die haar toegestoken werd. „Zoo, zijl
ge dus aangekomen? 'I Werd hoog
lijd ook! Ge hadl nooil mellerwoon
naar Huil moeten gaan, voorwaar,
om daar je intrek te nemen in een
gehuurde woning, om op de terug
komst van je man te wachten. Gij
zijt daar veel te jong voor, en dal
heb ik al lang geleden ook tegen
Talbot gezegd."
„Dat is zoo, mevrouw," zeide Ri
chard op ietwat hartstochlelijken loon,
„en ik heb 11 loen geanlwoord, dat
mijne Susan alle verlrouwen verdient,
en ik kan u verzekeren, dat het
geenerlei verkeerde gevolgen heelt
gehad."
„Zoo! Acht gij 'l dan niet een
verkeerd gevolg, dat uw vader en uwe
moeder in hunne droefheid waren
overgelaten aan een troep geweten-
looze, domme, luie knechts en meiden?
,la, niemand zou zells omgezien heb
ben naar het lijk van uw armen
broeder, en gezorgd hebben, dat hel
op ordentelijke wijze ter aarde be
steld werd, indien ik niet gekomen
ware, om er orde op te stellen, en
gezorgd had, dal de laatste eer aan
den overledene bewezen werd op
eene wijze zooals het betaamde voor
een verren bloedverwant van Mylord.
Hoor eens, Richard, er moet een einde
komen aan dat zwerven op zee. Ge
moet Mylord dienen, zooals een trouw
vazal en bloedverwant verplicht is
dal te doen. Neen," vervolgde
zij, antwoordend op een gebaar van
Kapitein Talbot, „ik wil niet binnen
komen ik weet maar al te goed,
welk een wanorde er daar binnen
moet heerschen. Ik was alleen hier
heen gereden, om te vernemen, hoe
hel met de oude vrouw gesteld is,
en om te beproeven, of ik den Squire
uit zijn slaperigen toestand kon wak
ker schudden, indien Mrs. Susan niet
de goedheid gehad had, hier te zijn.
Hoe is 'l met hem?" En zondereen
antwoord op deze vraag al te wachten,
vervolgde zij„ge moet trachten hem
wakker te schudden, Dick, en hem
zeggen, dat ik en Mylord van hem
verwachten, dat hij zijn verlies als
een oprecht en eerzaam Christen zal
dragen, en dat hij niet mag jamme
ren en zuchten, daar hem toch immers
nog een zoon is overgebleven ja,
en ook een kleinzoon. Ge moet uw
zoon goede manieren leeren, Susan,
Talbot," zeide zij, loen llumfrey niet
verkoos gehoor te geven aan een
aanmaning oin zijn komplimenl te
maken aan Mylady; „die kwade jon
gen van jelui moet noodig kennis
maken met de roe. Heb ik niet ge
hoord, Susan, dat ge nog een kind
gekregen hebt? Wel zeker, ik wist
wel, dat bet zoo was," vervolgde zij,
toen haar oog viel op het ingebakerde
kindeken, dat een der meiden in de
arme" droeg. „Er is geen gebrek
aan volk, om het vermogen van den
armen ouden Squire op te eten.'t Is
een meisken, niet waar? De Booze
moge me halen, als ge met je zwerf
tochten een erfdeel voor elk van je
dochters verdienen zulll Heeft de
dokter je schoonmoeder gelaten
Susan? Zie me daar nu eens! Er is
waarachtig onder u allen niemand,
die zijn verstand gebruikt. Kondt gij
dan niet naar het kasteel gezonden
hebben om Mr. Drewitt? Vaarwel I
Kom me morgen berichten, hoe het
gesteld is met je moeder, wanneer
zij door herhaald laten weder bij haar
versland gekomen zal zijn. En wat
den Squire betreft, zeg hem, hoe ik
verwacht, dat hij voedsel gebruiken
en zich meer man toonen zal!"
