HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 4
Elfde Jaargang.
144.
met AMSTERDAM.
van WOENSDAG 16 Januari 1889.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudeqracht 86.
TELEPHOON NUMMER
TELEPHONISCHE VERBINDING
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
franco p. post 40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 wre, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Eerste uitvoering „Toonkunst."
De uitvoering van de Afd. Haarlem
der Maatschappij tot bevordering der Toon
kunst, van j.l. Vrijdag avond heeft ons
op nieuw overtuigd van den voortgaan-
den bloei der Afdeeling en van hare krach
tige muzikale ontwikkeling, onder de be
kwame leiding van den Heer Eobert. Wij
gelooven ons niet aan overdreven lofspraak
schuldig te maken, indien wij onze Zang-
vereeniging eene plaats aanwijzen onder
de beste van ons land. In getalsterkte
neemt zij steeds toe en wat meer betee-
kent, de kwaliteit der medewerkende leden
wordt van jaar tot jaar beter, dank zij
het goede muziekonderwijs hier gegeven
en den steeds toenemenden smaak voor
•degelijke muziek. Dat het kunstminnend
publiek den krachtigen wasdom der Haar-
lemsche Afd. op prijs stelt, getuige
daarvoor zij de eivolle zaal met begunsti
gers en leden, is zeker streelend voor
het Afdeelingsbestunr en voor de Commis
sie van Zang- en Orkestvereeniging en zal
vast voor allen een spoorslag zijn, op den
goeden weg door te gaan.
De „Arminius" van Max Bruch, het ora
torium waarmede wij Vrijdag avond ken
nis mochten maken, is een werk, dat naar
onze meening, meer breedte dan diepte
heeft, eene compositie, die meer de belang
stelling wekt door degelijke harmonische
bewerking, dan het gemoed roert door
aangrijpende openbaringen.
De koren zijn over het algemeen zeer
aangenaam voor het gehoor, terwijl het
solowerk waarde krijgt, wanneer de ver
tolking ervan is opgedragen aan bekwame
solisten, die door stemmiddelen en voor-
drachtswijze uitmunten. De orkestrale be
geleiding is zeer .schoon en geeft klank-ef
fecten en klankschakeeringen, welke uit
nemend passen bij de behandelde stof. De
eigenaardige combinatiën van de houten
blaasinstrumenten, onderling of in verbin
ding met koper en kwartet, doen nu en
dan zeer verrassende effecten ontstaan.
Als geheel is het werk zeer zeker
cenc plaats waard onder de goede orato
riums.
Voor de uitvoering der „Arminius" van
Vrijdag avond hebben wij grooten lof.
Van dien lof geven wij onvoorwaardelijk
aan koor en orkest het leeuwendeel. Bij
zonder schoon was de klank van heide.
Frischheid en gezonde kracht trokken
beurtelings de aandacht. Aan goede nuan
ceeringen ontbrak het daarenboven niet.
Uit alles bleek, dat er duohtig was ge
studeerd. Van de vroeger menigmaal ge
hoorde klacht, dat het orkest veelal te
sterk is in verhouding tot het vocale ge
deelte, kon nu geen sprake zijn. Het
klankvolume van de koristen, die wij dan
trouwens ook bij honderdtallen gaan tellen,
staat met succes de grootste kracht van
het orkest.
Naast de koren volgden wij met groot
genot de verrichtingen der solisten. Blau-
waert gaf ons met zijn warm, sympathiek
geluid eene goede Arminius. Mocht hier
en daar de party voor zijne stem wat
hoog liggen, het belette hem niet gloed
en ziel te leggen in zijne voordracht. Zijne
geheele persoonlijkheid, zijne manier van
zingen, maken hem voor de Arminiusparty
bij uitstek geschikt. Dit zelfde kan gezegd
worden van Rogmans als Siegmund. Ook
deze zong prachtig. Trouwens dit behoeft
niet meer vermeld te worden. Indien Rog
mans goed gedisponeerd is, zingt hij altijd
verrukkelijk. Zijne stervens-scène was eene
proeve van schoone voordracht. Mej. Ze-
gers Veeckens zong hare moeielyke party
meer dan verdienstelijk. Hare stem heeft
een milden klank. De voordrachtswyze
verraadt eene uitstekende vorming. In
het vierde deel bewees zij, dat het haar
bovendien niet ontbreekt aan kracht. Dat
zij evenwel in weerwil van de goede hoe
danigheden, welke zij als zangeres bezit,
de vlag moest strijken voor Arminius en
Siegmund, Mej. Zegers Veeckens zal
wel de eerste zijn, dit te erkennen.
De Heer Robert, de ziel van het groote
geheel, de man die zijne beste krachten
geeft voor den bloei van de toonkunst ten
onzent, mag met voldoening terng denken
aan de goed geslaagde uitvoering van Vrij
dag avond. Aan hem aller dank
B.
Concert van „Zang en Vriendschap."
