Nieuwsberichten.
en inslag by ieder Franseh stnk, gelijk
men weet. „Ik had graag den prins
iets meer in woede gezien, toen hij tot
de ontdekking kwam, dat zijn vrouw hem
bedroogzegt hij tot zijn vriend met wien
hij den tempel der Muzen verlaat. "En
gij dan!" repliceerde de vriend, „bleeft
gij niet kalm aan uw partijtje toen u iets
dergelijks ter ooren kwam omtrent uw 1
vrouw? „XkO, dat 's wat anders.
Toen 't mij verteld werd, wist ik het
reeds een half jaar lang.
Woensdag zette de Tweede Kamer het
debat over Hoofdstuk V (Binnenl. zaken)
der Staatsbegrooting voort. De heer Be-
laerts van Blokland drong aan op afschaffing
der geneeskundige radenbeperking van
-het getal geneeskundige inspekteurs, ver
eenvoudiging van de geneeskundige staats
examens enz. De Min. beloofde enkele
punten in overweging te zullen nemen.
De heer Roëll klaagde over opdrij ving der
uitgaven bij de afdeeling Toezicht op krank
zinnigen en wist door een amendement
te bewerken, dat de bureau-kosten van
de inspekteurs over de krankzinnigen gelijk 1
werden gesteld met die van de inspekteurs
bij andere dienstvakken. De post in
zake het krankzinnigen-gesticht te Medem-
blik is aangenomen, verminderd door de
Reg. nadat een amendement tot vermin
dering der Komm. van Rapp. was ingetrok
ken op de verklaringen van den Min.dat
hij het Kon. besl. regelende de voorwaarden
tot opneming, zou wijzigenen het gesticht
ook voor ongeneeselijke lijders zou' open
stellen. In de zitting van Donderdag
werd een amendement van de Komm. van
Rapp. om de voorgestelde traktements-ver-
hooging voor distrikts- veeartsen, ad f2250,
te schrappenondanks ernstige bestrijding
aangenomen met 58 tegen'21 stemmen.
Een uitvoerig debat volgde over den post
van 3 ton tot wering der veeziekte en
over het amendement van de heeren Fabius
en Beelaertsom dien post met 2 ton te
verminderen. Deze heeren wilden, dat
alleen aangetast vee zou ingeënt of afge
maakt worden, 't Amendement werd be
streden door de heeren de Vos van Steenwijk,
Attema, Rutgers van Rozenburg en den
Minister, en daarna verworpen met 60
tegen 24 stemmen. Bij de Afd. onderwijs
handhaafde de heer Schaepman zijne be
wering dat het gehalte der hoogleeraren
afnam naai- moto tmt gntal tOP.nftm. H\j
verklaarde niethoe hij dat zoo goed wist
maar stelde een voorstel tot opheffing van
een der Universiteiten in 't vooruitzicht.
Voorts bestreed hij met oude argumenten
de Wet op het lager onderwijs. De
heer Gleichman wees er opdat de meer
derheid de schoolwet onaangeroerd liet,
maar amendementen heeft voorgestelddie
in de organizatie der Wet ingrepen daar
tegen zouden de liberalen zich verzetten.
De heer Fabius zeide, dat niet in ééns
de bestaande toestand kon worden ver
anderd, maar dat men streefde naar het
bereikbare. Blijkbaar bedoelde deze spre
ker, dat men een pink trachtte te krijgen
om zieh later van de geheele hand meester
te maken. De heer Roëll verdedigde
de hoogescholen, en de heer de Beaufort
bestreed den heer Fabius. In de zitting
van Vrijdag deed de heer de Savornin
Lobman een aanval op het toezicht op
de gijmnasia. Hij bestreed verder uitvoerig
de beweringen der liberalen, als zouden
de antirevolutionairen van het verkie
zingsprogram zijn afgewekenlaatsgenoem-
den bleven herziening der schoolwet voor
staan, maar hunne politiek was niet gericht
op portefeuille bejag.Willen de liberalen
de openbare school handhavende rechter
zijde eischte althans gelijkheid van recht,
ook financieel. De heer van Houten
bestreed het denkbeeld om een der uni
versiteiten op te heffenwat vooral
schadelijk zou zijn voor de studie der
natuurwetenschappen. Zijn standpunt in
zake der schoolwet, namentlijk terugkeer
tot de wet van 1857voor zooveel betreft
de organizatie en de verhouding van Rijk en
Gemeente, scheen noch niet voor verwe
zenlijking vatbaar. Hij verweet echter de
rechterzijde dat zij nu slechts bezuiniging
op den voorgrond stelde, altijd klaagde
maar nn de grieven niet wegnam. Dat
Dr. Scbaepman als apostel der vrijheid
optrad, begreep de heer v. Houten niet;
't was een persiflage van het katholicisme.
