer
king van mannen van naampolitieke en
letterkundige baanbrekers, maar in de
Januari aflevering van het tijdschrift, en
daarop juist wilde ik wijzen, vindt men
twee ongeteekende stukkenenhoewel
de auteurs hun naam meenden te moeten
verzwijgenzijn zij beiden blijkbaar geen
nieuwelingen op het terrein der letteren.
Lees dat merkwaardig stukje maar eens
'twelk den eenvoudigen titel draagt van
„Mist". Voor hem, die op zoodanige
wijze een „van alles wat" kan samen
stellen, neemt Omnibus heel beleefd zijn
hoedje af. Naar aanleiding van de
Congo-kwestie schrijft de ongenoemde
onder meer; „De 19e eeuw was de eeuw
van Amerikade 20e zal die van Afrika
wezen. Nu wordt de zwarte bruid gevrijd
door al de natiën van Europa. Engeland
slaat reeds den arm om haar hals, Frank
rijk heeft haar bij de harende Duitschers
grijpen haar om het midden. Zal onder
al die minnaars Nederland de afgewezene
of de minst verkorene zijn? De kunst
van het vrijen naar de donkere bruiden
verstond het eertijds zoo goed. Zijn
vlammend oogzijn frissche blos en zijn
stoutmoedig optreden behaagden aan die
schoonen. Zij houden van brutale vrijers
van goeie sukkels, van talmers gruwen
zij. Zal eens de historieschrijver
boeken: Het binnenland van Afrika ging
voor den wereldhandel open, en die zijn
vlag het verst droeg in het groote wereld
deel was Nederland Gebeurde dat,
dan zouden er veel minder advocaatjes
en grifliertjes en substituut griffiertjes en
commiezen in de Nederlanden slenteren,
maar honderden het zeegat uit moeten
veel minder fatjes met een scheiding
midden over 't hoofd en poney-haar, maar
velen met gebruinde aangezichten loopen".
Zie, dit alles is nog niet, wat men een
brutale wakkerschudding zou kunnen noe
men maar 't is een spotdie de schuldigen
kregelig maakt en de stoutmoedigen op
wekt om te worden, wat eenmaal onze
voorvaderen zijn geweest, een volk met
helderen blik en kracht in de knoken.
Een kindermeisje, Emily Eedston
genaamd, en even zestien jarenoud, was
in dienst bij eene mevrouw Pritchartin
den Percy-Road. Deze had eenen neef en
eene nioht uit Amerika, den heer en
mevrouw Weir, bij zich te logeeren,
en het waren twee kinderentwee meisjes
der laatstgenoemdenAmy en Mauddie
den zeven- en vijf-jarigen leeftijd hadden
bereikt, op wie Emily Redston eene
bijkans noodlottigen aanslag heeft gepleegd.
Dit gebeurde Woensdag. Kortelijk na
één uur in den namidag gingen de twee
dames uit om boodschappen te doen. Emily
Redston bleef alleen met de kinderen in
huis. Nauwelijks waren de dames .ver
trokken, of, tegen hare orders inkleedde
Emily de beide meisjes aan en zond
ze de straat op met de boodschapdat zij
moesten wachten tot zij kwam dan zouden
zij samen gaan wandelen. Toen Amy en
Maud zich een eind weegs verwijderd
hadden, sloot Emily zich in de woning
open hier begon zij nu eene reeks ver
woestingen onder de meubelen en sieraden,
gelijk geen vrouwelijke Vandaal haar had
kunnen verbeteren. In de kamers rukte
zij de schilderijen en platen van de wan
den en wierp ze verscheurd op den grond.
In de keuken voer zij rond als een be
zetene en sloeg alleswat haar onder
het oog kwamkort en klein. De scher
ven en brokken bedekte den vloer in alle
richtingen. Daarna sloeg zij de handen
aan de kleeden en tapij tenop de trap
en in de kamers. Zij nam die met geweld
op en duwde brokken er van hier en daar
in een hoek. In het salon leegde zij eene
secretairebezaaide den vloer met brieven
en papierenen bezoedelde dezen met
den inhoud van eenen inktpot. Van den
schoorteen mantel kwakte zij de sieraden
tegen den grond.
