HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 20.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Negende Jaargang, t
van WOENSDAG 9 Maart 1887.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommcrs 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsrniinte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentien worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Noord-Znidhollandsche Stoomtramweg-MaatschappijHaarlemLeiden. 1 Jan. 1887.
Hx&rl., HiU.eg.ea Leiden 4.f, 8.21,9.10.51,11.50' 's m., 1.48,3.5, 4.32,6.22*, 7.5 's a.
Haarlem—Hillegom 9.35, 10.45 's avonds.
Alleen des Vrijdags. Vervoert ook goederen.
Haarlemsche Tranmaj-Maatschappij. Van 't Station 7.30 'smorgeas tot 10.30 's avonds.
Uit dea Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Maart 1887. Naar Amsterdam: 6.52,
8.10*, 8,31.8.55', 9.26', 10.29' 11.57, 11.30+, 11.46* 'smorgens, 12.55, 2.40', 3.36,
4.16', 5.22', 6.19,6.47, 7-28-j-, 7.55', 9.03", 9.51*, 9.57, 10.21', 10.59+ 's avonds.
Van Amsterdam: 6.15, 6.50*, 7.35+, 7.45*. 8.20',8.45, 9.15', 9.43', 9.50', 11.05,11.50", 11,55.
'smorg. 1.05*, 1.20', 3.25', 4.10,4.32,4.55*, 5.33+, 7.30', 8.20, 8.40*, 10.—*,11.— 'sav.
Naar Rotterdam: 7.17, 7.57+, 8.43', 9.18, 10.13', 'smorgens, 12.13', 12.33, 1.46', 3.49',
5.01, 5.56+, 7.53', 8.49, 10.23' 'savonds.
Tan Rotterdam: 6.—, 7.55', 9.45, 10.15+, 10.58 'smorgens, 1.23", 2.45', 3.35, 4.50,6.18+
7.32', 7.55, 8.50', 9.50+ 'savonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De
met zijn exprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.44, 10.15 'smorgens, 1.32, 5.04, 9.06 'savonds.
Naar IJmuiden: 6.15, 6.44, 10.15 'smorgens, 1.32, 4.58, 9.06 'savonds.
Van IJmuiden: 8.01, 11.13 'smorgens, 3.04, 5.47, 9.12, 9.50 'savonds.
Naar Zandvoort: 8.11, 10.17,11.33 'smorg., 1.34, 3.51,4.37,5.58,8.51 's av. vanaf 1 April.
Van Zandvoort: 8.34, 11.08 'smorg. 12.32, 3.13, 4.13,5.03, 6.23,9,27'sav. vanaf 1 April.
Tram-Omnibus-Maatscliapplj. BloemendaalOverveenHaarlem. 17 Oct. 1886.
Vertrekurm van Bloemendaal (Hotel Kennemerland)8.15, 9.30, 10.50 's morgens;
12.15, 2.—, 3.25, 4.10, 6.50. 8.-, 9.40. 10.15 'savonds.
Van Haarlem (Station). 7.55, 9.11, 10.10, 11.30, 's morgens, 1.28, 3.
7.50, 9.03, 10.30 'savonds.
Het omrijden van de Kerk te Bloemendaal zal blijven plaats hebben.
4.05, 4.50,
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Oct. 1886. Openstelling van hetkantoor: Dag.
van 8 's morg. tot 9>£ nur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 4 nur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels en de invordering van gelden op kwitantiën
aUeen op werkdagenvan 9 «nr 's morg. tot 3 uur 's av. Voor de Spaarbank van 's morg. 9
tot 9 nur 's av.op Zondag van 8 tot 10 en van 12 tot 4 ure. Voor de Postpakketten
alleen op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9H nnr 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen7.30,10.— 's morgens, 1.15,3.30,7.9.'s avonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen7.30 's morgens, 1.4.— 's avonds.
Liohting der hulpbrievenbussen Zuiderstraat hoek Oudegracht, Gr. Houtstraat, Zijlvest.
Parklaan, Kaasplein7.—,10.— 's morg., 2.30,6.8.30 's av. Florapark, Kampersingel,
LeidschevaartSchootersingel6.45, 9.45 'smorgens, 2.15, 5.45, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 's m. 6.45 en 's av. 3.15. binaenwijken 's m. 7 en 's av. 3.30.
j morg.
Zondags niet gelicht.
Telegraafkantoor. 1 October 1886. Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 8 tot 's av.
10 uur, op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van's m. 84'sav. 6—9*.
Binuenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste 10 woordenvoor
elk tweetal woorden daarboven 3 cento.
Zorgt voor uwe kinderen.
{JJit Schor er's Familienblatt.)
Niets staat zoozeer eene verstandige
hervorming van de school in Dnitschland
in den weg, dan juist de grenzenlooze
overschatting van de waarde der kennis
die op school te verkrijgen is.
Wnrzburg. A. Teck.
Indien men het oordeel over de school
hervorming en de medewerking daaraan
nitslnitend aan de schoolmeesters wilde
overlaten, dan zou men dezelfde font be
gaan, als wanneer men de wetgeving van
een landuitsluitend den juristen in
handen wilde geven. Dr. Beumer.