Met deze woorden vertrok de voor
name dame, lot aan het hek der
groote laan geleid door Richard Tal
bot, na de familie vereerd te hebben
door hare neerbuigende goedheid,
terwijl zij het niet dorsten uit te
spreken, hoe de Lady hen geërgerd
had.
HOOFDSTUK III.
De Gevangene.
Dood en smart schenen het huis
Biidgefield lot hun zetel gekozen te
hebben. De oude vrouw des huizes
toch herstelde niet weder na de
lating die zij op het geneeskundig
gezag der Gravin ondergaan had, en
haar echtgenoot, alhoewel hij nog
gedurende eenige maanden in staat
was, hall kiuipende in het huis om
te loopen, en zelfs nu en dan een
bezoek te brengen aan de koren
akkers, had zijn geheugen verloren,
en verviel gaandeweg in een toestand
van kindschheid.
Richard Talbot moest tegen hel
einde der maand naar zijn schip
terugkeeren, maar zoodra hel ontta
keld was voor den winter, legde hij
zijn kominando neêr, en keerde hij
naar zijn geboortehuis terug, waar
hij noodig de rol van heer en meester
moest vervullen. En werkelijk heer
en meester werd hij vóór de volgende
lente, want zijn vader werd bedle
gerig, zoodra de eerste winterkoude
zich deed gevoelen, en in weerwil
van de zorgvuldige verpleging, die
hem van zijn zoon cn zijne schoon
dochter ten deele viel, blies hij om
streeks Kerstmis den laatslen adem
uit. Richard Talbot erfde hel huis
en de landerijen, met de daaraan
verbonden, niet omschreven leenroe
righeid aan het hoofd zijner familie,
en het duurde niet lang, ol hij werd
opgeroepen, om zich van zijne ver
plichting jegens zijn leenheer te
kwijlen.
Een nieuw bedrijf van het Schot-
sche treurspel had een a'anvang ge
nomen. Koningin Maria had weten
te ontsnappen uit Lochleven, doch
slechts oin terstond verslagen te wor
den, waarna zij de Solway was over
getrokken, en zich ter beschikking had
gesteld van de Engelsche koningin.
Bolton Castle was gebleken al Ie
gevaarlijk in de nabijheid der Schot-
sche grens gelegen te zijn, om haar
tot verblijf te dienen, en daar het
onderzoek te York, en later te West-
minster ingesteld, onvoldoende geble
ken was, had Elizabeth besloten, haar
in hel koninkrijk gevangen te hou
den, en had zij den Graaf van Shrews
bury met het toezicht over haar be
last.
De schrijfster van dit verhaal heelt
zich niet voorgesteld diep dooi' te
dringen in de geschiedenis van dit
verkeerd bestierde onderzoek, 't Is
waarschijnlijk, dat Elizabeth aan de
schuld van hare nicht geloofde, en
wenschle te voorkomen, dat deze
door het publiek schuldig verklaard
werd, terwijl hare raadsmannen, in
hun vrees voor de gevangene, de
misdaad in Elizabeths oogen wensch-
len te vergrooten en alles behalve
nauwgezet waren, wat betreft het
gehalte van de door hen aangevoerde
bewijzen. Evenwel, dit ligt buiten de
grenzen van ons verhaal; T eenige
waarmede we ie doen hebben, is,
dat Lord Shrewsbury zijn geli ouwen
en wellieven neef, Richard Talbot
van Bridgefleld, opontbood, om deel
te komen uitmaken van de eerewacht,
die de Koningin der Schotten naar
Tutbury geleiden en haar daar be
waken moest.
In al dezen lijd was er niets van
openbaar geworden, dat de kleine
Cicely van vreemden bloede was. De
toestand van den ouden Squire en
zijne gade was van dien aard geweest,
dat zij niets hadden kunnen verne
men van het overlijden van hun eigen
kleinkind, of van hel als kind aan
nemen der kleine weeze, en Susan
was te weinig praalzuchtig, om zon
der noodzakelijkheid over haar har-
teleed te spieken met iemand, die
zoo ongevoelig was als de Gravin,
of zoo wuft als de dochters des
Gedrukt hij DE EKYE
Graven. De dienaren, die naar Huil
geweest waren om hen af te halen,
waren niet bij hen aan huis gehuis
vest geweesl, maar in een herberg,
waar zij óf niets van Mr. Richard's
avontuur gehoord hadden, óf hun
geheugen verdronken hadden in ale,
want zij spraken er niet over, en
zoo kwam hel, dat, zonder dal men
zich voorgenomen had, er een geheim
van te maken, de alkomst van het
kind nooil ter sprake was gekomen.
