rso
Eerste 1
PREDIKKE
a
FRISCH BLOED.
1)
HOOFDSTUK I.
Hoe het eigenlijk begon.
144.
op ZONDAG 2)
Uit het Engelsch
van John Habberton,
Schrijver van „Helen's Kleintjes", enz.
if
ï-
„Ge moet ons altijd komen op
zoeken, als gij eens in de stad komt."
Deze uitnoodiging werd gedaan met
dal innemend vertoon van hartelijk
heid, dat men kan aannemen, als men
gelooft, dat de uitgenoodigde persoon
nooit gebruik zal maken van de be
leefdheid. Gelukkig voor het verloop
dezer geschiedenis was de jonge Philip
Hayn, die zoo door den Heer Tramlay
werd uitgenoodigd, te jong en te wei
nig aan de gebruiken der beschaafde
samenleving gewoon, om deze vriende
lijke woorden in eene andere dan hunne
eigenlijke beleekenis op te vatten.
Dit zou kluchtig toegeschenen heb
ben aan ieder, die de twee mannen
en hunne positie in het leven kende.
Tramlay was een koopman uit New-
York, in den ijzerhandel algemeen be
kend en zeer gezien, Hayrt was de zoon
van den pachter, in wiens huis de fami
lie Tramlay den zomer had doorge
bracht. Toen de Tramlay's besloten,
het late zomerstof van het land te
verwisselen tegen het vroege najaai sslol
van de stad, mende Philip het ouder-
wetsche lamilievoertuig, dat hen van
de hoeve naar hel station vervoerde.
Het hoofd der familie was gekleed als
een welgesteld man van zaken, Phi
lips jas, vest en broek waren over
blijfsels van verschillende pakken, geen
van allen nieuwerwetsch van snede.
Hel contrast werd nog verhoogd door
de neerbuigende vriendelijkheid van
den ouderen man en de ietwat link-
sche eerbiedigheid van Philip, zoodat
Mevrouw Tramlay dan ook, toen haai
man haar in den wagon hielp, dezen
toefluisterde
„Als hij u nu eens aan uw woord
hield, Edgar?"
De koopman haalde even de schou
ders op, en antwoordde: „Er zijn wel
slechter lieden bij ons gekomen, die
toch vriendelijk verwelkomd werden."
„Mij dunkt, 't zou vreeselijk kluch
tig zijn," merkte Miss Lucia Tram
lay op.
Toen namen de drie, door kleine
re leden der familie gevolgd, even
veel plaatsen bij de ramen in beslag,
en knikten een glimlachend vaarwel,
toen de trein vertrok. Philip beant
woordde hunne begroetingen, behal
ve de glimlachjeshoe 't kwan wist
hij zeil niet, maar het vertrek van al
deze menschen speel hem. Hij volg
de den trein met de oogen, tol deze
uit het gezicht wastoen stapte hij
in den ouden familiewagen en reed
vlug naar huis, terwijl hij niet den
minsten lust toonde, om nu en dan
even stil te houden en met de vele
voetgangers te praten, die geneigd
heid toonden om over de vertrokken
gasten te keuvelen. Toen hij hel ui
terste einde van het dorpje bereikte,
liet hij de paarden weer stapvoets
gaan, zooals zij 't gewoon waren, hij
liet de teugels slap hangen, leunde
voorover totdat zijne ellebogen op de
knieën rustten en de rand van zijn
hoed bijna kennis zou gemaakt heb
ben met het spatbord, en herhaalde
langzaam„Ge moet ons altijd ko
men opzoeken, als gij eens in de stad
komt. Nu, daar kunnen ze op re
kenen."
De komst van de Tramlay's op de
hoeve der Hayn's had voor alle betrok
ken personen nieuwe indrukken op
geleverd. De jongere leden der fami
lie Tramlay waren eerst tegen het
plan geweest, om den zomer op eene
hoeve door te brengen, zij hadden
één seisoen te Mount Desert, een ge
deelte van een ander te Saratoga
doorgebracht, en, daar Lucia sints
een jaar hare intrede in de wereld
had gedaan, en eene zuster had, die
al vroeg hoopte deel uit te maken
van een groep rozeknopjes uit de
hoofdstad, waren de vertoogen tegen
een zomer op het land dat ruwe,
gemeene, werkelijke landernstig
geweest. Maar het hoofd der familie
had gezegd, dat hij hun niets beters
kon verschaffen, de handel was slap,
men moest zijne inkomsten niet te
boven gaan, enz. Daarenboven was
de gezondheid hunner moeder niet
bestand tegen een zomer in de groo-
te wereld; zij konden dit als eene
geldige verontschuldiging aanvoeren,
wanneer zij de plannen der familie
aan hunne kennissen mededeelden.
