HAARLE
No. 54
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Dertiende Jaargang.
14-4.
c* tt
XJ £1:
met AMSTERDAM.
van WOENSDAG 29 April 1891
Bij dit nummer wordt
geen Bijblad verzonden
Nieuwsberichten
^fiLS^HOONNUMMBS
TELEPHONISCHE VERBINDING
ABONNEMENTSPRIJS
per drie maandent
-.25.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 26 cents, elke regel
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Tweede Kamer. De heer van Vlijmen
vervolgde Woensdag zijne rede, en zette
zijn betoog voort, dat persoonlijke dienst
plicht in strijd is met het belang der
maatschappij en der defensie. Het
verbod van railing en vervanging van
den dienst is zijns inziens in stryd met
art. 181 der Grondwet, waarin vrijwil-
lige dienst op den voorgrond staat
de dienstplicht is daar aanvulling. Door
persoonlijken dienstplicht, beweerde Spre
ker, zou het zedelijk en fysiek gehalte
van het leger niet verbeteren. De slag
vaardigheid zal niet verhoogd worden
door de verbetering van het intellektueel
gehalte. Ook de Roo had het nut betwij
feld van les bajonets intelligents. Met het
oog op het Kader is zelfs nadeel te vree
zen. Of het moreel gehalte zal verbeteren
door de studenten op te nemen, die soms.
niet door de professoren kunnen geregeerd
worden, valt te betwijfelen. Ten behoeve van
een landweer van problematieke waarde
wordt vrijwillige dienst nu in strijd met
de Grondwet beperkt. Spreker wil vrij-
willigen dienst op den voorgrond gesteld
zien, en daarnaast konscriptie met plaats
vervanging, en hetere betaling ook in het
belang der minvermogenden, die verzekerd
kan worden door eene krijgBbelasting. Door
het nu voorgestelde stelsel zal het lot der
on- en minvermogenden niet verbeterd
worden, ondanks al het trompetgeschal,
waarmeê de persoonlyke dienstplicht wordt
aanbevolen. Ook tegen delangdnrigedienst-
tijd kwam spreker krachtig op, en scherp
kritizeerde hij de vormÏDg van het rezer-
veleger, dat evenmin als de landweer een
groote waarde heeft, daar de troepen on
bekend zijn met de officieren en met het
terrein, waarop zij moeten ageeren. Vol
gens hem zijn de bestaande schutterijen
uitstekend te hervormen tot eene bruik
bare rezerve. Ook de heer van Nunen
besteed uitvoerig het ontwerp. Hij achtte
het dwaasheid den persoonlijken dienst
plicht aan te raden om de jongelni aan
tucht te gewennen. Die dat noodig achten
knnnen hunne zonen nu reeds in de ka
zerne laten verblijven. Het leger mag niet
gebruikt worden als een soort van hoo-
gere burgerschool: volgens Spreker zijn
de hooge lasten en aanzienlijke uitgaven,
aan dit ontwerp verhonden, niet geschikt
om geestdrift te wekken, te minder daar
alle zekerheid ontbreekt, dat in tijd van
nood het stelsel vrucht zal dragen. Trou
wens reeds nn zijn de financieele lasten
zwaar. Door aanneming van dit Duit-
sche sijsteem zullen we den laatsten slag
boom wegnemen, die ons van Duitschland
scheidt, en loopen we veel meer gevaar
onze onafhankelijkheid te verliezen dan
door handhaving van ons volkskarakter,
gegrond op nationale zeden en gewoonten.
De Reg. geeft ook geen waarborg, dat
haar stelsel afdoende issteeds znllen de
eisehen vermeerderen. De Reg. had alleen
moeten zorgen voor zedelijke waarborgen
tot behoud onzer onafhankelykheid, of
voor 'tgeen de eer en de historie eisehen.
