was de gedachte der dame, toen zij
door de machine-galerij wandelde,
zonder echter eenige aandacht te
schenken aan de tentoongestelde voor
werpen en nauwelijks hoordedat
madame Jarzé zeidedat men over
het gebouw geen coup d'oeil had."
Groolsch, enorm, maar geen coup
d'oeil. Een oogenblik later vroeg haar
een zware bariton stemwal zij van
de tentoonstelling dacht en was haar
hand in dien zwaren greep met het
merk, den timmermansduim. In een
oogenblik scheen alles haar geheel
anders toe, gelijk een plotselinge ver
andering van decoratie op het tooneel,
en die stoommachines, zuigers, assen,
modellen van schepenlocomotieven,
machines om ijs te maken, ijzer te
snijden, aardappelen te schillen, die zij
van te voren had veracht schenen haar
opeens veel belang in te boezemen.
^Wil u zoo goed zijn en ons eenige
modellen van bruggen te toonen en
ons daarvan iets te vertellen?" vroeg
Amelie, op een toon als ware zij een
kind van een jaar of tien. ,,Ik heb
in den laalsten lijd nog al eens iets
over bruggen en kanalen gelezen.
Ishmael keek haar vriendelijk lachend
aan.
„Wal zegt gij daar, mademoiselle!
leest gij ook?" riep hij uit.Ik dacht
dat gij alleen belang steldet in the
aters, bals, wedrennen en andere ver
makelijkheden".
„Er komt eens een tijd dat al deze
soort van genoegens vervelend wor
den", zeide Amelie.
„Maar zoover zijt gij toch niet ge
komen. Evenwel zal hel mij een ge
noegen zijn, u tot wegwijzer te die
nen bij de modellen. Zij behooren min
of meer tot mijn vak. Hebt gij het
gepantserde oorlogschip gezien, toen
gij binnenkwaamt Een eindje ver
der zijn zeer goede modellen van
hangende bruggen, maar alles is nog
niet goed geregeld."
Hij ging hen voor en wees op het
belangrijkste, amerikaansche „moni
tors", ratntorenschepen, drijvende bat
terijen en transportschepen ingericht
voor den overvoer van vier of vijf
honderd paarden. Hier en daar bleef
hij staan, om hun een of ander bij
zonders te wijzen op het gebied van
machinerie, onder anderen bij een mon
ster-locomotief met horizontalen
schoorsteen. In de slangen en raderen
welke een oogenblik vroeger nog niets
meer in hunne oogen waren dan
stukken ijzer, kwam leven bij zijne
beschrijving. Hij vertelde hen over den
Nasmyth-hamer, een instrument dat
lady Constance tot nu toe gehouden
had voor een of ander handig instru
ment om ergens spijkertjes in te slaan
zonder zich de vingers te bezeeren.
Hij toonde hen kanonnen van ver
schillende constructie en trachtte hen
de geheimen dier donkere gaten meê-
tedeelen, die op het slachveld als
monden des duivels waren, dood en
verderf uitbrakende. Constance luister
de met de grootste aandacht naar
zijn zware welluidende stem. Vreemd
was het, dal het geluid zoo geheel
en al klonk als dat van iemand van
hooge geboorte. Zou de millionair
geleerd hebben te spreken, zooals
monsieur Jourdain geleerd had te
schermen, nadat hij fortuin had ge
maakt Tot nu toe had zij 'altijd
gemeend dat er geen beter maatstaf
was om iemands afkomst te bepalen,
dan het geluid zijner stem en hier
was een laaggeboren werkman met
eene stem en een accent zoo zuiver
als men slechts van een Condé of
Grammont kon hooren. Het was zelfs
aangenaam naar de droogste onder
werpen, als het bouwen van een
hangende brug te luisteren, zoo aan
genaam was zijn geluid. Constance
hoorde hem dan ook met genoegen
eene beschrijving geven van de brug
te Freiburg in Zwitserland en van
de kokerbrug over de Menaistraat
waardoor zij zoo dikwijls gereden
had, leunende in haar spoorwegrijtuig,
zonder er zelfs aan te denken hoe
men dit werk tot stand had gebracht.
