worden, hetzij voor het toezicht op de
zeden, het zij ter opsporing van boos
doeners, hetzij voor staatkundige oog
merken. De uniform is uitstekend om
de orde op straat te handhaven en de
vrijheid te doen eerbiedigenmaar zij zou
de nasporingen en onderzoekingen onmo
gelijk maken.
„Doch de inspecteur van politie ver
toont zijne kaart en doet zich als zoo
danig kennen, als het noodig is, ter
bescherming van zijn persoon of ter vol
voering zijner taak. Hij maakt deel uit
van de gemeentelijke politie; hij geniet
eene bezoldiging door den prefect bepaald,
en een deel er van wordt ingehouden
voor zijn pensioen."
Victor Hugo heeft een terrein naast
zijne tegenwoordige woning aangekocht
voor ruim 337.000 fr. Hij denkt er voor
zich een huis te laten bouwen. Wèl moet
de 83 jarige man zich nog sterk gevoe
len om zulk een voornemen op te vatten.
LI. Maandag avond omstreeks 9%
unr is aan den Coolsingel te Botterdam
een mandie met een wijnwagen reed
in volle vaart aangereden door een zoo
genaamd dogkarretje, bespannen meteen
hit, tengevolge waarvan de man achter
over sloeg en op het trottoir terecht
kwam. Het bleek spoedig, dat de man
erger was gekwetstdan men aanvankelijk
vermoeddeen blijkbaar had er eene her
senschudding plaats gehad. Ha een hevig
lijden overleed de man ten zijne huize
in de Tuindersstraat.
De overledene stond als een braaf man
bekend, en was 27 jaren in dienst van
de firma Spekker d'Aduin aan de Baan.
Den man, die de dogcar bestuurde,
werd na de aanrijding door het publiek
toegeroependat hij stil zou houdendoch
hieraan werd geen gevolg gegeven; in
tegendeel werd de zweep over het paard
Met veel inspanning is het de politie
geluktden naam van dien persoon te
weten te komen, en hij bevindt zioh
tbansom zich te verantwoorden, aan
het bureau van politie.
Het is zekere V.woonachtig binnen de
gemeente. Hij legt veel berouw aan den
dag over het gebeurde, en schijnt vol
gaarne bereidhet lot van de weduwe
van den overreden man te verzachten.
- Men schrijft uit Londen:
Nevens tallooze eerlijke armente be
schaamd of te trotsch om hulp in te
roepen, zijn er vele, die, ook al hebben
zij de middelen om in hun eigen onderhoud
te voorzienhet exploiteeren der openbare
of der particuliere liefdadigheid eene zeer
geoorloofde zaak achten. Nog zeer onlangs
werd er in Oost-Londen een man gevat
wegens straatbedelarij, Het kwam uit,
dat hij huiseigenaar wasMaar hij had,
zeide hij als verontschuldiging geld
noodig om de belastingen te betalen, en
vond het veel gemakkelijker om dat door
bedelen bijeen te brengen, dan het door
arbeid te verdienen. Geheime bedelarij
wordt hier stelselmatig en op groote schaal,
met al de moderne verbeteringen, gedre
ven. De kortzichtige goedgeefschheid van
het publiek werkt dat sterk in de hand.
Aan den éénen kant is de ongelenigde
ellende groot; aan den anderen kant is
het morsen met liefdegiften reusachtig.
Men bekende eens hoeveel deerniswaar
dige armoede men zou kunnen verzachten
met de duizenden ponden sterling, die
jaarlijks weggeworpen worden aan het
uitdeelen van tractaatjes aan allerlei on
bekende heidenen in verre gewestenen
honderd andere ziekelijke dingen meer
De bijbeltentdie in 1883 dienst
deed op de Internationale Tentoonstelling
te Amsterdam, zal dit jaar onder toezicht
van denzefden directeur op de "Wereld
tentoonstelling te Antwerpen dienst doen.
Men wilde onlangs te Tegernsee,
in Beieren, ook eens de Spaansche stie
rengevechten navolgen, maar in plaats
van stierenzou men koeien laten vechten.
Op Driekoningendag had zich een groote
menigte op de bepaalde plaats verzameld
een orkest speelde eenige muziekstukken
tot inleidingen daarna werden de twee
koeien in het Btrijdperk gebracht.
De dieren waren echter niet strijd
lustig zij hadden niets tegen elkaar.
Hoe de eigenaarsdie 200 MarJc op hen
gewed haddenhen ook trachtten aan te
vurenzij waren niet tot vechten te be
wegen. Éindelijk kwamen zij op elkander
toeniet woedendmaar langzaam
en vredig gingen vertrouwelijk naast
elkander staan enbegonnen elkaar
den kop te lekken, tot groot vermaak
der toeschouwers.
