HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 20
Elfde Jaargang.
144.
van WOENSDAG 13 Maart 1889.
N ieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
TTELEPHOONNUMMER
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prys per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT;
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Jioord-Znidliollaudsche Stoomtramweg-MaatschappijHaarlemLeiden. I Oct. 1888.
Haarl., Hilleg. en Leiden 4.10-j-, 6.50, 8.22, 9.42, 10.55', 'sm., 12.20, 1.35, 2.58, 4.25,
5.40*, 6.55, 8.15 'sav. HaarlemHillegom 9.37, 10.55 'sav.
■j- Alleen des Vrijdags. Vervoert ook goederen.
Maarlemsche Tramway-Maatscliappij. Van 't Station 7.30 's morgens tot 10.30's avonds.
Uit den Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Oct. 1888. Naar Amsterdam: 6.53,
8.09*, 8.31. 8.58*, 9.25*, 10.20, 11.46*, 11.56 11.32+ 's morgens. 12.50, 2.31,* 3.35,
4.18*, 5.23', 6.15*, 6.42,7.28+, 7.54*. 9.18*, 9.29*, 9.52, 10.18*, 11.04+ 's av.
Van Amsterdam: 6.20, 6.50*,*7.35f, 7.48*. 8.20*, 8.48,9.17*,9.50*, 11.—, 11.52*, 11,57,'smorg.
1.05*, 1.15*, 3.25*, 4.15, 4.29* 5.—*, 5.33f, 7.30*, 8.20, 8.55, 10.02*, 11.15 'sav.
INaar Rotterdam: 7.17, 7.57-j-, 8.43*, 9.21,10.13",'s morgens, 12,15*, 12.33, 1.41*. 3.49*,4.59,
5.55-j-7.53", 8.49, 10.25* 'savonds.
Van Rotterdam: 6.05, 7.55", 9.45, 10.17-j-, 10.54's morgens, 1.19', 2.50', 3.35, 4.50, 6.18-j-,
7.25, 8.13*, 8.50*, 0.55j- 's avonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De
met -j- zijn exprestremen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.48, 8.12*, 9.42, 11.27* 's morgens, 1.30, 3.53*, 4.585.57* 9.20'sav.
Tot 14 Oct. tot Uitgeest. Stoppen aan de Kleverlaan, den Kruidbergerweg en te
Driehuizen.
.Naar IJmuiden: 6.15, 6.48, 9.42,'smorgens, 1.30,4.58, 9.20'sav.
Van IJmuiden: 8—, 11.13 'smorgens, 3.03, 5.46, 9.20, 10.10 'sav.
Naar Zandvoort: 8.11, 10.15, 11.32 'smorg., 1.28, 4.54, 7.55 's avonds.
Van Zandvoort: 8.38, 11.10, 'smorgens. 12.27, 3.55, 5.52, 8.17's avonds.
Tram-Omnibus-Maatschappij. BloemendaalOverveenHaarlem. 1 i'ebr. 1889.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerlandj8.25, 9.35, 10.45, 12.15 'smorg.
*1.—1.30, 2.45, *3.15, *3.25, 4.—, 5.15, 6.30, 8.30, 9,40 *10 - 'sav.
Van Haarlem (Station). 9.14, 10.10, 11.24 's morgens, *1.26,1.38, 2.31, *3.15, 3.45,
*4.—, 4.40, 6.7.50, 9.16, 10.22 *10.30's avonds. Alleen Zon- en Feestdagen.
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Oct. 1888. Openstelling van het kantoor: Dag
van 8 's morg. tot 9 3+ uur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 4 uur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels, postbewijzen en de invordering van gelden
op kwitantiën alleen op werkdagenvan 9 uur 's morg. tot 3 uur 's av. Voor de Spaarbank
van 's morg«B tot 9 uur 's av.op Zondag van 8 tot 10 en van 12 tot 4 ure. Voor do
PostpakketterShk^n op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9}4 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen7.30,9.45 's morgens, 1.15,3.30,7.—, 9.'s avonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen7.30 's morgens, 1.4.'s avonds.
