VIDA CAROLAN. Een Engelsche Roman. Vertaald door T. A. MELICK. 24) Heb ik niet alles ten offer gebracht om u te vormen tot het geen ge thans zijt geworden? Met zorg heb ik uwe kindsheid bewaakt met innige vreugde zag ik u ontwik kelen tot eene sclioone, bloeiende maagddaarbij altijd denkende aan mijn plan, aan mijn wraak! Heb ik niet gespaard en weder gespaard, een leven van ontberingen geleid om u eens eene positie te verschaffen waarin gij als werktuig mijner wraak moest dienst doen En wat is mijn loon? ik ben bestolen voor alles, wat ik aan u heb opgeofferd. Ik zie u met liefde in de armen snellen van een man, dien gij met smaad en verachting van u hadt moeten stooten. "Wat beteekent evenwel mijn lijden tegenover uwe liefdeWat beteekent mijne ellende, zoodra er sprake is van uw geluk? Gij hebt u zelf waar schijnlijk zoeken wijs te makendat ik u misleid hebtoen ik zeidedat hij mij als een wild dier van de eene plaats naar de andere heeft gejaagdof wel gij hebt u zelf voorgespelddat hij goede gronden moest hebben voor zooveel wreedheidDat alles hebt gij gedaanniet waarom in uw hart den minnaar te kunnen vrijpleiten Maar nu mijn eigen kind zich tegen mij keertkan geen band van 't bloed of der liefde mij verhinderen om haar de glansrijke overwinning te betwis ten, waarvan zij zich reeds zeker waantjamisschien één oogenblik voor 't sluiten van dien vloekwaar- digen band!" „Is dat eene bedreiging?" vroeg Yida bedaard. „Ik zeg nietswat ik niet vol brengen kan." „Welnu, onthef mij dan dadelijk van de roldie ge mij hebt opgelegd. Ga tot hem en zeg hem alles, wat ik verzwegen heb en voeg er bij, dat ik bereid ben, zoo hij 't verlangt, alles mondeling te bevestigen. Gij moet zelf weten of gij u op nieuw weer wilt laten verjagen." „Ei, zijt ge zoo veranderdzeide madame Ransome scherp„dat gij thans uw geluk durft te bouwen op mijne gedwongene stilzwijgendheid?" „Neenik ben niet veranderd. Ik ben alleen bij u in eene goede school geweest, moeder, voor dergelijke handelingen. Ware dat niet het geval, hoe had ik dan zulk een bedrog kunnen plegen? Wanneer gij u op mij wre ken wilt, dan weet ge nu op welke wijze gij dat doel kunt bereiken. Nooit heb ik het geluk gekend en nu heb ik zelfs do hoop op geluk vernietigd, want hoezeer ik ook ver lang om te leven aan zijne zijde, zoo blijf ik toch gruwen van het denkbeeld om een leven van leugen en bedrog te moeten leiden. Mijn geweten is nog niet zoozeer afge stompt, dat ik een man, die mij be mint en vertrouwt, aanhoudend kan bedriegenzonder daarbij zelf te lijden. Voor mij bestaat geen rust of vrede meer, neen maar voortdurende angst, en steeds levendig zelfverwijt, zonder ooit de kracht te bezitten om de waarheid te bekennen en daarbij hem van mij te stootenhem voor altoos te moeten verliezen. Geluk Neen nooit zal ik wetenwat het betee kent gelukkig te zijn." Hester Ransome was niettegen staande haar wroktoch door dit laatste woord min of meer bewogen, maar dit gevoel bracht haar weder in opstand tegen alle weekheid van het hart. „Gij niet gelukkig?" sprak zij. „Waarom niet? Kind-lief, de mannen verdienen niet beter dan bedrogen te worden. Hij vooral, die DareDeve- reux kan geen aanspraak maken op de oprechtheid van mijne dochter Een oogenblik zag Yida hare moeder aan met somberen blik en wendde daarna het gelaat af. Hester sloeg haar met oplettend heid gade. „Ge zijt dus terruggekeerdher nam zij„om de wereld te trotseeren en uw oude macht te heroveren?" „Ja." „Nu, 't zal u gelukken. Gij hebt het wijste gedaanwat in uw toestand kan gedaan worden, 't zij dan dat het denkbeeld van u, 't zij dat het van uw minnaar is uitgegaan. Het uur der wraak is alleen voorloopig uitgesteld; vroeg of laat zal Dare Devereux de waarheid vernemen en hem dan gewis tienmaal smartelijker treffen. Mij verblijft de zege!" Zij nam hoed en mantel om te vertrekken. Yida had zich op een sofa geworpen en aldaar haar gelaat verborgenmaar hare moeder trad niet op haar toe. Zonder een woord tot afscheidslechts met een blik op de gebrokene gestalte, verliet zij het salon. XXIII Lady Marvyn bracht Vida een be zoek en het bericht van dit feit deed, als op