A
I
•uaAfuqasaq a} SuaoAjm ,iaam aip 'poA
-a° jqoqd.iaA fun qi pp 'sbav jqobmiaauo na Suq.iap
-uoz ooz Suijaomjuo azno jfiAuaj 'pnq uaSaiqag uaiz
(q jioou Sou qi aip qoop 'piooqaS suaa .laSaoiA pM
qi UBBjsaq suatAA uba 'iuoo uaa uba jseS sp 'puoAaq
pppig fiq uojjijq aj '81 ■unf pq ire a .latnoz nap ui
firn qi pp 'uapap aj apara apuaoppA pq si ]BBq.iaA
jip .100^ -napipaAO uaqosuaAV a; piu prqqiaAi ua
ppqpuozaS aufiui na sbaa Suof Sou qi Snnpoz 'uaiaj
-aqjaA 0} uamoqui ufiiu tno pppun Siuaa jbbu uaiz
a; pn ua ubbjs a; ui Soaa uaiapuB uaa piaAA Sipoou
pq 'uajBAV .T8A0 sSuipiqs ibbJ uaa Sou .xa jo 'uaqfiq
a} sinaq ap ni SqjBApSuB spaap iapuoz 'uoq uaAaj
eip 'appAA uapaoM puBiuaT suaa Sou qi sp 'pp 'SuiS
-inpaAO apuassBAA fitu ui ap ua 'uadoojSaaj pq uba
jaaqjB uapuaraauaoj ufitu uba Suiuaqai do uapap Suip
-fiA\pti aip ua ptuaaiA paqaS puq.iaA pp ubb 'uaSuq
-aSaidsaq ui uadaipiaA piu (jut pz qi 'uioq .tBBjq
•puqaS SajUBB
spi ooz iooa qi pnq 'uaqqaq uaqopaSpn Sutppai p?
puBq ap fitu jooa noz qooj ai^ -si ajoouaSjqoa auaa
m qosSBupapu ua uaaiuaS pM p uba jaaqjB aqfq
-mnpu uaa suaAauaq 'puapiaA puozaS sisop apaoS
uaa uup 'm siapire spiu puop 'auio.ia sp atuBppj
-jnq jo saiasuBppjpq lauaa apiBBpaS ap ui 'jsraoqaoj
ajaquop uaa ua fitu uaqossnj jub^\ -uaSui.idspuoi
uajaoiu uamoqui niajq uaa pra aip 'siapp ua uapuoq;
Het was een groot verschil met dat oude slavenleven
op zeeik was mijn eigen heer en meester, kon doen
wat mij aanstond, gaan waar ik wilde, was aan nie
mand verantwoording schuldig; en nooit verveelde
het mij, van mijne vrijheid volop te genieten.
Doch ik gevoel mij gedrongen de bekentenis af te
leggen, dat ik, naarmate de tijd vorderde, begon in
te zien dat het toch niet alles was, om in Londen
de straat te slijpen. Misschien was dat inkomen van
twee honderd en vijftig pond 's jaars wel toereikend,
mits de kosten voor mijn tafel tot op twee gulden
werden teruggebracht, op het rooken wat bezuinigd
werd, zoo ik de sigaren eens met een pijp tabak
afwisselde, als ik alleen van comedie of opera gebruik
maakte, wanneer ik een vrijkaartje had, en slechts
bij uitzondering eens naar eene danspartij ging, in
de enkele huizen, die gastvrij voor mij openstonden.
Maar twee jaren van dit gemakkelijke, nuttelooze
leventje brachten mij tot nadenken. Ik begon mijn
inkomen klein te vinden, en begreep, dat dit er niet
op beteren zou, naarmate ik ouder werd; want mag
al een jongmensch met twee honderd en vijftig pond
's jaars een heel heer zijn, een oud man of iemand
van middelbaren leeftijd maakt toch met die som
maar een armoedig figuur. Aan trouwen had ik nooit
gedacht; niet alleen, omdat ik gaarne mijn eigen
heer en meester wilde blijven, maar meer nog, om
dat ik het meisje, dat mij daartoe bekoren moest,
nog niet had ontmoet.
En laat mij hierbij zeggen, dat ik mij nooit dit
levenstijdperk herinner, zonder behoefte te gevoelen
tot het doen van een knieval in dank, dat ik bewaard
bleef voor het lot van zoovele andere jongelieden te
HOOFDSTUK I.
Inleiding.
Kameraad, hebt ge wel eens opgemerkt, hoe
een hond, die aan den haard of in den zonneschijn
een geschikt plaatsje zoekt, daarop niet liggen gaat,
voor hij eenige malen zijn staart achterna, in de
rondte geloopen heeft? Zoo is het ook mij met deze
geschiedenis gevaren. In gedachte heb ik die vooraf
om en om gedraaid, om te zien hoe ik haar zou
aanvatten. Naar mijn bescheiden meening geldt het
hier een geval, zoo vreemd als ooit iemand te ver
tellen had, iets, waarvan een schrijver van talent
heel wat zou weten te maken. Doch hoe zou van
mij verwacht kunnen worden, dat ik die kunst ver
stond? Van mij, die al wat er zoo op school inge
pompt was, weer door de zee had zien uitspoelenbij
wien het Latijnsche Woordenboek, het Grieksche
Alphabet en dergelijke geleerdheden meer, over boord
waren geworpen, om ruimte te maken voor een ge
heel ander soort van verstandelijke lading?
Na verscheidene malen van gedachten veranderd
te zijn, kwam ik tot het besluit de zaak in den
vorm van een scheepsjournaal te behandelen, en het
gansche verhaal af te spinnen, alsof ik in het ge-
WH,.- - W -