Lichting der huïpbrievenbussen Gedempte Oude Gracht, Groote Houtstraat, Zijlvest
Parklaan, Kaasplein: 6.45,10.— 'smorg., 2.30,6.8.30 'sav. Florapark,Kampersingel,
LeidschevaartSchootersingel6.30, 9.45 'smorgens, 2.15, 5.45, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.30 en 's av.3.15. binnenwijken 's m. 6.45 en 'sav. 3.30
"sav.
Helder
morg., 1.25", 4.53, 9.15"'s avonds. De met worden Zondags niet gelicht.
Telegraafkantoor. 1 Oct. 1888Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 8 tot 's av.
10 uur, op Zon-en algemeen erkende Christelijke feestdagen van's m. 84'sav. 6—9 u.
Binnenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voorde eerste 10 woorden, voor
elk tweetal woorden daarboven 8 cents.
Judith.
De zesde abonnements voorstelling van
de Kon. Vereeniging „Het Ned. Tooneel"
werd Donderdag avond gegeven met het
drama „Judith" van Paolo Giaoometti. Aan
gekondigd was voor deze voorstelling „Nar-
ciss," doch de ongesteldheid van den Héér
Bouwmeester maakte de opvoering ervan
onmogelijk en eene verandering, zeker tot
veler spijt, noodzakelijk.
De inhoud van „Judith'' ia kort, het
verloop der handeling eenvoudig. Het volk
van Israël is in nood. Betulië wordt inge
sloten door Holofernes, den opperbevelheb
ber der Assyriërs. Gebrek aan water kwelt
de bevolking en doet hen aandringen op
overgave der stad. De gouverneur van Be
tulië, gesteund door deu opperpriester,
weerstaat den drang des volks en de beden
van hunne oudsten. Zij sluiten de ooren
voor de roerende klachten der moeders,
bouwende en vertrouwende op Israels God.
Als werktuig in diens hand, treedt Judith
op. Omhangen met het weduwkleed ver
schijnt zij onder het moedelooze volk.
Zij stort het moed en troost in het hart
en besluit, na hevigen strijd den bevel
hebber der Assyriërs te dooden en zoo
haar land en volk te bevrijden. Zij ver
laat de stad en begeeft zieh naar de leger
plaats des vijands. Holofernes ziet Judith.
Eene hevige liefde, eene aan waanzin gren
zende hartstocht voor deze schoone Isra
ëlitische vrouw maakt zich van hem mees
ter. Hij begeert haar, afstand doende van
de weelde, die hem omringt, tot zijne
vrouw. Zij geeft hem eene kus en zegt
straks voor altijd de zijne te zullen wor
den. De nacht, met onstuimig verlangen
verbeid, komt. Judith ontvlucht van het
feestmaal, dat door de woeste en wnlpsche
krijgers haar ter eere is aangericht. Ho
lofernes vervolgt haar en vindt haar in
zijne tent.
Verhit door den wijn, schuimbekkend
van woede, over hare vlucht en haar we
derstreven, zinkt hij uitgeput neer en wordt
door zijne dienaren op het veldbed neder
geJegd. Judith is nu met hem alleen en
volvoert het koene plan, dat haar heen
dreef naar 's vijands kamp. Zij vat, naar
des Heeren woord, het breede zwaard en
scheidt het hoofd van den koortsig tril
lenden romp. Zoo wordt Judith de heldin
van Sions volk. Ongerept is hare eere al
is ook hare hand met bloed bevlekt.
Hevr. Frenkel Bouwmeester trad op
in de titelrol. Het behoeft niet gezegd,
dat zij er in schitterde. Goed overdacht
is haar spel van het begin tot het einde.
