HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 5 Uitgave van DE ERVEN ROOSJES, Gedempte Oudegracht 80. Tiende Jaargang. van WOENSDAG 18 Januari 1888. Nieuwsberichten. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf,25. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk, Prys per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentien worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Zweedsch Zangers-Kwartet Het Beatunr der sociëteit „Vereeniging" gaf Vrijdagavond den leden en hunne dames wederom een groot genoegen door het doen optreden van een Zweedsch Zangers-Kwartet. Dat men in de daarop betrekking heb bende advertentien gesproken had van een Sextet, bernstte zeker op eene ver gissing, voortkomende uit de omstandig heid, dat de 1ste Tenor en de 2de Bas partij dubbel bezet waren en er alzoo zes zangers voor het voetlicht zonden ver schijnen. Niet minder dan veertien kwar tetten met nog eenige bisnommers werden ten gehoore gebracht, tot het einde toe met aandacht aangehoord en meermalen luide toegejuicht. De bewering, dat het publiek op muzikaal gebied veelei- schend is en zich niet spoedig tevreden laat stellen kan, dunkt ons, door deze laatste mededeeling gelogenstraft worden. Er behoort moed toe, zooveel vocale-mu- ziek, zooveel kleine kwartetjes aan te hooren. Eerlijk gezegd, het speet ons niet heel erg, dat wij door werkzaam heden niet in de gelegenheid waren alle nommers te hooren, vooral niet toen wij merkten, dat de H. H. in hunne taal, in het Zweedsch, zongen en wij van ons tekstboekje niet veel nut hadden. Wanneer wij bij den zang het woord missen, is natuurlijk voor de helft het genot weg. Uit de voordracht van de kwartetten welke wij boorden, trof ons een zeer •goed ensemble, 't Bleek duidelijk, dat de H. H. voor hunne tonrneé door de lage landen goed hebben gestudeerd. Indien de directeur Hugo Lutteman, welke wij niet in zijn kwaliteit hebben leeren ken nen, omdat er zonder directeur gezongen werd daaraan deel heeft, verdient hij daarvoor zeker een compliment. De klank van het kwartet valt te roemen. De diepe bassen vooral heb ben mooie, gezonde stemmen en geven aan bet geheel een degelijken grondslag. De hooge tenoren zijp veel minder en zingen met keelgelniden. Bij enkele nom mers, b. v. No. 11 „Die Maiennacht" van Witt, was dit minder hinderlijkdit nommer maakte met zijn schoon bas-solo dan ook indrnk. Dat deze zangers ook op het gebied 'der imitatieve mnziek iets kunnen laten hooren, werd o. a. duidelijk in de voor dracht van No. 4 „Fredmans Epistel" en No. 9 „Auf dem Wasser" van den Rus- sischen componist Bellmann, bekend als maker van het veel gezongen volkslied: „Schleswig-Ilolstein meernmschlungen." In deze nommers werd de klank van de violoncel en van den waldhoorn zeer pa- tuurlijk nagebootst Wat wij evenwel, in weerwil van vele goede boedanigheden, misten in dit kwar tet, was gloed en leven en bezieling. De voordracht was ons te week, te ziekelijk, nu en dan te automatisch en te zeer in tegenstelling met den kloeken lichaams bouw van deze zonen uit het Noorden. Wij erkennen, dat de keuze der stukken daartoe aanleiding gaf, maar hadden daar- om ook gaarne eenige degelijke werken op het programma gezien. Over smaak valt in dezen niet te twis- ten en wij schrijven onze meening neder met waardeering van het oordeel van anderen, maar wij kunnen er moeielijk vrede mede hebben, dat zes mannen bijna den ganschen avond staan te zingen over rozen, sterren, droomen, blauwe lachten, enz. Dat het pabliek dankbaar en voldaan was, deed ons genoegen voor het Bestunr der sociëteit, dat zieh werkelijk veel moeite geeft in 't belang van de leden. B. Tweede Matinée Musicale van Joh. STEENMAN. Met medewerking van Mej. Nanny de Roever, concertzangeres uit Amsterdam en Mej. T. Bastiaans, pianiste alhier, gaf de Heer Joh. Steenman Zondagmiddag zijn tweede Matinée Mnsicale, in de bovenzaal van de sociëteit „Yereeniging." Het vocale gedeelte bestond uit eene aria van Handel nit het herdersspel „Acis en Galathea'en drie liederen, „Caro mio ben" van Giordani, „Intermezzo" van Schumann en „Zonneliedje" van Cath. van Rennes, terwijl het instrumentale deel bestond nit een vioolconcert van Ries, eene viool-so nate van