werk van ondergeschikten aard. Deze
kleik, Hauck genaamd, trok later met
2ijn zoon naar Warschau en kwam aldaar
door eene toevallige omstandigheid in
gunst bij den toenmaligen stadhonder,
grootvorst Konstantijndie den zoon in
Russische militairen dienst plaatste en
hem zeer spoedig tot overste en zelfs tot
graaf wist te doen verheffen. De aldus
begunstigde zoon vervolgens gehuwd
zijnde, werd in 1830 op straat door
Poolsche opstandelingen doodgeschoten.
Wegens dit ongeval werd zijn dochtertje
naar Rusland gebracht en te St. Peters-
burg voor rekening des rijks in een gesticht
voor jonge meisjes opgevoed. Aldaar kwam
zij in kennis met prins Alexander van
Hessen, broeder van wijlen de Keizerin
van Rusland, die haar huwde en toen,
wegens echtvereeniging beneden zijn stand
genoodzaakt werd Rusland te verlaten en
naar Hessen terug te keeren. Aldaar kreeg
zij den naam van prinses Battenberg. Van
hare drie zonen is de eerste thans Vorst
van Bulgarije; de tweede is schoonzoon
der Koningin van Engelanden de derde
schoonzoon van den Groothertog van
Hessen. Alzoo drie achterkleinzonen van
een Saksischen klerk thans mannen van
vorstelijken rang.
In de laatste twee maanden hadden
van tijd tot tijd twee personenvermoe
delijk DuitBchers, zich uitgevende voor
varensgezellen, hun intrek genomen bij
een echtpaar, toen wonende aan het
Rietdijkstraatje te Dordrecht. Bij een van
hunne laatste bezoeken hadden zij daar
een gevuld valies en eenige kleedingstuk-
ken achtergelaten om die later te komen
halen. Daar hieraan geen gevolg werd
gegevenbegon de kostvrouw argwaan
te koesteren en deelde zij dat aan eenige
personen medeten gevolge waarvan het
ook aan de politie ter oore kwamdie
een onderzoek instelde en de voorwerpen
in beslag nam. Het valies bevatte een
groot aantal gouden en zilveren voorwer
pen die evenals de kleedingstukken ver
moedelijk afkomstig zijn van in de vorige
maand onder Vleuten Haarlemmermeer
gepleegde diefstallen.
Bij een nader onderzoek is gebleken,
dat een der vermoedelijke daders reeds
onder verdenking van andere diefstallen
in de gevangenis te Breda kost en inwo
ning geniet.
Eenige Duitschers hebben bij de
directie van het Zeebad Scheveningen
ernstige klachten ingediend omtrent de
gebrekkige wijze van handelendie door
het badpersoneel te Scheveningen zou
zijn gevolgd bij de redding van den heer
Peltzer op den I3en Sept. jl. Haar aan
leiding van die klachten zijn in de laatste
dagen door de badknechts proeven met
de reddingsboot en in het zwemmen af
gelegd, waarbij ook de Duitsche gezant
en de Burgemeester tegenwoordig waren.
Zekere Van den Dolder, vermoedelijk
dezelfdedie vroeger lid was van de be
ruchte firma Van Doesburg Co. hande
lende in alleswat zij maar machtig kon
wordenis thans te Antwerpen, werwaarts
hij de wijk had genomenin den val
geloopen en gearresteerd, om uitgeleverd te
worden wegens door hem gepleegde op
lichting ten nadeele van een handelaar in
naaimachines te Roosendaal.
In de Veen onder Lunteren overleed
dezer dagen een alleen wonend 76 jarig
mandie zeer sober leefde en door de
diaconie onderhouden werd. Toen na de
teraardebestelling de diaconie het huisje
onderzochtwerd niets van eenige waarde
gevondenmaar een buurmandie den
volgenden dag het stroo uit de bedstede
verwijderde, vond, daaronder verborgen,
4 gouden tientjes, 11 rijksdaalders en
eenige guldens.
Dezer dagen vervoegde zich ter se
cretarie te Wormerveer een zekere K. v.B.,
die eenigen tijd had doorgebracht in het
gesticht No. 3 te Veenhuizen.
Toen hem door den Burgemeester ge
vraagd werdwat hij nu zou gaan doen
luidde zijn onbewimpeld antwoord»hoe
eerder hoe liever zal ik zorgen daar weer
heen te komen, 't Is daar maar wat best.
Goed etenniet te veel te doeneen best
kosthuis!»
Deze brave wasnaar het schijntdoor
de broeders daar ook goed op de hoogte
gebracht, ofschoon de man half idioot
kan genoemd worden van de wijze
waarop hij zijne wederintrede in dit ge
sticht zoo gemakkelijk mogelijk kon maken.