Hoe het kwam Lady Constance
zou het niet hebben kunnen zeggen
maar spoedig was zij met Ishmael
een eind vooruit, nadat zij alle brug
gen hadden bekeken. Hij had gebruik
gemaakt van de gelegenheid, toen
madama Jarzé kennissen had ontmoet,
om die dame en hare dochters een
beetje achteraan te laten komen, ter
wijl hij met Constance verder door
de machine-galerij wandelde en haar
het merkwaardigste aantoonde. Na
eenige minuten kwam Amelie zich
bij hen voegen, maar Ishmael bemoeide
zich uitsluitend met lady Constance,
zoodat zij spoedig weder afdroop om
zich te troosten met het gezelschap
van een paar dwaze fatten, die overal
in het gebouw gezocht hadden naar
een bu vette, waar zij absinthe konden
krijgen, en nu wanhopig waren om
dat zij dergelijke oasis in die woes
tijn van kunst en wetenschap niet
hadden kunnen vinden.
„Volgens de dagbladen kon men
alles op de tentoonstelling vinden,
en er is in 'i geheel niets," klaagde
een dezer petits crevés, een klein,
bleekbijna kaalhoofdig man met
een teringachtig uiterlijk.
„En waar in 's hemelsnaam is dan
Spiers Pond?" riep een ander.
„Men had ons verteld dat wij hier
een uitgebreide restauratie van hen
zouden vinden."
„Het schijnt dat zij nog niet zijn
aangekomenzeide madame Jarzé.
Er is immers nog bijna niets gereed
de kiosken, de monsterkamers, het
aquarium, alles, waarover wij zoo
veel hebben hooien spreken niets
aangekomen. Vóór Juni is de ten
toonstelling der moeite van bezich
tiging niet waard.
Met Ishmael als gids, maakte Lady
Constance Danetree een vermoeiende
wandeling door de gebouwen en over
het terrein. Gedurende de laatste
zes maanden, was dit de plaats ge
weest, waar hij, uit vrijen wil en tot
eigen genoegende aannemers met
raad en daad had geholpen. Hij had
kennis gemaakt met allerlei vreemde
lingenYankees, Californiers, leve
ranciers van kant-en-klare huizen uil
Chicago, Noren, IJslanders, bewo
ners van den Indischen Archipel en der
Zuidzee-eilanden. Hij kon alles blinde
lings vinden en hel was voor Con
stance een genot, om door hem te
worden onderricht in allerlei zaken
waarvan zij vroeger niet het minste
begrip had. Zij herinnerde zichhoe
zij in '62 met haren echtgenoot doel
loos door het groote gebouw had
gedrenteld, naar dit en naar dat
kijkende, de gekleurde Venus van
Gibson, de zingende zwitsersche
vogel en de eau-de-cologne-fonlein
van Rimmel bewonderende maar
de afdeeling machinerieën vermijden
de, alsof die verpest was ook de
schilderijen-verzameling was te genie
ten maar een gezellig praatje met
goede kennissen, onder een glaasje
wijn, was toch het hoogste genot
der tentoonstelling geweest.
Die goede Mark kon toch nergens
belang in stellen, dat niet op vier
beenen ging, dacht zij, zich de
hartstocht van haren echtgenoot voor
paarden en honden herinnerende,
en hoe hij elk gesprek over welk
onderwerp ooksteeds wist terug te
leiden naar stal en hondenhokken.
Het begon reeds te schemeren,
toen zij haar gezelschap dat zij
reeds meermalen uit het oog had
verloren terugvond bij de deur
waardoor zij waren binnengetreden.
„Ik ben nog nooit zoo vermoeid
geweest," zeide madame Jarzé, ge
heel uitgeput van het ronddrentelen
op de tentoonstelling, en het verve
lende van zich voortdurend slechts
met huisgenooten te moeten bezig
houden.