vleugelen, de ronde door de voorname kringen van Engeland's hoofdstad. Lady Marvyn was een dame van gezag in de aristokratische wereld en wat zij deed was voor velen een gebod. Lady Mansfield volgde haar voorbeeld en een paar dagen later vertoonde miss Carolan zich weder in Hyde- parkzooals vroeger. Hoeveel haar deze stap had gekost vermoedde nie mand. Sommige dames ofschoon haar getal zeer gering was deden als zagen zij haar toevallig nietdoch het mee- rendeel harer kennissen bracht haar een groet toe eenigen hartelijk anderen ernstig weder anderen stijf, doch zegevierend trad Yida ten slotte uit dit eigenaardig strijdperk. Miss Garolan deed daarop een nog stouter stukzij zond namelijk uit- noodigingen rond voor eene avond partij in de Hertford-Street en geen der genoodigden bedankte voor de invitatie. Vida lachte schamper toen zij zich tot de ontvangst harer gasten gereed maakte en wendde zich tot Mrs. Har- grave met de woorden „Zij komen allenEn weet ge waarom Zij weten nu even weinig van mijals toen zij mijn naam ver foeiden. Maar men noemt mij schoon en dat schijnt voor ieder voldoende te zijn." Zij had ook een uitnoodigings-kaart aan Dare Devereux gezonden en hij kwam insgelijks. Reeds langer dan een uur bevond hij zich in haar salons voordat de gastvrouw' eene gelegen heid had gevonden om met hem te spreken. Eindelijk stonden zij beiden, als toevallig een weinig afgezonderd. Yida toonde hem eenige fraaie foto- grafie-platen en fluisterde daarbij „Heb ik goed gehandeld Zijt gij over mij tevreden Gij zietdat de wereld weder gewonnen is." „Ja liefste ge hebt goed gedaan en ik alleen begrijphoeveel strijd u dat moet gekost hebben. Het was trouwens het beste, wat u te doen stond." „En ik verdiende het leed, dat ik inwendig bij dat alles moest verduren. Ik heb zooveel verkeerde dingen ge daan in mijn leven ja ik heb slecht gehandeld maar ik heb ook beproefd om daarvoor boete te doen." „Neen Yida ge hebt niet slecht gehandeld. Ge moogt zoo niet spre ken „O ge weet nietDare ge weet het nietIk wilde zoo gaarnedat ge mij niet hadt vertrouwd werkelijk het ware beter geweestveel beter." „Stil, stil. Ik mag u zoo niethooren. Ik kan niet anders. Ik moet u ver trouwen." „Dat begrijp ik welDare, omdat bij u liefde en vertrouwen onafschei delijk zijn." „En is dat bij u niet het geval Yida? "Waarom hebt gij lief?" „Omdat ik gevoeldat ik een ze delijken steun noodig heb hoe onaf hankelijk ik mij ook voordoe. Dien steun kunt gij ontberen. Uw liefde is bescherming en zoo voeren twee ver schillende wegen ons te zamen Doch ik zie daar Denzil Staunton ik moet hem gaan ontvangen. Nog één woord Daremaar zeg mij de waarheid zonder eenige terughouding: Gij weet woldat er menschen wa ren die die uw naam in verband brachten met den mijne is dat nog het geval „Op mijn eer ik heb na de drie eerste dagen van uwe terugkomst van zulke praatjes niet meer vernomen. Mijne tegenwoordigheid te Londen, gedurende uwe afwezigheid schijnt een genoegzaam bewijs te zijn ge weest om de gemaakte veronderstel lingen weder te doen terugnemen. „Goddank", fluisterde Vida, „vooral om uwentwille had ik dat anders niet kunnen verdragen Denzil Staunton trad nu op de jeugdige gastvrouw toe en verkreeg de vergunning haar naar de piano te geleiden. Acht dagen later spoedde het zoo genaamde Londensehe seizoen de wintermaanden weder ten einde. De opera's kondigden reeds afscheids- voorstellingen aan in de schouwbur gen waren de benefiee-voorstellingen aan de orde van den dag en de tijd der wedrennen was in aantocht. Lady Marvyn had voor het bijwonen der wedrennen uitnoodigingen laten rondzenden tot ontvangst harer ken nissen op haar buitenverblijf en onder meer werden ook miss Carolan en Mr. Devereux geïnviteerd die beiden de invitatie accepteerden. Bewonderde men steeds Yida's schitterende schoon heid vooral op buitenpartijen en bij rijtoertjes kwam hare alleenheer schappij in het rijk der mode eerst volkomen tot haar rechtdoor de onafhankelijke en smaakvolle wijze waarop zij zich wist te kleeden. Genoegelijke dagen werden buiten gesleten en op den laatsten avond waarin lady Marvyn's gezelschap bijeen was