Hare stem klinkt zoet melodisch, lispelend
teeder, wanneer zij troost en bidt. Waar
zij haat en vloekt, snijdt zij U met soherp-
te, vlijmend door de ziel. Fier klinkt zij,
wanneer zij hare deugd verdedigt tegen
den smet der laster. Triomfeerend, blij
jubelend, vervult met warmen dank, als
hare taak is volbracht en zij God de eer
der overwinning brengt. De standen en
bewegingen van Mevr. Frenkel Bouwmees
ter zijn klassiek schoon. Geheel de créatie
van deze Judith droeg den stempel van
kunst en zal daardoor lang in de herin
nering blijven leven. Naast haar noemen
wij den fleer Schoonhoven als Holofernes.
Zijn lichaamsbouw, zijn reuzengestalte
zijn krachtig orgaan, wijzen hem aan voor
deze rol. Hij was ontzettend, toen de
driften zijne ziel beroerden, en blinde
teugellooze hartstocht hem verteerde. Hij
was verschrikkelijk, toen die driften zich
openbaarden en de hartstocht snakte naar
bevrediging. Zóó woedt de zee bij de
hevigste orkanen; zóó brandt het vunr
in 's aardrijks ingewanden.
De Heer Spoor verdient genoemd te
worden voor de wijze, waarop hij als op
perpriester optrad. Krnst en dévotie ken
merkten zijd spel. Ook velen der overigen
zoudeu afzonderlijk genoemd moeten wor
den. Dit zou ons evenwel te ver voeren.
Aan allen een woord van lof voor hun
streven om de opvoering van „Jndith"
goed te doen slagen.
De kostumes waren bij deze voorstelling
bijzonder frisch en goed in overeenstem
ming met tijd en plaats der handeling. De
groepeering en tooneelsohikking getuigde
van veel zorg en goeden smaak. De aan
blik, dien het rotsachtige landschap van
Betnlië, gestoffeerd door echt typische
figuren, bij het nederzinken der zon aan
bood, maakte veel indruk. In Holofernes'
legertent trof de pracht en de weelde van
het Oosten.
In haar geheel was deze voorstelling van
het Kon. Ned. Tooneel eene betere opkomst
van de vereerders der dramatische kunst
waard. Die opkomst was nu slechts ta
melijk.
Vierde Matinée Musicale van
Joh. Steenman.
De vierde matinee, Zondagmiddag door
den Heer Joh. Steenman aangeboden, gaf
wederom een groot muzikaal genot. De
gewaardeerde medewerking van den Heer
L. Sohlegel gaf aan de uitvoering van de
instrumentale nommers eene meer dan ge
wone beteekenis, terwijl de zangstukken
in Mej. Christine Veltman uit Amsterdam
eene uitnemende vertolkster vonden. Wan
neer wij over de verrichtingen van den
Heer Schlegel met bijzondere ingenomen
heid gewagen, wenschen wij niet te kort
te doen aan het spel van den concertgever
dit behoeft trouwens door ons niet
gezegd te worden maar wij zijn op
nieuw zóó getroffen door het spel van den
bekwamen Sohlegel, wij zijn zóó onder
den indruk van diens onovertroffen talent
als uitvoerend kunstenaar, dat wij als be
scheiden uiting van hulde en dank in deze
aanteekeDingen over Steenman's matinée
op hem het meeste licht willen laten
vallen.
De Heer Schlegel speelde met een merk
waardig achevé en eene bewonderenswaar
dige duidelijkheid. Een glansvolle techniek
overwon de grootste moeielijkheden.
Soms scheen het ons toe alsof de Heer
Schlegel het jammer vond, dateenig werk
nog niet zoo en zooveel moeielijker was.
Wij kregen dien indruk door de schitte
rende wijze waarop de zwaarste passages
worden afgewerkt en de rust waarmede de
speler ze tegen ging. De toonvorming
dwong den Bechstein-vleugel tot het voort
brengen van zi)n sehoonsten klank. Mogen
wij een en ander bij den Heer Schlegel
beschouwen als het resnltaat van ernstige
studie en zeldzamen aanleg, er viel Zondag
nog iets anders le bewonderen en te ver
eeren. Het talent als kunstenaar in de
hoogere beteekenis van het woord.
