HAARLEMSCH
PREDIKBEURTEN
Eerste Blad.
No. 23.
Negende Jaargang.
van ZATERDAG 19 Maart 1887.
op ZONDAG 20 Maart 1887.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
franco p. post —,40.
Afeonderljjke nommers 3 centen per Btuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentün worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Escher. 17e Lijdenstekst.
Kam. 2 ure, Brutel de la Riviire.
18e Lijdenstekst,
's Avonds 6 ure, Hoog. 19e Lijdenstekst.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding. 17e Lijdenstekst.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton.
TFoensd. 'sav. 7 ure, Snethlage.
Bakenesser Kerk.
(Voor de Kinderen).
Voorm. 10 ure, Barger. Lijdenst. 15—20.
Waalsclie Kerk.
Voorm. 10 ure, G. Meyerde Paris.
Christelijk Gereform. Gemeente.
(Ged. OudegracJit).
Voorm. 10 nre, 'sAv. 5 ure, Mulder.
(Klein Heiligland).
Voorm. 10 ure, 'sAv. 5 ure, Schotel.
Luthersehe Kerk.
Voorm. 10 ure, Mees.
Band. 's av. 8 ure, Mees. Laatste lijdenspr.
Kerk der VereenigdeDoopsgezinden
Voorm. 10 ure, de Fries.
Remonstrautsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Tideman.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Fasold, van Zeist.
Chr. bewaarschool L. Heerenvest.
Maandag 'sav. 8 ure, Moeton. Bijbellez.
Genesis 32 1 vv.
Lokaal van Marumstraat.
Dinsdag 'sav. 8 ure, Smeding. Bijbellezing.
Matth. 18 1 vv.
Lokaal der jougelings-Yereeniging.
L, Annastraat.
Donderdag 's av. 8 ure, BargerBijbellez.
Matth. 6 19 vv.
Het leven eenertooneelspeelster,
Drama in vijf bedrijven nit het Fransoh
door C. J. Roobol werd Donderdagavond
in den Schouwburg opgevoerd door de
Koninklijke V ereeniging,, Het N ederlandsch
tooneel." De handeling heeft plaats in
Frankrijk in bet laatst der vorige eeuw.
De hoofdpersoon is Olimpia, eene gevierde
actrice, die ons haar geheele kunstloop-
haan te aanschouwen geeft. Als arm
verlaten kind is zij door een tooneelspeler,
St. Phar, in bescherming genomenaan
hem dankt zij haar succes en dankbaar
heeft zij zich gehecht aan den braven
pleegvader. Hare schoonheid heeft ettelijke
aanzienlijke jonge mannen aan hare voeten
gebracht, zonder haar ooit van het pad
der deugd te doen afdwalen. Onder al
deze ia het Graaf Karl de Rudentz,
die hare liefde vyint, haar weet over te
te halen het tooneel vaarwel te zeggen,
zijne vronw te worden. De vrienden van
den graaf gelooven niet aan dit huwelijk
en als zij overtuigd zijn dat de graaf
werkelijk met de voormalige tooneelspeel-
ster getrouwd isvoorspelt zijn neef
Emile nog heel wat onaangenaamheden,
eer de trotsche familie de Rudentz de
de verbintenis zal goedkeurenen de
man had goed gezien; de jonge vrouw
wordt door ieder veronachtzaamd doch
tevreden in elkanders liefde gaat het
een poosje goed. Maar treurige geschie
denissen hebben plaats. De oude gravin
de Rudentz verstoot in haar adeltrots
haar zoon en een vreuw van slechte
zeden plaatst zichaanvankelijk met
gunstig gevolg tusschen de beide echt-
genootende jaloezie verteert den graaf,
hij zoekt verstrooiing in de niet altijd
zedige Parijsche wereld, waar Olimpia,
thans door ieder verlaten, troost vindt
bij hare zuster Rose en bij den pleeg
vader. De wisseling der staatkundige
toestanden in het Frankrijk van dien
tijd brengt ten laatste de geheele familie
in de gevangenis bijeen. Reeds is de
onde gravin ter dood veroordeeld en
staat ook haar zoon en Olimpia (met
welke zij zich verzoend heeft) hetzelfde
lot te wachtentoen door bemiddeling
van Emile de Rudentz een bevelschrift
wordt verleend tot invrijdheidstelling der
.gewezen gravin de Rudentz" en dit
bedoelde de invrijheidstelling van Olimpia.