Spreker besloot met den wensch, dat het
gezond verstand mocht zegevieren, en
dat de Kamer niet mocht medewerken om
der natie nieuwe zware militaire lasten
op te leggen van problematiek nut. De
heer Gnyot bestreed de samenkoppelling
van de zee- en landmacht. Afzonderlijke
regeling voor de zeemacht was er noodig
om op afdoende en min kostbare wijze in
de behoefte van het personeel der vloot
te voorzien, door gebruikmaking van het
personeel der handels- en visschersvloot.
Voorts besteed hij het ontwerp, dat geen
rekening houdt met het verband tnsseben
doode en levende strijdkrachten. De rege
ling van den dienstplicht in dit ontwerp
is volgens Spreker een groote misslag.
Het geheele volk moet weerbaar zijn. Ook
de regeling van den oefenplicht getuigt
van gemis aan praktieschen blik. Aan
zoo'n zwak veldleger hebben we niets. Wij
moeten als kleine natie defensief knnnen
optreden, en ons daarnaar inrichten.
De heer Domela Nieuwenhuis ving aan
met zich aan te sluiten bij de staatkundi
ge brieven van Mr. S. van Honten. Hij
deelde diens gevoelen, dat slechts fijne be
rekening, tot hoever het Parlement thans
zal willen gaan, geleid heeft tot dit ont
werp, na welks aanneming nieuwe, hooge
eisehen zullen worden gesteld. Hij meende
dat de Reg. zeer luchthartig rondspringt
met voorspiegelingen en cijfers, en noemde
dezen Generaal-MiDister een waardig pen
dant van Leboeuf met zijn bekend de coeur
léger. Spreker verzekerde, dat zijn advies
het gevoelen weêrgeeft van eene breede
laag der bevolking. Hij verklaarde zich
tegen plaatsvervanging, maar afschaffing
daarvan maakt niet de eerste de beste le-
gerwet goed. Dit ontwerp geeft enkel voet
aan het militairisme. Toegeven aan de
eisehen van het militairisme voert tot ver
arming van het volk. De uitgaven znllen
steeds stijgen, en waarvoor? Om het ka
pitalisme te verdedigen en te versterken,
en een deel der liberalen, die anders al
toos van bezuiniging spreken, znllen met
Katholieken en met een deel der antire
volutionairen, dus door een monsterachtig
verbond, deze wet helpen aannemen. Na
uitvoerig betoogd te hebben, dat alleen het
Zwitsersche stelsel voor ons geschikt is,
stelde spreker eene motie voor, waarin,
overwegende, dat de hoofdbeginselen van
het ontwerp zijn verhooging van het kon-
tingent en vermeerdering der oorlogsuitga
ven, wordt verklaard, dat aanneming een
bedenkelijke stap zou zijn in de richting
van het militairisme, de kanker, knagend
aan de welvaart der bevolking, en de
hoofdstrekking wordt afgekeurd, ondanks
de opneming van het rechtvaardig begin
sel van afschaffing der plaatsvervanging.
Deze motie werd ondersteund door de
heeren Kenchenins, Haffmans, Schreine-
maeher, A. van Dedem en Harte. De heer
de Geer van Jntphaas bestreed het ont
werp. Volgens hem zijn de meeste artike
len onverstaanbaar, of znllen zij in gevolgen
tot veel onaangenaamheden leiden. Hij
noemde eenige artikelen, alle betrekking
hebbende op de verplichtingen der bnr-
gemeesters. Hij wees op de enorme finan
cieele lastende berekening van de Reg.
is maar globaal, en de uitvoering zal het
dubbele kosten. Uitvoerig sprak Spreker
over de persoonlyke lasten, welke het
ontwerp wil opleggen. Voor de studeeren-
('e jeagd zou het een groot bezwaar zijn,
als zij aan hare studies werd onttrokken,
en spreker achtte het opleggen van zoo
zware lasten te minder gerechtvaardigd
om den rechtstoestand van den soldaat,
die een paria in de maatschappij is. Hij
kan gestraft worden door elk officier,
maar ook door eiken gestreepte, en hij
moet met elke straf tevreden zijn. De
rechtspleging, waaraan de soldaat onder
worpen is, is allertreurigst, en zal men
nu nog meer Nederlandsche burgers in zulk
een toestanden onder znlke wetten stellen
Om deze en andere redenen verklaart
spreker zich tegen het ontwerp. Met 42
tegen 33 stemmen werd aangenomen een
voorstel van den heer Harte, om de ver
gadering tot den volgenden dag te ver
dagen.
