haar zachtzinnig karakter." Bovendien was zijn medelid in de ze kommissie de Graaf van Kent, een barsche Puritein, die er zich een ge not van maken zou, haar den bitte ren beker tot den droesem toe te la ten ledigenZijn hart leed bij de gedachte daaraan. Richard wees hem er op, hoe hij tenminste bij machte zou zijn, haar den troost te doen geworden, die een uitvloeisel kon zijn van medelijden en zachtmoe digheid. „Wat zou ik kunnen doen? vroeg de arme man, wien het altijd aan geestkracht ontbrak. „En dat met zulke hardvochtige ambtgenooten als Kent en Paulett, die me steeds voort zullen drijven, terwijl die adder van een Beale elk zweerapjen van mede lijden en barmhartigheid aan den Ge heimen Raad zal overbrieven als ge pleegd verraad! Wal zou ik kunnen doen „Gij zoudt al veel doen, Mylord, in dien gij hen wildet bewegen, haar gedurende deze laatste uren weder het bijzijn toe le staan van hare ge trouwe dienaren, Melville en De Pré- aux, die Paulett heelt kunnen goed vinden van haar te verwijderen, 't Is onbarmhartige wreedheid, haar te laten sterven zonder de sakramenlen harer Kerk, als haar geweten haar niet veroorlooft, de troostmiddelen onzer Kerk aan te nemen." „Dat is waar, Richard, volkomen waar. Ik zal doen wat ik kan, maar ik twijfel, of ik dat zal kunnen ge daan krijgen, daar Paulett eene Mis beschouwt als afschuwelijke afgoderij, en niet zal willen dulden, dat er eene bediend wordt in zijn huis. Maar keer met mij daarheen terug, neef! We zullen het aan „den ouden Mr. Purvis opdragen, uwe dochter veilig thuis le bezorgen." Richard moest natuurlijk weigeren daaraan le voldoen, en daar de over- tuiging zich aan hem opdrong, dat hij aan den Graaf de noodige ophel dering verschuldigd was, openbaarde hij hem, dal Cicely niet een kind van hem was, maar eene naastbe- staande van de Schotsche Koningin, welke het wenschelijk was, voor het tegenwoordige, buiten Elizabeth's be reik le brengenterwijl hy er bij voegde, dat er liefdesbetrekkingen bestonden tusschen haar en zijn zoon Ilumfrey, die voornemens was haar te huwen, en dan in 't buitenland dienst te nemen. Lord Shrewsbury toonde zich eerst beleedigd, omdat men hem ten aanzien van deze fei ten gedurende zoovele jaren in on wetendheid gelaten had, en hij was benieuwd, wat zijne Gravin er wel van zeggen zou, terwijl hij ook zijne bevreemding te kennen gaf hierover, dat zijn neef kon toeslaan, dat zijn zoon zich versmeet aan een meisjen zonder naam, van een afkomst, die hem aan gevaar zou kunnen bloot stellen, en dal Ilumfrey aan buiten- landsche oorlogen ging deelnemen doch de goede edelman was een man, die niet lang boos kon blijven en altijd handelde onder den invloed van den persoon, die met hem sprak, en hij eindigde met de Bulhond lot Richard's beschikking le stellen, om het jonge paar naar Schotland of Holland over le brengen, of waarheen zij zich ook mochten wenschen te begeven. Dit deed Mr. Talbot besluiten om zoo spoedig mogelijk zich naar de zeehaven te begeven; en dienover eenkomstig liet hij te Nottingham het paard slaan, dal voor zijn zoon het teeken moest zijn, dat hij zich daarheen begeven had. Cicely, die zeer ver moeid was van de reis, sliep een ge zonden slaap, en toen zij uit hare slaapkamer te voorschijn kwam, was de Graaf met zijn gevolg reeds ver trokken, zoodal zjj verder niet in aan raking behoefde te komen met hem, die aan hare moeder moest aanzeggen, dat het vonnis des doods aan haar