Zij denkt evenwel aan de smart welke
de graaf moet gevoelen als zijne moeder
op het schavot moet sterven en daarom
laat zij het bevelschrift ter beschikking
van de oude gravin. Zij wordt wegge
voerd en nog juist tijdig genoeg weet
Emil de geheele familie de vrij beid te be
zorgen. Zoo loopt alles goed af.
Het stuk onderscheidt zich in enkele
opzichten gunstig boven vele van de
nieuwere Fransche school. Geen zeden-
kwetsende toestanden komen er in voor,
al kunnen de heeren niet zonder onder-
sobeid tot de heiligen gerekend worden.
Mevrouw FrenckelBouwmeester ver
vulde de rol van Olimpia. Het moge dus
genoeg zijn te vermelden dat deze boog
begaafde vronw het Haarlemsch publiek
opnieuw heeft getoond dat zij een eerste
plaats inneemt onder hare Nederlandsche
knnstzusteren en volgens onze meening
was de bijval welke haar spel afdwong
driewerf verdiend. Hare zuster Rose,
mejuffrouw Poolmanweet door haar
eenvoudig spel, zonder effectbejag, altijd
te boeien. Hierbij kan men voegendat
zij baar rol zegt in fraai Nederlandscb,
zich door innemende tooneelmanieren
onderscheidt, en dat wij dus ook in haar
een juweeltje bezitten. Vooral in de
winkelscène gaf mejuffrouw Poolman veel
schoons.
De heeren Bouwmeester, Schnlze en
Clous treffen wij aan respeetivelijk als
St. PharEmile en Karl de RudeDtz.
Hun fraai spel mag geroemd worden.
De heer Bouwmeester was met zorg ge
grimeerd en gaf meesterlijk den bejaarden
acteur te genieten. De guitige Schulze
overtrof zich zelf waar hij den jeudigen
lichtmis zoo fraai met den zorgzamen
verdediger der familie wist te vereenigen.
De heer Clons gaat steeds vooruit in
waarheid van spel, in juistheid vau uitdruk
king. Een fraai tooneeltje in het derde
tafereel deed ons een hoogen dunk ver
krijgen van de gaven des heeren de Jong,
die hier in een langdurig monoloog het
bewijs leverde dat alleenspraken ook niet
vervelend kunnen zijn, dat dit slechts
afhangt van de personen die ze uitspreekt.
Ware dus Donderdag de beste krachten
voor het voetlichthet publiek heeft
door eene goede opkomst bewezendat
het die op prijs stelt, en dat men
werkelijk genoot, bewezen de herhaalde
toejuichingen. Er bleef dan ook niet veel
te wenschen over; een vrij goed stukflink
en vlug misschien hier en daar wat
te haastigafgespeeldfraaie geheel met
de mode van den tijd overeenkomendt
costumes, die uitmunten doorfrisschheid
en dit zou ik haast vergeten te mel-
melden goede muziek ten minste veel
beter dan wij in den laatsten tijd gewoon
waren.
KRONIEK.
In de jongste zitting van den Gemeen
teraad waren het hoofdzakelijk drie punten
van de Politie-verordening die tot eenig
debat aanleiding gaven.
In de eerste plaats hoe snel men binnen
de gemeentegrenzen zou mogen stoomen.
Tot behoud van de wallen en van de
schepen, die stil lagen wenschte de Heer
Figee die vaart tot 70 Meter per minuut
beperkt te zien.
De Heer Macaré zag geen bezwaar in
de bepaling maar wel in het constateeren
van de overtreding. Op grootere afstan
den is de snelheid na te gaan, op klei
nere niet.
Desniettemin steunde de Raad het ge
voelen van den Heer Figee de beslissing
over onverhoopte overtredingen, overla
tende aan de prudentie van den rechter.
In de tweede plaats, werd de ijspolitie
behandeld, en wel de vraag in hoeverre
het belang der schaatsenrijders moet op
wegen tegen dat van de scheepvaart. De
conclusie was, dat de vaargeul zoolang
mogelijk mocht worden opengehouden
maar dat waar eenmaal een ijsbaan ge
vormd was, de schipperij geen reeht meer
had zich met geweld een doortocht te
banen.
De Heer 't Hooft wees er op, hoe de
schipper met een weinig juridische scherp
zinnigheid, ook hier wel weder doorheen
zou weten te zeilen, maar de Voorzitter
vertrouwde, dat het gezond verstand van
den kantonrechter de bedoeling van deze
bepaling wel zou weten te waardeeren
en te bandhaven.