Handel en twee kleinere werkjes van Zarzycki „Romance" en „Mazonrka." Met ingenomenheid verklaren wij, dat ook deze tweede matinée uitstekend ge slaagd is en dat vooral het vioolspel van den Heer Steenman daartoe het zijne bij droeg. Deze was Zondagmiddag bijzonder gelukkig in zijne verrichtingen. Met groote rost en duidelijkheid vertolkte hij bovengenoemde werken. Zoowel in het vioolconcert als in de Handel'sche sonate kwamen zijne goede hoedanigheden als violist aan het licht, terwijl de moeielijk- heden in de mazurka glansrijk werden overwonnen, 't IComt ons voor, dat deze jonge kunstenaar steeds vooruitgaat in kracht en warmte en zijn virtuosentalent zich daarbij in goede richting ontwikkeld. De Heer Joh. Steenman nadert meer en meer het standpunt, waarop onze beste violisten Jtaan. Het standpunt waarop men geen technische moeielijkheden meer kennende en zijn instrument in alle opzichten be- heerschende, optreedt als prediker van het onvergankelijke schoone en goede. Het standpunt waarop men het als denkend kunstenaar in zijne macht heeft, edele aandoeningen te wekken bij zijne hoor ders en men het menschenhart weet op te trekken naar sferen met reiner en ver hevener ordeningen. Mej. de Roever, leerlinge van het con servatoire te Amsterdam, zong zeer ver dienstelijk en werd met welwillendheid ontvangen. Hare stem is niet groot, doch heeft een aangenaam timbre. Hare voor dracht kenmerkt zich door natuurlijk ge voel. Bovendien is hare uitspraak zeer duidelijk. De aria van Handel werd schoon gezongen. Bijzonder veel succes had Mej. de Roever met de allerliefste compositie van Mej. Cath. van Rennes eene Utrechtsche dame, welke als componiste van voortreffelijke kinderliederen en tevens als zangeres een goeden naam heeft een „Zonneliedje." Warm en verkwik kend klonk het ons tegen Zie, hoe het vriendlijke zonlicht Schittert op weide en woud Zie, hoe zich velden en heide Bailen in stroomen van goud. Lieflijke zonne, zoo helder, zoo rein, Diep in mijn hart dringt uw heerlijke schijn, En uit een dankbaar gemoed, Breng ik u Blijde mijn groetI U kan geen winter verjagen Stralen uit zaligen tijd; Trouw zal mijn hart u bewaren, Kegen en stormen ten spijt I 't Hart, eens verkwikt door uw vriendelijken schijn, Zal ook des winters Tol zonneglans zijn; Daarom uit dankbaar gemoed. Breng ik u, zonne, mijn groet! Op aanhoudend verlangen werd dit liedje herhaald. Of de vriendelijke zon nestralen, welke na zooveel mistige dagen Zondagmiddag in werkelgkheid het hart verkwikten, ook aandeel hadden in dit sncces, beslisse elk der hoorders voor zich zelven. Mej. BastiaanB vervulde de taak der begeleiding op zeer mnzikale wijze en heeft daardoor niet weinig bijgedragen tot het welslagen van Steenman's tweede matinée. B. Weten en Werken. De ernst en de humor zijn in het leven wonderlijk dooreen gemengd en ieder is van meening dat dit maar goed is ook, want dat men om den hnmor te genieten verzadigd moet zijn van den ernst en omgekeerd. Het Bestuur van „Weten en Werken", gedachtig aan deze waarheid, zorgt daarom wijselijk, dat de bezoekers van tijd tot tijd wat stevige kost krijgen, iets dat aanleiding kan geven tot verruiming van den gezichts kring en dat ook de stevige kost niet versmaad wordt, bewees de goede op komst van Maandagavond toen Dr. N. F. Kuptegn de spreekbeurt vervnide. Wij hebben ijs gemaakt. Vele groote en kleine industrien gebruiken tegenwoordig ijs bij onnoembare massaas. De tropische gewesten vragen aanhoudend dit verkoeliDgsmiddel, zelfs de bij uitstek behoudende boerenstand maakt tegenwoor dig gebruik van ijs bij het boter- en kaas maken. Zoo wordt er meer ijs gebrnikt dan moeder natnnr ons kan schenken en dan wij ruimte hebben om te bewaren en nu wees de Spreker van Maandagavond aan op welke wijze het verkregen wordt m. a. w. stelde ons in kennis met den aard en de werking der ijsmachines. Vtioraf stelde spreker het volgende be ginsel in een helder licht: smeltend ijs heeft een warmtegraad van O" Celsius en deze warmtegraad blijft het behouden tot het geheel gesmolten is. Een smeltproef toonde ons de waarheid van deze stelling. Anderhalf maal meer warmte brengt het water tot het koken en vijfmaal zooveel warmte doet deze volume water geheel