Het buitengewone concert van de Lie
dertafel „Zang en Vriendschap"buiten
gewoon door de omvangrijke werken van
het programma en de instrumentale bege
leiding ervan, Maandag avond in de
muziekzaal der sociëteit „Vereeniging" ge
geven, mag in alle opzichten uitnemend
geslaagd heeten en heeft zeker aan het
in grooten getale opgekomen publiek veel
genot verschaft. Met genoegen zien wij
ook deze Zangvereeniging, die weldra haar
zestigjarig bestaan hoopt te vieren, zich
onder de aangename en degelijke leiding
van den Heer Robert krachtig ontwikke
len en de belangstelling in die ontwik
keling van de zijde van Haarlem's kunst
minnend publiek. De uitvoering van Maan
dag avond heeft, meenen wij, bewezen, dat
„Zang en Vriendschap" die belangstelling
waard is.
De Liedertafel bezit uitstekende krach
ten en ernstige, ijverige studie stelt haar
instaat uitvoeringen te geven, die mee kun
nen tellen en genoemd mogen worden, in
het op muzikaal gebied veel eischende
Haarlem.
De vier belangrijke muziekwerken wer
den door het krachtige koor con amore
gezongen. De „Rinaldo" slaagde zeer ge
lukkig, even als de, uit den aard van het
behandelde onderwerp aantrekkelijke com
positie van Hol „Leidens ontzet". Dat er
bij het laatste werk nu en dan wat te veel
geestdrift was en er een enkele keer te
vroeg werd ingevallen, willen wij niet
verzwijgen, maar wie zou bij zooveel ge
lukkige, prachtige oogenblikken dit niet
willen vergeten, vooral nu de vlekjes geen
stoorenden invloed hadden op den gang
van het geheel?
De Psalm van den Heer Loots opende
waardig het concert. De bescheiden com
ponist werd na de uitvoering ervan door
de zangers opgeroepen en ontving uit de
handen van den president der Liedertafel
eene lauwerkrans. Dat deed ons en zeker
allen, die oprechte waardeering koesteren
voor jeugdige veelbelovende talenten goed.
Het solowerk van den avond was in
uitstekende handen. Rogmans zong de ver
bazend moeielijke Rinaldoparty onberis
pelijk. Zóó, dat het ons was alsof Brahms
deze partij voor hem had geschreven. In
het werk van Hol vroeg hij als burger
van het benarde Leiden op aangrijpende
wijze naar zijn kind, zijn eenig kind.
Rogmans heeft opnieuw aller hart ge
stolen. Dat zijne heerlijke kunstenaars
gaven ons nog menigmaal mogen ver
kwikken en goed doen, is zeker aller
ll wensch.
Naast Rogmans gewagen wij met inge
nomenheid over den zang van den Heer
van Duinen. Zijn schoon basgeluid is uit
stekend geschikt voor de partyen van
Alva en van der Werff, Zijn gebed:
-Vader ia den Hemel
-Die de bron den moeden kemel
»'t Lam de vruchtbre weide wijst"
enz. klonk treffend schoon. Zijn „nooit"!
nooit I" zóó beslist en zóó kalm, dat bet
inderdaad eene muitende bende volks zou
hebben doen terugdeinzen.
De Heer L,, die als delletant bereid
willig de Valdez zong, verdient daarvoor
een woord van dank.
Het orkest werkte uitmuntend en be
wees opnieuw, dat de taak der begelei
ding in deze handen veilig is. De stem
ming tusschen kwartet en blaasinstrumen
ten was gelukkiger dan bij de uitvoering
van Toonkunst.
Wij meenen, dat wy de Liedertafel
„Zang en Vriendschap" en den Heer Ro
bert, die ook van dezen kring de ziel is,
geluk mogen wenschen met hare eerste
uitvoering.
B.
Weten en Werken.
Maandag avond waren wij onder 't ge
hoor van den Heer Vermeulen uit Haas
trecht, die ook verleden jaar voor ons
optrad en toen een goeden indruk had
achtergelaten, blijkbaar uit de goede op
komst.
Spreker herinnerde, dat den vorigen
zomer in enkele couranten te lezen had
gestaan, van de noodzakelijkheid om min
stens éénmaal in een zomer een reisje te
maken en zoo lichaam en geest nieuwe
veerkracht te schenken na ingespannen
arbeid op kantoor of werkplaats. Nu her
innerden wy ons dat geschrijf, maar
wegens het onbereikbare van de verwe
zenlijking hebben we er toen maar niet
te lang over nagedacht en de behandelde
stof rustigjes zich laten oplossen in den
dagelijkschen chaos van berichten en stel
lingen en theoriën, die voor ons waarde
loos zijn, niet denkende, dat spreker ze
nog eens zou bezigen als inleiding tot
eene voordracht over huiselijkheid. Het
gekke van het courantenartikel werd nog
eens in een helder licht gesteldwij gaan
niet reizen, omdat onze beurs 't niet toe
laat, en of men nu dien toestand gezond
of niet gezond gelieft te noemen, een
feit is, dat wij hoofdzakelijk, doch niet
uitsluitend daarom niet kunnen. Spreker
wees ons evenwel den weg om op andere
wijze te kunnen genieten en wel op eene
wijze die onder ieders bereik valtWij
bezitten allen een tehuis en hebben een
gezin of behooren er toe. Nu, dat tehuis
behoort zóó aangenaam te zijn, dat wij
er geen andere uitspanning voor wenschen.