Hij had plan, zoo vertelde hij, weer
te gaan bedelen, smaar niet te Haarlem
want daar laten ze je eerst een 3 maanden
brommen, vóór ze je opzenden. Neenik
ga naar Alkmaar bedelenen als ze me
daar oppakkendan word ik dadelijk weer
opgezonden naar het gesticht!»
Mevrouw Kleine-Gartman is Woens
dag te 10 uur overleden. Allen die haar
lief hadden, waardeerden en hoogachtten
hebben met leedwezen deze tijding verno
men. Slechts kort heeft de rust geduurd
die hare vrienden haar zoo van harte gun
den; veel genot heeft zij van die rust
niet gesmaakt.
Na al hetgeen er geschreven is bij
gelegenheid van haar vijftigjarig jubilé
als tooneelspeelster, valt er over deze
merkwaardige vrouw niets meer te melden.
Toen is op welsprekende wijze gebleken
dat haar naam steeds eene eereplaats zal
blijven innemen in de geschiedenis van ons
nationaal tooneel.
De begrafenis had Maandag 5 October
plaats. Reeds van des morgens tien uur
af verzamelden zich de kunstvrienden der
overledene en verdere belangstellenden op
het Leidsche pleindaar schaarde men
zich in optocht en in stilte trok men naar
het sterfhuis, waar reeds de lijkkoets
wachttealsmede een praalwagen waarop
een pyramide van schoone kransen zich
verhief. Treurmarschen van Beethoven,
Chopin en Schubert vervulden de lucht
met hare klaagtonen. Voor den schouw
burg op het Leidsche plein hield de lijk
wagen eenige oogenblikken stil. Te één
uur bereikte men de Ooster- begraafplaats
waar verschillende sprekers de kunstenares
gedachten. Een zoo grooten toevloed van
nieuwsgierigen had zich bij de begraaf
plaats verzameld dat niet allen konden
toegelaten worden.
Dr. Schloezer werd den vorigen
Maandag door den paus ontvangen. De
Carolinen-kwestie maakte het onderwerp
van het gesprekdat een half uur duurde,
uit. De Tribuna gelooft, dat de Spaansche
regeering Leo XIII slechts proforma als
bemiddelaar koos, daar zij het in den grond
der zaak geheel eens is met het Duitsche
gouvernement.
Later vergaderden de kardinaals onder
presidentschap van den paus. Er werd
een comité benoemd dat belast is met het
onderzoek der stukkenhet Duitsch
Spaansche geschil betreffende.
Men deelt mededat vóór eenigen
tijd aan den milicien H. Paskamp, van
het reg. grenadiers en jagers, voor de
herhalingsoefeningen opgeroepen, nadat
hij twee dagen te's-Hage was geweest,
door den Minister van oorlog verlof werd
verleend voor den tijd dat hij onder de
wapenen moest zijn. Dit verlof werd door
den Minister verleend op verzoek van
graaf Bentinck, en de milicien zelf wist
geen andere reden op te geven als grond
waarom hem die gunst werd verleend,
dan dat zijn heer (graaf B.) hem liever
niet eene maand als huisknecht wilde
missen.
Het besluit van den Minister heeft in
militaire kringen algemeene ergernis ge
wekt.
Voor eenigen tijd, zoo verhalen Ita-
liaansche bladen, had een grappenmaker te
Cerano (Sardinië) de aardigheid, om een
ezel, die wat kapriolen maakte, geholpen
door den drij ver van het beest, het raad
huis binnen te brengen, en langoor, van
het balkon af, de verzamelde volksmenigte
te laten groeten.
Het gemeentebestuur van Ceranodat
zich door de grap zwaar beleedigi achtte
stelde een gerechtelijke vervolging tegen
de beide genoemde personen in. Maar bij
het proces, dat veel belangstelling wekte
wisten de advocaten der verdediging zoo
mooi te praten o.a. door een beroep
op Bileam's ezel, en den held van Victor
Hugo's gedicht l'Ane dat de rechtbank
verklaarde, niets beleedigends in het feit
te zien, en de gedaagden vrijsprak.
Wie zich tegenwoordig op de kade
te Veere beweegt en den blik naar de
overzijde slaat, ziet met deernis het tooneel
van verwoesting, dat sloopers aanrichten
in de kolossale rijksgebouwen, onlangs in
't openbaar verkocht. Het voormalige arse
naal met bijbehoorende magazijnmeesters-
en conducteurswoningen, alsook het kruit
magazijn, zij staan daar beroofd van daken
deuren en venstersen vertoonen nog slechts
wat onregelmatig af- en uitgebroken muur
werk, dat vooral 's avonds bij maanlicht
een spookachtig gezicht oplevert en wel
eenige overeenkomst heeft met de opge
graven overblijfselen van Pompeji. Bin
nen kort zullen alzoo de reusachtige ge
bouwen, op last van Philips II vóór
drie eeuwen opgericht, verdwenen zijn,
en daarmede weder eenige sporen van het
vroeger militaire aanzien dezer aloude
veste, die gedoemd schijnt tot den rang
van een onbeduidend dorp af te dalen.
