VIDA CAROLAN Een Engelsche Roman. Vertaald door T. A. MEL1CK. 32) Toch onttrok zij zich niet aan de zoete liefkoozingenintegendeel ze was zelfzuchtig genoeghet arme kind om veel van zulke teedere herinneringen te verzamelen als een bron van troost voor de bittere dagen die komen moestenals zij alleen zou staan op de wereld. O dan zou zij niet behoeven te zeggen „Eenmaal kende ik de liefde en nu is alles verloren," maar wel „ik heb niet te vergeefs geleefd want ik heb de liefde gekend." XXX Y. In een wijden mantel gehuld, met een dichten sluier voor 't gelaat, be trad madame Merville op het aange wezen uur de woning des graven de la Chaux. Waarschijnlijk was men op hare komst voorbereid of was de graaf gewoon min of meer geheimzinnige bezoeken te ontvangen, want nauwe lijks had de bediende de huisdeur voor de vreemde dame geopendof hij geleidde haar zonder iets te vragen naar een goed gemeubileerd salon bood haar een stoel aan en verzocht haar een oogenblik te willen plaats nemen daar de graaf wel dadelijk verschijnen zou. Madame Merville zag alleen ge bleven het salon rond. Niets ken merkte daar het karakter des gravens en 't geheel gaf den indrukalsof er weinig gebruik van werd gemaakt. Ongeveer tien minuten had de Fran- gaise gewachttoen eene deur van 't salon werd geopend tegenover die waardoor de bezoekster genaderd was. Een langevriendelijke man trad binnen met goudblond haar en heldere blauwe oogen een gezicht, 't welk men niet licht vergeetals men 't eenmaal had gezien en de ver schrikte Frangaise herkende dan ook onmiddellijk Dare Devereux. Min of meer confuus stond zij op en sloot werktuigelijk den sluier vaster over 't gelaat. „Monsieur," sprak zij „daar moet hier een misverstand in 't spel zijn. Vergun mij En zij maakte eene beweging naar de richting der deur waardoor zij was binnengetreden doch hij kwam haar voor deed bedaard de deur op het slot en zeide met een diepe buiging „Madame ik kan.u de verzekering geven dat hier van geen misverstand sprake is. Vergeef mij den voorzorgs maatregel die ik ook op de andere deur moet toepassen want we mogen in ons onderhoud evenmin gestoord als beluisterd worden. Gij hebt aan den graaf de la Chaux eene samen komst toegezegd niet waar Dat ge schiedde in 't speelsalon van Mrs. Husselis 'tniet?" „Ja, dat alles is waar, monsieur, doch ik begrijp niet. „Vrees niets madame. Gij spreekt nu met denzelfden man wien ge uw woord gaaft ten huize van Mrs. Russel.' „Wat beteekent die grap „sir?" vroeg zij uit de hoogte. „'t Is geen grap, madame, 't is hooge ernst. Ik zie alleen, dat ik mij uitmuntend gemaskeerd heb daar ge den graaf de la Chaux in mij volstrekt niet terug ziet. Neem plaats, madame, als ik u verzoeken mag en laat mij u de verzekering gevendat voor zooverre mij bekend is want men moet voorzichtig zijn met het geven van vreemde namen en titels er geen graaf de la Chaux op de wereld bestaatdoch dat ik den naam alleen tijdelijk aannam om onder eene ver momming tot 't speelhuis van Hester Ransome, de ware naam van Mrs. Russell, te worden toegelaten. Ik ben het dus, wien gij beloofd hadt hier te komenik ben het ookdie eens Percival Claremont lief had als mijn besten vriend en die, even als gij een bepaald doel voor oogen heb met het komen op eene plaatswaar wij geen van beiden te huis behooren, madame. Begrijpt en gelooft ge mij Madame Merville had haar sluier terugggeslagenen den spreker met steeds klimmende verwondering aan gezien. Hemgelooven? Ja, dat moest zij weldoch hem begrijpen was na genoeg onmogelijk. „Gij de graaf de la Chaux?" vroeg zij, „dat is iets, wat ik niet vatten kan." „Maar gij twijfelt er toch niet aan. Ik zou u elk woord kunnen herhalen, 't welk tusschen ons gewisseld werd. Als gij 't verlangt, zal ik mij binnen een paar minuten weder als graaf de la Chaux aan u vertoonen." „Neendat is onnoodig monsieur, ik twijfel niet, want ge hebt allen twijfel opgeheven. Dit neemt evenwel niet weg, dat mij de geheele verkleed partij onbegrijpelijk blijft. Niet alleen vind ik in uw gezicht geen zweem van overeenkomst met het andere voor komen maar ook 't geluid der stem klinkt geheel anders." „Ja, het veranderen der stem is ook veel lastiger dan het verwisselen van gedaante, vooral, omdat ik met heeren te doen haddie dagelijks met mij omgaan," zeide Devereux. „Hes ter