Y
BRIDE VAN SCHOTLAND.
Uit het Engelsch van Charlotte Yonge.
34)
De hofmeester plaatste al de gas
ten in paren bijeen, overeenkom
stig hun rang, waartoe hij vooraf
met zijne gebiedster de lijst der gas
ten had nagegaan, juist zooals de
vrouw des huizesof haar aide-de-
camp heden ten dage de gasten paart
en naamkaarljens op hunne borden
legt. Ieder, die maar in eenige be
trekking tot den Graaf stond, was
daar aanwezig; en Cis, ofschoon nu
en dan de gedachte aan den rang
die haar eigenlijk toekwam, bij haar
opkwam, was en bleef vroolijk gestemd.
Wellicht werd het wonderlijke leven,
dat zij te Buxlon geleid had, nu al
een vrij lang tijdsverloop er haar van
scheidde, meer en meer onwerkelijk
en nevelachtig, en begon zij zich zelve
weder de eenvoudige Cicely te gevoe
len, waarvoor zij zich altijd gehouden
had. 't Was met eene volmaakt na
tuurlijke kinderlijke vreugde, dat zij
den keurigen hemelsblauvven hoepel
rok aantrok, waarop de vaardige hand
der gevangen Koningin witte lelies
geborduurd had, en hel keurige
inutsjen van Yiaamsche kant opzette,
en de aardige danspassen uitvoerde,
welke de Koningin zich het genoegen
gegeven had haar te leercn, lang
voordat zij geweien hadden, dat zij
moeder en dochter waren.
Als Talbots, was de familie van
Bridgefield tegenwoordig bij de vol
trekking van hel huwelijk, waarna
de holmeester hen een voor een
wegriep. Ilichard werd het eerst
weggeroependaarna kwam een groo-
te oude Yorkshiresche edelman Mrs.
Susan weggeleiden, en na eene lus-
schenpoos, gedurende welke de jon
gelui de hoop koesterden, dal men
geen acht op hen slaan zou, en zij
zoo bij elkander mochten blijven,
hoorde men met luider stem oproe
pen:
,,Mr. Antony Babington, Esquire,
vaii Delhi®'! Miss Cicely Talbot, van
Bridgefield 1"
Een uitdrukking vau sombere te
leurstelling vertoonde zich op Huin-
lrey's gelaat, maar zij ging over in
eene vriendelijke begroeting, toen
daar een rijzig, slank jonkman zich
vertoonde, met de welbekende, blanke
gelaatstint en hel gele hair, in de
puntjens uitgedost in donkergroen
11 u week," met een keurig geplooiden
halskraag.
De jeugdige edelman maakte eene
diepe buiging, toen hij zijn hand
uitstak om die van de jonge dame
te grijpen, en hij wisselde tegelijkertijd
een vriendelijken groet met zijn ouden
kameraad, alvorens Cis naar liaie
plaats je geleiden.
Over het geheel genom*™ vond zij
het aangenaam, dat de zulk een
loop nam. Téle-a-têtes me. lumlrey
brachten haar vréeselijk in irlegen-
ïieidj en zij moest voor ziqhzelve
erkennen, dat het haar verheugde,
iemand aan hare zijde te hebben',
die gaarne met haar over de Koningin
zou willen spreken. Tijdelijk werd
zulk een gesprek onmogelijk gemaakt.
In de vroegere dagen, toen de huis
houding van den Graaf veel meer
omgang had met de famielies uit
den omtrek, werden al degenen, die
er toe behoorden, geregeld gewaar
schuwd, nooit te spreken over de
gevangene, öf aan anderen iets hiede
te deelen aangaande hare gewoonten,
liet jongere geslacht, dat was opge
groeid in de dagen der strengere
gevangenschap, had nooit zulke voor
schriften geluegen, om de eenvoudige
reden, dat zij bijna nooit met iemand
in aanraking kwamen. Antony en
Cicely zaten beiden zóó, dat zij als
't ware afgezonderd waren van de
overigen, en gemakkelijk een vertrou
welijk gesprek konden aanknoopen.