De beer Krol wenschte een strafbepa
ling te maken tegen de roekeloosheid van
jongens die zich te vroeg op het brooze
ijs begaven en daardoor zioh zei ven en
anderen in gevaar brachten, f 1 boete
achtte hij een geschikte straf om met
behulp der onders de jongens van het ijs
te houden. Vele leden ondersteunden dit
denkbeeld, maar daar het denkelijk zou
vallen onder Art. 184 van het nieuwe
strafwetboek, werd het voorstel afgewezen.
Eindelijk de tapperijenHieronder
worden verstaan alle koffie- en bierhuizen,
alle drankwinkels, herbergen en kroegen,
in een woord alle voor het publiek toe
gankelijke plaatsen waar men gelagen zet.
Men achtte het goed, die plaatsen te
sluiten te elf uur, en aan den Burgemeester
over te laten bij wijze van uitzondering
die termijn te verlengen.
De Heer de Kanter, wenschte, echter
te bepalen dat ze nooit langer mochten
geopend zijn dan tot een uur na midder
nacht.
De burgemeester wierp hierbij al het
gewicht zijner autoriteit in de schaal om
de regeling dezer zaak aan het hoofd der
politie over te laten, en wel in de eerste
plaats omdat het vroege sluiten bij open
bare feestelgkheden een grieve zou zijn
voor den kleinen burger, daar de socië
teiten dan meestal den geheelen nacht
geopend zijn en voorts ook omdat da
handhaving dezer bepaling, gevaar voor
oproer zon knnnen doen ontstaan.
De Heer de Kanter, achtte de strenge
handhaving in het belang der openbare
zedelijkheid, en meende zijn voorstel t#
moeten indienen, al betreurde hij het ook
dat men deze maatregel tegenover de so
ciëteiten niet kon uitvoeren, en daardoor
slechts een gedeelte van de burgerij trof.
De Raad verwierp het voorstel vaa
den Heer de Kanter, zelfs toen deze bet
later alleen tot den kermistijd had be
perkt.
Dat de Heer Macaré eindelijk ook het
dansen in tapperijen wilde verbieden
soheen velen toch te crimineel, en werd
dan ook met 13 tegen 5 stemmen ver
worpen.
Maandag kwam in de Tweede Kamer
in behandeling het voorstel van den heer
Schaepman, om te gelijk te behandelen
het Hoofdstuk, regelende het Kiesrecht,
en het ontwerp tot wijziging der additi-
oneele artiekelen. Het doel van den
voorsteller was, naar hij beweerde, niet
een nieuw kiesrecht vast te stellen, al
vorens te weten, welke wetgever met de
toepassing belast zon worden. De heer
Mees opperde praktiesche bezwaren tegen
het 'voorstel, 't Zou heen en weer springen
zijn van het eene wetsontwerp naar het
andere. Eene beraadslaging en beslissing
over het voorloopig kiesreglement, zoolang
de grondwettige bepalingen omtrent het
kiesrecht niet waren vastgesteld, zon zijn
de paarden achter den wagen te spannen.
Ook de heeren Ruys van Beerenbroek e*
v. Honten bestreden het voorstel, maar
achtten het wenschelijk, in de verschillende
nog te behandelen ontwerpen dus ook
dat betreffende het kiesrecht op t»
nemen de daarbij passende artiekelen nit
de overgangsbepalingen. De heer Farn-
combe Sanders wilde Hoofdst. Ill in 3
ontwerpen gesplitst hebbendan kon ieder
lid goedkeuren of afkeuren wat hij wilde.
De heer Goeman Borgesins noemde het
voorstel van den heer Schaepman onlo-
giesch. Hij achtte het verdwijnen van de
census-barrière in art. 80 zóó wenschelijk,
dat hij, ook al kwam er geen voorloopig
kiesreglement, tevreden zou zijn, indien
die barrière maar verdween. De Min.
van Binnenl. Zaken beweerde overtuigd
te zijn, dat het voorstel niet uitobstruc-
tionisme voortsprootmaar ontried de
aanneming. De tot stand brenging van
eene ruime uitbreiding van het kiesrecht
en van een voorloopig kiesreglement blijft
de wen8eh der Reg. Daartoe wil zij mede
werken; maar bizondere waarborgen
zoeken in de verplaatsing der artiekelen,
dat noemde de Min.: bezigen van kleine
middelen, en daarin moest men niet treden.
De heer Schaepman constateerde, dat niet
alleen van liberale zijde op een voorloopig
kiesreglement was aangedrongenook hij
had het gedaan. Als het grondwets-
artiekel tot stand komt, dan heeft de
linkerzijde het kiesrecht in handen. „Wij
willen niet", zeide spreker, „dat de eerste
ieswet zal worden aangenomen met eene
meerderheid van één stem. Mochten we
dupes zgu van de additioneele artiekelea