Ransome had mij wel in-tal van jaren niet gezien of gesprokenmaar ik wist, dat zij eene vrouw is, die zich niet laat bedriegen en voor haar moest ik mij dubbel in acht nemen. En nu madame Hij schoof bij deze woorden een stoel ter zijde, op welke hij plaats nam. „En nu madame, brandt waar schijnlijk de vraag op uwe lippen, waartoe die geheele tooneelvertooning, waartoe dat misleiden van madame Ransome dienstig kon zijn Gij zjjt benieuwd te hooren, wat ik van haar weeten hoe ik dat ben te weten gekomen? Eer ik u daarop antwoord, moet ik u de vraag stellen of gij Mr. Devereux genoegzaam kental was het alleen van hooren zeggenom hem uw vertrouwen te schenken?" „O jadoch op mijn beurt moet ik u vragen, hoe 't komt, dat gij zooveel vertrouwen in mij stelt en u aan de compagnon van Mrs. Russell zoover durft bloot geven?" „Omdat ikmij laat leiden half door mijn instinkt en grootendeels door mijne kennis van 't menschelijk hart. Het kwam mij in dat speelhuis voor dat wij beiden eenzelfde doel beoogen de naam van Percival Claremont scheen voor u geen vreemde naam te zijn." "Weder kleurde de Frangaise en Devereux voegde er daarom haas tig bij: „Vergeef mij madameik heb geen oogenblik een minder goede opinie van u gehad en dacht alleen aan eene verbintenis, die u en hem waardig was. Mag ik u ronduit vragen of die band werkelijk heeft bestaanof gij de echtgenoote waart van Percival Claremont?" „Jasprak zij ernstig„ik was zijn wettige vrouw," Devereux strekte zijne hand naar de Frangaise uit. „Dank voor dat blijk van ver trouwen, madame?" sprak hij. „Wilt gij mij altijd en in alles als een vriend en raadsman beschouwen? Percival Claremont was voor mij meer dan een oudere broeder. Zijne vrouw zal mij steeds eene zuster zijn." Zij kon niet spreken van aandoe ning, legde zwijgend hare hand in die van haar beschermer en liet toe dat hij die eerbiedig en tevens harte lijk aan zijne lippen bracht. „Ik heb nooit geweten," hernam hij„dat Percival gehuwd was. Lange jaren had ik hem uit het oog ver- looren en toen ik weder iets van hem te weten kwamwas het om zijn lijk te herkennen. Hoe komt het, mada me, dat ge mijn naam niet wist?" „Mijn man had mij nooit over u gesproken. Ik vernam zijn dood eerst vele maanden later. Ik was destijds ziek en lag in ijlkoorts. Toen ik ge noegzaam hersteld was om de vreese- lijke tijding te kunnen vernemen vertelde men mij ook, dat een heer uit Engeland wat opgeroepenom de identiteit van den drenkeling te con- stateerendoch niemand noemde mij uw naam. De beamten van het „Mor gue," tot wie ik mij later wendde, hielden den heer, die uit Londen was overkomen, voor een Franschman, doch konden mij geene verdere inlich tingen geven." „Hebt gij u bij die gelegenheid als zijne weduwe doen kennen." „Neen, ons huwelijk was in 'tgeheim gesloten, in Italië. Ik woonde bij familie in de nabijheid van Rome. Mijn vaderde burggraaf de Chate- lard was van ouden adel, gij zult den naam wel eens gehoord hebben. Hij was wegens zijne legitimistische begrippen verbannen en stierf als bal ling in Italië." „Mijne bloedverwanten behandelden mij zeer onvriendelijk; toen ik Percival Claremont leerde kennen en hij naar mijne hand dong, nam ik misschien wat al te snel zijn aanbod met blijd schap aan. Hij zeide, dat hij aan ons huwelijk geen ruchtbaarheid kon geven, ter wille eener erfenis, die hem moest ontgaanindien liij buiten bewilliging zijns vaders in het huwelijk trad en ik geloofde, zonder aarzelen, alles wat hij mij vertelde. Ik vluchtte met hem en vernam te laat de ware oorzaak der geheimhouding. Reeds toen was hij in de boeien van Hester Ransome en was hij bevreesd voor hare doodelijke jaloezie. Het was niet te verwonderen, dat hij mij onder die omstandigheden ook uw naam verzweeg. Kort na de geboorte van mijn eenig kind, leerde ik zijne trouwe loosheid kennendoch ik had hem alles kunnen vergeven, want ik had hem zielslief. Ik wistdat hij streed tegen den heilloozen invloed, die hem van mij trok en tenlaatste de zege behaalde. Op zekeren dag had liij mij heimelijk verlaten en ons kind met zich genomen. Ik wist, tot wie hij gevloden was, doch wist niet, waar die vrouw zich bevond. De dubbele slag bracht mij op den rand van het graf. Maanden lang dobberde ik tusschen dood en leven en toen ik weder ge noegzaam hersteld was, om mij te