Zij toch had naast haar een jong
heer, die alleen oogen en ooren had
voor de schoone zestienjarige weduwe,
die hij zooëven.binnen geleid had;
en Antony was gezeten naast een
dikke doove dame, die in niets be-
lang stelde, dan om zich eens recht te
goed le doejT~aan al de vefscHillende
lekkernijen, welke de tafel opleverde,,
en om- to traohtento -ontdekken,
waaruit de lekkernijen saamgesteld
waren. Daar zij wist, dat Miss Cicely
lid was van de familie, boog zij zich
een paar maal over Antony héén, om
haar naar 't een en ander te vragen,
maar daar zij daarvan maar weinig
voldoening had, wendde zij zich niet
meer tot de jonge dame, die zij
beschouwde als een treurig toonbeeld
van eene slechte huishoudster, terwijl
zij genoodzaakt was, zich tevreden
te stellen met haar eigen gevolgtrek
kingen.
Antony had tijd in overvloed om
te beginnen met b.v. eene vraag als
deze: „zijn er nog evenveel konijnen
als vroeger op hel jachtveld V' of om
een gesprek aan le knoopen over al
de herinneringen, verbonden aan de
vrije dagen hunner kindsheid, over
hel zoeken van boschbessen en bra
men, over het verstopperljen spelen,
tusschen de rotsen en op de heide,
over de ontsteltenis, toen inen kleinen
Dick nergens vinden kon, over de
wel wat vermetele tooneelvoorstelling
met de onverwachte toeschouwers,
en over al de honderd en een herin
neringen, die, al waren ze misschien
niet zoo bizonder gedenkwaardig,
daarom niet minder genotrijk watten
voor heiden. Zoo kwamen zij allengs
op hun ontmoeting, kort geleden 111
de Spelonk van Gastleton, en Antony
gaf le kennen, hoe hij van verlangen
gebrand had, om zijne geliefde Ko
ningin en gebiedster nog eens weer le
zien, en dat zijne vrienden, Tichborne
en de overigen, bereid waren elke
plaats, waar zij den voet gezet had,
te kussen, en hoe zij hem en John
Eyre bijna aanbaden, omdat zij door
hen dus in de gelegenheid gestéfd
waren, om liet hun tol nu toe onbeken
de voorwerp hunner vereering te zien.
Al die hartstochtelijke, ridderlijke
toewijding, die zich bij Sidney, Spen
ser, en vele anderen vastknoopte aan
hunne groote Gloriana (Elizabeth),
had bij deze jonge mannon, dié ói
heimelijk, óf in 't openbaar zich mét
Rome verzoend hadden, haar voorwerp
gevonden in de mededingster (Maria
Staart), in wie Edmund Spenser slechts
zijne valaciie üuessa of zijn Floriinet
zag. En indedaad, zij was eene ware
romanheldin, en er was maar weinig
zejlverblinding noodig, om dat in haar
te zien. Hare schoonheid was zoo
ongemeen,, dat de verbeelding ze niet
behoefde op le luisteren. Zells op
'haar leeftijd, zij was thans over
de veertig had zij, bij de kortston
dige verschijning bij het grillige, fak
kellicht, hen in verrukkriig'gebracht,
^en bevestigd was geworden al wat
zij ooit gehoord hadden van hare be-
looverende bekoorlijkheid, terwijl zj
niet bedachten, hoe juist lïal haildón-
ker, dat daar in die spelonk heerschte,
bevorderlijk geweest was aan dien
indruk-"'j?1:
Naar hun aller innige overtuiging
was zij de eenige wettige soevéreine
van het eiland, eene belijdster hunner
dierbare Kerk, eene gevangen vorstin,
eene schoone vrouw, verdreven van
haar troon, en in gevangensbbap
gehouden door eene oVéï-weldigsler.
Zoo was elk edelmoedig gevoelen in
dienst van hare zaak, terwijl niets
eenig tégenwicht daartegen in de
schaal legde, behalve de haat dep
Engelschen legen den Spanjaard, met
wien hare zaak onafscheidelijk ver
bonden was, benevens de vrees voor
't geen het land boven 't hoofd hing,
ingeval hare partij mocht zegevieren
en bij sommigen een wonderljke,
inkonsekwente persoonlijke getrouw
heid aan Elizabeth j doch men had
hun geleerd in alle ,deze dingen niets
dan verzoeking en zelfbedrog te
zien, welke alsspinneweKben wegge
ruimd moesten wórden.
