de slapende huisgenoolen wakker gemaakt had eene ten eenenmale noodelnoze en dwaze handeling, in geval hij werkelijk de moordenaar was was de merkwaardigste bi- zonderheid in de zaak, en bracht den lijkschouwer in verlegenheid. Hij ondervroeg Mrs. Evitt nauw keurig naar de levenswijze van de danseres en haar echtgenoot. „Ge zegt, dat zij dikwijls twist met elkander hadden," zeide hij. „Waren zij geweldig boos, als zij twist met elkander hadden?" „Ik heb haar wel eens geweldig tegen hem hooren uilvaren, maar hem nooit tegen haar. Zij was erg aan hem gehecht, het arme schepsel, ofschoon het niet in haar aard lag, de minste te wezen, of zich door een echtgenoot te laten leiden. Zij was meer verzot op sterken drank dan betamelijk was, en hij trachtte haar er van af te houden; tenminste dat deed hij, toen zij pas bij me waren komen wonen. Later scheen hij haar opgegeven te hebben, zooals men het noemt, en liet hij haar haar eigen gang gaan." „Liet hij ook blijken dat hij aan haar gehecht was?" „Neen, naar ik me voorstelde. Ik meende altijd, dat de gehechtheid alleen harerzijds was." „Was hij een man van een harts tochtelijk karakter?" „Neen, hij was een persoon, die de dingen heel kalmpjes opnam. Ik herinner me nog, hoe zij eens, nadat zij weêr ruzie gehad hadden, tegen me zeide: „Mrs. Evitt, die man haal me te zeer, om me te willen slaan. Als hij zich eens doo.' zijn drilt liet vervoeren, zou hij me doodslaan." Die woorden van haar maakten toen een diepen indruk op mij „Dat kan wel zoo wezen," viel de lijkschouwer haar in de rede," maar ge behoeft ons niet mede te deelen, wat indruk op u maakte, en wal niet. Dat is geen getuigenis afleggen maar Mrs. Evitt's welsprekendheid bleef voortvloeien als een kalme stroom, kronkelend door eene vallei. „Ik wilde liever een woesteling tot man hebben, die me zwart en blauw sloeg." zeide zij bij een andere ge legenheid tegen mij, hel arme schaap, „indien het hem later berouwde, dan een koelbloedig, fatsoenlijk man, die me met een woord doodelijk kan kwetsen." „Ik verlang mededeeling van feiten, geen redeneeringen," riep de lijk schouwer ongeduldig uit. „Heeft, voor zoover ge weel, de echtgenoot der verslagene zich ooit schuldig gemaakt aan eene daad van geweld, legen zijn vrouw, of legen iemand anders „Nooit." „Is 't u bekend, of Madame Chicot geld of andere artiekelen van waarde in haar bezit had?" „Ik zou durven zeggen, dat zij noch het een noch het ander in haar bezit had. Zij was eene vrouw, die een buitensporig leven leidde, 't Lag niet in haar aard geld over te sparen." Mrs. Rawber's getuigenis was eene volkomen bevestiging van die van Mrs. Evitt, wat betreft het uur, waar op zij met schrik wakker geworden waren, en ten aanzien van het gedrag van Jack Chicot. De twee vrouwen stemden overeen, wal betreft de doods- bleeke kleur van zijn gelaat, en de omstandigheid, dat hij met beide han den het door Desrolles opgeworpen denkbeeld om een polilie-agent te gaan halen, aangegrepen had. Desrolles was de laatste getuige, die ondervraagd werd. Toen hij op stond, om den lijkbeschouwer te ant woorden, trok een bekend gezicht onder het publiek, in de nabijheid van de deur, zijn aandacht, 't Was het gelaat van Joseph Lemuel, den effekten-handelaar, dat pijnlijk veran derd was, sedert Desrolles het voor de laatste maal gezien had. Naast Mr. Lemuel vertoonde zich een welbekend advocaat voor strafzaken. Desrolles' bruingrijze gelaatskleur werd nog een weinig valer op het zien van deze twee gezichten, die met ingespannen aandacht den gang der zaken volgden. De getuigenis van Desrolles deed geen nieuw licht opgaan over de ge heimzinnige zaak. Hij had Mr. Chicot en zijne vrouw zeer van nabij gekend zelden was er een dag voorbij gegaan, dat hij hen niet zag en sprak. Zij waren beiden uitmuntende men- schen, maar zij pasten niet bij elkan der. Zij leefden niet gelukkig te zamen. Hij had Jack Chicot zich nooit zien schuldig maken aan eenige daad van geweld tegen zijne vrouw, doch hij geloofde, dal er vrij wat bitterheid in zijne ziel was; om kort te gaan, dal zij onmogelijk veel langer op vreedzamen voel met elkander hadden kunnen verkeeren. Mr. Chicot was in den laatsten tijd zeer vaak afwezig geweest. Hij had zich aangewend zeer laat thuis te komen, en had het bij zijn zijner vrouw blijkbaar vermeden. In één woord, 't was een huwelijk van twee menschen, die niet bij elk ander pasten, en zij waren een zeer ongelukkig echtpaar beiden zeer te beklagen. Dit was alles. De lijkschouwer ver daagde het gerechtelijk onderzoek tol over eene week, in de hoop, dat er dan nog meer getuigenis zou ingewon nen worden. Men was algemeen van gevoelen, dat er een zwaar vermoeden rustte op den echtgenoot der ver moorde vrouw, en dat, als hij niet spoedig voor den dag kwarn, men hem moest opsporen. George Gerard hooi de het gerechte lijk onderzoek aan, slaande te midden van het gedrang in een boek der zaal, maar hij hield zijn ontdekking van den dolk in Jack Chicot's schil- derkist voor zich. La Chicot werd twee dagen later begraven, en er was eene talrijke schare te Kensal Green saamgevloeid, om er getuigen van te zijn, hoe de Eransche danseres, die zoo'n onlij- digen dood gestorven was, in haar graf te ruste werd gelegd. Mr. Smo- lendo legde eigenhandig een krans van witte cainelias op de kist. Desrolles stond bij hel graf, fatsoenlijk gekleed in een zwart pak, dat hij voor deze gelegenheid gehuurd had van een koopman in oude kleêren, en „hij had geheel en al het voorkomen van een voornaam heer," zeide Mrs. Evitt later tegen hare buurvrouwen. Mrs. Evitt en Mrs. Rawber waren beiden aanwezig bij de begrafenis-plechtig heid ja, zonder overdrijving mag gezegd worden, dat al de bewoners van Cibber Street zich naar het kerkhof begeven hadden. Men had zulk een talrijke schare niet een lijkstoet zien volgen na de begrafenisplechtigheid van Kardinaal Wiseman. Het geheele tooneelgezelschap van het Prince Frederick Theatre was daar, en boven dien talrijke andere vertegenwoordi gers van de dramatiesche en ekwestri- sche kunst in Londen. De arme Mr. Smolendo was wan hopig gestemd. Ilij had eene zeer talentvolle dame weten op te sporen, om La Chicots plaats te vervullen in het komieke spektakel-stukmaar hel publiek gelooide niet in de zeer ta lentvolle dame die oud genoeg was om La Chicot's moeder te kun nen wezen en Mr. Smolendo moest zien, hoe zijn schouwburg eene woestenij van ledige banken werd. 't Scheen niet te baten, dat zijne dekoraties, zijn ballet-personeel, zijn orkest, zijn kalklicht het beste en kostbaarste was van wat men in dat genre in Londen te zien kreeg. Het publiek was 't om La Chicot Ie doen geweest, en haar ongelukkig uiteinde wierp een somber waas over den schouwburg, dat zich niet gemakkelijk liet verdrijven. Andere schouwburgen schenen aan de beurt te liggen, om in trek te komen, en het schip, waarop Mr. Smolendo's (ortuin geladen was, geraakte op strand. De pers was zeer heftig ten aan zien van het geval van La Chicot. De meest gelezen penny-bladen voeren met de grootste verontwaardiging uit tegen ieder, die bij de zaak betrokken was. Zij spraken met minachting over den lijkschouwer; zij noemden den dokter een idioot; zij lieten zich allerongunstigst uit over de eigenares van het huis, waarin de vermoorde denseres gewoond had; zij stelden de getuigen als meineedigen aan de kaakmaar hunne woedendste aan vallen waren tegen de politie gericht. Hier was een gruwelijke moord gepleegd in het hartjen van het be- schaalde Londen; te midden van een rustig sluimerende huishouding; in een huis, waarvan bijna elke kamer bewoond was; en toch had men den moordenaar laten ontsnappen, en toch was de zoo hooggeroemde Lon- densche politie niet in slaat geweest, ook maar een slraaltjen licht te doen opgaan in de duisternis dezer geheim zinnige zaak. De echtgenoot van hel slachtoffer, op wien het zwaarste vermoeden ruste, wiens eigen gedrag reeds voldoende is, om hem te veroordeelen, deze ellendeling mag rondzwerven over de aarde, als een hedendaagsche Ivaïn, zonder het brandmerk op zijn voor hoofd, waaraan zijn tnedemenschen hem zouden kunnen herkennen. Wel licht bezoekt hij te dezer zelfde ure onze koffiehuizen, dineert hij in onze restaurants, bezoedelt hij de onschul dige atmosfeer onzer schouwburgen, ja durlt hij, met een uitdrukking van gehuichelde vroomheid op het gelaat, den gewijden drempel eener kerk te overschrijdenWaar is de politie Wat voert zij uit, dat deze schurk nog niet opgespoord is? Zij moest hem dadelijk kunnen herkennen, zelfs zonder het Kaïnsteeken. Bestaan er geen fotogra fieën van het monster, dat volgens de beschrijving een gunstig voorkomen moet hebben, en zonder twijfel een ijdel mensch is. Er werden massas brieven in de Morning Shrieker inge zonden, welker schrijvers ieder een eigen, zelfbedachte methode er op na houden en aan de hand doen om een moordenaar op te sporen en te vangen. Zonderling mag het heeten, dat Jack Chicot, ofschoon een schoon voorwerp voor de camera, geen lust schijnt gehad te hebben, om te zien, wal soort van afbeelding