verdampen. Kon men nu dezen waterdamp zijne warmte ontnemen, dan zon de damp teruggaan tot water en dit Weer in ijs. Sommige vloeistoffen verdampen bijzonder snel en ontnemen dan dns de omringende voorwerpen in korten tijd zeer veel warmte. Als voorbeeld toonde Spreker dit aan met ether en hierna maakten wij ijs met be hulp van ijs. Hiertoe deed spreker de bekende proef met ijs en keukenzout, waarbij beiden beginnen te smelten. Maar hiertoe is warmte noodig en deze ontleent het zoute, koude mengsel aan de naastbij zijnde voor werpen, zoo zelfs dat een glazen buis met water in het mengsel geplaatst, binnen korten tijd een ijscilindertje vertoont. Voor wij nu tot de ijsmachine over gingen, of liever, voor we leerden ijs te maken zonder ijs, moest er nog een waar heid in. Het was deze: Doordrukkingen afkoeling is het mogelijk een gas ineen vloeistof te veranderen. Welke warmte bij zulk een drukking onktwikkeld wordt toonde spreker met een proef aan. Stelt men zich evenwel voor, dat de zoo verkregen vloeistof weer plotseling in vrijheid gesteld wordt, dan gaat dit natuurlijk, juist omgekeerd, met een groote warmteberooving der naastbijzgnde voorwerpen gepaard. Sommigen onzer, die den vorigen Donderdag de volkelezing in het Nnt hebben bijgewoond, znllen zich herinnerd hebben de proef toen vertoond met de gsvorming bg de nitstrooming van het vloeibare koolzuur en dezen zullen de zaak nog veel beter begrepen hebben. Op het bovenstaande berust de werking der ijsmachines en daardoor is men in staat dit in ongelooflijke massa en in den zuiversten toestand voort te brengen en wel door middel van een door stoom bewogen perspomp, die een gas samenperst tot vloei stof, deze, vrijgelaten in door water ter afkoeling geplaatste bnizen berooft de omringende vloeistof van zijne warmte en zon nu de geheele massa doen bevrie zen als men de maohine zelf niet voor zien had van zont water, doch in dit zoute water plaats men hakken met het znivere water, dat men in ijs wil verand eren en zoo komen wij gereed. Ten slotte toonde Spreker de manier om vleesch van dieren, die in Australië geslacht zijn, in volkomen verschen toestand naar Engeland te brengen. Men laat het eenvoudig bevriezen op dezelfde wijze als boven is aangetoond. De ijsgeechiedenis werd voorgedragen op bijzondere prettige wijze. Deaandaoht bleef gedurende den avond flink gespan nen en wij gelooven dat de Spreker goed begrepen is. De belangrijkheid der voor dracht werd natuurlijk nog verhoogd door de fraaie, duidelijke teekeningen, die het besprokene in het verband met de geno men proeven ophelderden. Een kleine ijsmachine voor huiselijk gebruik verkoos niet te werken, doch deze had al een paar nren in de drukkende atmosfeer van de gehoorzaal gestaan en het is waarlijk niet te verwonderen als zoo'n ding het te kwaad krijgt in een erg warme zaal, bovendien nog bezwangerd met tabakroet. Den volgenden Maandag vervult de heer A. van der Voort Az. de spreekbeurt. In Warschau werd voor eenige dagen een arts bij een patient geroepen. Hij constateerde alcoholvergiftiging. Een menigte ledige flesschen bevestigden deze verklaring, welke bovendien bekrachtigd werd door schriftelijke aanteekeningen van den zieke. Van af 's namiddags drie nnr was bij, met het voornemen zich door alcohol te dooden, begonnen met drinken en had dit voortgezet tot 10 nnr 's nachts. Elk nnr schreef hij op, wat hij gevoelde. Tot zes uur was de gewaarwording aan genaam, om 9 nnr schreef hij„kan nauwlijks meer schrijven, spoedig nadert het einde". Tegen middernacht verloor hij zijn bewustzijn en heeft zijn doel be reikt: de dokter kon hem niet in het leven houden. Nabij Cheyenne (V. Staten) zijn op den Union Pacific spoorweg 11. Maan dag twee treinen op elkander geloopen. Tien personen werden gekwetst en wijl enkele wagens in brand geraakten kwa men nog twee kinderen om. Door de hevige koude zijn bij verschillende rei zigers ledematen bevroren. Voor een paar weken ging een ge rucht, dat de Russische begrooting zou sluiten met een voordeelig saldo. Thans, nn de rijksraad gereed gekomen is met het begrootingswerk blijkt, dat dit saldo vier en twintig millioen roebels bedraagt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1888 | | pagina 1