voltrokken zou worden, en bij de voltrekking tegenwoordig moest zijn. De slaap bad haai versterkt, en zij gevoelde zich meer geneigd lot spre ken dan den vorigen dag, maar zeer stelde het haar te leur te hooren, dat zij niet naar Bridgetïeld zou ge bracht worden. „Kon ik maar één enkel uur bij Moeder Susan doorbrengen," zeide zij zuchtend. „Ik wenschte ook wel, dat dat mogelijk ware, mijn arm meisken," sprak Richard. „Moeder heeft er zoo den slag van iemand le troosten en op le beuren." „'tWas niet zoozeer om troost dal ik dacht. Dien kan niemand me geven," zeide het arme meisjen „maar zij zou me leeren, wat ik te doen heb, om eene goede vrouw voor Ilumfrey te worden." Deze woorden deden Richard aan genaam aan, die een weinig bezorgd was begonnen le worden ter wille van zijn zoon, en te twijfelen, of de liefde van het meisjen wel innig ge noeg was, om het groote offer, dal zij ter wille van Ilumfrey bracht, te rechtvaardigen, ofschoon anders waar lijk in die dagen ouders niet gewoon waren zich bizonder te bekommeren om de wederzijdsche gehechtheid tusschen een verloold paar. Cicely's onvoorwaardelijke overgave evenwel van zichzelve en van haar lol in llum- frey's handen, zonder ook maar naar iels te vragen, en met volkomen ver trouwen en berusting, bewees ge noegzaam, dat haar hart hem geheel toebehoorde, en hem ook geheel toe behoord had, toen de eerzucht haar zulke groote dingen had voorgespie geld wat nu alles ten eenenmale voorbij was, blijkbaar zonder dat zij er zich verder over bekommerde. 't Was des Vrijdags op den voor middag een dag vrij wat verschil lend van dien, waarop zij de vorige maal hun intrede in Hull gedaan had den dat zij wederom de oude stad binnentrokken, 't Was nu vriezend weêr, de lucht was zoo helder als kristal, en vroolijk scheen de winter zon maar de arme Cicely kon niet nalaten de hoopvolle stemming, waar in zij in November verkeerd had, te vergelijken bij hare tegenwoordige overweldigende droefheid, die echter toch ook gepaard ging met wat liefe lijks. Haar pleegvader bracht haar weer bij den goeden Mr. Heather thwayte, gedachtig aan de uilnoodi- ging, welke deze tol hen gericht had, en 'i verheugde hem te zien, dat de blijde begroeting van Vreugde-Olie een glim lach op liet gelaat van Cicely te voor schijn riep; en 't kleine meisjen, dat geleerd had bescheiden te zijn, viel haar niet lastig met vragen naar de oorzaak harer droefheid. Hoe streng een Puritein hij ook was, gaf toch de predikant geen lucht aan zijne voldoening over hel feit, dat de Paapschgezinde vrouw zou sterven en nooit zou regeeren over Engeland, voordat het bleeke meisjen er niets meer van hooren kon, het bleeke meisjen, dat 't was hem natuurlijk onverklaarbaar haar ge noeg had liefgehad, om zich hel hart bijna le voelen breken over haar dood. Richard ging Goatley opzoeken en gelastte hem de Bulhond gereed te ma ken, om terstond op reis te gaan. De bemanning van hel vaartuig, evenals die van sommige jachten in onze dagen, bleven altijd in dienst en woonden in de nabijheid van de werf, zoodat, on der het persoonlijk oppertoezicht van iemand die zoo bemind en geëerbiedigd was als Kapitein Richard Talbot, al les spoedig in gereedheid was, en Gillingham maakte zich daarbij zeer verdienstelijk. Toen de invallende duisternis verhinderde den arbeid voort le zetten, en de avondmaaltijd gereed gemaakt werd, vond Richard tijd om Mr. Heatherthwayte op de hoogte der zaken te brengen, want