In de zitting van Donderdag verklaar
de de eerste Spreker, de heer Heldt,
dat hij in de bezwaren tegen het ont
werp in 't algemeen van de heeren Vi-
ruly Verbrugge en Domela Nieuwen
huis deelde. Hij kwam echter met kracht
op tegen de bewering van den heer Schaep-
man, dat het volk tegen persoonlijken
dienstplicht zou zijn. Het tegendeel is
waar. In de 25 jaar, dat Spreker onder
het volk verkeert, heeft hij nooit ander
verzet waargenomen dan tegen het behond
der plaatsvervanging. Alle volksbonden
hebben er tegen gestreden, en alleen de
Katholieke Volksbond heeft een veelzeg
gend stilzwijgen bewaard. Indien het de
bedoeling mocht zyn van den heer Schaep-
man het anti-klerikalisme in het leger
te wereD, dan zegt Spreker, dat dit toch
niet zal geschieden. Spreker stelde in
het licht, welke verkeerde voorstellin
gen men zich maakt van de pozitie der
mingegoeden, wat dit pnnt betreft, 't Ont
breekt hun niet aan patriotisme, maar men
moet niet vergeten, dat zij vrij wat min
der belang hebben bij 't behoud van 't
vaderland dan meergegoeden.Onjnist noem
de hij ook het beweren, dat het voor den
minderen man een soort van voorrecht
zon zijn, dat hij in dienst treden kan.
Velen worden uit hun arbeid en bedrijf
gerukt, om te dienen, en wel verre dat
hun zakgeld voldoende zou zijn, moeten
de onders vaak bijpassen. En komt hij
weêr thuis, dan zijn al zijn kleeren hem
te klein geworden, en staat hij arm en
naakt te midden van het arme gezin, en
moet hij schulden maken, om weêr orde
lijk voor den dag te knnnen komen. Wat
de bezwaren van den heer de Geer betreft,
deze kunnen volgens Spreker niet gelden.
Deze wet verergert toch de ongerechtig
heden der militaire rechtspleging niet, en
waarom moeten meergegoeden niet, en
mingengoeden wel daaraan onderworpen
zijn? De heer Seyffard betuigde slechts
in vergoelijkenden zin over het ontwerp
te kunnen sprekenhij kan de Wet niet
bewonderen, die niet fraai en niet natio
naal is. Hij bleef algemeenen dienstplicht
voorstaan als grondslag van legervor
ming voor alle kleine natieën, maar daar
om kan hij eene slechte wet niet aan
nemen. Terwille van den persoonlijken
dienstplicht kon Spreker niet heen stap
pen over alle bezwaren: door zich blind
te staren op de vlag, wil hij de lading
niet binnensmokkelen. Oefenplicht moet
in de wet staan, die geen beletsel mag
bevatten tegen het in 't aanzijn roepen
van volkslegers. De beste waarborg voor
de de' onafhankelijkheid zoeke men in het
weerbaar maken van het Nederlandsche
volk. De heer Schepel vroeg overlegging
van het advies van den Raad van Sta
te over de Legerwet. De Min. van Bin-
nenl. Zaken zon met de Reg. daarover
nader overwegen. De heer Schepel zon,
indien overweging tot weigering mocht
leiden, eene motie voorstellen. De heer
A. van Dedem verklaarde, dat hij geen
voorstander was van persoonlijken dienst
plicht, waarin hij geen heil zag. Hy was
echter bereid zijn overtuiging op dit pnnt
prijs te geven, als de Reg. dat beginsel
noodig acht, mits zijne bezwaren tegen
de personeele en financieele lasten werden
opgeheven. Spreker gaf aan 't geen het
ontwerp wil verre de voorkeur boven 't