'l Moet gezegd worden, dat Mrs.
Talbot, hoewel zij haar hooggeboren
familie oprecht en getrouw aanhing,
toch zich meer op haar gemak voelde,
als deze niet op het kasteel was. Zij
trachtte zoo nauwgezet mogelijk de
wenken van Mylady de Gravin op te
volgen, en wanneer het een ol ander
niet zoo was als 't behoorde te zijn,
dan gaf zij daarvan zich zelve de
schuld en schreef hel hieraan toe,
dat zij aan den raad der voorname
dame geen gehoor gegeven hadmaar
zij voelde zich veel gelukkiger, wan
neer zij builen hel bereik van die
voorschriften was.
Haar bleef niets te wenschen over,
dan dat haar man wat vaker 't huis
kon zijn, maar hel was veel beter,
dat hij op maar een afstand van een
uur of wat rijdens van haar, op
Chatsworth of Tutbury, zich ophield,
dan dat zij hem blootgesteld moest
weten aan de gevaren der zee. Hij
kwam zoo vaak te paard over als bij
maar gemist kon worden, om de
zijnen te zien, en zich er van te ver
gewissen, dal hel go°d met hen ging,
en ook om het oog te houden op
zijne bezittingen; maar zijne betrek
king was nog al gebonden, want
Mylord en Mylady hadden behoelte
aan iemand, in wien zij volkomen
vertrouwen konden stellen, en hel
trol goed, dat Mrs. Susan met hare
bedaardheid in slaat bleek te zijn,
liet beslier te voeren over knechts
en meiden, over de boerderij en den
stal, evengoed als over het huis, over
de dienstboden en de kinderen, wel
ker aantal in den loop van hel eerste
jaar na hunne terugkomst op Brid-
gefield vermeerderd werd met nog
een jongsken.
In de herfst werd een bericht ont
vangen, dat de Koningin der Schotten
haar intrek op Sheffield moest ne
men, en lange treinen van wagens
en vrachtpaarden en muilezels be
gonnen aan te komen, welke haar
huishouding overbrachten. Tallooze
dienstboden werden overgezonden,
zoowel door de gevangen Koningin
als door den Graaf, om toebereidse
len te maken, en op zekeren November
dag kwam het bericht, dat men de
komst der Koningin na den middag
verwachtten kon. Er werden bevelen
uitgevaardigd, dat de inwoners van
het kleine, aan den ingang van het
park gelegen vlek zich binnenshuis
moesten houden, en niet naar buiten
mochten komen loopen, om op een
of andere luidruchtige manier Mylord
en Mylady te verwelkomen, uit vrees,
dal tiet mocht worden opgevat als
een huldebetoon aan de gevangen
Koninginmaar op het kasteel was
een kleine familiekring vergaderd, om
den Graaf en de Gravin welkom te
heeten. De familiekring bestond hoofd
zakelijk uit dames met hare kinderen,
daar de echtgenooten van de meesten
haler lot het gevolg van den Graaf
behoorden, en dienst deden bij het
geleide of de lijfwacht der Koningin.