zijn eerlijk gemoed verbood hem] ten stelligste zijn gastheer onverhoeds te verzoeken eene ambtsverrichting te volbrengen, die wellicht aanleiding kon geven, dal men den goeden man deswege van hoogverraad beschuldigde. Niettegen staande hij door de mededeelingen van Colel reeds op het een, en ander was voorbereid geworden, kende de ver bazing van den predikant geen gren zen. „Eene dochter van de Koningin der Scholten, zegt ge, mijnheer! Dat zedige, bedeesde meisjen, dat zich zoo betamelijk gedraagt en zoo aardig spreekt?" Richard glimlachte en zeide: „Mijn waarde vriend, hadt gij die arme dame God moge haar genadig zijn! gezien zoöals ik haar gezien heb, dan zoudt gij weten, dat wat in het uiterlijke voorkomen van onze Cicely hel bekoorlijkst is, een erfdeel van haar is; wat de voortreffelijke eigenschappen van baar inwendingen mensch betreft, ik kan niet anders zeggen, dan dat zij ze overgenomen heelt van mijn eigen goede vrouw." Mr. Ileatherlhwayte scheen in 't eerst nauwlijks te hooren wal hij zeide, zoo zeer overweldigde hem het denkbeeld, dat de dochter van haar, die hjj ge woon was op ééne lijn te stellen met Athalia en Herodias, zich in zijne woning ophield, en rustte op het on schuldige hoofdkussen van Vreugde- Olie. Hij liet zijn gast nog eens verha len, op wal wijze de zaak was ont dekt, en scheen eindelijk op de hoogte te zijn. Daarop vroeg hij, of Mr. Tal bot van plan was, de jonge dame onder de bescherming van haar broe der in Schotland le stellen; en toen het antwoord luidde, dat die bescher ming, al wilde men ze verleenen, weinig te beduiden zou hebben, en dat in allen gevalle het Schotsche Hof geene plaats was, om er eene jonge dame alléén, zonder vertrouw baren leidsman, te laten verkeeren, vroeg de predikant „Wal zijl ge dan voornemens ten opzichte van het meisjen?" „Wat dal betrelt, mijnheer, kom ik u verzoeken mij behulpzaam te zijn. Mijn zoon Ilumfrey volgt ons op onze schreden, en denkt Fothe- nnghay te verlaten, zoodra zijn werk aldaar zal zijn al'geloopenen nu wilde ik u verzoeken, hem te trouwen met hel meisjen, dal we dan naar Holland willen brengen, waar hij dienst wil nemen bij de Staten." De verbazing van den predikant werd nu nog ééns zoo groot, en hij begon eerst Richard voor le houden, dat het eene gevaarlijke eerzucht was, welke hem er toe bracht, aldus zijn zoon door de banden des huwe ijks te verbinden met een goddeloos, zij het dan ook koninklijk geslacht. Richard glimlachte nu en schudde het hoofd, terwijl hij hem aan 't ver stand bracht, dat het allerlaatste wal iemand hunner begeerde, was, dal Cicely's geboorte bekend werd; en dat, zelfs al gebeurde dat, het hu welijk harer moeder eene zeer twij felachtige zaak was. 't Was geen eer zucht, die zijn zoon dreef; „maar gij hebt zelf gezien, hoe negentien jaar geleden de kleine knaap haar verwelkomde als zyn zusjen, 'i welk hij meende dat uit het graf terug gekomen was. Die liefde is met hem opgegroeid. Toen hij, op vijftien ja rigen leeftijd, vernam, dat zij eene vreemdelinge zonder naam was, riep hij dadelijk, dat hij met haar trouwen en haar zijn naam geven wilde. Nooit heeft zijne liefde ook maar een oogen- blik gewankeld; en zelfs, toen die ongelukkige omstandigheid van haar hooge geboorte en rang was bekend geworden, en hij alle hoop om haar ooit zijne vrouw le mogen noemen, moest vaarwel zeggen, omdat hare moeder haar beval van hem af le zien, bleef het toch nog zijn