Na alzoo aan de vernielzucht, die in haar
woedde, te hebben botgevierd, plaatste
zij hare eigen kleerenkist in den kelder
reet hare katoenen jurk aan flarden,
trok haar zondagsjapon aan en ging be
daard met de kinderen wandelenna de
huisdeur op slot te hebben gedaan.
Bij de terugkomst der ouders werd de
politie in den arm genomen. Men liep de
nabuurschap af niets
Nog bezig met den speurtocht in eenen
stikdonkeren avondwerden de schier
wanhopige ouders verrast door een telegram,
hetwelk hun meldde dat Emily Redston
met de beide kinderenbewusteloos was
opgevischt uit de Theems nabij Chiswick.
Uit het verhaal van het oudste meisje,
Amy, blijkt, dat Emily, na den Percy-
Road te hebben verlateneene lange
wandeling deed. Zij ging met de kinderen
naar den plantentuin te Kew, waar zij
geruimen tijd bleven. Daarna volgde het
drietal den oever der Theems. Het gedrag
van Emily had, volgens Amy, niets
buitengewoonszij praatte en lachte. Maar
nadat men de spoorwegbrug te Kew achter
zich gelaten had, riep zij plotseling uit:
„Naar huis kan ik niet terug, want ik
heb al de schotels kapot gemaakt met een
pook."
Een eindweegs verder wees zij twee
mannen aandie men in het duister nau
welijks onderkennen kon. „Dat", gilde
ze, „zijn roovers, en nu zal ik jelui in
het water smijten." De daad voegende
bij het woordgreep zij Amy en wierp
haar in de theems. Het kind schreeuwde
„Mama" en Don't, maar werd spoedig
door den snellen stroom medegesleept.
Emily bejegende het zusje op dezelfde
manier en begaf zich vervolgens zelve te
water.
Gelukkig werden de noodkreten der
kinderen vernomen door de twee boven
bedoelde mannendie zich aan den overkant
der rivier bevonden en met groote tegen
woordigheid van geest in eene sloep spron
gen en naar de plek roeiden.
De drie drenkelingen bevonden zich
allen in diep wateren zouden onfeil
baar verdronken zijn, zonder de hulp,
welke juist nog te goeder tijd kwam op
dagen.
Emily Redston wordt nu vervolgd
wegens poging tot moord op Amy en
Maud Weir, alsook wegens beproefden
zelfmoord. Zij verkeert in eenen deernis-
waardigen toestand, sehreit veel en eet
zeer weinig.
Donderdag middag werd de ter reede
van Ylissingen geankerd liggende Spaan-
sche driemastschoener Pepita y Vicenta,
van Neuvitas met eene lading stukgoe
deren naar Antwerpen bestemd; aange
varen door het van Antwerpen komende
en naar Liverpool bestemde stoomschip
Quail" met het noodlottig gevolg dat de
schoener na eenige minuten zonk. Een Bel
gische loodssloep, die juist in de nabij
heid was, redde de geheele bemanning.
De „Quail" had geen schade.
De schoener is niet geheel gezonken,
doch drijft, zooals men dat noemt, tus-
schen water en wind, plat op zijde lig
gende.
Te Rotterdam is met vrij goed gevolg
een zandsproeiwagen in gebruik gesteld,
om gladde straten begaanbaar te maken. Zij,
die bij sneeuw onze druk bezochte straten
moeten begaan, zullen zeker den wensch
koesteren dat ook ten onzent zoodanig
werktuig kon worden aangeschaft.
Aan het spoorstation Yillaverdeop
korten afstand van Madridheeft een troep
bandieten een brutalen aanval gewaagd
op een stil staanden trein. Na een half uur
strijd gelukte het aan het spoorwegper-
soneel de roovers op de vlucht te jagen.
Een bandiet werd gedood en twee gewond. 'I
De „ark" van ruwe plankenwelke
te Amsterdam vroeger aan den Wester-
doksdijk bij het Zwemschool in het water
lag en sedert de aanplemping op vasten
bodem kwam te staanis door de meeste
voorbijgangers stellig voor een bergplaats
van vuil aangezien. Slechts enkelen wis
ten dat binnen de havelooze wanden
een menschelijk wezen huisde.
Weinigen kenden den bewoner trou
wens, althans van latere jaren. Vroeger
toen hij baggerman „bij de stad" was
en 's avonds bijna altijd dronken huis
waarts keerde, ging hij meer over de
tong.
