firn jooa pnquBB qi 01 p avuo.ia ap uba pjjjod pq suazaM jajp ajsjaq pq uba ppaq pq jfiMiaj 'naA -fqq aj jaqaara uaSio ufiz pBq uaraouaSjooA qoiz aip 'puBoiai sp uappusq aj 'uamau aj qnjsaq qfqjooqaq uaa 'ufiz jsaaAvaS qfqaSora ('nu pq noz aojj jsnau ufira japuo qep 'pzaSpBA ppqaaqj uaa do uaAoq 'pjpod spouajojjf pui 'ufiz uaqiM ai pquuuosrei uio pptq bu do spfijsap .ia qi puBp.iOA puozaS 8ij -JoospraaajA qpM 'ube suaa nu aiz JBBjq jbao uaop o? UBp firn pap j ubbp aj qn uaqqaq Sou uup qi noz p^ jppqpaoS aqospraaq 'mcAvq ui jiapaq pq suaa ja sp ua uapq aj qn ja 'uaiz noz suBq uaa§ jpz |8Ainp ap aip 'spjJOM aSippAiaS pra 'saiq apqqnp apoj§ uaa Sou pq jpjoM UBp 'uaiaojS uiaq qi pB{ jbbcu uapjOA\ uaqqoipSqn unq qni uauiajq uaa pm aip 'puBjqpra uaa sjqoajs Sou apjaq uljra si 'qi jqoBp 'suBqjj j aqmooajojq jaaq uap pui aouajopq uba qfi[3a\nq pq uba ajaa iai 'sjaqinspinjq afqnz uaa uaiqossira Suiuoopq pj UBp qi Saajq 'ufiz noz pmopjaA ua apaoui uaiaqunq ua uajqoBM pq uba qt pp pfiq uap uaSaj uq ^uaiz noz suaa pM aouaj -OJJ ssira qi jo 'uajqoiu aufira uba apuaSunqjB paq -oS 'uapnoq aj ubb sjatunq aufira UBp 'SuiS uapnoq; jbbu uaSjoui uajapuB nap ua ajqnd Jajjoq ufira qi pp 'japq piu jbbuj qfqjuaSp pq sbav uauioqaS sbm Avnaiu do qi uiJBBMs'pfupaaMj uap ubb qi quop Sojq •saaAvaq appq aSipaiqjaa aufira uipoS ap qi jo sp 'qcBidsuaajp aufira apptnj ooz ua i PPqqftpqpAv apSipjBBA4suajapuoA\aq ap uba psppaq -jb qBAiz 'Soo ajqouaS uapauaq jbbu 'aqoAjaiz 'appa pp j jnnSq aqfipppoS pp j pz uaSoqaS jbaojooa JBBp fiz sjbooz pqojd auooqas pp 'spBBjaiUBq 'o fira jooa ppaqspoSjB uaa sp nu fiz puojs jbbq 881 182 al beschouwde zij mij slechts als een gewoon jong- mensch van hare kennis, dan diende zij voortaan toch wel eenig meerder belang in mij te gaan stellen, nu haar bleek, dat ik om harent wille, om de kans haar af en toe eens te zien, om in hare nabijheid te kun nen blijven, afstand had gedaan van het voorrecht van mijn ooms gast te zijn, en nu op onaanzienlijke kamers was gaan wonen. Zeker was de gedachte, dat de jonge Morecombe in haar huis vertoefde, van haar onvergelijkelijke gezelschap genoot, en, in zijne aan vallen op haar hart, op den vollen steun van haren vader kon rekenen, buitengewoon pijnlijk voor een medeminnaar, onder zulke ongunstige omstandigheden als ikdoch het troostte mij toch, dat zij voor dien anderen jongen man, om zoo te zeggen, haren neus had opgehaald, en dat mijne nichten het er stellig voor hielden, dat mijnheer Hawke nooit van zijne dochter gedaan zou krijgen, dat zij dien man tot echt genoot nam. Toch geef ik, dit samen genomen, hier de verzeke ring, dat ik een alles behalve vroolijken tijd doorleefde. Menigmaal haalde ik Florence's portret tevoorschijn, om er op te kijken en dan te vragen: waarom toch het noodlot had gewild, dat zij in mijn weg trad, in plaats van mij de opgeruimde levenslustige jonge man te laten blijven, die, tot voor korten tijd nog, zonder zorgen en onbekend met hartzeer in Londen's West- Einde de straat sleep Nog herinner ik mij goed hoe ik, 's avonds van den dag, waarop ik dat bezoek van mijne nichten kreeg, Florence's