En het is, naar wij meenen, dit talent,
dat schiep den rijkdom van nuances, den
rijkdom van klankschakeeringen, den rijk
dom van tinten en kleuren, waarmede de
speler de voorgedragen werken als over
goot. Het is dit talent, dat de doode kunst
producten leven inblaast en ze voor ons
doet worden openbaringen van een warm
en innig zieleleven. Het is ten slotte dit
talent, dat in zijne uitingen den hoorders
aangrijpt en het ontvankelijk gemoed op
voert en draagt naar sferen van hooger
leven.
Voor den Heer Steenman is de mede
werking van den Heer Schlegel een niet
genoeg te waardeeren voorrecht. Vooral
wanneer deze met hem samen speelt. Zijn
heerlijk vioolspel treedt daarbij in het
gunstigste licht. Door Sohlegel meegevoerd
ontplooien zich zijne groote begaafdheden
als kunstenaar in haren vollen omvang.
Dit was Zondag het geval in de jubelende
sonate van Hiindel. Zelden, zouden wij
zeggen, hoorden wij den Heer Steenman
zoo vrij spelen, trof ons zoo de warme
toon van zijn instrument en zijne bezie
lende voordracht.
De Mozartsche sonate zwevend en
teeder, het kenmerk dragend der Mozartsche
kunst greep vooral in het Andante
Cantabile machtig aan. Welk een overvloed
van heerlijke melodieën, suizend en rui-
schend als zefirs tnsschen het lispelend
gebladerte, welk een stroom van liefelijke
zangen, zoet en teer als een lied der lief
de.
Inderdaad beide uitvoerenden hebben
ons in de sonates oogenblikken geschon
ken van onvergetelijk genot.
De zes stukken voor piano en viool
van Amanda Maier (Mevr. Röntgen) ge
tuigen als compositie van het meer dan
gewone talent dezer dame. In de uitvoe
ring bevielen ze uitnemend. Vooral No. 6,
de Zweedsche dans met het afwisselende
eenvoudige volksliedje »Lang, lang ist
her."
Mej. Veltman zong behalve de aria uit
Matthaus Passion: Er bar me dich mein
Gott" een viertal liederen. Opnieuw maak
te hare krachtige, sonore altstem veel in
druk en werd hare gevoelvolle voordracht
met ingenomenheid gevolgd en toegejuicht.
Waarom schonk ze ons na zooveel war
me bijvalsbetuigingen geen extranum
mertje?
Nu wij afscheid moeten nemen van den
Heer Joh. Steenman deze matinée was
de laatste van het 6eizoen doen wij
dat met een woord van dank voor het
vele goede en schoone, dat hij ons te ge
nieten heeft gegeven. Hij boude er zich
van overtuigd, dat zijn ernstig streven
naar volmaking waardeering vindt bij
velen.
B.
De Tweede Kamer behandelde Vrijdag
de wetsontwerpenle tot wijziging van
den akcijns op bieren en azijnen, met het
hoofddoel verhooging van afschrij ving
2e tot het verhooging van het invoerrecht
op den azijn. Eerstgenoemd ontwerp gaf
aanleiding tot een debat tnsschen den heer
Zaayer en den Minister van Fin. betref
fende de denatnratie van het voor de azijn-
fabrikatie bestemde gedistilleerd. Ook de
heer Verniers v. d. Loeff nam deel aan dit
debat en de heer Schepel verklaarde, dat
als de Reg. niet spoedig komt met voor
stellen tot vermindering op de afschaffing
van sommige akcijnsen, hij zelf het initaa-
tief zon nemen. Het ontwerp werd zonder
stemming goedgekeurd. Op het eerste art.
van het tweede ontwerp was een amende-
nent voorgesteld door de H. H. Zaayer en
Mees, om het invoerrecht terug te brengen
op ƒ3. Het werd toegelicht in antiprotek-
tionistieschen zin. De meerderheid der