ubb u9cu }aprao 'paO|a.I0AO Siqqnp3 sbaa ubajbbq
j((j J8:]ba\qUl.ip pi] PUI
flS ;BB}S 901] Ug -U9U19U 9] 9p9UT J8iq UBA qOS99|AU9^
-ta§ ?ba\ mo 'ufiz qauz ]9AA Sou qoo} qaq ]bz ubq"
•uo[t!l] 9} do .tooa J9 uiiu.i pq jap
-noz 'paoiu uassiS paiooz jbbiu ^ip fiq pp 'SuiSaoAfiq
japuo 'do qos99]A uapozaS ua qads piaqpaAaoq ajaq
-9Z 91199 I1U apmaou <((J q0S99]A pOZ ]99A J9 sp"
,/jaaqufitu 'afqnp uaap)"
•qoq uap UBB qi §80.IA
<l(i ]9AV 'piooq UBB qOS99]A l|OSJOA U99§ JOqaZ SI jg"
•uaqqaq a; uapnoA
-a§ pqsuiapidaq ap ui apaj uoa ui japua ua uaa 'suo
fiq apppaA 'paaoB qospqog qjap uaa pen ua 'uoop
uapuajauaSaz do 'spSoq pin afqaz uaa ua pmjqpaaf
]aai qosap uaqqqq uaa 'jaojpqoef puo uaa pra uapaz
-ubb uaSuof ap uraAsq 'ppq°izaA\ja apoq auaa ajq
'dooquBM uap sum jaSja jaaA aip 'saa.ia uba ua uapfq
japiq uba uadpff} uaa pin Suisso[joa azuo uba uaS.iora
uap do 'soopjaiutuip apëaoqaSpuoi 'apuooAiaSpui aip
spi 'ufiz a; SinpiBBA qospn uaa qpz 'pom uaa qpz
'uaqqaq pqBBiuaS qnipui uap fun do 'uapaqStpuBpmo
-spfiq auoAiaS ui 'uoq 'piqJSA ]amaq uap Sooq uapiqaq
qaoppaz para uapsBin apuaqqaAiSuzpuo aufiz pup 'qoo
SipqoBiu ua poo.iS aoq 'diqosaiuq uaaf) \iaAO ppqjBBq
-quup apsSiuui ap uba pjuq ufitu appop uaop 'apSeapdo
Suippai jazuo jap sad uba ooz Stnp.tBBA pip pep 'sbaa
pjnaqaS paiu japuo.tó paq uaiput 'qaaqpuo.t pAinaiuaq
quq ap do pejaAO 'puops am fiq fiz [fiAuap 'pep 'afsput
aSuof pep uba ufiz psaaAiaS noz pop paq pA\ pe.w 'pqaepaq
uap ua 'uaqaps Sez pqonj ap ui uaddop ajpps 'aSooq
aufiz .iaap puapa araazuaa pep ua 'appoAaS uapaoA
aufira Japuo qap apno pep japaAi qi uaop 'qoop jeejy
699
368
„Dick, dat zou jij mijnheer wel kunnen zeggen,"
riep de kok, zich tot een van het drietal, een jongen
van omtrent zestien jaar, wendende.
,,Joa, een geweer is t'er wel," antwoordde de jon
gen, „maar van kruit weet ik niet van. Ik zal eens
gaan kijken."
,,Als de bldan," beval de kok, waarop de
ander naar de kajuit stoof.
De kajuit was een dekhuis, dat zich achter den
grooten mast uitstrekte. Aan de sporen eener vroege
re versiering van lofwerk en eenig verguld daarop
nog aanwezig, kon ik wel ten naastenbij de ouder
dom van de Sarah Jane schatten. Die bovenkajuit
had van voren, even als een klein huis, aan weers
zijden der lage deur, een raampje, waarachter een rood
gordijn hing; die raampjes waren door groen geschil
derde krullen omlijst. Aan beide zijden liep langs dit
dekhuis een nauwe gang naar achteren; doch, naar
voren, tot aan het andere dekhuis, dat voor matrozen-
logies diende, was het dek ruim en door niets afge
broken dan een heel groot luik, een windas en een
paar oude handpompen.
Neen, op zulk een kraak van een schip had ik nog
nooit den voet gezetik betwijfelde of de lengte wel
meer dan drie-en-een-half maal de breedte wasde ver-
schansings kwamen mij ter hoogte van de schouders;
nergens zag men een stukje hout, dat aan de brik
vast was, en zich niet van ouderdom en slijtage vol
putten, bijna wormstekig, voordeed. Iemand, die meer
gevaren had, kon onmogelijk zijn lachlust bedwingen,
wanneer hij naar het tuig keek, waarvan blijkbaar de
stengen en raas vroeger op allerlei schepen van uiteen
loopend charter hadden dienst gedaan.