„tloe vreemd toch," riep Constance
uit. „Ik, die anders tentoonstellingen
zoo schrikkelijk vervelend vind, stel in
deze zeer veel belang." Voordat zij in
haar rijtuig steeg, schudde zij Ishmael
gulhartig en vrijmoedig de hand,
en zag hem aan met een blikwelke
aan die violetkleurige oogen een
hoogeren glans gaven. Zij was op hel
punt hem te vragen, haar met zijne
vrienden, de familie Jarzé, een dezer
dagen te komen bezoeken, maar durf
de het niet te doenzij was zoo ver
legen als een jong meisje.
„Hij zal van zelf wel komen,"dacht
zij, „want ik gevoel dat ook hij mij
bemint." Zij glimlachte tegen hem
toen zij in haar rijtuig zat. Hare oogen
schoten stralen op hem, terwijl hij
daar blootshoofds, in den guren wind
stond te wachten tot het rijtuig weg
reed.
De familie Jarzé reed een eind mede
om zoo dicht mogelijk bij hare wo
ning uittestappen. De volbloedpaarden
schoten vooruit, als een pijl uit den
boog en draafden langs de kade, de
Pont de l'Alma over en vervolgens
de breede Avenue' naar de Champs
Elysées op.
Madame Jarzé wikkelde zich hui
verend in haar fluweelen mantel, ter
wijl Hortense en Amelie, die achteruit
reden, zich onder het groote zwarte
berenvel trachtten te koesteren. „Wij
kunnen er veel aan doen, hoe ons
levenslot zal zijn." Voor Constance
Danetree was de toekomst helder, als
een zonnigen lentemorgen.
„Hoe is 't mogelijk dat gij bij zulk
weder in een open rijtuig kunt rijden,"
zeide madama Jarzé op klagenden
toon een groote ondankbaarheid
van haar kant, daar het gebruik ma
ken van het rijtuig harer vriendin
haar de kosten van een huurrijtuig
uitwon.
„Ik houd veel van frissche lucht,"
zeide Constance met een air, alsof zij
nooit last van koude had en haar
bloed zoo warm was, dal zij nog
nimmer kippenvel had gehad.
„Ik had niet verwacht dat gij be
lang in allerlei machinerieën zoudt
stellen," zeide Amelie, bleek van te
leurstelling, woede, jaloezie en nijd;
haar beschilderde lippen beefden en
schenen nog bleeker dan gewoonlijk.
„Ik wist het ook zelf niet, voor
dezen middag," antwoordde Constance
losweg. „Maar zelfs het droogste on
derwerp wordt belangwekkend, wan
neer het u door een bekwaam man
wordt uitgelegd.
„Vooral wanneer hij geen oude,
grijze professor is met knikkende
knieën, een groenen bril en een groote
rood katoenen zakdoek, maar juist
een man in de volle kracht van het
leven, en buitendien, wat zijn uiter
lijk aangaat, ver boven anderen verhe
ven," vervolgde Amelie.
„Natuurlijk maakt dat de zaak veel
aangenamer," hernam Constance.
Zij begreep zeer goed wat Amelie
bedoelde en dat zij eene medeminnares
had eene medeminnares tot in den
dood in deze jonge dame met
haar kinderachtige manieren, vlas
blond krulhaar en wipneusje, maar
zij liet zich niet van haar stuk brengen.
Misschien gevoelde zij, overtuigd van
haar grootere schoonheid en meerdere
bekwaamheden, wel een zeker genot
in deze mededinging.
„Ik hoop het genoegen te hebben
u Donderdag avond te zien," zeide
madame Jarzé, toen het rijtuig bij
de Champs Elysées stilhield.
„Ja, ja, gij moet komen. Monsieur
Ishmael komt ook en kan u dan een
tweede lezing geven over hangende
bruggen," zeide Amelie.
Constance weifelde eeri oogenblik
voordal zij antwoord gaf. Indien dit
eens de eenige kans ware, om hem
in de eerste dagen te ontmoeten,
zou zij die laten slippen? Dal zou
gelijk staan met een reiziger in de
woestijndie zijn laatste droppels
water op den grond laat vallen, in
plaats van er zich mee te verfrisschen.