Dat zijn me nog mannen van disci
pline! Te Hoorn viel iemand, door de
duisternis misleid, in de gracht, en zonk
al dieper weg in de rijk aanwezige modder.
Juist ging de wacht een korporaal
met zes man voorbij. Zij kwam van de
hoofdkazerne, om aan de hulpkazerne éen
man af te lossen. Op vijf schreden afstands
spartelde de drenkeling tegen den dood.
Stoïcijnsch ging de wacht doorom eerst
haar gewichtiger werk te volbrengenliet
hem worstelen en ging verder. Eerst
Gelukkig moest er geen n° 2
worden, en keerde de wacht naar de
hoofdkazerne terug. De drenkeling had
het, zeer verstandig, nog uitgehouden en
kon toen gered worden door de terugkee-
rende wacht.
Een kantoorlooper te Amsterdam
nam Donderdagavond voor zijn patroon op
het postkantoor een aangeteekenden brief
in ontvangstdien hij in een der buiten
zakken van de jas stak. Die brief is
hem ontrold, hoogst vermoedelijk door
vier onbekende, als heer geklUde personen,
die den looper van het postkantoor ge
volgd en hem op eens schrijlings voorbij
geloopen waren.
Toea Dinsdagnacht de koporaal S.,
van het 7e reg. inf., de posten aan het
rijks entrepotdok te Amsterdam afloste,
bemerkte hij op eenigen afstand, dat een
politieagent door eenige burgers deerlijk
mishandeld en tegen den grond geworpen
werd. Onmiddellijk snelde hij te hulpen
door zijn krachtig optreden mocht het hem
niet alleen gelukken, den mishandelden
agent te ontzettenmaar ook de aanranders
in hechtenis te nemen. "Voor dit flinke
optreden van dien korporaal heeft de
kolonel-commandant van dat korps hem
onmiddelijk tot sergeant bevorderd.
Daar op de Engelsche markt de
I'riesche boter, wegens hare veelkleurig
heid, meermalen wordt achtergesteld bij
de concurreerende Fransche en Deensche
boter, welke meer gelijkheid van kleur
bezit, heeft de Heer D. Buisman, te Grouw,
daarvan schriftelijke mededeeling gedaan
aan het hoofdbestuur der Friesche Maat
schappij van Landbouw, en tevens voor
gesteld om aan iederen boer vanwege de
Maatschappij een geverfd stnkje hout te
verstrekken, waarop de kleur is aangegeven,
welke door den handel als de meest ge-
wenschte voor boter wordt aangenomen.
De toondichter Rossini heeftzooals
men weetin zijn uitersten wil bepaald,
dat zijne weduwe, bij haar dood, aan de
stad Parijs een legaat van 1,200,000 fr.
moest vermaken, welke som, na vijf jaren
met interest op interest belegd te zijn
geweest, gebruikt moest worden tot het
stichten van een hospitaal voor oude ge
brekkige zangers en toonkunstenaars,
Fransche of Italiaansche.
Rossini's weduwe, die den 22n Maart
1878 overleedheeft aan deze verplichting
voldaan. Maar hoewel er nu reeds bijna
2 jaren verloopen zijn na het tijdstip dat
voor de stichting werd vastgesteldheeft
het Parijsche gemeentebestuur nog niets
van het »Rossini-hospitaal« laten hooren.
De bladen beginnen nu op het uitvoeren
der bepaling van Rossini's-testament aan
te dringen.
- Niet alleen te Napels, maar in alle
deelen van Italië, is men tegenwoordig
er op uitde woningen der mingegoeden
te verbeterenin het belang der algemeene
gezondheid. Te Bologna o.a. is nu een
vereeniging gestichtwelke zich ten doel
steltaan de eigenaars van huizen nagenoeg
rentelooze voorschotten te verschaffen tot
verbetering van hunne perceelen.
De Zwitsersche vereeniging tot be
scherming van dieren heeft een beroep
gedaan op het Zwitsersche volk. Zij
wenschtdat het slachten van dieren
uitsluitend geschiede door deskundigen,
dat het dier zonder smart in den kortst
mogelijken tijd worde gedooden eindelijk
dat de beste slachtmethode overal by de
wet worde ingevoerd.
Dezer dagen werd in verschillende
bladen melding gemaakt van te verwachten
wijzigingen in de inrichting der schutte-
rijen. Naar de N. R. Crt. verneemt, komt de
zaak eenvoudig hierop neder, dat de
minister wenscht gevolg te geven aan de
bepalingen van het kon. beBluit van 19
September 1867(Staatsblad No 100)
houdende voorschriften ter volledige uit
voering der wet van den Hen April 1827
(Staatsblad No 17) betrekkelijk de op
richting van schutterden over de geheele
uitgestrektheid van het rijk.