Zoo lang wij niet de grootsche ge
dachte der Hellenen, om de wijsheid, al
spelend en wandelend ons te verwerven
in nieuwe vormen laten herleven, zijn
wij niet waardig aan de ware ontwik
keling der beschaving deel te nemen.
Dr. Otto Henne.
Ons lichaam en geest verlammend
gymnasiaal onderwijs, moet in dien geest
worden gewijzigd dat de jeugd in plaats
van in het nevelachtige weleer eindelijk
eens in het frissche heden met zijn verba
zende beschaving worde geplaatst, en dat
boven alles onze eigene klassieke letter
kunde zijn geestelijk eigendom worde.
Prof. F. M. Knatjs.
De stof die de school moet verwerken
heeft zich zoo zeer uitgebreid, het maat
schappelijk verkeer vordert zooveel van
de wetenschap, dat het onmogelijk ge
worden is, ia ééne en dezelfde school,
aan deze eischen te voldoen, evenmin als
het mogelijk is één en dezelfde leerling
in al die vakken grondig te onderleggen,
zal niet zijn jeugdige frischheid gaan
kwijnen, de verdere ontwikkeling zijner
geesteskrachten worden gestuit, en een
oppervlakkige veelweterij in de hand
worden gewerkt.
Daarom moet de leerstof tusschen ver
scheidene scholen worden verdeeld, moeten
deze op gelijken rang met elkander worden
gesteld om dan te wedijveren in het
streven, om Dnitschland degelijk gevormde
arbeiders voor zijne welvaart te bezorgen.
Yarnbüler.
Het onderwijs maakt ons tot datgene
wat wij zijn, de opvoeding tot dat, wat
wij moeten zijn. Het eerste verdringt
onze gedachten door die van vreemden,
de tweede vergeestelijkt ons innerlijk
wezen, laat onzen eigen aanleg zich vrij
ontwikkelen en voert ons nader tot het
menschelijk ideaal. Hoe lang zullen wij
nog onderwijzen, wanneer eindelijk een
begin maken met de opvoeding.
Osk. Waldeck.
Gevaarlijker dan overspanning van het
geheugen is overspanning van het ver
stand bij het kind, dat men op de school
tot inspannende hersenwerkzaamheid
dwingt, waarvoor zeer velen nog niet
rijp zijn. Robert Hamerling.
Onze gymnasiën moeten, als zij het
knnnen, athleten, geen akrobaten op gees
tel ijk gebied vormen.
E. ScHÜMACHER.
Wat leert ons recht door zee te gaan
Bewaart voor liegen en bedriegen?
Wees eerlijk ruet u zeiven steeds,
Dan zult g' ook anderen niet beliegen.
Fr. Vischer.
Velerlei, tegelijk leeren, maakt opper
vlakkig of verstompt.
D. V. v. Strausz.
Het komt er veel minder op aan, hoeveel
wetenschap de scholier zich weet te ver
werven, dan juist daarop, dat hij leert
te arbeiden met den geest.
G. H. Richting.
Om een begin te maken, zou het misschien
aanbevelenswaardig zijn, op het gymnasium
dat alles van de wiskunde weg te laten,
wat men thans in de hoogste klasse
gewoonlijk leert. Wie de leer van de
trigonometrie en de logarithmen verstaat,
heeft genoeg van die bijzondere denk
oefening ontvangen, die de mathematische
wetenschap verschaft, en daarin ligt hare
waarde voor de ontwikkeling der per
soonlijkheid enkel en alleen. Van de beide
oude talen daarentegen zal men geene
knnnen ontberen, dewijl het aanleeren
daarvan niet alleen vormend werkt, maar
tevens een onmiddellijke vatbaarheid voor
het verstaan van de Grieksche en Ro-
meinsche oudheid, verschaft, die door niets
anders kan worden verkregen.
Bijna nog erger dan met de jongens,
gaat het met de meisjes. Als men blijft
voortgaan, zooals nu, de jonge meisjes
met alle mogelijke kennis te overladen,
die ze slechts in hoogst zeldzame gevallen
vermogen in zich op te nemen, zal men
niets anders bereiken dan een steeds meer
toenemende vernieling van alle oorspron
kelijkheid, liefelijkheid en frischheid, in
het kort van al datgene, wat het eigenlijke
wezen der vrouwelijke natuur uitmaakt.
Meer en meer wordt een geslacht groot
gebracht,dat allen zin voor gezond verstand
verloren heeft, en voor het huwelijk en
het huisgezin geheel ongeschikt is.
Ernst Rudorff.
Men zal dan eerst een hervormer van
het schoolwezen zien optreden als men
besluit, meerdere vertegenwoordigers van
gymnasiën en reaalscholen (Hoogere Bur
gerscholen) in de provinciale school-
commissiën en het ministerie van onder
wijs aan te stellen. Schmetzer.
Men moet den jeugdigen geest vormen,
niet vullen. Prof. Dr. Grunhart.