Susan Talbot, die van beide kanten
aan de familie verwant was, was daar
met de twee oudste kinderenllum
frey, eensdeels om zijn vader zooveel
te eer te kunnen begroeten, anders-
deels opdat hij zich later de gedenk
waardige aankomst der gevangen
Koningin mocht kunnen herinneren;
en Cicely, omdat Humlrey schreiend
er op aangedrongen had, dat ook zij
zou medegaan. Lady Talbot, een telg
van de Herberts, de echtgenoote van
LOOS.TES, te Haarlem,
den oudsten zoon en erlgenaatn, was
aanwezig inet twee jeugdige schoon
zusters, Lady Grace, de dochter van
den Graaf, en Mary, de dochter dei-
Gravin, die in 't huwelijk waren ge
treden met Sir Henry Cavendish en
Sir Gilbert Talbot, weinige weken
voordat hare respektieve ouders ge
huwd waren, als wanneer de bruiden
nog niet ouder dan twaalf en veertien
jaar waren. Daar was ook Mrs. Ba-
bington van Dethick, die kort geleden
weduw geworden was van een bloed
verwant van Lord Shrewsbury, die
als voogd was aangesteld over baai-
zoon. Tol den kleinen kring, die daar
op de komst der Koningin wachtte,
behoorden ook Elizabeth en William
Cavendish, de jongste kinderen dei-
Gravin, terwijl een aantal onderhoo-
rigen op den achtergrond paradeer
den, gereed voor de ontvangst. Het
kasteel, met zijn bijgebouwen vormden
indedaad een kleine stad op zich zelf.
Het kasteel zag er uitnemend onder
houden uit, want de slag van Bos-
worth had nog niet zóólang geleden
plaats gehad, of de vaders van thans
nog levende personen hadden het
zich kunnen herinnerenen boven
dien, wie kon met zekerheid zeggen,
of niet te eeniger tijd aan Engeland
een inval van den Spanjaard boven
het hoofd hing? Zoo vei rezen de
grijze muren op de landtong in de
vallei, gevormd door de samenvloeiing
van de rivieren de Sheal en de Dun,
met torens bij al de ingangen, terwijl
de binnenruimte een oppervlakte van
niet minder dan acht morgen besloeg;
in 't midden was de eigentlijke for-
teres, die van den tijd niets geleden
had en er nog stevig en sterk uitzag,
en haar hoogste vierkante toren
diende thans tot uitkijk voor hen,
aan wie het was opgedragen, hel
eerste teeken te geven, als de stoel
naderde.
liet kasteel had zijn eigen be
volking, maar deze bestond hoofdza
kelijk uit stalknechts en oppassers met
hunne gezinnen. De staatsiekamers
en woonvertrekken, op eene bovenver
dieping van dien vierkanten toren
gelegen, waren zoo bekrompen en
zoo somber en ongezellig, dat de-
grootvader van den tegen woordigen
graaf een heerenhuis had laten bouwen
op het hellende terrein aan den oever
van den Dun, tol woonhuis voor hem
en zijne familie.
Dit huis, opgetrokken van gehouwen
steen, hout en baksteen, met twee
uitgestrekte voorpleinen, twee tuinen,
en drie binnenpleinen, besloeg bijna
evenveel oppervlakte als het kasteel zelf.
Een liefelijk, fluweelig grasperk strekte
zich voor den voorgevel uil, en daarop
kwamen de lanen van eiken en noten-
boomen uil, die naar den ingang van
het park voerden, en eene zee van
Hommer, dat een onbeschrijflijke ver
scheidenheid van de prachtigste tinten,
van oranje, geel, bruin en rood ver
toonde," was eene ware verkwikking
voor het oog. Er was een groote
poort tusschen twee nieuwe achthoe
kige torens van rooden baksteen, met
linnen en kanleelwerk van gehouwen
steen, en van dezen ingang voerde
een trap naar de groote, met marmer
geplaveide zaal, waar op den open
haard een kolossaal vuur brandde.
Rondom dezen haard zalen de dames
van de familie Talbot te wachten op
de komst der Koningin. De wachter
op den toren had op zijn hoorn ge
blazen en aldus het signaal gegeven,
dat Mylord en zijne koninklijke gast
binnen de grenzen van hel park
waren, en de banier der Talbots was
omhoog geheven, om hunne komst
aan te kondigenmaar er moest nog
wel een halfuur verloopen, terwijl de
stoel van de ophaalbrug over de Sheaf
door de groote laan trok, voordat hij
het huis bereikte.
Wordt vervolgd).