De heer Lieftinck wees er ook op, dat
de rechterzijde wel kon agiteeren, maar
nietregeeren. Hij ontkentdat de openbare
school bij de stembus zou geslagen zijn.
Wie dat zegt, kent het volk niet.
De heer Goeman Borgesius karakterizeerde
het amendement als een aandrang bij de
Reg. om, door in te grijpen in de wet
telijke organizatie, aan te blijven onder
auspicieën der rechterzijde. De Min. van
Binnenl. zaken liet de kwestie der uni
versiteiten rustenin afwachting van het
voorsteldat de heer Schaepman wellicht
zou indienen. In zake het eindexamen
den gymnasia heerschte sterke overdrij
ving. Van herziening der wet op het
Middelbaar Onderwijs wilde de Min niet
weten. Wat het lager onderwijs be
treft, de Min. begrijpt, dat de rechterzijde
zich niet haast met het voorstellen van
wetswijziging. Anderhalve eeuw was de
antirev.richting aan het roer, en het school
onderwijs was tot een zeer lang peil ge
daald. Na de revolutie is men begonnen
het volk te ontwikkelen. Drie geslachten
zijn voorbij gegaan, die in de richting
van staatsonderwijs hebben gehandeld. Wil
men tegen die richting opzeilenmen be
denke zich driemaal. In elk geval moet
men, zoolang over het einddoel geen ze
kerheid bestaatde uitvoering der bestaan
de wet niet belemmeren. Na replieken,
waarin de heer Fabius als einddoel van
de rechterzijde de vrije school bleef aan
wijzen, is het algemeen debat over het
onderwijs gesloten. Maandag worden de
artiekelen behandeld.
Wanneer de Hertog van Al va, op
dien befaamden slaatsten rit« langs den
Amsterdamschen Buitenkant, het tooneel-
tje had kunnen aanschouwenwaarop de
wandelaars langs de Prins-Hendrik-kade
op een der regenachtige dagen van de
vorige week werden vergastdan zou
voorzeker zelfs zijn grimmig gelaat zich
tot eenen grijnslach geplooid hebben.
Op een der uit het water rijzende paal-
bundels namelijk, die aan den wreeden
Hertog hunnen naam ontleenenboven
op een «dukdalf» troonde, zich met een
paraplnie tegen den regen beschermende,
een aansprekergeen moderne met
cylinder en een gekleede jas, maar een
echte ouderwetschein het overgeleverd
costuum waarin de heeren nog hoogst
waarschijnlijk hun beroemd oproer hebben
gemaakt.
Schijnbaar was hij geenszins op zijn
gemakgelijk uit zijne overdrevene ges
ticulaties blijken kon, en lieden met een
fijn gehoor verzekerdendat hij ,,al een
rijksdaalder had geboden« voor wie hem er
afhaalde. Het door de sjouwerlui aan den
wal op eenigszins forsche wijze nagebootst
geluid van den vogel kraai maakte het
cull ter vour gcvrviio uuren onmogolyli i<Jte
te verstaan.
Hoe kwam zulk een man op zulk eene
plaats
Wel, als volgt. Om aan den kapitein
van een schip eene tot het vak behoorende
treurmare te kunnen overbrengen had de
bode des doods zich gewaagd in eene
vlet. De vlettermanaan zulke passagiers
niet gewendhad onderweg in verstrooi
ing den stop van zijn vaartuig even ge
lucht en dus een begin van kunstmatige
schipbreuk teweeg gebracht, waaruit hij
den aan zijne zorgen toevertrouwde, die
natuurlijk in doodangst verkeerde, niet
beter wist te redden dan door hem den
raad te geven het straks gemeld steun
punt te bestijgen, terwijl hij zelf met
zijn inmiddels weer gedicht en leeggehoosd
vaartuig zich weder walwaarts spoedde.
Tot eer van den ouden janmaat zij
echter gezegddat hij zich niet hl te
lang met zijn makkers in het lijden van
zijn slachtoffer verlustigde maar of
hij bij het afhalen den „rijksdaalder» wel
gebeurd heeft, betwijfelen wij.
N. v. d. D.
Een zestal schipbreukelingen van
de Noorsche brak Surrey, welke bij de
kust van Newfoundland verging, kwamen
dezer dagen te Liverpool aan. De beman
ning van het schip bestond uit 17 koppen
en elf daarvan kwamen om het leven.
Het schip werd door aanhoudende stor
men zeer ontredderd en lek en eindelijk
sloeg het om. De bemanning werd van
het dek in het water gespoeld. Drie man-
men die beneden in het schip waren
verdronken en eenige anderen waaronder
de kapitein, Blaagden er niet in, het
op zij liggende schip weder te bereiken
maar zonken in de diepte weg.