Drieërlei zou ik in overweging willen
geven ten eerste, tracht bij nwe kwee-
kelingen naar vorming van het karakter,
want uit het hart komen de groote ge
dachten; ten twecds zorgt voor het be
waren der oorspronkelijkheid, want elke
kinderziel is een genie; ten derde behan
delt de lektnur der oude klassieken niet
alleen als een grammatikale gymnastiek,
want de oudheid moet zijn de geestelijke
opleidingsschool voor het heden.
Sciiule.
Gymnasiaal-Postulaten.
1. Geen taalkunde, maar talen
2. Btj examina niet alleen el en weeg
schaal maar ook een thermometer
Zonder warmte geen leven
3. Niet alleen onder de bouwvallen der
Akropolis, ook niet alleen onder die van
Jerusalem ligt het ideaal verscholen, overal
in de natuur en in 's menschen hart,
maar wel overal in de diepte, en daarom
heeft men altijd zoowel hier als ginds
„Schliemannen" noodig.
4. Career leidt als opvoedingsmiddel op
voor het tuchthuis, waarin evenwel niet
alle zitten die er zitten moesten.
5. Geen meester wordt geboren.en toch
stelt men zich voor dat het letterkundige
staatsexamen evenals het hoofd van
Jupiter, den gymnasiaal leeraar, geheel
gewapend te voorschijn kan doen komen.
Door het seminarium tot den Katheder
Maar waar zijn die seminariën. Richt die
op. Dat is de gordiaansche knoop.
Dr. J. Goldschmidt.
Niets schaadt de geestelijke ontwikke
ling van een kind meer, dan een naar
vorm en inhoud voor zijn leeftijd onge
schikte geestelijke kost. Wat knapen gre
tig aangrij pen verwektwordt het
aan het kind opgedrongenslechts te
vaak tegenzin en voortdurende stompzin
nigheid. En hetgeen den knapen niet dan
tot hun verdriet wordt ingeprent, dat
begrijpt de jongeling zonder inspanning
en schept er behagen in.
Prof. Dr. Guido Hauch.
4de Matinée Musicale van den Heer
JOH. STEENMAN.
Zooals wij in het advertentieblad van
Saterdag j. 1. te kennen gaven, wenschten
wij bij gelegenheid van de matinée van
den Heer Steenman nader terug te komen
op den Heer L. Emil Bach.
Met het oog hierop hespreken wij zonder
achterafzetting van den concertgever of
den Heer Joh. Messchaert, die mede als
solist optrad, in de eerste plaats den pianist.
De uitdrukking in ons verslag van
„Toonkunst" dat zijne techniek geëven-
redigd is aan de eischen van den tegen-
woordigen tijd, komt ons, na hem opnieuw
te hebben gehoord, bijna zwak voor. De
vaardigheid zijner vingeren, om de expressie
te gebruiken, grenst aan 't ongeloofelijke
en niemand zal ontkennen, dat hij in een'
adem mag worden genoemd met de grootste
pianisten van zijn' tijd.
Zijne voordracht is dikwijls bizonder
fraai en geacheveerd en veelal duidelijk,
ook waar het passages betreft. In hoeverre
zijn landaard en de opleidingdie hij van
Liszt ontviDg, invloed hebben op zijne
eigenaardige opvatting, laten wij in 't
midden, en ieder moet met zichzelf maar
uitmaken of die met zijn smaak overeen
komt. Wij voor ons kunnen moeielijk
aannemen, dat b. v. Chopin in zijn Scherzo
H. Moll eene krachtsontwikkeling heeft
bedoeld, als de Heer Bach in deze com
positie tentoonspreidde. Een piano is nu
eenmaal geen aambeeld, en 't kan niet
anders, of die harde slagen op 't klavier,
welke natuurlijk onduidelijkheid in 't
leven roepen, doen afbreuk aan 't geheel.
Behalve composities van Chopin, Schu
mann, Liszt en Leo Delibes, speelde hij
met den Heer Steenman het Allegro uit
de A. Moll viool Sonate van Rubinstein
en als vanzelf komen wij hierdoor op
den concertgever, die verder tot Programma
had gekozen „Ballade" van Emrik, Ro
mance van Svendsen en eene Mazurka
van Zarzycki.
Eene nadere bespreking van den violist
is niet noodig. De Heer Steenman heeft
op zijne Matinée's ruimschoots het bewijs
geleverd, dat Haarlem, door zijne vesti
ging alhier, op muzikaal gebied rijker is
geworden. Van harte hopen wij, dat hij
ook in 't vervolg zijne Matinée's zal
voortzetten.
Wat zijn spel j. 1. Zondag aangaat,
kwam het ons voor, dat hij in 't begin
minder gelukkig was dan anderseebter
haasten wij ons er bij te voegen dat hij
zich later herstelde.
Ware bij de Sonate van Rubinstein
de klep van de vleugel dicht geweest,
't geheel zonde hebben gewonnennu
was de piano wel eens wat te sterk.
Ook den Heer Messchaert hebben wij
reeds te dikwijls op de programma's ge
had, dan dat zijne verdiensten als zanger
nogmaals zouden moeten worden gerele
veerd.
Met zijn heerlijk schoon geluid en