Eenmaal op de hoeve der Hayn's
aangekomen, verdwenen de tegenwer
pingen der jongere Tramlay's web-
dra. Alles was nieuw en vreemd;
niets was terugstootend, en veel was
interessant en prettig: wat hadden ze
nog meer kunnen verwachten
zelfs te Parijs De hoeve was goed
en werd wel bestuurd, de kamers
waren netjes en geriefelijk, hoewel
wat ouderwetse!), en de menschen
waren schrander al vond Miss Lucia
ze „vreeselijk kluchtig." Het hoofd
des gezins was een van de vele pach
ters die menschen in den kost namen,
om zijne eigen familie in de gelegenheid
te stellen menschen te leeren kennen
eenigszins buiten den kring hunner
eigen bekenden eene gelegenheid,
die zjj denkelijk op geen andere ma
nier ooit zouden vinden, al had rnen
er ook moeite voor gedaan. Vader
Hayn had gaarne een professor van
een Theologisch Seminarium en diens
familie in zijne mooie kamers willen
huisvesten; maar, daarniemand van dat
slag op zijn bescheiden advertentie ant
woordde, nam hij, in plaats daarvan,
eene ijzerkoopersfamilie aan.
De aardbeien werden juist rijp,
toen de Tramlay's op de hoeve der
Hayn's aankwamen, en de kleine
Tramlay's kregen verlof, om het groo-
te oude aardbeienbed naar believen
te plunderen; toen kwamen er ande
re bessen, in welker dot re takken
zij, uren achtereen, hunne kleêren
scheurden en hunne lippen blauw
aten. Toen kleurden zich de kersen
op een dozijn oude boomen, die de kin
deren beschouwen mochten, als voor
hun bijzonder genoegen geplant. Toen
waren de opeenvolgende vruchten van
den boomgaard voor hen, voor zoo
ver zij ze op konden. Dan was er
nog eene boot in een vijver, en nog
eene in een stroompje, dat niet ver
vandaar in den o eaan uitliep; en hoe
wel de jongens van Hayn altijd wat
schenen te doen te hebben, lieten zij
zich vaak overhalen, de kinderen te
vergezellen, om ze voor verdrinken te
bewaren. Voor Mevrouw Tramlay, die
werkelijk zwak was, waren er lange
wandelritten te maken, over wegen,
waarvan enkele heerlijk beschaduwd
waren, en andere schoone gezichten
te genieten gaven; en het was zoo
kalm, te kunnen uitrijden, zonder zich
opzettelijk te moeten opkleeden,
en ook zonder in de noodzakelijkheid
te verkeeren, elk naderend voertuig
oplettend te onderzoeken, uit vrees,
dat er eene kennis in mocht zitten,
die men groeten moest.
Wat het hoofd der familie betrof,
die alleen de Zaterdagen en de Zon
dagen bij de zijnen doorbracht, deze
scheen behagen te vinden in het ge
zelschap van den heer des huizes,
iets, dat zijne vrouw in 't eerst veel
ergernis en onrust berokkende.
„Edgar," zeide Mevrouw Tramlay
wel eens, „vergeet niet, dal Mijnheer
Hayn maar een gewoon pachter is."
„Hij is fatsoenlijk, en verstaat zijn
werk door en door," antwoordde haai
man, „twee redenen, die mij ieder
op zich zelve goed genoeg zijn, om
met iemand ingenomen te worden,
of hij moest onaangenaam zijn. Een
gewoon pachter! Wel, kind, ik ben
maar een gewoon ijzerkoopman."
„Dat is heel wat anders," wierp
Mevrouw Tramlay hem tegen.
„Zoo? Nu, vrouwtje, geef u maar
geen moeite, om dat goed uit te leg
gen; gij zoudt er stellig wel drie da
gen lang hoofdpijn van hebben."
Dus bleef Tramlay uren lang met
zijn gastheer praten, terwijl hij hem
dure sigaren opdrong, en wederkee-
rig de pijpen en de tabak van den
pachter niet afsloeg. Hij bevond dat
Hayn, gelijk ieder ander pachter met
hersenen, over veel dingen diep had
nagedacht in de duizende dagen, dat
zijne handen zich met ruw werk be
zig hielden, en dat zijne beschouwin
gen over de zaken in 't algemeen
buiten die in den ijzerhandel, ten
minste even gezond waren als die van
Tramlay zelf, of van wien ook, onder
Tramlay's kennissen in de stad.
Het eenige onverzoenbare lid der
familie was de oudste dochter, Lucia.