Neen, dacht zij, het was zeker, hij
beminde haar. Zij had hem éénmaal
in de oogen gekeken, slechts éénmaal,
toen zij met hun beiden naast een
kanon hadden gestaan op gindsche
tentoonstelling en toen had zij zijne
gedachten, het gevoel van zijn hart
in die donkere ernstige oogen gele
zen. Zij wist dat hij haar beminde,
en dus moest hij het eerst spreken
en zij van haar kant een afwachten
de houding aannemen. Voor niets
ter wereld wilde zij den schijn heb
ben alsof zij hem zocht; zij moest
uit eerbied voor zich zeiven de groot
ste terughoudendheid in acht nemen.
„Gij zijt zeer vriendelijk," zeide zij.
„Ik heb zooveel afspraken voor Don
derdag. Ik ben bang dat dit een bui
tengewoon vroolijk seizoen zal worden.
Amelie zuchtte. Helaas! dacht zij,
wal geeft het of men in purper wordt
geboren! Er waren diners en bals
waar lady Constance Danetree ge
vraagd werd, maar waar de dochters
van monsieur Jarzé geen kans had
den te kunnen verschijnen; en zelf
op die partijen waar zij geinviteerd
werden, bestond altijd de moeilijke
vraag omtrent het toilet, de pijnlijke
onzekerheid of hunne japonnen wel
goed genoeg waren voor de gelegen
heid, en of de parure van bloemen,
die reeds zoo dikwijls was verschikt,
er niet te verlept uitzag, vergeleken
met die der andere aanwezige dames,
welke zoo kersversch van de modiste
kwamen. De zucht naar luxe en prach
tige kleederen, die met het tweede
keizerrijk was begonnen en steeds
toenam, zelfs na een veertienjarige
Republiek, was de oorzaak van veel
zorg voor vrouwen van een middel
matig vermogen. In die dagen waren
het de vrouwen en dochters, die de
mannen dwongen naar de effecten
beurs te gaan, en hen met gebonden
handen in de bodemlooze golf der
speculatie wierpen. De meisjes van t
dien tijd waren als de dochters van
een bloedzuiger, steeds schreeuwende
„geef!" Van den dag af dat zij uit
het klooster kwamen en schuw en
verlegen, aan de hand hunner moe
ders, voor 't eerst een kijkje in de
wereld namen, zagen zij niets anders
dan menschen, die uitsluitend voor
het vermaak leefden, fijne kleederen
droegen, prachtige huizen bewoonden,
kostbare diners gaven, lortuinen ver
spilden aan rijtuigen, paarden en fijne
bloemen, zonder dat men wist hoe
zij aan al het geld kwamen, alsof
het manna was, dat van den hemel
kwam, en waarvan zij dus niets kon
den besparen voor een kwaden dag.
Welk meisje, van den leeftijd van
Amelie Jarzé, kon, wonende in de
Champs Elysées en dagelijks die pro
cessies van elegante rijtuigen ziende
voorbijgaan, naar en van het Bois
groote dames, cocodettes, actrices,
cocottes dal alles aanzien zonder
te verlangen ook zoo fraai gekleed
te zijn Het was te vergeefs als men
haar herinnerde, dal haar vader een
hooggeplaatst ambtenaar was op een
tractement van vijftien duizend francs;
dat hare moeder in 't geheel slechts
veertig duizend francs had meege
bracht, waarvan de helft ongeveer was
gebruikt voor de opvoeding der twee
meisjes toen die op school waren,
en het overige voor het aankoopen
van prachtige meubelen op de nieuwe,
elegante woning. Maar dit alles belette
niet dat de meisjes steeds verlangden
naar fijne toiletten en eene equipage
zooals hunne buren. De actrice op
de entre-sol was de grootste doorn
in het oog van Amelie. Zij lette er
altijd op wanneer zij uitging of tehuis
kwam, welk toilet zij droeg en wie
haar alzoo bezochten en deel namen
aan haar Zondagsdiner. Mademoiselle
Arnould had geen bepaalde receptie
avond voor hare vrienden.
{Wordt vervolgd).
Gedrukt bij DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem