HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 65 144. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Ouaegracht 86. Twaalfde Jaargang. van WOENSDAG 6 Augustus 1890 Nieuwsberichten TELEPHOONNIIMMZK TELEPHONISCHE VERBINDINS met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS P8r drie maandenf,25. franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel Afzonderlijke nommera 3 centen per stuk. meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte. VERSCHIJNT; Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 wre, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. De Plaatselijke belasting. Het kohier van de plaatselijke direkte belasting der Gemeente Haarlem over 1890 heeft weer het licht gezien en hoewel de ingezetenen reeds door toezending van het aanslagbiljet op de hoogte zijn gesteld van hetgeen zij hebben bij te dragen in de alge- meene onkosten der gemeente-huishouding, heeft toch menigeen het boekje ter hand genomen om te kunnen bepalen in hoeverre zijn aanslag overeenkomt met die zijner bekendenHet boekje doorbladerende, trekt, evenals vroegere jaren, de aandacht het groot aantal personen, dat in 't geheel geen belasting betaalt. Het spreekt van zelf, dat het College van Bnrgemeester en Wethouders volkomen zijn ingelicht om trent de omstandigheden, waarin die niet- belasting-betalenden verkeeren, maar het is volstrekt niet boven verdenking, of die inlichtingen in vele gevallen jnist zijn. Zoo worden personen in het kohier gemist, die wel degelijk behoorden bij te dragen, in aanmerking genomen, hunne vertering. Deze breede stroom van belas ting-ontduikers behoorde eerst eens nauw keurig gesplitst te worden in onvermo- genden en minvermogenden. De laatste categorie zoude behooren te betalen eene matige belasting, overeenkomende met de draagkracht. Niet weinig ontevredenheid zou kunnen voorkomen worden, als, om te beginnen in de laagste klassen van de be lasting, de billijkheid meer werd betracht. Nu komen in het kohier personen voor, die in ongeveer gelijke omstandigheden verkeeren met niet-betalers, d. w. z. met hen die liever de lasten op een ander schui ven, dooh een groot geschreeuw zouden aanheffen, als hun de lusten der be schaafde maatschappij werden onthouden, waarvan de kosten door de samenwonenden moeten gedragen worden. Zóó worden de kosten voor verlichting, bestrating en rio- leeriug elk jaar hooger. Van deze zaken wordt door ieder geprofiteerd, doch in niet geringe mate door de bewoners zelf. Gaat men nu met het kohier in de hand de stadsgedeelten na, die in de laatste jaren zulke enorme uitgaven eischten, dan slaat men de handen ineen over de lichtvaardig heid waarmee met de opgave der bewoners ervan wordt genoegen genomen. Een en ander heeft ten gevolge, dat de aange- slagenen in de lage klassen, hoe langer hoe meer hunne opgaven zullen wijzigen om even als anderen, binnen den kring der niet-betalers te vallen m. a. w. een deel hun ner aangeboren eerlijkheid verspillen aan de niet populaire verteringsbelasting der gemeente Haarlem. Vergelijkt men verder de aanslagen der personen, verkeerende in ongeveer gelijke omstandigheden, dan geraakt in werkelijkheid de kalmste in opgewonden toestand. Waarom ben ik, vraagt hij, geplaatst in deze klasse, terwijl mijn kennissen, A en B en C en D twee, soms drie klas sen lager staan? Voortredeneerende komt hij tot de slotsom het volgende jaar niet weer te zullen toegeven, maar met hand en tand te zullen vasthouden aan zijne opgaaf ten aanzien van de classificatie zelf, al moest hij tegen beter willen in liegen en bedriegen. Dat hier van geen overdrijving sprake is, weet ieder in zijn kring zelf het best. Dit schrijven dient dan ook alleen om de feiten in het algemeen aan te wijzen, om hierdoor de overtuiging te doen wortel schieten, dat deze verteringsbelasting on zedelijk werkt en dat, wil men dezelve doordrijven, eene geheele algeheele herziening der klassen behoort plaats te hebben. Hoe dit kan geschieden behoort hier voor het oogenblik in 't midden ge laten, aangezien, van welken kant het vraagstuk wordt overzien, de zwarigheden zich meer verheffen. Dit behoort natuurlijk overgelaten te worden aan onzen Raad, die, ook alweer natuurlijk, zóó voldoende op de hoogte is omtrent de vertering van alle ingezete nen, als gebleken is bij de vaststelling van het vorige kohier, hoewel het een raadsel blijft hoe de Raad de verantwoor delijkheid omtrent de eigen opgaven van classificatie op zich durft nemen, te meer daar maar enkele der hoogere klassen in den Raad vertegenwoordigd zijn. Een kolossaal idee zou zijn 't is niet van steller dezes alle belastiDg plichtingen voor de tien laagste klassen één, voor de volgende tien twee en hoo ger drie te verhoogen. De reclamanten zouden dan genoodzaakt zijn hun juiste verteringscijfer aan te toonen en d a n zou blijken, dat de gezamenlijke verte- riDgssom met eenige tienduizenden zou stijgen, wat dan de percentage zou ten goede komen. Men bedenke toch, dat de belasting nooit hooger mag zijn dan de behoeftenmet het hooger worden van de hoofdsom daalt de percentage. Wel wordt hierdoor de gezamelijke belasting som niet kleiner, maar de lasten zouden beter verdeeld zijn, aangezien zij, die zich bezwaard aohten door de verplaatsing naar eene hoogere klasse hunne bezwa ren kunnen brengen ter plaatse waar die behooren. Doch behalve de personen die zich tegen beter weten in dus met toeleg in eene te lage klasse weten te plaatsen, is er nog een breede stroom die te laag staat, omdat er op het punt van het begrip vertering groote spraak verwarring onbekendheid bestaat. A berekent zijne vertering naar zijn inkomen, vermindert dit met het bedrag van alles wat niet door zijn gezin opge geten, opgedronken of versleten wordt. Klaar! zóóveel is zijne vertering. Doch laat A eens komen voor zijne rechters, hier het dagelij ksch bestuur der gemeente, of liever nog voor de door hen vastgestelde verordening. Dan zal A tot het inzicht komen, dat hij te weinig wil betalen. B en C oordeelen weer anders; hun ge dwongen bezoek aan genoemd College zou hen tot het inzicht brengen dat zij jaren lang zij het ook onwetend gezon digd hebben. Werkelijk, het denkbeeld van eeneal- gemeene klassenverhooging is nog zoo gek niet. Toch mag verondersteld worden, dat men er niet toe zal overgaan, tenzij eene zeer uitgebreide commissie in deze het dagelijkste bestunr ter zijde sta óf dat dit collega niet opzie tegen al de be zwaren. Zou echter de toestand zuiver genoeg geworden zijn? Stellig niet, want hoe meer men zich verdiept in de zaak, hoe meer men na dert tot het denkbeeld van Inkom stenbelasting. Het inkomen kan gemakkelijker worden nagegaan, bewezen en aangetoond worden, dan de vertering, wat ook de tegenstanders mogen beweren. Voor het geval, dat een inkomen boven zekere som geheel zou komen ten bate der belasting, kan voldoende gezorgd wor den, zoodat dit bezwaar tegen zulke be lasting geen steek houdt. Wie de debat ten in expresselyk tot belastingbespre king belegde vergaderingen heeft gevolgd, weet heel goed, dat de argumenten tegen inkomstenbelasting weinig meer zijn dan woordenspel, evenals in vele gevallen het bepalen der verterings-klasse een gooche len met cijfers, dat zelfs aan het scherp geoefende oog van het dagelijksch Bestuur der gemeente ontglipt. Geld moet er zijn en het moet dus door de schuldigen betaald worden, doch waar dit geheven wordt volgens een stelsel, waardoor een handig rekenaar of quasi-onnoozele zijne portie door een ander laat betalen, verwekt het ontevredenheid, onwil en willekeur of het stelt den weg open tot opzettelijk verkrachten der waar heid en dal alles voorkomt de inkom stenbelasting Hoe eer hoe beter wijzige, of liever nog, verandere men het stelsel. Nog altijd vindt men berichten om trent den gezondheidstoestand van den jon gen Spaanschen koning. Pas is de kleinste monarch van Europa hersteld van een gevaarlijke ziekte en bevindt hij zich met zijne moeder, de koningin-regentes, te San Sebastiaan om de versterkende zeelucht in te ademen, of een nieuw gerucht van ziekte, ja zelfs van overlijden bereikte ons. Hoewel dit is gebleken onwaar te zijn, pleit het toch niet voor den goeden toe stand van het kind. Het zou ook kun nen, dat men in de onmiddellijke nabijheid van den vorst elke kleine ongesteldheid overdrijft. Medegedeeld wordt, dat de Uuion- bank te Kaapstad, werkende met zeven millioen Nederlandsch kapitaal, hare beta lingen heeft gestaakt, echter met de ge ruststellende verklaring dat veel er van, zoo niet alles, terecht zal komen. Het sedert eenigen tijd verwachte decreet van den sultan van Zanzibar tegen het verhandelen en verruilen van slaven is thans verschenen. Het bepaalt o.a. dat geene slaven bij testament aan een ander mogen toegeschikt worden, dat gewezen slaven geen slavenhouders mogen zijn en alle slaven het recht hebben zich vrij te koopen. Aan degenen die zich vrij gekocht hebben, belooft de sultan zijne bijzondere bescherming. In de laatste raadsvergadering te Haarlemmermeer is een besluit genomen, andermaal een derde geneesheer op te roe pen en wel voor wijk I op eene vaste jaarwedde van 1000 en vrije woning. De gemeente Haarlemmermeer met een omtrek van ruim 12 uren en eene bevol king van ruim 15000 zielen, heeft slechts twee geneesheeren, die metterwoon in de gemeente gevestigd zijn, een te Hoofd dorp en een te Nieuw-Vennep. De derde geneesheer wordt benoemd voor wijk I, standplaats Vijfhuizen. j.l. Zondag werd de nieuw gebouwde kerk der Chr. Ger. Gemeente te Houtrijk en Polanen plechtig ingewijd door Ds. de Vlieg. Tot tekst was gekozen Ps. 27 vs. 4 en 2 Chron. 6 vrs. 18. Ofschoon het kerkgebouw ruim 300 zitplaatsen bevat, konden de talrijke aan wezigen zoowel des morgens als des mid dags niet allen geplaatst worden. HAARLEM, 5 Augustus 1890. De eerste kermis-avond onderscheid de zich reeds van gewone Zaterdagavonden door meer dan gewone drukte langs de straten, bepaaldelijk op de plaatsen waar de kermis zich bevindt. Men nam voor- loopig een kijkje, hoewel tooh ook geheele scharen jongelieden zich lieten draaien in den stoommolen op de Botermarkt, in het etablissement waarvan de ingang versierd is met een Eifeltoren, wiens top zich verschuilt in de boomen daar ter plaatse, of op de Turfmarkt waar een dito machine te vinden is. Spriet scheen weer den noodigen toeloop te hebben van het jonge geslacht, althans de eerste groote avondvoorstelling was goed bezet, wat dan ook niet te verwonderen is, als men weet, dat deze van ouds bekende acrobaten- en goochelaars-firma zich bij de jeugd ver heugt in eene ongeëvenaarde populariteit. Doch ook de Oude gracht verheugde zich in druk bezoek. Wel bevatten de kramen niet veel, wat men niet even goed in Haarlemsche winkels kan koopen, maar de immer volhardende, jaar op jaar terug komende kermisreizigers mogen toch ook niet voorbij gezien worden. De gebakkra men zijn als vroeger goed vertegenwoor digd. Ook bij deze inrichtingen is vooruit gang merkbaarde meeste ieveren bij hunne eetwaren thans ook limonades. Ter plaatse, waar volgens de heerschende mee ning eerst eene goochel-inrichting zou komen, schijnt het plan veranderd. Men vindt er thans „Scala". Er worden instru mentale en vocale concerten gegeven. Bij eene repetitie, Zaterdagmiddag, werd daar een vrij goede sopraan vernomen. Het ac compagnement leek ook boven het gewone kermispeil te staan. Muziekliefhebbers zou den kunnen beproeven in hoeverre een en ander aan het voorgespiegelde beant woordt. De Photografie laat zich mede niet onbetuigd. Op alle eenigszins gunstig ge legen punten zijn zulke liehtkunst-tentjea te vinden. Bij de uitstallingen komen eenige goed geordonneerde groepjes voor. Natuurlijk laten kleur en afwerking te wenschen over, doch wie voor weinig geld zijn natuurgetrouw conterfeitsel wil be zitten, zonder te hooge eischen te stellen, is daar spoedig en goedkoop geholpen. De vertooningen geven niet veel nieuws, of 't moet zijn, dat eene juffrouw zonder armen of beenen of een bijzonder zwaar ge bouwde jonge man, ergens op de Oude Gracht, aanspraak kan maken op deze onderscheiding. Verder is aan kooplieden met allerhande snuisterijen, welke niets eens zoo lang duren als de kermis, geen gebrek. Van de buitengewone straatmuziek zijn wij ook dit jaar verlost. De gewone mu- ziek-kunstenaars daarentegen doen nu dub bel hun best. Ondanks hel druilige weer kwamen Zondag met de verschillende treinen vele vreemdelingen onze omstreken bezoeken. De tooneelvoorstellingen namen, behalve in den Sohouwbnrg Jansstraat, Zondag avond een aanvang, met bij van Lier „de Jonge Garde", waarvan de opvoering reeds dagen te voren door sterk sprekende bil jetten den volke was verkondigd. Het programma waarmerkt „De jonge Garde" als blijspel met zang enz. en het voldoet hieraan ten volle. De Duitsche oorsprong van het stuk blijft door de omwerking in onze taal niet verborgen, integendeel zelfs „De Cos- tuums zijn naar Duitsch Model vervaar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1890 | | pagina 1