photographie boven op een theeketel plaatste, waarvan het geopende dek sel haar van achteren steunde, zoodat ik daaraan, met de handen op den rug, al mijne aandacht kon wijden. uajjojpS sjauiBq apaoS fiq pp dooq qj j uBtu auuy (juaiz siCicnqip pM jaau Mn jaqaz qnz fi£) "g 'J •axAivjj aoNsraoTj •sbm sinq ubb n fiq Sou jaau Mn Subjooz 'jqoour uaqaozdo piu n qi pp 'pAaq spdnd usp yaaq pjapuiq -aS ua psBBqjaA jaatn fira spi qoou pp 'Sijqoajd n jaqaz.taA qi ua 'SunaqaqiMuo qooj qip si uup 'qcezjoo ap UBAJEBp qi udq p qoop uassim §ja duqospzaS ufiz sinqp jaqaz pom fi§ jubm 'si UBcSaSSaM jaau mu pp 'uljz aj jsaaMaS yvvz.ioo ap 'apara uaëapaA jaaz ja uaq qj mapfq uaop aj japuo dcqospuaiJA azuo ja 'qaq unpl uaaS jaqaz 'apfiz aufira uba 'qi JBBp uaraoq aj raiq rao pz uapnoqjaaM pz piu sucqjp n 'fira juajjrao udnd uba piaqpSjozaq azBMp aip pp 'uipuaiJA aAaq 'do Sqpis ja uaqa.i qi ua 'uaiz aj suaa Sipaods n dooq qj -gaouag qfqapodsaq p aAjazqoiz do si qBBz a(j -uauoM uBBg si pjsijg; ui jsinf jaau Mn pp 'uajaM uajaora noz fiq uiojbba\ 'ui piu qfq.iBBM aiz qi jubav 'uazapooA jaiu jbbui jaijq Mn raaq pz qj 'si n fiq jagunj jaiu qoBp jaau a\n pip 'uaqajJaA aj raaq pra uajqoBM qi po ra raoJBBp 'qn si iiduj jaiqdog ajsag" sb| qi ifiMjaj 'uapunq aufira ui appuBjq pjsida auiajq pjj -pjooMjucag pnq qftjapup aqMBjj ssira pp ua 'uaq -qaq uaAo.iqasag jsaora gaojA paq p aiqdog pp 'qaajq jinjBBM 'uapuozjaA m()g nOT- uar jBBq joop sbav pjj •uaraouag pnq gnjsaq ui spaaj qi pp 'agnoA pq sp 8il 179 „Er komt in dat briefje nog al een en ander om trent u voor, is 't niet, Jack?" zeide Amelia, nadat ik het reeds twee maal over gelezen had, en juist voor de derde keer wilde beginnen. „Ja, dat is waar," riep ik, door die omstandigheid niet weinig gevleid. Maar wat bedoelt zij met haar gezegde: dat de zaak op zichzelve al ongerijmd ge noeg is?" „Dat haar papa's gedrag in deze al ongerijmd ge noeg is," antwoordde Sophie. „Zou het dat zijn?" zeide ik, nog in twijfel ver- keerende, terwijl ik nogmaals de zinsnede in den brief overlas. „Zij kan er toch mijn gedrag niet mede be doelen, wel?" Op dit punt waren mijne beide nichten zoo vast overtuigd, dat zij mij volkomen wisten neêr te zetten. Ik vroeg daarop aan Sophie, of zij voornemens was, op Clifton-Lodge aan te gaan. Zij zeide, dat als ma ma er niets tegen had, zij er zoo gauw mogelijk een visite wilde maken, altijd als mijnheer Hawke niet langer Florence verbood, om bij hen te komen. „Wij willen nu niet zeggen, Jack," merkte Amelia op, dat wij er ook zoo gauw zouden heengaan, als gij er niet zooveel belang bij hadt, dat wij met Florence op vriendschappelijken voet bleven omgaan, want daar voor heeft eigentlijk mijnheer Hawke ons al te lomp behandeld. Maar Sophie en ik hebben het er, onder de wandeling hierheen, over gehad en wij zijn over eengekomen, als mama het goed vond, nu en dan Florence te bezoeken, opdat zij daarmede ook aanlei ding zou hebben, om terug te komen." ,,Ik ben bang, dat uwe mama er tegen zal zijn," zei ik. „Zij heeft immers verklaard, dat er, na hetgeen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1889 | | pagina 8