Zij was hel oudste kind, en deed
dus, wat haar goeddacht; zij was
mooi, dus had men haar altijd ver
wend; zij telde twintig jaar, dus wist
zij alles, wat zij het weten waardig
keurde. Zij had reeds sints lang in
zichzelve de wereld hervormd, zooals
die behoorde te zijn, en wel van dit
standpunt, dal deze eigenlijk alleen
ten haren nutte moe.-t beslaan. Niet
lastig van humeur integendeel,
vroolijk en vol levenslust, was zij
toch in voortdurend verzet tegen al
les, wat haar niet recies naar den
zin was, en zelfs de zorgvuldigste
opvoeding kon haar niet weerhou
den, de onwillekeurige, aan jonge en
zelfvoldane karakters eigene onbe
schaamdheid te toonen. Zij lachte
wel eens hardop aan tafel over de
manier, waarop Juffrouw Hayn eene
omelet opdiende; zeide aan den man
van diezelfde Juffrouw Hayn, dat zijn
Zondagsche jas er „zoo kluchtig"
uitzag, sprak openlijk in tegenwoor
digheid van hel gansche gezin, hare
meening uit over de afschuwelijke
manier, waarop de halfvolwassen jon
gens van Hayn hun haar droegen,
en aarzelde niet om aan Philip Hayn,
die twee jaar ouder was dan zij, te
zeggen dat, wanneer hij van het veld
kwam met zijn bruin flanellen hemd en
zijn grijs vilten hoed, hij er volmaakt
zoo uitzag als een nachtwacht. Maar
de Hayn's waren menschen, en, half
uit medelijden, half uit bewondering,
heeft het menschdom reeds sints lang
besloton, alles van een meisje te ver
dragen mits ze er aardig uitzie.
Moeilijk viel het den Hayn's, van
hunne logeergasten te leeren houden;
nog moeilijker, maar even zeker, leer
den de Tramlay's van hunne verhuur
ders houden. De wederkeerige achting
begon bij de uiterste einden van beL
de familiën. Mevrouw Tramlay, die
eene moeder en eene huishoudster
was, begon zulk een levendig belang
te stellen in het vrouwelijke hoofd
des gezins, dat zij de ingenomenheid
van haar man met den pachter niet lan
ger veroordeelde. De kinderen van
Tramlay zagen, eerst met verbazing,
en toen met bewondering, de wijs
heid en de handigheid van hunne
kameraadjes van buiten in dingen,
waarvan stadskinderen geen versland
hebben, 't Laatst van allen moest Lu
cia erkennen, dat zij den zoon des
pachters zeer hoogachtte, en zijne
boersche kleeding en linksche ma
nieren vergat in hare verbazing
over zijne natuurlijke beleefdheid,
en over zijne meerdere kunde in
eenige vakken, waarin zij meende, zoo
ver mogelijk te zijn gegaan. Zij had
eene deltige school van de te New-
York meest gezochte soort doorloo-
pen, en toch wist Philip meer van
talen en geschiedenis en wetenschap
pen dan zij, wanneer ze toevallig
en dat nooit door haar toedoen
over zulke droge onderwerpen aan
't spreken raaktenhij kende meer
bloemen, dan zij in de stad ooit in
den winkel van een bloemist gezien
had; en eens, toen zij getracht had,
de wat kale wanden van de huiskamer
der hoeve te versieren, verbeterde
hij haren smaak met eene bekwaam
heid, die zij wel moest erkennen.
Daar was niets vreemds in, behalve
voor Lucia; want de scholen in de
steden en die op het land gebruiken
dezelfde leerboeken, en tijdschriften
en couranten, die op kamerversie
ringen altent maken, worden over
al heen verspreid; maar Lucia scheen
het toe, als had zij een nieuw soort
van wezen ontdekt, en na eene maand
op de hoeve geweest te zijn, betrap
te zij er zich dikwijls op, dat zij
Philip bijna behandelde, alsof hij een
heer was.
Philips belangstelling in Lucia ont
wikkelde zich veel sneller. Hij had
geene vooroordeelen te overwinnen;
daarenboven is het oog lichter te ge
naken en te voldoen dan het verstand,
en Lucia had al wel genade gevonden
in menig oog, dat hooger eischen
stelde dan dat van den jongen pach
ter. Er waren aardige meisjes in gezin
nen dicht bij de hoeve der Hayn's,
en nog meer in het naburige dorp,
maar niet ééne van die was, nu,
niet ééne was juist zoo als Lucia.
Philip bestudeerde haar gelaathet
w as noch Romeinsch noch Grieksch,
en hij moest bekennen, dat hare trek
ken niet zoo regelmatig waren als
die van sommige meisjes in de buurt.
