Zijne Majesteit Koning WILLEM III van ZATERDAG 19 Februari 1887. bij gelegenheid der viering van den Zeventigsten Verjaardag (19 Februari 1887). TWEEDE BLAD. VAN Juicht, Nederlanders! juicht! Nu zooveel schoons getuigt Van dankbre vreugd bij 't vieren Van 's Konings Jubelfeest. Eén vreugdéén liedéén geest Geen wanklank mag het schoon van dezen dag ontsieren. De leus zij algemeen: „Oranje en Neêrland één!"... Zij was de leus der Vaadren. Zij gaf ons Nederland Zoo dikwijls de overhand Zelfs Spanje durfde in 't eind zijn grenzen niet meer naadren: Na bangen, heeten strijd Werd de onafhanklijkheid, Zoo fel bestooktherwonnen. Oranje was de gids! Oranje aan de spits Bij 't einde van den kamp, vóór tachtig jaar begonnen. Het trolsche Albion, Dal zelden 't van ons won Hoe vaak 't ons mocht bedreigen, Deedom Diens wijs beleid Zoo menig Vorst len spijt Een fiere oranje-telg zijn Koningstroon bestijgen. Bekleeder van dien Troon, Hield tweeden Willem's zoon (Tot heil der beide Landen) Van 't machtig Britsche Rijk En Neêrland te gelijk De teugels] van 't Bewind met mannenkracht in handen. Als Frankrijks overmacht Ons aan den afgrond bracht En Lodewijk, verbolgen, Ons aanviel keer op keer, Was steeds de leuze weêr: „Oranje en Neêrland één!".... Wij werden niet verzwolgen. De held Napoleon (Die kwam, en zag, en won) Hield ook ons vastgekluislerd Bij 'l bukken voor die Macht (Die onweêrstaanbre kracht) Werd niet Oranje's roem, slechts Neêrlands zon verduisterd. Dra brak die zon weêr door, En trad Oranje voor!"... 't Was Neêrlands welbehagen (Een wensch uit volle borst), Dat zijn oranje-Vorst Voorlaan op 't waardig hoofd een Koningskroon zou dragen. Oranje was de ziel (Toen Belgie ons ontviel), De hoop, de trots der Braven, Die, om Hem heen geschaard, Van Neêrlands heldenaard, Van oud-Bataafschen moed de schoonste blijken gaven. Zoo ging, drie eeuwen door, Oranje Neêrland voor Wie kan hier alles melden 1 Van ridderlijken moed In 't fier Oranjebloed Tuigt raeê, Gij Qualre-Bras en Waterloo'sche velden!! Wie was 't, die hulpe bood Bij vuur-, bij waternood (Nog niet zoo lang geleden)? 't Was WILLEM, onzen Vorst! Ilij richt, met fiere borst, Naar 't fel bedreigde punt Zijn Koninklijke schreden. Oranje overal! Oranje in elk geval, Waar onspoed ons mocht tarten. Oranje, ons in gevaar Ten schild en beukelaar Oranje, ons hou en trouw, heeft recht op onze harten! o KoningWiens beleid (Goddank! in vredestijd) Ons Nederland deed bloeien; Bij 't vieren van Wiens Feest Men vreugd in de óogen leest Van-Y Volk, dat voor zijn Vorst van liefde toont te gloeien, o, Blijf nog lang ons bij! Van vreemde smetten vrij, Wil Neêrland, met U, toonen: Onbreekbaar is de band „ORANJE en NEDERLAND!!" Ten voorbeeld zij het U, o Volkeren en Troonen! H. C. v. Soest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1887 | | pagina 5