DOOR EIGEN KRACHT.
Naar het Engelsch door M, E. Braddon.
19)
„Zoo, kleine deugniet, hebt gij u
goed geamuseerd met uw vrienden,
den kruidenier en verdere célébriteiten
van Menilmontant vroeg père Le-
moine. Hebt gij een prettigen dag
gehad?"
„Integendeel, ik heb een akeligen
dag gehad en ben doodmoe," ant
woordde Paquerette driftig. Zij smeet
het mandje de gift van Ishmael
in een hoek, viel als een blok op een
oude, versleten matten stoel neder,
bedekte de oogen met de handen en
barstte in tranen uit.
De trolleur en zijne vrouw keken
elkander veelbeteekenend aan, half
geschrokken, half vroolijk. Blijkbaar
meenden zij dat Paquerette een beetje
veel wijn had gedronken elle avait
sa pointe, pauvre petite.
Voor hen beiden bestond er slechts
één heerschende hartstocht de
liefde voor de flesch. Toen zij Pa
querette aanzagen, bleek en de oogen
vol tranen, dachten zij niet aan die
andere hartstocht, die zooveel invloed
heeft op de harten der menschen
zoowel mannen als vrouweneven
sterk en zelfs noodlottiger dan het
verlangen naar sterken drank.
De charabia begreep den toestand
beter.
„Misschien heeft haar minnaar zich
niet goed gedragen," zeide hij. „Vertel
mij eens kleine Paquerette, mijn lieve
sneeuwklokje, hebt gij al een minnaar,
en begint hij nu reeds valsch spel te
spelen
Hij liep de kamer op en neer en streek
Paquerette met de hand onder de
kin. Die enkele aanraking was reeds
eene onteering.
Zij sprong op en keek hem met
gloeiende oogen aan, terwijl zij doods
bleek werd.
„"Wat vermeet gij uriep zij uit,
en snelde hem voorbij om zich op te
sluiten in haar slaapkamertje de
kamer waarin hare moeder gestorven
was.
„Quelle diablesse!"riep de charabia
uitzijne schouders ophalende en
bedaard zijne plaats weder innemen
de om zich verder aan de saladier
te vergasten.
HOOFDSTUK XI.
comment on meurt pour vingt-
cinq francs.
Sebastian Caradec anders ge
naamd Ishmael was een man met
een standvastig karakter. Eenmaal
besloten hebbende dat Paquerette
geen geschikte vrouw voor hem was
dat hij zijne familie schande zou
aandoen door eene vrouw te kiezen
uit de familie van den trolleur had
hij zich voorgenomen zoo weinig mo
gelijk in aanraking te komen met
die wilde witte leliemet haar smach
tende blauwe oogendie hem deed
denken aan iets wat hij vroeger ge
lezen had omtrent een vogeltje dat
gevangen zat en zoo naar vrijheid
snakte, steeds roepende: „wie helpt
mijwie helpt mij
Het speet hem voor haar hij
bewonderde haar maar de hemel-
sche vonk had hem nog niet getroffen.
Zijn hart was nog niet gebroken en
dus kon hij nog van haar afzien.
Maar hij kon haar toch moeielijk
vergeten; de indruk dien zij in het
bosch op hem gemaakt hadtoen haar
gelaat straalde van ongekend genot,
kon hij niet van zich zetten. Toch
bleef hij standvastig.
Madame Morice vroeg hem nog
meermalen om deel te nemen aan
buitenpartijtjesmaar hij had steeds
eene verontschuldigingdan eens dat
hij werk had en later weder iets
anders en zoo ging het jaar om
zonder dat hij en Paquerette te zamen
waren.
Hij had het zeer druk in dezen tijd;
zijn ijver voor de republiek was met
den dag toegenomen sedert hij te
Parijs woonde. Hij was het geheel
eens met de linkerzijdegrootendeels
uit jeugdige en voortvarende menschen
bestaande. Het volk dat in Parijs
revolutie maakt, is niet altijd in
Parijs geboren. Het is werkelijk een
belangrijk verschijnsel, dat mannen,
die in een wereldstad groote veran
deringen daarstellen zoowel op poli
tiek, als op handelsgebied, slechts
zeer zeldzaam in die wereldstad ge
boren zijn. Het platte land de
zuiverefrissche berg- of zeelucht
het uitgestrekte heideveld van Gas-
cogne en Berry en de heuvel van
Auvergne zijn het die hun jeugdig
bruischend bloed naar de hoofdstad
zenden om daar te handelen en voor
niets terug te deinzen. Slechts zelden
worden soldaten of senatoren in ste
den geboren. In alles wat Ishmael
ondernam was hij voortvarendzoo
dat hij al spoedig zoo republiekeinsch
werdals de mannen die de omwen
teling van 1789 hadden tot stand
gebracht. Zijne leermeesters waren
Victor Hugo en Louis Blanc. Hij ge
loofde in het heilig recht der volken
tegenover dat der koningen.
Toen Sebastian Caradec in den
vroegen ochtend van den tweeden
December, in de koudevochtige
schemering naar zijn werk ging, was
er niets dat hem kon doen vermoe
den dat er in den afgeloopen nacht
een brutale poging was gewaagd om
het keizerrijk te herstellendat men
in het nachtelijk duister staatslieden
en generaalsde senators van Frank
rijk door gewapende politie van hun
bed had doen lichtenniettegenstaan
de de hartverscheurende kreten van
vrouwen en kinderen, om hen ge
boeid naar Mazas, Ham of zelfs naar
Cayenne te brengen. En toch was
dit gebeurd.
In het Palais de l'Elysée, te mid
den van een uitgelezen gezelschap,
had de President der Republiekte
gen den schoorsteenmantel leunende,
den chef van zijn staf, kolonel Vieyra,
een wenk gegeven om bij hem te
komen.
„Kolonel, kunt gij bedaard blijven
en geen spier vertrekken, wanneer
ik u iets verrassends meêdeel vroeg
hij kalm.
„Ik geloof ja, mijn vorst."
„Welnu. Het gebeurt heden nacht.
Kunt gij mij de verzekering geven
dat morgen ochtend de trommen de
reveille niet zullen slaan
„Zeer zeker. Ik heb volk genoeg
onder mijne orders."
Het werd letterlijk volbracht. Voor
dat het dag was, waren alle trommel
vellen onder het toezicht van Vieyra
in stukken gesneden.
„Bezoek St. Arnaud," zeide de
Prins, „en zorg dat gij morgen och
tend aan het hoofdkwartier zijt. Laat
geen lid van de Nationale garde in
uniform uitgaan."
Na dit gesprek scheidden de Prins
en de kolonel, zonder de aandacht
van iemand te hebben getrokken.
Omstreeks ditzelfde uur bevond zich
Monsieur de Morny vriendbloed
verwant, partijgenoot van den Gal-
lischen Ceasar in de Opera comique
en begaf zich van de eene loge in
de andere overal een praatje makende
als hoveling, man van de wereld,
viveur, diplomaat, de betooverendste,
de verstandigste, de gevaarlijkste man
in geheel Frankrijk.
„Men vertelt mij dat de President
van de Republiek den groven bezem
zal gebruiken in de Kamer," zeide
de vrouw van een der officieren van
Louis Philippe, toen de Morny zich
in de entr'acte over haar stoel boog.
Wat zal er van u worden?"
„Wanneer de bezem moet gebruikt
worden dan hoop ik mij aan het einde
van den steel te .bevinden," antwoord
de de Morny luchtig.
De laatste bezoeker had het Elysée
verlaten en Louis Napoleon begaf zich
naar zijne studeerkamer waar de
Morny, Saint Arnaud, de Maupas en
Mocquard hem wachtten. Mocquard
was den prins zeer genegen en door
herinneringen van den teedersten aard
aan hem verbonden. De geheimen
van Ceasar konden zich in geen
veiliger handen bevinden. Het was
dus Mocquard die de portefeuille ge
rangschikt had, waarin alle papieren
zich bevonden, lijsten met namen,
het plan de campagne, en, niet te
vergeten, de ziel van den oorlog in
den vorm van eenige millioenen francs,
door de fransche bank voorgeschoten,
en noodzakelijk om het drama dat
heden nacht zou afgespeeld worden
tot een goed einde te brengen. Op
deze portefeuille stond het geheim
zinnige woord Rubicon.
Den tweeden dag van December
1851, kan men den dag der protesten
noemenIn het hoog Gerechtshof zaten
zeven opperrechters in plechtige ver
gadering zij protesteerden tegen de
schennis van de constitutie en
daagden het hoofd van den Staat zich
voor hen te verantwoorden, hem be
schuldigende van hoog verraad. Maar
de loop der wet is langzaam, en per
soonlijk waren de heeren rechters,
die Cavaignac en de Rooden verfoei
den, Prins Louis Napoleon genegen,
zoodat zij de zitting onder protest tot
den volgenden dag verdaagden.
Protest No. 2 was door de leden van
den Staatsraad geteekend.
Idem No. 3 was gesteld door de
journalisten van Parijs, die, daar het
nationale belangen gold, niet neutraal
konden blijven. Zij vergaderden aan
het bureel van de Siècle, en stelden
daar hun protest op, dat met hand-
teekeningen als bedekt wasmaar
toen men tot het punt kwam om
het protest te doen drukken, als de
stem der nationale pers; het gevoelen
van het volk, stuitte men op onover
komelijke bezwaren.
De ijzeren hand van Ceasar had
elke drukkerij te Parijs gesloten.
„Waarom verbeuzelen wij den tijd
met protesteeren?" riep Emile de
Girardin. „Laat ons de beurs sluiten.
Dat zal effect maken."
Later had hij een nog meer afdoend
voorstel; een algemeene strike. Alle
winkels te sluitengeen werkman
naar zijn arbeid de doodsche stilte
eener uitgestorven stad totdat de
gevangen genomen senatoren in
vrijheid waren gestelden de, der
kamer gewelddadig ontnomen rechten,
haar hergeven waren.