geen de heer Seyffardt voorstaat. Hij aeht -
te het raadzaam, dat de Reg. toenadering
betoonde, en was van oordeel, dat het
bezwaar van den heer de Geer tegen de
strafrechtspleging veel eer te pas kwam
bij de eventneele invoeringswet. De heer
Schimmelpenninck van der Oye was de
eerste spreker die zijne tevredenheid liet
blijken ten aanzien van het ontwerp. Hij
was van oordeel, dat het ontwerp het
juiste evenwicht hield tusschen de mili
taire en de daarmede strijdige financieele
en sociale belangen der natie. Hij vond
de op te leggen lasten niet bovenmatig,
noch wat het kontingent, noch wat dienst
tijd, noch wat de geldelijke bijdragen
betreft. Hij zou echter wel willen mede
werken, om zoo mogelijk die lasten te
verzachtenén óók zou men hem bereid
vinden, om mede te werken, om het leven
in de kazernen in zedelijk opzicht te ver
beteren. Den heer Travaglino griefde het,
het ontwerp te moeten aanBtrijden, dat
van deze Regeering afkomstig was, en
door een geloofsgenoot was ingediend.
Maar deze Minister had hem den hand
schoen toegeworpen, en Spreker zou den
strijd niet ontloopen, en voelde zich sterk
door den overtniging, dat honderdduizen
den achter hem stonden. De legerkwestie
was, dat erkende Spreker, niet eene Ka
tholieke kwestie, maar de Katholieken
willen de miliciens behoeden tegen geva
ren voor hunne ziel, waaraan zij, die in
de kazernen verblijf honden, blootstaan.
Spreker sprak op zeer pathetiesche wijze
over dat in zijn oog zoo afgrijselijke ka
zerneleven. Hij haalde het voorbeeld aan
aan een achtenswaardig koopman, vader
veler zonen, die hem gezegd had, dat hij
liever zijne kinderen naar het kerkhof zag
dragen, dan te moeten dulden, dat zij naar
de kazerne gingen. Hij achtte het ontwerp
in stijd met de Grondwet, verwachtte,
dat de financieele gevolgen allernoodlot-
tigst zonden zyn, dat verhooging van het
kontingent en verlenging van diensttijd
onnoodig waren, en dat onze neutraliteit
het best gewaarborgd zal worden door
onze bescheidenheid. Met steeds stijgend,
nn en dan hilariteit wekkend pathos ein
digde Spreker met uit naam van alle Ne
derlandsche moeders den Minister en de
Kamer te bezweren deze wet toch niet
tot stand te brengen. De heeren de Vries
en van den Boreh van Verwolde toonden
zich geneigd vóór te stemmen, mits de
Minister tegemoet kome aan verschillen
de bezwaren en de lasten vermindere.
Wordt vervolgd.
HAARLEM, 28 April 1891.
Donderdagavond gaf het Nederlandseh
Tooneel de laatste voorstelling van het
abonnement en wel met Cleopatra van den
hekenden Geldersehen dichter Maaldrink.
Eene figuur als Cleopatra dramatisch voor
ons nit te beelden vereischt meer dan ge
woon talent. We willen niet te kort doen
aan Maaldrinks groote gaven; hij toonde
die reeds in zijn Herodes, maar of hij ten
volle de moeilijkheden te boven is gekomen,
die de stof voor zyn drama noodwendiger-
wijze met zich bracht, mag betwijfeld
worden. De historische figuur van deze
Egyptische koningin is znlk een wonder
baar mengsel van tegenstrijdighedenHet
tydvak waarin zij leefde zulk eene zon
derlinge vereeniging van Helleensche over-