Eensklaps hield hij op met werken en
tevens met drinken. In zichzelven ge
keerd leefde de nu ruim zeventigjarige
de laatste een en veertig jaren in die.
groote lijkkist, totdat men hem gisteren
morgen dood op den vloer vond liggen.
Uit verkiezing kluizenaar in een wereld
stad, is thans zijn leven voor het grootste
gedeelte in verlatenheid doorgebrachtmet
een eenzaam sterven besloten.
Als hulde aan de nagedachtenis van
den op 13 Maart 1884 overleden Gentschen
Hoogleeraar J .F ,J. Heremans den ijveri-
gen beoefenaar van Nederlandsche taal
en letterenis thans door zijne nagebleven
betrekkingen een boek uitgegeven (bij Ad.
Hoste, te Gent), waarin al de dagblad
artikelen over den gestorvene, alsmede
de verschillende bij zijne begrafenis uit
gesproken redevoeringenzijn opgenomen
Het werk is getiteld In Memoriam J. F. J.
Heremans en is versierd met zijn portret
in photogravure.
De Haagsche politie heeft de hande
laren K. en F., aldaar, in hechtenis
genomenzij worden verdacht van mede
plichtigheid aan bedriegelijke bankbreuk
gepleegd door een koopman te Amsterdam.
Tevens wordt vermoed, dat zij de be
drijvers zijn van verschillende bedriege
lijke oplichtingenwaarvan in den laatsten
tijd onderscheiden kooplieden in den lande
de slachtoffers zijn geweestdieop een
voudige bestellinggoederen afzonden
welke wel verkocht maar niet betaald
werden.
De politie nam tevens eene groote
hoeveelheid van die aldus door oplichting
verkregen handelsartikelen in beslag.
Voor de serenade, welke het Am-
sterdamsche studentencorps Prof. de Hoop
Scheffer bij gelegenheid van zijn jubilé
brengen wilde, is door den Hoogleeraar
bedankt.
Eenige winkeliers in goud- en zil
verwerk te Amsterdam zijn in de laatste
dagen op ergelijke wijze dupe geworden
van de sluwheid van eenige vrouwen of
meisjesdie ter reparatie ontvangen oor
bellen ofhalskettingen kwamen terughalen,
onder het bedriegelijk voorgevendat zij
door de regtmatige eigenaars gezonden
waren
In de Academie van wetenschappen
tc Parijs heeft dezer dagen de heer Sace
de aandacht gevestigd op een stofwelke
tot dusver alleen als veevoeder dienst
doet, en volgens hem bestemd is om eene
hoogst aanzienlijke plaats in te nemen als
voedsel voor menschen, het meel namelijk
van uitgeperste katoenzaden. Van alle
bekende zadenzegt hij is het katoenzaad
het rijkst aan stikstofhoudende bestand-
deelen.
De wenschen, „door de Parijsche
werklieden zonder werk" schriftelijk aan
den Gemeenteraad overhandigdblijken op
het volgende neer te komen.
Zij verlangen eerstens werk, acht uur
daags en volgens loontarief van 1882. In
dien de regeling der bezoldigingen den
aannemers werd overgelaten, schrijven zij
zou het beter zijnin het geheel geen
werk te verschaffen. Voorts verlangen zij
dat, om in de dringendste behoeften te
voorzien, aan de Werkliedenvereenigingen
te Parijs als algemeen Syndicaat geconsti
tueerd, rechtstreeks een crediet op de
openbare schuld zou worden geopenddat
de ledigstaande woningen zouden worden
gerequireerd voor de burgers zonder dak;
en dat de huren onder de 500 fr. gedu
rende de crisis zouden worden kwijtge
scholden. De laatste wensch luidt kort en
bondig: „Afschaffing der prefectuur van
politie."
Generaal Wolseley seinde aan het
Britsche Ministerie van Oorlog uit Korti
dat een convooi met proviand benevens
een sterk geleidend escorte onmiddelijk
vertrekt naar Gakdul. Generaal Stewart
zal morgen met een ander convooi naar
Metammeh vertrekken, om deze plaats I
waarschijnlijk den 15<teu dezer te bezetten,
en, indien er een stoomboot beschikbaar
isonverwijld verbinding aan te knoopen
met generaal Gordon.