Antony's Purileinsche goeverneur
te Cambridge had Richard Talbot
Ka3" ér een voorgevoel van gel fa d
weinig anders uitgewerkt, dan hem
nog grooler afgrijzen- te doen krijgen
van de Hervorming, en hj was later
in aanraking gekomen met een aan
tal der seminarie-priesters, die des-
tjds overal in den lande rondzwier-
ven.Sommigen warén werkelijk vromé
mannen, vol geloofsijver, die met
levensgevaar van huis tot huis gin
gen, om de oude families, die tol
hunne Kerk behoorden te bevestigen
en te versterken in het geloof, en
op te wekken tot standvastigheid. De
heilige martelaarsgeésl van een dezer,
dien Antony had leeren kennen in
de woning van een bloedverwant
zijner moeder, had zoovee! indruk
op hem gemaakt, dat hij met hart en
ziel teruggekeerd was tot het geloof
zijner moeder, waarin hj in zijne
vroegste kinderjaren heimelijk was
grootgebracht, en waarin hj bevestigd
en versterkt was geworden te Sheffield,
waar Koningin Maria en haar hof
dames hel altjd hadden doen voor
komen, alsof zj hem als een dei-
hunnen beschouwden, die zeker zich
weder hj haar vervoegen zou, zoo
dra hij maar zjn eigen meester zou
geworden zijn. 't Was echter niet
daarover dat hij met Cis sprak, maar
met het grootste genot luisterde hj
naar allés wat zij hem waagde mede
te deelen aangaande de Koningin, en
zj smaakte at tiet genot van een
meisjen, dat mededeelt wat zij alléén
in siaat is mede le deelen.
Zj spraken met elkander zoolang
de maaltijd duurde, want Babington
had veel te vragen naar al de leden
van de huishouding, die hj gekend
had. En toen de maaltijd war alge-
loopen, en er in de groóle zaal
ruimte was gemaakt 0111 te dansen,
toen bleef Antony, naar den regel
der elikelle, haar partner voor den
gelieeien avond. De jeugdige bruid
en bruidegom moesten eerst ten aan-
scliouwe van hel geheele gezelschap
midden in de zaal een dellig'en dans
uitvoerep, waarvan zij, de arme jeug
dige schepsels, zich kwelen op eene
wgze, die onwillekeurig deed ver
moeden, dal elk hunner bewegingen
door een hevel van den dansmeester
bestierd werd. Toen geleidde haai
vader zjne .moeder ten dans, en,
vice versa zjn vader hare moeder.
De bruidegom had geen grootouders
meer, maar de deluge Graal bood
nu de hand. aan zijne kleine leven
dige, inagere Gravin, en maakte voor
tiaar een sierlijke maar stjve buiging,
even oprecht en ernstig geineend ats
op hunne bruilolt, twintig jaar geledén,
want de verzoening was volkomen
geweest, en had haar weder geheel
in haar gezag oyér. hein hersteld.
Gelijk Mrs. Susan opgetogen een bloed
verwant, dien zij gedurende veléjaren
niet gezien had, toestemde, maakten
de Graaf en de Gravin de incest in
drukwekkende vertooning' van allen.
Gedurende al den lijd', dat elk paai
den plengen dans uitvoerde, moes
ten de overigen hunne beurt al-
wachlén, de dames in rijgn op ban
ken of stoelen, de hoeren; soms vóór
haar staande, soms op kussens ol
voetbankjes- aan kare'voeien zittende,
soms haar van suikergoed of gedroog
de vruchten voorziende.
Hel aantal heeren was buitensporig
groot, zoodat Huinfrev niet zoo'r.
heel prettige beziuï1''^*
midden y-->r- andere jon
gelieden k u«en staan, terwijl
het hern\ behalve aangenaam
aandeed, rintony Babington, in een
aanvallige houding, op "eèn kussen
aan Cicely's voelen te zien, en haar
met onvermoeibare belangstelling mei
>X
hem te zien pralen.
Iluinftiey;. was niet de eenige, die
hen opmerkte. Lady Shrewsbury
knikte eén paar maal met het hoold,
als iemand, die ontdekt heeft wat zij
zocht, en den volgenden morgen werd
er te Bridgefield een bevelschrift
ontvangen, dat Mr. Richard en zijne
vrouw moesten komen, daar Mylady
de Gravin hen wenschle te spieken.