Al deze plannen leden echter schip
breuk op de winzucht der neringdoen
den, als bakkers, slagers, enz; alles
bleef zijn geregelden loop houden,
terwijl de constitutie een woord
dat door den een geheel anders wordt
verstaan dan door den ander onder
den voet wordt getrapt.
Ishmael verliet zijn werk ginds
bij Belleville en begaf zich in het
hart van Parijs. De boulevard des
Italiens was in die dagen het Forum
der Parijzenaarshier op de stoep
treden van Fortoni, die als tribune
dienst deden, was onder de menigte
de angst, twijfel en verwachting op
zijn hoogst. Toch was de stemming
in het algemeen vrij kalm; Parijs,
anders zoo koortsachtig, berustte in
den coup d'état.
De middelklasse en het volk wisten
zelve niet welken weg zij op wilden.
Zelfs de faubourg St. Antoine
eens de bakermat der vrijheidhet
broeinest der revolutie bleef stil
als het graf. Het scheen dat zich.
een geest van loomheid over de
arbeidersklasse had uitgestort een
geest om alles goed te vinden en te
berusten in den stand van zaken.
Zelfs de schrijnwerkers waren onver
schillig en moesten door de opwek
kende taal van Victor Hugo en de
ernstige woorden van Schoelcher en
Baudin wakker worden geschud. De
belanglooze zucht naar vrijheid om
haar zelfswille vond men alleen onder
de afgevaardigden der linkerzijde
nog vrij, om zich)onder hunne mede-
menschen te bewegen, de toorts der
revolutie in vlam en 'geheel Parijs
oproepende tegen den dwingeland,
nog vrij, ja maar om zich te moeten
verbergen, geheime bijeenkomsten te
houden, en bevreesd te zijn voor
eene schuilplaats') onder hun" eigen
dak.
De korte winterdag was bijna ten
einde. Tot tweemaal toe had de
Prins-President zich aan het volk
vertoond, als ware het in de pausee-
ringen tusschen de bedrijven van het
opgevoerde drama. Hij verliet het
Elysée te paard,^vergezeld van zijne
maarschalken een schitterende
ruiterstoet en reed naar de rue
de Rivoli. Naar men zegt, had hij
verwacht, dat het volk hem luide
zou toejuichen, dat er een algemeene
kreet van geestdrift zou opgaan, een
van die kreten die een man op den
troon brengen, voordat hij zelfs weet
dat hem het purper siert. Maar van
dit alles geen schijn, en de Prins
reed terug naar het Elysée, om later
nog eens uit te rijden en iets hartelijker
te worden ontvangen.
Omstreeks vier uur kwam de
Republiekeinsche partij bijeen, in een
huis op de Quai de Jemappesna
reeds van de eene naar de andere
plaats verjaagd te zijn, uit vrees voor
de politie. Er werd eene commissie
van tegenstand benoemdwaarvan
Viotor Hugo door zijn vurige taal
de bezielende geest washet gezel
schap, door eenige nieuwe leden
vermeerderd, vergaderde des avonds
in het geheim in de werkplaatsen
van Frederic Cournet in de rue
Popincourt onder presidium van
Victor Hugo als secretaris bijgestaan
door Baudin, een dapper en doortas
tend man, ruim tien jaar jonger dan
Victor Hugo.
De vergadering was eenstemmig
voor een gewapenden wederstand.
„Luistert!" riep Victor Hugo.
„Bedenkt wel wat gij gaat doen.
Aan de eene zijde, honderd duizend
soldaten, batterijen, arsenalen, am
munitie, voldoende voor een tweeden
russischen veldtocht. Aan de andere
zijde een honderd twintig afgevaar
digden van het volk, misschien duizend
patriotten, en zeshonderd oude mus
ketten. Geen trom om le rappel te
slaan, geen klok om alarm te luiden.
Wordt gij tijdens het gevecht gevangen
genomen, den doodna het gevecht,
verbanning. Aan de eene zijde een
leger en eene misdaadaan de andere
een handvol mannen en het recht.
Zoo staan onze kansen. Neemt gij de
uitdaging aan?"
Men hoorde slechts een kreet
„Ja!" niettegenstaande alle slechte
kansen en een smadelijken dood in
het vooruitzicht. De mannen van de
linkerzijde waren gereed.
Het was middernacht toen de ver
gadering besloot dat de Rooden den
volgenden ochtend zouden vergaderen
in het café Roysin, tegenover de
Marché Lenoir de afgevaardigden
van het volk, steunende op hun kracht
en moed om de gewapende huurlingen
van den overweldiger te weerstaan.
De rue Ste-Marguerite is eenig in
zijne soort en geniet de twijfelach
tige eer van een der afzichtelijkste
straten van Parijs te zijn. Het is de
verblijfplaats der voddenrapers, bede
laars, orgeldraaiers, blinden, lammen
en kreupelen. Hier is het rendez-vous
van allerlei geheimzinnigheden.
Wordt vervolgd).
i
Gedrukt bij DE ERVEN
LOOSJES, te Haarlem.