kunnen bewegen, om handelend te kunnen optreden, toen vernam ik, dat Percival Claremont geëindigd was met een zelfmoord te begaan. Van mijn kind hoorde ik niets. Nooit ben ik te weten gekomen of het leeft of dood is. God geve, dat het laatste waar is, want wat zou er van zijn terecht gekomen onder eene leiding van Hester Ransome Zij bedekte het gelaat met beide handen en sidderde over 't geheele lichaam. Schijnbaar rustig had Devereux geluisterd naar die geschiedenis van jammer en ellendeen toch was zijn hart vervuld geraakt met het innigste medelijden. Claremont had ontegenzeggelijk zwaar gezondigd, veel meer dan zijn vriend had vermoed maar vreeselijk was ook zijn straf geweest. En de liefde van die vrouw was zelfs na zijn dood niet geheel uitgedoofd, hoewel hij haar als een verrader had ver laten en haar het dierbare pand had ontroofd. „Maar zijt ge wel zeker," vroeg Devereuxbij wijze van bemoediging, „dat Percival uw kind bij Hester Ran some heeft gebracht?" „Ik weet liet niet. Dikwijls hoop ik, dat hij het niet heeft gedaan. Na jaren lang zoeken heb ik haar einde lijk te Londen, als door een toeval gevonden, maar nooit spreekt zij van een kind." „En gij hebt u bij die vrouw aan gesloten om u op haar te kunnen wreken zeide Devereux. „O, niet daarom alleenbekende Louise Claremont „maar vooral om de volle waarheid te leeren kennen. Ik kon niet begrijpendat mijn man door eigen handeen eind zou gemaakt hebben aan zijn bestaan „En ik weet, dat het niet zoo is." Met een niet te onderdrukken gil sprong Mrs. Claremont van haar stoel op. „Gij weet dat, zegt ge? Is dat waar? O spreek toch! Hoe weet gij het Zeg mij alles en alles 1" „Bedaar!" Zijne vaste hand greep hare bevende vingers. „Tracht bedaard te blijven. Bedenk, dat uw doel nog niet bereikt isdat gij nog altijd een rol hebt te vervullen en dat ons geheim voorloopig bewaard moet blijven. Lees dit eens. Devereux scheen 't niet raadzaam te achten, de reeds overspannen vrouw op dit oogenblik met de volle waar heid in kennis te stelleneen waar heid die aan hem en ook aan dokter West bekend was. Ilij haalde een brieventasch uit zijn borstzak en bracht den laatsten brief van Percival Claremont te voorschijn. Met oogen, verduisterd door tranen, las de vrouw van Claremont diens half raadselachtig schrijven en kuste zelfs bij herhaling den brief. Doch toen zij met het lezen geëindigd was, legde zij den brief op tafel en wischte hare oogen af. „Deze regels," zei ze met gedwon- gene kalmte, „behelzen eene besehul diging tegen Hester Ransome, want zij zijn niet geschreven door iemand, die op het punt staat om afscheid te nemen van het leven. Integendeel. De noodlottige band was verbroken, zijne oogen waren geopendhij was voornemens tot zijn dubbelen plicht als man en als vader terug te keeren hij wilde ook weder zijn vroegere vriendschap huldigen en het was dus hare handdie hem den dood gaf en zij, ze'zal dat boeten met haar leven!" „Ja," beaamde Devereux, „zoo God ons helpt! Van dit uur af, willen wij de gade en de vriend met vereende krachten werkenom de moordenares van Percival Clare mont aan 't gerecht over te leveren Hebt gij tot heden niets kunnen ont dekken „Niets. Ik heb het evenwel ook nog niet gewaagd om naar papieren en bewijzen te zoekenik weet niet, hoe ik mij 't vertrouwen van Fanchette moet koopen, want die vrouw is, ik ben er van overtuigd, in alles de medeplichtige van Hester Ransome en even gesloten als zij zelve." „Ja, voor u, doch niet voor mij. Ik reken juist op Fanchette. Gijdie gewis haar grootste zwak, namelijk hare ijdelheidzult ontdekt hebben, kunt wel begrijpen hoe ik Fanchette tot spreken kan bewegen. Laat haar gerust aan mij overhet zou mij zeer verbazen, als ik, door haar in haar zwak te tasten, niet alles uit haar kreeg. Gij -moetindien ge naar mijn raad wilt luisteren, uw rol zonder eenige wijziging blijven doorspelen. Laat u door niets verleidenom een oogwenk slechts uit uw rol te vallen. Als de zaak haar beslag heeft gekregen, wil ik met genoegen aan de bezoekers van 't speelhuis het door u afgewonnen geld, weder ter hand stellen. We zijn denkelijk nu nog ver van ons doel, maar wij zullen het eenmaal bereikenzoo zekerals er een zon aan den hemel staat!" Wordt vervolgd). Gedrukt bij DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1885 | | pagina 6