Over de kweek van groote zonne
bloemen (Helianthus annuus) schrijft
de Directie van het „Hollandsche Bijen
park" te Zandpoort, dat zijop aanraden
van de redactie van Floraliadie verschei
dene malen op het nut en voordeel van
de cultuur van zonnebloemen gewezen
heefter ongeveer éen bunder mede be-1
plant heeft. Onder de verkregen produc
ten bereikten sommigen eene hoogte van
3Va meter, waaraan 34 bloemen zaten,
en de grootste had een omtrek van 1.33
M., eene doorsnede van 0.48 en een ge
wicht van 2V2 K. G. De pitten van deze
bloemen leveren volgens Floraliagemalen
en gebakken een heerlijk brood op; tot
olie geslagen kunnen zij met de beste
tafelolie wedijveren. Bovendien zijn de
pitten goed voeder voor de hoenders,
terwijl de vezelen der stengels als zijde
worden gesponnen, en eindelijk worden
de bloemendie in de bloeitijd veel honig
ontwikkelen door de bijen sterk bevlogen.
De teelt kan daarom zeer nuttig voor de
landbouw zijn, te meer daar de kweeking
geen afzonderlijken grond vereischtmaar
de bloemen tusschen de aardappelen kun
nen groeien.
Het tegenwoordig algemeen streven
om de couranten goedkooper te maken
en daardoor meer onder ieders bereik te
brengenis ook doorgedrongen tot de
eigenaars van de Londensche Times. Zij
denken er over, den prijs van dit blad,
dat nu 3 stuivers kost, tot 1 stuiver te
verlagen. Die verandering zou hun 150.000
p. st. (f 1.800,000) per jaar kosten. Dat
verlies zou door den meerderen verkoop
der courant gedekt moeten worden. In
plaats van 50,000 exemplaren per dag,
zou de oplaag ongeveer zesmaal zooveel
moeten worden.
Een sluwoverlegde dieven specula
tie werd onlangs door de Weener politie
ontdekt. Eenige jonge vagebonden laten
nl. in drukke wijken ringen met steenen
bezetwelke zeer kostbaar schenenmaar
hoegenaamd geen waarde haddenop straat
vallen, en rapen die dan haastig en als
ter sluiks opmaar zóodat het de aan
dacht van een der voorbijgangers trekt.
Als deze danzooals hun bedoeling is
aanspraak maakt op een aandeel van het
loon voor den „eerlijken vinder"laten zij
onder voorwendsel van geen tijd te hebben
om het gevondene naar het politiebureau
te brengenden ring aan hem overen
nemen genoegen met een schadeloosstelling
van een paar gulden. Natuurlijk bemerkt
dan de houder van den ring, die zoo
goedaf meende te wezen, weldra, maar
te laat, dat hij bedrogen is.
Een van deze jonge deugnieten is reeds
door de politie gevat.
Bij den goud- en zilversmid C.
wonende op den Nieuwendijkte Amster
dam vervoegde zich een paar malen een
man om een kleinen inkoop te doen. Hij was
steeds vergezeld van eene vrouw en gaf
op te heeten H., wonende in de Bloemstraat
49, en te zijn koopman in petten. On
langs vervoegde hij zich weer in den
winkel van den heer C. en vroeg om een
gouden horlogeketting en medaillon te
zien. Hij kocht deze voor de som van
f 27.50, doch hij had zooveel geld niet
bij zich, daar hij juist eene groote partij
petten had gekocht. Hij vroeg daarop,
na verloop van een paar dagen te mogen
betalenhetgeen hem werd toegestaan.
Doch de betaling moet nog volgenen
er is in de Bloemstraat geen pettenkoop-
man bekendnoch heeft iemand van dien
naam gewoond. Men heeft dus met een
geslepen oplichter te doen gehad.
Aan de Meuse werd gemeld dat
de straf van Jeanne Lorrette zou worden
gewijzigd in anderhalf jaar celstraf en
dat zij Vrijdag a. s. aan het gewone ge-
vangeDisregime zal worden onderworpen.
Niet alleen de door mr. Haas, haar ver
dediger, gedane stappen, door den pro
cureur-generaal mr. Van den Bergh ge
steund, maar ook een adres van onder
scheidene Haagsche dames aan H. M. de
Koningin gericht, zouden den Minister
van justitie de belofte hebben doen geven
in dien geest te handelen.