De overgeblevenen bonden zich nu met
touwen aan het schip vast, om niet
over boord geslagen te worden. Zij brachten
daar vreeselijke uren door. Een hunner
stierf van uitputtingtwee anderen maak
ten zelf een eind aan hun lijden door
in zee te springenen eindelijk waren
er nog slechts 6 mannen over.
Deze brachtenin het overblijfsel van
een der masten nog drie dagen en nach
ten zonder eenig voedsel door. O den
derden dag zagen zij een stoomschip aan
komen maar het scheen hun seinen niet op
te merken en ging voorbij. Spoedig daarna
echter kwam een ander naar Liverpool
bestemd stoomschipde Lake Wïnnepy
hun te hulp. De uitgeputte en van kon
verstijfde schipbreukelingen werden daar
aan boord opgenomen en liefderijk ver
zorgd.
Bekend is hetdat katten een taai
leven hebben. Een voorbeeld daarvan wordt
uit Aken bericht. Bij het wegruimen van
het puin der onlangs verbrande lakenfa- I
briek aldaarheeft men een levende kat
gevonden, die met een ongebruikte stoom
pijp, waarin zij een schuilplaats had ge
zocht onder het puin bedolven was ge
raakt en daar 6 weken zonder eenig voed
sel had doorgebracht.
Het arme dier was natuurlijk uiterst
mager en zijn haren waren verzengd.
Maar waarschijnlijk kan het nog in het
leven behouden worden.
Bij een tooueelvoorstelling van
liefhebbers in de Fransche stad Le Mans,
die een stuk opvoerden waarin geschoten
werd, heeft een der spelers bij ongeluk
met een werkelijk geladen geweer een der
toeschouwers doodgeschoten.
Hij werd terstond in hechtenis genomen
De Zoeloes in het Panopticum te
Berlijn zaten dezer dagen vergenoegd bij
een, maakten allerlei grapjes, terwijl
zij door een talrijk publiek werden op
genomen toen hun directeur Behrens
eensklaps een kop van een visch uit een
stuk papier te voorschijn haalde en hun
liet zien.
De zaak had een groote opschudding
tengevolgeal de Zoeloes namen hevig
ontsteld en schreeuwende en bevende de
vlucht, sprongen tusschen de toeschou
wers, liepen eenige personen omver en
snelden door de zalen, terwijl zij onop
houdelijk omkeken en hun gelaat door
angst geheel vertrokken was.
Slechts met moeite mocht het gelukken
om de menschen weder tot bedaren te
brengen; de directeur had volstrekt niet
vermoed dat de afschuw der Zoeloes voor
visch zoo bijzonder groot was. Naar hunne
meening is aan visch iets afschuwelijks
en duivelachtigs verbondenen de „me
dicijnman" van den troep sloeg dan ook
weldra voor om een soort bezweringszang
aan te heffen, opdat het onreine dat de
kop van den visch had aangebracht weder
verwijderd mocht worden.
Nog verscheidene uren na het voorge
vallene geraakten de Zoeloes, wanneer
het woord visch slechts genoemd werd
in groote opgewondenheid en grepen zij
naar de wapenen als wilden zij zich ver
dedigen.
Het opperhoofd, wiens wollen deken
met den visschenkop in aanraking was
geweest, was niet meer te bewegen om
dien weder te gebruiken.
De heer Behrens had de tegenwoordig- -
heid van geest om te zeggen dat de kop
uit een logement afkomstig was; hadden
de Zoeloes geweten dat in de keuken
van het Panopticum visch aanwezig was,
dan zouden zij liever den hongerdood ge
storven zijn dan nog eene bete aan te
raken.
Een gewezen inspecteur van politie
te Amsterdam is naar de cel gebracht
wegens bedreiging van zijn oud-collega,
een inspecteur.
Bij den geruchtmakenden moord in
de kazerne te Napels, waar een soldaat,
Misdea genaamd, een aantal zijner mak
kers neêrschootonderscheidde zich vooral
de trompetter Circelli genaamd, die Misdea
vasthield totdat men hem meester geworden
was.
Circelli werd als belooning voor zijn
gedrag tot korporaal bevorderd en be
giftigd met de medaille voor dapperheid.
Hij keerde dezer dagenna volbrachten
diensttijd, naar zijn woning terng.
Daar moet hij nu vermoord zijnnaar
men zegt, als slachtoffer der wraak van
Misdea's bloedverwanten.
In een der volksscholen te Göttingen
heeft men een voortreffelijken maatregel in
gevoerd, namelijk een ruime badkamer
voor de kinderen ingericht. Zij kunnen
daar bij groepen en onder behoorlijk toe-
zioht, naar gelang van het seizoen, koude
of warme baden nemen. De navolgenswaar
dige maatregel voldoet uitmuntend.