voor-, nemen, over haar te waken en haarl te beschermen; en eindelijk, builen al onze verwachtingen, heeft hare moeder, met den dood voor oogen, hen gezegend, en hem gesmeekt haar tot vrouw te nemen." „Mijnheer, wilt gij mij op uw woord van eer verzekeren, dat het werkelijk zoo is?" „Ja, Mr. Heatherthwayte, ik ver zeker het u op mijn woord als eerlijk man. Ge moet u wel voorstellen, de wereldsche zaken doen zich geheel anders voor aan een arme vrouw, die weet, dat de scherprechter in huis is, dan voor eene die een rustig sterfbed heelt. Deze Koningin had plannen beraamd om onze arme Cis naar het buitenland te zenden, naar hare Fransche en Lolharingsche bloed verwanten, met eenige der Fransche dames van haar gevolg." „Dat verhoede de Hemel!" riep Heatherthwayte met het uiterste al- grijzen uil. „De ergste der Papis ten „Ja, en dat nog wel met de aan beveling om haar ten huwelijk te geven aan een of anderen avontuur lijken prins, wien de Spanjaarden konden bewegen, in baar naam ver derf over ons te brengen. Maar toen zij zag, hoe standvastig het kind is in hel geloof, waarin mijne goede vrouw haar heeft grootgebracht, toen merkte zij zonder twijfel, dat het ten uitvoer brengen van haar plan geen andere gevolgen voor haar zou heb ben dan dat men haar vervolgde oin haar eindelijk op te sluiten in een klooster." „Dus kende die vrouw, niettegen staande zij eene Papiste was, toch eenige roerselen van barmharligh°id." „Zij heeft zelfs gezegd, hoe zij er niet aan twijfelde, of allen, die eerlijk en in oprechtheid leven bij het licht dat in hen is, zalig zullen worden. Daarom, toen zij zag, dat zij geen stap verder kon komen met het meis jen, heeft zij van haar ondernemingen afgezien. Bovendien heeft mijn zoon haar niet slechts hel leven gered, maar ook haar hoogachting gewonnen om zijne getrouwheid en eervol gedrag, en zij heeft hem tol zich geroepen, en hem zelfs gesmeekt, de echtgenoot van haar dochter te worden. En nu ben ik lot u gekomen, eerwaarde heer, als tol iemand, die van den beginne af geweten heeft, dal de jon gelieden elkander in den bloede niet bestaanen daar het me voorkomt, dat gij er zeer weinig gevaar meê loopt, heb ik gemeend, dat gij hun deze dienst wel zoudt willen bewij zen. Anders moet ik haar naar Hol land brengen, en daar door een on bekend geestelijke het huwelijk laten sluiten." Mr. Heatherthwayte was blijkbaar getroffen, en hij zag wel in, dal de jonge dame uitlehuwelijken aan een getrouw en vaderlandslievend En- gelschman de veiligste manier was, om te verhinderen, dal zij in de klauwen van een Paapschen prins viel; maar toch weifelde hij nog, en vroeg, hoe hel bij Mr. Talbot kon opkomen, lerwille van eene dwaze verliefdheid, zijn oudsten zoon en erf genaam als een balling naar bet land der vreemdelingschap te laten trek ken, zoodat bij wellicht voor goed van zijne familie afgesneden werd. „Wat dat betreft, mynheer," ant woordde Richard, „mijn zoon is er geen man naar, om hier als een luie erfgenaam te blijven rondlummelen, in afwachting van den dood zijns vaders, als wanneer de landerijen de zijne zouden worden. Hij zou, zoo lang God mij in 't leven spaart en mij gezondheid geeft, het vaderland dienen te land of te zee, en ik ver trouw, dat tegen den tijd, dat men hem thuis noodig zal hebben, dit alles zoo volkomen vergeten zal zijn, dat Cis veilig kan terugkeeren. Wordt vervolgd Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1888 | | pagina 6