De art. 1 en 2 van dat besluit luiden
als volgt:
Art.. 1. „De sterkte der schutterijen
bedraagtovereenkomstig art. 23 der
wet van den 11 April 1827 (Staatsblad
No 17) twee man van de 100 inwoners
in elke gemeente. Het aantal inwoners
wordt aangewezen door de laatste tienja
rige volkstelling.
„Art. 2. In alle gemeenten, welker
bevolking binnen den besloten kring of
omtrek der gebouwen 2500 zielen en
daarboven bedraagtis eene dienstdoende
schntteryovereenkomstig de algemeene
bepalingopgenomen in den aanvang
der bovenaangehaalde wet."
De minister wil dus de sterkte en de
samenstelling der schutterijen in over
eenstemming brengen met de uitkomsten
der laatste 10-jarige volkstelling. In
eenige gemeentenwaar de schuttery tot
heden rustende was, zal zij dienstdoende
wordenin andere zal de sterkte worden
verhoogd."
Een vrp talrijkvooral uit land
bouwers bestaand pnbliek was 1.1. Dins
dag morgen in de groote zaal van het
„Schuttershof" te Middelburg vereenigd
ter bijwoning van de door den heer W.
G. Van der "Wal, luitenant-paardenarts
2e kl., in garnizoen te Haarlemvolgens
opdracht des ministers van oorlogte
houden openbare voordracht, in verband
met 's ministers voornemen tot het be
proeven van den aankoop van inlandsche
paarden voor het leger.
Natuuriyk gaat het niet aan om van
de rede van den heer Van der Wal een
zelfs beknopt verslag te geven. Wy wil
len alleen zeggendat hy zijn taak breed
heeft opgevat en niet alleen wenken gaf,
die voor de fokkerij van paarden voor
het leger nut zullen hebbenmaar daarbij
tal van mededeelingen voegt waarmede
iedere landbouwer, iedere paardenhouder
voordeel doen kan.
Niet in streng wetenschappelijke be
woordingen niet in theoretische phrasen
kleedt de spreker hetgeen hy te zeggen
geeft. In populairen, voor ieder bevatte-
lyken vormnu en dan met een humo
ristisch tintje houdt hy zyn gehoor aan
genaam en zeer nuttig bezig.
Na afloop der lezing toetste de heer
Van der Wal nog eenige aangevoerde
paarden aan de eischendie de minister van
oorlog voor de cavallerie en artillerie
stelt en gaf hy nog eene practische
wenken om den gewenschten vorm enz.
te verkrijgen.
By verschillende scheeprampen ver
loor eene Trouw te Pernis haren man en
vier zonen; by het verongelukken der
sloep „Lichtstaal" verdronk nu ook haar
laatste zoon.
Omtrent het vergaan van dit vaartuig
meldt men de volgende bijzonderheden:
Dicht by de Buitengronden lagen twee
schuiten schijnbaar te visschennl. een
met 1 mast en een met 2 masten. Spoe
dig bemerkte men te Terschelling dat
het eene vaartuig in gevaar verkeerde
en aantonds werd door de sleepboot stoom
gemaakt en gingen een paar schuiten er
op uit om zoo mogelijk hulp te bieden.
Doch die hulp kwamhelaaste laat
en had mischien ook door de verschrik
kelijke branding niet verleend kunnen
worden. De schuiten kwamen echter wel
dra terug met de tijding dat van het
gestrande vaartuig niets meer te zien was.
Wel wist mendat althans eene der
sloepen eene Hollandsche was, doch by
zonderheden konden niet worden opgege
ven. Men gelooft thans, dat het dePer-
nisser sloep „Lichtstraal" was.
Ten zeerste vergramd op haar die
naren van politie, omdat deze de dron
kenschap in haar gebied eerder begun
stigden dan tegenstonden, heeft koningin
Makea, van Raratongain de Zuidzee hen
allen ontslagenen in hun plaats vrouwen
op gevorderden leeftijd aangesteld, ten
einde een betere belangstelling openbaar
te zien worden in de uitroeiing der maat-
schappelyke euvels. Deze vrouwen hebben
zulk een bekwaamheid en veerkracht aan
den dag gelegd in het ontdekken van
gesmokkelden brandewijndat een besliste
hervorming in de zeden van haar volk
het gevolg geweest is.
Van eene koningin valt wel te ver
wachten dat zij hare sexe zal aanbevelen
om betrekkingen te vervullen. Maar een
dergelijke proef zou, dunkt ons, in andere
landen slechte resultaten hebben.
Maandag morgen is een werkman
aan de Suikerfabriek te Breda door een
drijfriem medegevoerd en verpletterd. De
ongelukkige laat eene weduwe met zeven
kinderen achter.