de zon van hem kon maken. Hoe dat ook zij, geen portret van hem, groot of klein, goed, slecht, of tamelijk, is er te vin den in Cibber Street, waar de politie natuurlijk gekomen is, om er een te zoeken. Mr. Desrolles, die zich in 't geheele geval handelbaar toont, zonder bepaald dienstvaardig te zijn, geelt eene zoo duidelijk mogelijke beschrij ving van zijn voormaligen konluber- naal; maar geen beschrijving in woor den is ooit bij machte geweest iemands beeld op volkomen herkenbare wijze weder te geven, en de ambtenaren der deteklieve politie verlaten Cibber Street, met de voorstelling van een persoon, die niet meer gelijkt op Jack Chicot, dan Jack Chicot geleek op den keizer van China. Dezen Chicot, die alleen in hunne verbeelding beslaat, trachten zij met den meest volhar denden ijver op te sporen in de on gunstigst bekende gedeelten van Lon den, en vaak ineenen zij op het punt te zijn, hem te snappen. Zij ineenen hem het middagmaal te zien gebrui ken in onaanzienlijke restauraties, hem te zien biljarten in slecht befaamde koffiiehuizen, zij achtervolgen hem op penny sloombootjens, en vergezellen hem op den spoortrein, altijd, om tot de ontdekking te komen, dat de persoon, wiens spoor zij volgden, hoewel schurkachtig genoeg, evenwel Jack Chicot niet is. Terwijl de politie aldus haar uiter ste best deed, moest het voor haar wel hard zijn zoo vreeselijk doorge haald te worden door den Morning Shrieker en door eene schare van briefschrijvers. Zeker was de schijn tegen den ner gens te vinden echtgenoot sterk ge noeg, om de koord te vlechten, waar aan hij moest opgehangen worden. Een brief aan den Times van George Gerard, behelzende de beschrij ving van den in de schilderskist gevonden dolk had de aandacht ge trokken van den beroemden chirurg, die La Chicot's gebroken been gezet had, en deze heer had zich met haas tige schreden naar Cibber Street be geven, om de wond te onderzoeken. Hij nam daarna den dolk in oogen- schouw, die met de overige goederen van den vermisten persoon door de politie in bewaring genomen was. Hij schreef den volgenden dag een brief aan de Times, waarin hij Gerard's verklaring bevestigde. Zulk eene wonde kon zeer goed zijn toegebracht door zulk een dolk, en bezwaarlijk door eenigen anderen in de beschaafde wereld bekenden vorm van mes of dolk. Het dunne buigzame lemmet was geheel anders dan het lemmet van eenigen anderen dolk, dien de heelkundige ooit had gezien de wond kwam overeen met den vorm van het lemmet. De schrijvers van de hoofdartiekelen in de meestgelezen dagbladen namen het denkbeeld over. Zij schilderden de geheele gebeurtenis met zoo leven dige kleuren al, als hadden zij het in een droomgezicht aanschouwd. Zij waren welsprekend in hunne beschrij ving van de schoonheid der vermoorde vrouwzij weenden, als zij gewaag den van haar onmatige gewoonten. Den echtgenoot schilderden zij met de donkerste tinten af als een type van goddeloosheid. Een man, die een lek ker levenljen geleid had van het door zijne vrouw verdiende geld een kerel, die tot niets deugde een klaplooper lui, buitensporig, on matig, zoodat er niet aan te twijfelen viel, of zijne vrouw, dat schitterende schepsel, was door zijn verderfelijk voorbeeld aan den drank geraakt. Zij schilderden een akelig tafreel van den moordhoe de man te midder nacht was thuis gekomen uit deze of geene holen der zonde hoe de vrouw hem hare verwijlingen naar het hoofd geslingerd had hoe zij, en 't kon niet anders, lucht gegeven had aan hare jaloezie hoe er van weêrszijde booze woorden gesproken waren. De man, verdierlijkt door den drank, in woede ontstoken door de wel verdiende verwijlingen zijner vrouw, neemt den dolk van de tafel, waar hij het voorwerp kort te voren na een spoedig afgebroken hall uur arbeidens had neergesmeten, en stoot het lemmer in den boezem zij ner vrouw. De dagbladschrijver aan schouwde de geheele gebeurtenis, als afgemaald op eene schilderij. Het publiek las, en op de hoeken der stralen, en boven op de omnibussen praatte het publiek drie weken lang bijna over niets anders dan over Jack Chicot's misdaad, en over de ellendi ge stomheid der politie, die hem niet op 't spoor kon komen. Tusschen acht en negen uur des avonds na de begrafenis van La Chi cot meldde zich een man van gevor derden leeftijd aan bij Mr. Mosheh, een koopman in diamanten op kleine schaal, die in eene der straten in de buurt van Brunswick Square woonde. Wordt vervolgd.) Gedrukt hij DE ERVEN DOOSJES te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1889 | | pagina 6