nam Devereux Vida een weinig ter zijde en voerde haar van 't vroolijk gezelschapdat zich kostelijk ver maakte met allerlei spelen op het groote grasperk voor de villa naar een meer eenzaam plekje. Zoodra zij uit het gezicht der anderen waren, fluisterde hij haar teeder toe „Vidagij weetwat ik u vragen wilde Zij sloeg de oogen neder en een donkere blos kleurde hare zachte wangen. „Dare gij zult eens bitter berouw hebben van uw besluit. O dat weet ik zeker „Waartoe zooveel vrees Vida De liefde moet al zeer arm aan kracht zijnzoo zij zich liet verjagen door een dergelijk voorgevoel Yida hief het hoofd op en wilde hem alles en alles bekennen doch dreigend klonk er eene stem in haar hart„Doe heten alles is uiten geen woord kwam van hare lippen. Nogmaals sloeg zij de oogen neder en na een poos van stilzwijgen sprak zij zacht „Welnu Dare het zij dan, zooals gij wilt en wanneer gij wilt „Dank Yida dank Hij kuste de kleine handjes die hij in de zijnen hield. „Dan moet het zeer spoedig ge beuren." „Alleen"zij sprak dat zeer snelen kleurde als van schaamte „alleen wenschte ikdat alles zoo stil mogelijk kon geschieden." „Goed Vidadat was ook mijn meening en gij hebt bovendien het volste recht om hierin eene beslissing te nemen." „Ik wil evenwel geen recht hebben. Het is voor mij zoo zoet en zoo nieuw om iemand gehoorzaamheid verschul digd te zijn om niet zoo geheel on afhankelijk te wezen „Is u die toestand wellicht aange naam alleen omdat hij nieuw voor u is?" „Hij zal mij steeds aangenaam zijn daarom was 't verkeerd van me zo0 even reeds een begeerte een wil te uiten. Ik zal altijd uw wil volgen." Terwijl zij zoo sprak viel er eenQ donkere schaduw van vrees over haar zielbij het denkbeeld dat er eeng een dag moest komen waarin hij zijn wil zou doen gelden om haar voor altijd te stooten van zijne zijde, haar voor altijd te verbannen uit zijn hart! Weinige dagen na dit gesprek toen Yida zich bij sir Thomas en lady Marvyn bevond op een landhuis in Dorsetshire en Devereux insgelijks op het land was verscheen een be- rioht in de dagbladen omtrent het voorgenomen huwelijk van Mr. Dare Vernen Devereux en Miss Vida Gui nevere Carolan. De groote wereld was niet meer verrast door dit berichtdan wel en voornamelijk de schoonere helft verontwaardigd. „Dat Devereux zoo geheel en al kan vergeten wat hij aan zijn per soon en aan zijn naam verschuldigd was Als de geheimzinnige vlucht maar niet had plaats gevonden Met deze en dergelijke uitdrukkin gen werd liet nieuws van alle zijden beschouwd. Helena Leicester verklaarde open lijk dat zelfs Vida's huwelijk haar nooit zou bewegen om deze geluk- zoekster te erkennen doch ieder die deze verklaring hoorde kon zich niet weerhouden van veelzeggend te glimlachen want het ging niet zoo gemakkelijk de eclitgenoote van De vereux te ignoreeren. „De huwelijksplechtigheden", schreef Beatrice Mansfield aan haar nicht „zullen in stilte in de kerk van Cavelen worden voltrokken en sir Thomas treedt als bruidsvader op. De bruids juffers zijn Maria Summers en ik. Het kerkje ziet er allerliefst uit en ik verwacht veel meer indruk van deze stille inzegening dan van eene schitterende huwelijksvoltrekking in eene der stadskerken." Doch Helena Leicester was eene andere meening toegedaan. Voor haar was de pracht van een huwelijk de hoofdzaak. Zij vergatevenals meer meisjes dat een huwelijk zeer lang en een trouwdag zeer kort duurt. XXIV. Het einde van 't seizoen bracht ook stilstand in den geldhandel van 't geheimzinnige huis van Duke-Street in Piccadilly. De jeunesse dorée der Residentie ging niet meer zooals vroe ger uit en in langs de zijdeur van numero vijf in de vroege morgenuren wanneer nagenoeg geheel Londen sliep en de werkkring van Fanchette als portierster van die deur, was vrij wel eene betrekking voor de leus geworden. De vliegen kozen elders haar heilzij vlogen over 't water over bergen en dalen of zochten met groot gevaar haar zoetigheid te Mona co en Baden-Baden terwijl de nijvere spin van Duke-Street te vergeefs haar netten had uitgezet. Wordl vervolgd). Gedrukt bij DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1885 | | pagina 6