Hare gestalte gaf noch volle bevallig
heid noch volle kracht te kennen,
en toch deed zij alles op eene beval
lige wijze, en hare kleeding, 't zij die
eenvoudig of kostbaar was, scheen een
deel van haar zelve uit te maken,
eene bijzonderheid, die hij nooit bij
de meisjes uil de buurt had opge
merkt. Hij ontdekte spoedig, dat zij
niet alles wistmaar van 't geen zij
wist, kon zij zoo vloeiend spreken,
dal hij met het grootste genoegen
naar haar kon zitten luisteren. Zij
toonde niet dikwijls ernstige belang
stelling in iets, dat voor hem meer
was dan eene beuzeling, maar liet
zij eens voor eenige oogenblikken
hare gewone stemming varen, dan
was zij eene heilige gelijkhij kon
geen ander woord bedenken, om het
juist uit te drukken. Hare manier
van doen jegens zijne moeder had
hem mishaagd, want in 't eerst be
handelde het meisje die achtenswaar
dige vrouw als eene meiden dat
wel op de manier, die maakt, dat
de meeste meiden aan de meeste jon
ge dames een hekel hebbenmaar
had zij niet naderhand, met hare ei
gen fijne vingertjes, een nieuwen Zon-
dagschen hoed voor Juffrouw Hayn
gemaakt, en had toen zijne moeder
haar niet uit oprechte erkentelijkheid
een kus gegeven Zou hij haar een
verwijt blijven maken van 't geen
zijne moeder vergeven had
De jonge man deed niets meer
dan Lucy bewonderen en eeren, daar
van was hij heel zeker. Om gevoelens
van een teederder aard zou hij zich-
zelven berispt hebbenten eerste,
omdat liefde het denkbeeld van trou
wen meêbracht, waaraan hij zich niet
wagen wilde eer hij meer van de we
reld gezien en misschien nog een
college bezocht had; ten tweede, om
dat hij zich niet verbeeldde, dal zulk
een gevoel beantwoord kon worden.
Hij sproot uit eene familie, die door
rnenschengesfachten van harden ar
beid heen geleerd had, in alle din
gen de kosten te berekenen, zelfs
in zake van genegenheid, gelijk de
meeste flinke landbewoners in de ou
dere Staten. Hij was ook tegen hu
welijken tusschtn menschen van ver
schillenden stand. Lucia was voor
hem eene kennis zelfs geen vrien
din die hij hoog achtte; meer
niet.
Wordt vervolgd).
TELEPHOONNUM]
ABONNEMI
Per drie maanden.
fra
Afzonderlijke nommer
Advertentiên
Jioerd-Zuidhollandsclie
Haarl.Hilleg.Leide
5.30*, 6.57, 8.15* 's
-j- Alleen des
Haarlemsche Tramway-.1
Uit den Hout 7.50
Vertrekuren der Spoortr
8,22, 9.—*, 9.28*. IC
7.—+, 8.23*, 9.23*,
Trein 4.40 stopt te Ha
Van Amsterdam: 6.8, 6A
1.14*, 3.20*, 4.29*, t
Treinen 1.14 en 4.29 st
Haar Rotterdam: 7.12, 8
6.11f. 7.53*, 8.51, J
Van Rotterdam6.7.5.
7.28, 8.18*, 9.24*
zijn exprestreinen alt
Naar den Helder 6.40
Naar IJmuiden: 6.47, 9.5
Van IJmuiden: 7.49, 8.21
Naar Zandvoort: 7.—, 8.
Yan Zandvoort: 7.34, 8.i
Groot© K
Vroegpr. 7 nre, Swaan
"Voorin. 10 nre, Moetor,
Nam. 2 ure, Moeton. 3
's Avonds 6 ure, Knott,
Nieuwe E
Yoorm. 10 ure, bar bat
Jans-Ke
Voorm. 10 nre, Sioaatt.
Bakenesser
'Voor de Kit
Voorm. 10 ure, Faber
godsdienst oi
Waalsche
"Voorm. 10 nre, Bourlie
Christelijk Gerefoi
GedOudeg
Voorm. 10 nre, 's Av.
Klein Heili
Voorm. 10 ure, 's Av.
Luthersche
Voorm. 10 nre, Poolmt
Kerk der Vereen igdc
Voorm. 10 ure, Hesta.
Remonstrantse
Voorm. 10 nre, Tidemi
Kerk der Broedt
Voorm. 10 ure, A. vai
pred.
Ds. Tideman is verhin
les te geven.
De collecte, gehoudei
kerken der Ned. Herv.
lsten Pinksterdag ten be
heeft opgebracht f 143,
cent voor Israël.
De collecte voor he'
genootschap op den 1st
de Lnthersche kerk
f 40,65.
Door Ds. jr. Km
ontvangen van den t
nagedachtenis aan zijne
mejAdriana Arps, de
om daarvan uit te keer
niging voor de verpleg
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.