Ook ons (zegt het Vaderland) kwam
een gerucht ter oore als bovenstaand
bericht. Daarbij was intusschen sprake
van een adres aan Z. M. den Koning
om wijziging van straf of gratieen het
heette dat de Minister van justitie door
bovenstaanden 'aandrang er toe bewogen,
en ook nog door een adres van eenige
aanzienlijke dames te Molenbeek St. Jean
en Mechelenzijn steun had toegezegd
in den vorm van voorspraak en advies
aan den Koning tot wijziging der straf.
Het blad durft nochthans voor de juist
heid niet instaan.
Thans verneemt men, dat in deze aange
legenheid alleen de rechtbank te beslissen
heeft. Is dit zoo, dan zal Jeanne dus ge
wone gevangenisstraf ondergaan.
Te Rotterdam is dezer dagen een
goudsmid opgelicht voor eene waarde
van circa f 2500 aan verschillende gouden
sieraden en juweelen. Bij den houder van
een huis van koop met recht van weder-
inkoop te Amsterdam, zijn nagenoeg al
de sieraden opgespoorden werd daarop
beslag gelegd door de agenten van de
recherche.
Aan de Arnh. Ct. wordt medege
deeld dat juffrouw Kok, in het Catharijne-
gasthuis te Arnhemdie thans haar drie-
en-negentigste jaar bereikt heeftweder
een tand heeft gekregen.
De stoker van de Echterboot goot
Donderdag middag, terwijl de boot voor
Joure lag, eene groote hoeveelheid pe
troleum in het vuur, om spoediger stoom
te maken. De vlam sloeg in het kannetje,
dat met een hevigen knal uiteenspatte
en de brandende petroleum verspreidde
zich voor een deel over de kleêren van
den stoker. Hoewel op zijn geroep dade
lijk hulp opdaagdeen men hemom
het vuur te blusschenin het water wierp
heeft de ongelukkige zulke hevige brand
wonden gekregendat zijn toestand zeer
zorgelijk is.
Naar wij vernemenhebben de bur
gemeesters aanschrijving ontvangen, om
in het vervolg, bij het verleenen van
vergunningen tot het houden van optochten,
de voorwaarde te stellendat geen roode
vlag„of ander symbool van staatkundige
beteekenis", in het openbaar mag worden
rondgedragen.
Te Amsterdam meende een dienst
bode een bankbiljet van f 25 in bezit te
hebben. Zij had dit in het gezinwaar zij
diendeontvreemd. Toen zij het in betaling
gaf, werd zij nog minder aangenaam ver
rast met de mededeeling dat zij bedrog
had gepleegd. Het biljet bleek een sigaren-
bon te zijn en zij zal nu èn voor diefstal
èn wegens bedrog terechtstaan.
- Men meldt aan de «Leidsche Ct.»
Sedert den herfst van 1847 waren er
niet zoo veel vruchten als thans. De appelen
hingen toen als aalbessen aan de boomen
en men plukte van een tak, lang twee voet,
acht en twintig groote appelen, want van
zulk een tak werd eene teekening gemaakt.
Een cent een maagdenpeer, roepen nude
venters op de Nieuwmarkt te Amsterdam
en twee centen een dubbele maagdenpeer
peren als vuistendie anders een dubbeltje
het stuk moeten doen. Ook was men bang
dat de vruchten te klein zouden zijn ten
gevolge van de droogte. Appelen, slaat de
gewone en de fijne soorten door elkander
groot van stuk, zijn voor weinige centen te
verkrijgen. Twee centen die nieuwe noten,
volgt nu ook, nooit gehoord voor de dertien.
Voor een dubbeltje heeft men een zeven
tigtal nieuwe noten. Wie zou den moei
hebben ze voor een dubbeltje te pellen
A. s. Zaterdag zal te Chelsea het
huwelijk plaats vinden van den Engelschen
ond-minister sir Charles Dilke met mevrouw
Marie Pattison. Mw. Pattison, die zich be
kend maakte door haar kunststudiën o.a.
over Claude en de Fransche schilderkunst
in de 17e eeuw, verloofde zich met sir
Charles Dilke in de dagentoen deze
aangeklaagd werd in ongeoorloofde betrek
king te staan tot een gehuwde vrouw.
Het proces hierover wordt in November of
December voor den hoogen raad behandeld
In Berlijn is een reusachtig proces
tegen een dievenbende uit het naburige
Friedrichsberg begonnen. Deze luidjes
maakten er hun werk van gezamenlijk op
jaarmarkten hun slag te slaan. Aan het
hoofd er van staat een zekere vrouw
Markowska met haar dochters. Zij maakt
den indruk van een achtenswaardige vrouw,
met grijs, gladgestreken haar en een ge
rimpeld gelaat, dat altijd er uit ziet, of
zij op 't punt staat te gaan weenen ofschoon
er geen traan te voorschijn komt.
De beklaagden ontkennen alles en zeggen
slechts oppervlakkig met elkander bekend
te zijn.