Richard-en. zijn zoon waren huilen
bereik, daaj', zj zich aangesloten had
den aan een gezelschap van gasten,
die oprtte* jacht gegaan waren. Susan
moest alleen gaan, want zij wenschle
Cicely zooveel mogelijk uit barer La-
dyschap's gezicht houden, en daarom
liet zij hel meisjen thuis met hare
sleutels opdat, indien vader wellicht
een of meer jagers mocht medenemen,
om ten zijnent het middagmaal te
gebruiken, de wijnkannen en glazen
gereed gezet konden worden.
Susan werd bij de Gravin toegela
ten in haar eigen kleedkamer, die
uitkwam in haar groot deftig slaap
vertrek, en voorzien was van een
klein venster, dat uitzag in de groote
zaal, waar hare dames aan haar werk
zalen, van waar zj bij gelegenheid
bevelen geven kon, of verwjlingen
kon doen hooren. Susan had geweien,
te Chartsworlh of te Hardwicke. wat
zoo'n venster te beleekenen liad, van
waar dikwijls schrille kreten van be
risping zich lieten hooren, somtijds
gevolgd door projektielen als spelden
kussens, schoenen, of kammen. Thans
echter was hel venster gesloten, en
Mylady zat in haar armstoel, als op
een troon, terwijl er een taboeret
was neergezet, dien zij hare bloed
verwante aanwees.
„Zoo Susan Talbot!" sprak zij;
„ik heb je laten komen, omdat ik je
eene goede kans wilde gevenwant
ge zji mjn eigen bloedverwante, het
bloed der Hardwickes stroomt je door
de aderen, en ge zijt altjd redelijk,
onderdanig en gehoorzaam geweest
tegenover, mij en Mylord."
Deze toespraak klonk Mrs. Talbot
volstrekt niet in de ooren als eene
beleediging, zooals zj in deze dagen
zou zijn opgevat door eene ddme
van hare geboorte en pozitie, maar
zij vatte ze op als hel kompliment,
dat de spreekster bedoeld had haar
le maken.
„Daarom," zoo vervolgde Lady
Shrewsbury, „heb ik altijd naar eene
goede gelegenheid uitgezien, om die
dochter van je goed uit le huwelijken,
't Zou al eer gebeurd zjn, had niet
de verradelijk'e mond vandieSeholsche
vrouw' oneenigheid doen ontslaan tus
schen tnj en Mylord; maar ik ben thuis
gekomen, om voortaan mijn eigen
huis te besturen, en mijn eigen bloed
heeft natuurlijk de eerste aanspraak
op mij."
De onrust, welke het altjd verwekte,
als Mylady liet welen, dat zij iemand
spieken wilde, begon thans een be
paalden vonn aan te nemen voor
Susan, die antwoordde: „Uwe Lady
schap is zeer goed, maar ik twijfel
er zeer aan, of mijn echtgenoot Cicely
reeds begeert uit le huwelijken."
„Hij heeft ook zeker geen liuwe-
Ijksvoorstellen voor haar ontvangen,
zonder dal ik- pf Mylord er iets van
ben te Welen gekomen," sprak Bess
van Hardwicke, die gereed_>!i-c, ue
ieenlieerl jke rechten tn,\ op liet uiterste
te laten gelden. -
„Neen, mevrouw, Maar
„Zeg me «niet, dat gij of hij aan
matigend gejhoeg geweest zijt om le
meenen, dai mijn zoon William Ca-
j£er>$-te£Öfzells Eduard Talbot ooit
-i-.T.-.-i.-iMhln011 za' werpen op een landmeisjen
maar ie '\zonder erfdeel, dat er niet liel uitziet,
JJen niet eens gelijkt op de Hardwickes
jpf de Talbots. Indien ik dal voor
êpn oogenblik meende, dan zoudtge
ncSpit weêr een voet over dezen drem
pel pelten, gij ondankbare, verraderlijk
vrou^11161150'! I"
{IFordt vervolgd
öodrukt bij DE EKYEJJ LOOSJES, te Haarlem.