Het rassche avanceeren der Engelsche
troepen heeft op de bevolking grooten in
druk gemaakt. Honderd mijlen woestijns
in 64 uur met een sleep van 3000 man
af te leggenis dan ook geen gewoon stuk
werk.
De onderaardsche schuddingen in
Spanje namen eergisteren eene Oostelijke
richting en veroorzaakten groote schade
aan de kust bij Motril (provincie Granada").
Te Loja werd gisterenmorgen een nieuwe
schok gevoeld. Het vluchten der bevolking
uit Granada houdt aan. Er heerscht groote
verslagenheid.
De goederentreindie Donderdagavond
om half twaalf van Winterswijk naar
Amsterdam vertrok, miste bij aankomst
te Vorden nagenoeg de helft van zijn groot
aantal wagens. Van het staion Ruurloo
werd naar Vorden geseind om de verloren
schapen te komen halen. De aankoppeling
bleek even voorbij het station Ruurloo
gebroken te zijn.
De gepensioneerde hoofdonderwijzer
S. te Boekholtz (Limburg), die sedert
eenigen tijd aan verstandsverbijstering
leed, had in den nacht van Dinsdag op
Woensdag jl. in eene vlaag van krank
zinnigheid zijne woning verlaten, 's Mor
gens vond men zijn lijk in een dichtbijge
legen poelwaarin hijwaarschijnlijk
door de duisternis misleid is terechtge
komen.
Op den Duitschen Rijksdag bracht
vorst Bismarckvreemd genoeghet stij
gende getal landverhuizers met de toene
mende welvaart in verband. Hoe beter
het ons gaatzoo sprak Bismarckzooveel
te hooger is het cijfer der landverhuizers,
want slechts arbeidersdie goede inkom
sten en dus wat overgespaard hebben
kunnen de kosten van den overtocht be
talen.
Deze woorden van den rijkskanselier
gaven aanleiding tot een heftig debat
tusschen hem en den heer Richter.
Scherpe uitdrukkingen werden van
beide kanten gewisseld. Richter viel Bis
marck's geheele economische politiek aan
die ook de schuld droeg aan de tegen
woordige suikercrisis in Duitschland.
Bismarck verklaarde verderhoe nood
zakelijk het is den landbouwersde steun
pilaren van den Duitschen staat, door
beschermende rechten op den graanbouw
te gemoet te komen.
Wilden wij hier alle persoonlijkheden
opnoemen, welke de beide antagonisten
elkander toevoegden wij zouden waarlijk
het gednld der lezers op te harden proef
stellen.
Seherp en heftig waren beiden. Wij
kregen opnieuw de overtuiginghoe zelfs
een groot man somwijlen bitter klein kan
zijn.
Een Engelsch zakkenroller te Parijs
Sims genaamd, die onlangs ook eens ge
bruik wilde maken van de hulp der politie,
ondervond hoe gevaarlijk dat is voor
mannen van zijn vak. Hij had een ju-
weelen ringwaarop hij zeer trotsch was,
en even na het stelen van een portefeuille
uit den zak van een welgekleed heer,
miste hij dat sieraad. Hij ging onmiddelijk
naar een naburig politiebureau om aangifte
te doen van zijn verliesmaar hier vond
hij juist den door hem bestolen heerdie
zijn portefeuille gemist en in plaats daarvan
den ring van den dief in zijn zak gevon
den had.
Sims werd nu onmiddelijk als dief van
de portefeuille gevat en in verzekerde
bewaring gebracht.
Het gevaar, dat groene behangsels
kunnen opleveren, is dezer dagen weer
gebleken aan het Zweedsche Hof. De
Kroonprinses gevoelde zich in den laatsten
tijd minder wel, en bij onderzoek is ge
bleken dat hare ongesteldheid toegeschre
ven moest worden aan de behangsels in
haar schrijf- en slaapvertrek, die veel
arsenicum bevatten. De kamers werden
onmiddelijk nieuw behangen.
De minister van koloniën heeft ter
kennis gebracht van belanghebbendendat
bij het korps genietroepen de gelegenheid
bestaat voor 10 jongelingen van 16 tot
18 jaar, om te worden opgeleid tot kor
poraal en sergeant bij de Indische genie
troepen en wel onder de volgende voor
waarden
De jongeling behoort zich met toestem
ming van ouders of voogden te verbinden
voor den tijd van 10 jaren waarvan