Onze woning, al is ze klein en laag en
verveloos, kan met weinig kosten aantrek
kelijk genoeg gemaakt worden. Een potje
verf, een rolletje behangselpapier kost niet
veel en een bloem of plant brengt geur
en kleur en fleur in de somberste woning,
m. a. w. wij moeten onze woning gezellig
trachten te maken.
Van het leven in zoo'n woning hing
spreker een aantrekkelijk tafereel op en al
gaf spreker toe, dat de toestanden nn
juist niet overal zóó zijn, wij moesten
toestemmen, dat vele woningen, thans
toonbeelden van al wat onrein, ongezellig
en onhebbelijk is, met een weinig goeden
wil wel om te scheppen zijn in datgene
wat spreker bedoelde. Natuurlijk kwamen
enkele bedenkingen bij ons op, maar spre
ker bad de goedheid die onuitgesproken
opmerkingen krachtig te weerleggen. Ten
eerste moeten wij de schuld bij ons zelf
zoeken, als wij liever elders dan thuis zijn.
De huisvrouw, die in deze eeuw niet
meer is de slavin, maar de hulpe des mans
speelt natuurlijk by dien zin voor goede
orde en voor smaak een hoofdrol. Maar
zulke vrouwen behooren niet tot de uit
zonderingen en als dan de man en de
vrouw, bezield door een zelfden geest, werk
zaam zijn tot heil van 't gezin, kan 't niet
anders of iedere woning kan herschapen
worden in zoo'n tempeltje van geluk en
vrede als spreker ons schetste en waarvan
gelukkig het getal nog zoo gering niet is.
Wij waren dankbaar voor hetgeen spre
ker ons zoo ongemerkt op 't geweten bond
stellig zal het gehoorde aanleiding geven
om ons eens duchtig te doen rondzien
voor 't geval in ons tehuis dit of dat niet
in den haak mocht zijn en voor de jon
geren onder ons zullen de aardige tafe
reeltjes van huiselijken vrede niet voor
niet geschilderd zijn.
Als bijdrage volgden na een stukje dat
aanleiding gaf tot vroolijkheid. Het han
delde over indrukken, verkregen by ver
schillende personen omtrent de plaats waar
zij wonen, waaruit bleek dat men soms
vergelijkingen en gevolgtrekkingen maakt
aangaande onze omgeving die of overdre
ven te hoog of te laag zijn en waarvan
spreker ons eenige vermakelijke voorbeel
den mededeelde.
Wij bedankten dan ook voor het genot
volle avondje met een flink en oprecht
De volgende week treedt op de heer
Cohen Stuart uit Alkmaar.
Sedert Vrijdagavond is de toestand
van Z. M. den koning verergerd, door
een aanval van hevigen pijn, waarbij zich
verschijnselen voordeden, die aan eene
attaque deden denken. Dr. Van Vlaanderen
bracht den nacht op het paleis door en
Dr. Vinkhuijzen werd per telegraaf naar
het Loo ontboden. Met het oog op den
toestand werden de publieke vermakelijk
heden op last van den burgemeester van
Apeldoorn geschorst. Zaterdag was de
toestand weer veel minder gunstig en na
men de krachten af.
De nacht van Zaterdag op Zondag werd
niet rustig doorgebracht. De eetlust is ge
ring en de krachten waren afnemende.
Het bulletin luiddeDe Koning heeft den
nacht onrustig doorgebracht en in de
laatste 24 uren weinig voedsel gebruikt.
De algemeeue toestand bleef overigens on
veranderd.
Het bulletin van Maandag ochtend luid
de Z. M. bracht den nacht en ook den
laatsten voornacht rustig door. In den na
nacht werd den Hooge lijder onrustiger.
De algemeene toestand verandert niet en
Z. M. blijft weinig voedsel gebruiken.
Nog verneemt men dat Z. M. in hooge
mate verzwakt is en zelfs niet meer staan
kan, tengevolge waarvan Z. M. nu en dan
delireert. Eene gehouden buitengewone
vergadering van den ministerraad brengt
men in verband met den toestand des
Konings, terwijl er een gerucht gaat dat,
mocht de ongunstige toestand aanhouden,
er sprake zou zijn te overwegen, in hoe
verre er termen bestaan tot instelling van
een tijdelijk regentschap.
Dinsdag is de toestand ongeveer dezelfde
gebleven.