Tot dusverre komen de kinderen slechts
om de 14 dagen aan de beurt van baden;
maar men zal eerlang de inrichting uit
breiden.
De eigenaar van een groot magazijn
te Berlijn bemerkte dezer dagentoen
hij van een aristocratische dame eenige
kanten shawls terugontving die op bezien
waren gestuurd, dat een er van hier en
daar gekreukeld was.
De vorigen avond had een groot con
cert plaats gevonden en de man dacht
er dus het zijne van.
Een paar dagen later zou de beroemde
tenor Mierzwienski zingen en de dame
verzocht wederom shawls op bezien te
mogen ontvangen.
Onze vriend zond diekocht een entree
biljet om den grooten tenor te hooren en
wist, in de pauze, achter den stoel der
dame te komen.
„De shawl staat u waarlijk prachtig
mevrouw" zeide de man en de dame boog
in groote verwarring met het hoofd.
Den volgenden morgen maakte de ma
gazijnhouder de rekening van de shawl
op; „maar mijnheer", zeide zijn boek
houder „u rekent 270 mark en het doek
kost maar 250?"
„En mijn entrée-biljet dan antwoord
de de slimme koopman.
Graaf Herbert von Bismarck, zoon
des Rijks Kanseliersis te Londen aange
komen. Reeds had hij een onderhoud met
Lord Granville. Naar beweerd wordt komt
hij de «misverstanden» ophelderendie in
den laatsten tijd tusschen Engeland en
Duitschland waren gerezen.
Een bekende schrijfster en voor
standster van de rechten der vrouw bezocht
onlangs eene Duitsohe gevangenis voor
vrouwen. De directeur bewees haar de
eer om haar persoonlijk overal rond te
geleiden en liet haar de geheele inrich
ting zien.
Eindelijk kwam men in een eenvou
dig vertrekwaar drie vrouweneene
bedaagde en twee jongere, met handen
arbeid bezig waren. „Lieve hemel wat
dragen die gelaatstrekken het stempel
der verdorvenheid"fluisterde de schrijf
ster, „het is zeker niet denkbaar dat
die vrouwen voor verbetering vatbaar
zijn" 1
De directeur maakte eene hoffelijke
buiging en ging naar de vrouwen toe:
,.ik moet u mijne excuses maken over
de eenvoudige wijze waarop mijn huis
kamer is ingerichtmaar wij roepen
niet gaarne onaangename kontrasten in
het levenmag ik het genoegen hebben
u mijne vrouw en mijne beide dochters
voor te stellen?"
De notaris C. A. M. Smits uit
Venraai, is in hechtenis genomen, en
aan de .j ustitie te Roermond overgeleverd
als verdacht van misbruik van vertrou
wen.
Te Zandvoort heeft een kind van
2Vs jaar dat met andere kleine kinderen
door de moeder alleen was gelateneene
brandende petroleumlanp neergehaald
waardoor het de brandende olie over
zich heen kreeg. Hoewel de buren op
het gerucht dadelijk toeschoten was het
arme kind echter reeds zóó gebranddat
het na een vreeselijk lijden van twee
dagen overleden is.
-Het zevenjarig zoontje eener weduwe
in Breda is onder het spelen in het
water, bij de voormalige Haagsche Poort,
geraakt, en voor dat men hulp kon ver-
leenen was hij in de diepe verdwenen.
Den volgenden dag werd het lijkje op
gehaald.
In een wijnhuis te Parijs kregen
dezer dagen twee bezoekers woorden over
de vraagof het bij een tweegevecht ge
oorloofd wasde linkerhand te gebruike n
om den degen van de tegenpartij af te
j weren. Een thans aanhangig proces wegens
een duelwaarbij die vraag te berde komt,
gaf aanleiding tot den twistwelke daar
mede eindigde, dat de een zijn tegenstander,
dien hij maar niet kon overtuigen, zijn
mes in de borst stietzoodat de ongeluk
kige stervend neerviel.
Zoo had de eene moordom wie Veet
welke onbeduidende redeneen tweeden
i dergelijken ten gevolge.
Bij eene gevierde tooneelspeelster
te Brünnkwam dezer dagen een welge
kleed jonkmanoogenschynlijk 20 jaren
1 ouddie zeer beleefd verzochthaar eenige
oogenblikken te mogen spreken. Zoodra
hij alleen was met de dame, stelde hij
zich aan haar voor als »haar moordenaar».
Hij verhaalde, dat hij verleden jaar October
door drie gemaskerde mannen was aange
vallen dieonder bedreiging van hem te
doodenhem de belofte hadden afgeperst
ij dat hij de actrice zou vermoorden.