Zondagavond is een spoorwegwach
ter nabij Breda door een trein overreden -
Hy laat vrouw en vier kinderen achter-
Te Bierges by Enghien is Zaterdag
morgen een sneltrein van Doornik naar
Brussel ontspoord, door het breken van een
wielband aan een der wagens. Het grootste
gedeelte van den trein geraakte los, de
wagens bonsden tegen elkaar en werden
voor het meerendeel verbrijzeld. Dertien
personen in den trein en een knaap, die
zich aan den kant van den weg bevond
werden ernstig gewondverscheidene
hunner doodelijk. Uit de naburige plaatsen
kwam spoedig geneeskundige hulp opda
gen en uit Brussel werd een hulp-trein
afgezonden. De weg was in twee uren
ontruimd. De locomotief en de drie on
beschadigde wagens konden toen met de
ongedeerde passagiers de reis voortzetten.
Men schat de schade door het ongeluk
veroorzaakt op 40.000 fr.
Voor eenige dagen werd op 't
postkantoor te Berlyn een brief ontvangen
aan het adres: „Gnilelmo Imperiali Berlin".
De beambten meenden dat de brief voor
keizer Wilhelm was, maar spoedig zag
de grijze Vorst, toen hy den brief las
dat het een minnebrief was, en aller
minst voor hem bestemd. De brief ging
1 daarom terug naar de politie, die eindelijk
den man vond. Het was een Italiaansche
schoorsteenveger, die den naam Imperiali
droeg en er natuuriyk niet weinig trotsch
op was, dat men zyn adres had verwis
seld met dat van den Keizer.
Prof. N. G. Pierson, tot president
directeur der Ned. Bank benoemd, heeft
zyn hoogleeraarsambt aan de Amsterdam-
sche Universiteit nedergelegd.
Leeringen wekkenvoorbeelden
trekken. By een melkboer buiten Gro
ningen heerscht typhus. In onderscheidene
woningen aldaar, aan welke de melkboer
zyn waar levert, heeft zich typhus voor-
Gedurende de lange en pijnlijke
overdenkingen van de Engelsche regeering
gaan de Britsche troepen intusschen met
hunne krijgsoperatiën voort. De dappere
generaal Stewart is het eerst, en zooals
men verwachtte by Metamneh, op een
gednchte troepenafdeeling van den valschen
profeet of op Egyptische opstandelingen,
zooals de Engelschen ze noemen, gestooten.
Men spreekt van 10,000 manschappen
van den Mahdi, die tegenover 1200 rood
rokken stonden. Deze inlanders schijnen
niet tot het soort Egyptische soldaten
behoord te hebbendie op het gezicht van
den vijand in massa op de vlucht gaan,
want ten koste van vele doodenwaar
onder officieren en een groot getal gekwet
sten, gelukte het den Engelschen den vijand
te verdrijven, die zelfs onder het terug
wijken een vernielend vuur onderhield.
Naar het heet heeft generaal Stewart
zelf in groot gevaar verkeerdzyn paard
werd doodgeschoten, waaruit men besluiten
kan, dat hy öf aan het gevecht deelge
nomen heeft öf zich in onmiddelijke
nabijheid van het vijandelijk vuur bevond.
Hieruit blijkt dat de Mahdi zijn troepen
goed geoefend heeft; bovendien is het
eenigste goede Egyptische regiment, dat
van Abd-el-Al, in zyn dienst. Toen het
onder het bevel van Hicks Pacha naar
Soedan gezonden werd, is het evenals
een Duitscher, die Hicks Pacha vergezelde,
tot de oproerlingen overgeloopen.
Generaal Stewart is dadelijk na dit
gevecht verder na Metamneh opgerukt,
van waaruit hy dan, in verbinding met
het Nijlkorps, den aanval op den Mahdi
zelf zal wagen en daarmede Gordons be
vrijding mogelijk zal maken.
Een slechten nacht bracht iemand
door, die Vrijdagavond te elf uren van
de Leeuwardermarkt huiswaarts keerde.
Even buiten Franeker kwam hy in een
sloot terecht. Den anderen morgen vond
men hem nog levend, maar geheel door
koude verstijfd, op zijne knieën liggende,
aan den rand der sloot. Hy had daar 7
a 8 uren doornat in scherpe koude door
gebracht.
Een Marokkaansch ambassadeur maak
te in 1690 een reis door Spanje. Tot de
vreemde zaken welke - hem opvielen in
Madridbehoorden vooral de couranten
toen in opkomst. Hij zegt daarvan o. a.
„Als er een tijding uit een ver ver
wijderd land komt, wordt die in een
huis gebracht, waar men een „molen
voor schrijfletters" (drukpers) heeft, slee