((\iaaqufitu
'uajppjaA ap uapaAi uba S9]jb pM qoq ap ]az map
mam" fiq approoA\]ua (('qi joo;a° paoS 'ooz oog"
•qi Saoja
<((jqi.iq aa\n do uaistAoid ap jam ^aq ^bb;s oojj"
((-ufiz iqooqaS ]a,w
qoo afyod suo ]bz 'moqSnaa} piooq ubb qi sjy qaai
uaqossn^ui n quap" 'siaraog appjooAi^uB ,/uaa^'-
•suaip qi SaoiA (iCjua]a
apara afqn;s uaa na ua?pz uaaS laiu aS jbbj\["
,/maq jooa s]b
Suajaq suo jooa jaAiooz '^az uajaSSnus jaaq uaa ]B uup
?aq puiA qi 'pcuaou ua]am af ^ba\ 'si ^ap )aq s|y" 'ui
uaras^ooq ap jaiA t('uaSSaz ]aiu qsinf ooz qi ]az ibq"
((-ufiz noz uaSfijq a^
d[nq ]aA\ ^ap ^qoap fiq uao; '^saaAiaS ua]am ^aq
ubb jaqaz si uauunn^s azuo 'qoQ 'uaizaS puapa uaa
uba ;aS iqooz qt qaq ]ioou So^" -s.iaraog apS]0aj9a
<(tisuaa Sou qi Saz'uaop uadaqos jaiq uapnoz ïb^\"
•japuB uaa daiJ (/uaqoq a;
ui ja mo sqiu .iaam 'jappaz ja^ si jo^bai puaqo}j"
(ppBB.iaraaq '^qooqjaA^in ]B uajBAi sjaquiAi ap"
'uazojpm ap uba uaa appjooAqua (t'.iooq 'uapajoQ"
<<(:s[ Sqsmoqja diqos a\n uba aip" 'uapuo^s puojS uap
do aip 'apuajiqS uaqqqq aSiuia.w ap jbbu 'fiq laz 1('ai[an;
-au ap uba Sou Jaqag i.ia si ua^a jooa ■jb^ 'ua^saora
uajaoA^in jaiq aip ^bai 'ua^aAi uo]]ia\ suaa ]0av noz
qi 'uaopuBB uapnoz puapa ^ip jaiq aip 'uadaqos uap
ua uapjoAV ua^aora uajjoi^aSuBB jaiq sja s^aaid u(ooz
do aip uapnoz .ibbai 'uaufiaipajy rnappaq uapuoAaS
^aiu jaiq n a.w s]a 'uauuoSaq uaqqaq ftAV uapnoz ^baa
(ajaajj 'jaara" ïsuo ja^qoa |nq ap do pjaiq Soo ufiz
"'SuizBq.iaA ajaqaz auaa ^ara 'uao; ua Sazdo uaSuipaq
f99
365
„In allen gevalle kan hier het waterruim aangevuld
worden," merkte ik op, „en als er iets aan boord is,
dat op een geweer lijkt, dan zouden we ook nog een
voorraad geitenvleesch kunnen inslaan."
„Ik geloof wel, dat er in de kajuit nog een oud
jachtgeweer hangt," zeide de man; „maar kruit, daar
weet ik niet van. Misschien weet onze jongen dat.
Maar zijn er hier geiten?" ging hij voort, zijne oogen
latende rondgaanen toen mompelde hij nogmaals
„Verduiveld, als ik ooit nog zoo'n gat gezien heb. Een
mooie plaats om medicijnen vandaan te komen halen
Het bleek nu, dat de man zich voorgesteld had,
dat St. Paulus een bewoond eiland was, en indien wij
onder andere omstandigheden hadden verkeerd, zou
ik zeker gelachen hebben om het gezicht, dat hij trok,
toen hij zijne oogen langs de kratermuren op en neer,
rond den zoom van het binnenmeer, vandaar naar de
hut liet gaan en nog altijd met dezelfde stomme ver
bazing weder op ons liet rusten.
Doch onze tijd was kostbaarik hoopte, lang voor
zonsondergang, deze eenzame, onherbergzame rots
ver achter ons te hebben; mij daarom tot Shilling
wendende, zei ik: „Laat een paar man naar de hut
gaan en al wat daar nog achtergebleven zijn mocht
hier halen; een paar van de anderen kunnen in de
giek gaan, en de dames en mij naar boord roeien.
Blijf gij zelf nog zoolang hier, bootsman, dan zal ik
zien, of er ook amunitie te vinden is voor het jacht
geweer, waarvan Somers sprak. We zullen, buiten de
gieksbemanning, negen in getal zijn, bedenk dit wel,
en zoo gij nu met de overigen kans ziet, een paar
geiten te schieten, zal het vleesch daarvan ons goed
te pas komen. Als ik aan boord kogels en kruit kan