FRISCH BLOED.
\1)
Uit het Engelsch
van John» Habbertoh,
Schrijver van „Helen's Kleintjes", enz.
Phil boog, en begaf zich ongemerkt
naar een hoek, waar hg, eenzaam en
verlaten, Lucia eene quadrille zag dan
sen, terwijl zij aanhoudend glimlach
jes verspilde aan haar heer, die in
Phil's oog al te onbeduidend was,
om één enkelen blik uil die schoonste
oogen ter wereld te verdienen. Hij
klemde de lippen stijf opeen, toen
hg Lucia keer op keer met een snellen
zwaai op hare plaats zag terugbren
gen door den, onbeschaamd om haar
middel geslagen, arm van haar heer.
Hij had altijd gemeend, dat dansen
verkeerd was; nu wist hij het. Te
Haynton voerden de jongelieden vaak
een dans uit, die „Sir Roger de Co-
verley" heette, maar daarbij omhelsden
ze elkaar niet. En Lucia scheen de
familiariteit van haar heer volstrekt
niet kwalijk te nemen, 't was schan
de 1
Hij diende wel weêr goed te worden,
toen de quadrille uit was, want een
aardig meisje, aan wie hij voorgesteld
was, sprak hem aan en zeide vroolijk
eenige onbeduidende aardigheden, ter
wijl ze met opzet een heel kleinen
waaier heen en weêr bewoog, waar
op met potlood eenige engagementen
voor een dans geschreven waren Maar
weldra klonk de muziek voor een wals,
en Phil's oogen schoten zoo erg
vuur, dat het meisje er van schrikte;
want juist tegenover hem, met den arm
van een man steeds om hare slanke
leest geslagen, en met haar hoofd bij
na op den schouder van haar heer
ruslende, was Lucia. En, wat nog
erger was, zij scheen niet alleen
in dien stand van zaken te berusten,
zij scheen er genoegen in te vinden
er lag op haar gelaat een waas van
onbestemd genot dat Phil zich her
innerde gezien te hebben, wanneer zij
te Haynton in eene hangmat schom
melde. Hij herinnerde zich, het toen
engelachtig gevonden te hebben,
maar toen was er geen arm om
haar middel geslagen.
Het aardige meisje met den waaier
had omgekeken, om te zien, wat
den knappen jongen man zoo on
aangenaam had aangedaan. „O," fluis
terde zij, „hij is werkelijk erg linksch.
Ik huiver wezenlijk, als hij mij voor
een dans vraagt."
„Ja, wél linksch riep Phil uit.
Een heel jonge man, met een plech
tig gelaat, ging toen juist naar hen
toe, om het juffertje met den waaier
te herinneren, dat ze hem de vol
gende quadrille had beloofden weg
zweefde zij, na Phil een glimlach
vereerd te hebben, veel te zoet om
zoo geheel nutteloos verspild te we
zen, als hel geval toch was.
„Gij schijnt u niet te vermaken,
mijnheer Hayn," zeide Miss Dinon,
die nu weêr bij hem kwam. „Ik geloof
wezenlijk, dat het komt, omdat gij niet
danst. Beken het maar."
„Gij moest eigenlijk eene waar
zegster zijn, Miss Dinon, zoo slim
zijt ge in het raden," zeide Phil,
die zich tot een glimlach dwong, en
toen zichzelf verwijtingen deed om
zijn liegen.
„Wilt ge ten minste geen quadrille
probeeren De volgende zal heel ge
makkelijk wezen."
„Phill" riep Lucia uit, terwijl ze
hem naderde met een kluchtig uit
tartenden blik, waarvan een gedeel
te naar Miss Dinon gericht werd,
„ik vind u beneden kritiek. Gij hebt
mij voor geen enkelen dans ge
vraagd."
Phil's glimlach was zoo vriende
lijk en blijde mogelijk, terwijl hij
antwoordde
„Zou het nog niet veel slechter
van mg zijn, als ik ging vragen om
iets, dat ik niet zou kunnen aanne
men Wij, buitenlui, kunnen niet
dansen."
„Maar eene quadrille kan ieder dan
sen, dat gaat even gemakkelijk als
loopen."
„Gij kondt nooit beter gelegenheid
vinden dan den volgenden dans, mijn
heer Hayn," zeide Miss Dinon, „noch
eene bevalliger dame en leermeeste
res dan Miss Tramlay."
Lucia zette een dankbaar en boet
vaardig gezichttoen nam zij Phil's
arm en fluisterde haastig„Wij zul
len eene zijplaats nemengij behoeft
slechts nauwkeurig op de eerste pa
ren te letten, en precies zoo te doen
als zij, wanneer de beurt aan ons
komt."
„Maar als ik fouten maak
„Dan zal ik het u vergeven. Wat
kunt gij nog meer verlangen
„Niets," zeide Phil, terwijl het hart
hem warm werd en zijn gelaal den
glimlach weêrkaatste die Lucia's be
lofte vergezelde.
De quadrille was inderdaad zoo ge
makkelijk, als ze hein was voorge
spiegeld en Phil vond er waarlijk,
behalve wat bevalligheid betrof, veel
gelijkenis in met eene oude Grieksche
lichaamsoefening, die een vrome on
derwijzer eens in de school van Hayn
ton in zwang had gebracht. De be
weging, waardoor men zijne dame
om het middel vat, om haar weêr op
hare plaats te brengen, bracht hem
eerst wat in verlegenheidmaar Lu
cia kwam hem vriendelijk te hulp, en
't was gebeurd, bijna eer hij het
wist en eigenlijk, naar zijn zin,
wat te gauw afgeloopen. En hoewel
hij eerlijk zijn best deed, om het
slechte er van te ontleden, en zich
geërgerd en berouwvol te gevoelen,
't baatte hem niet zijn gemoed
weigerde hem geheel de gehoorzaam
heid.
x>Ziet ge nu wel?" riep Lucia uit,
toen zij, na de quadrille, op Phil's
arm leunende, eene zitplaats opzocht.
„Dat is u immers niets moeilijk ge
vallen I"
„Alles zou gemakkelijk wezen, als
gij het maar onderweest," antwoordde
Phil.
„Dank u," zeide Lucia, met een
allerliefst hoofdknikje.
„En wat ben ik blij, dat Miss Dinon
mij aanspoorde, het te probeeren,"
ging Phil voort.
»Agnes Dinon is een lief, oud
raensch," zeide Lucia, terwijl zij veel
beweging maakte met haar waaier.
„Oud herhaalde Phil. „Eene
vrouw, als Miss Dinon, kan nooit oud
wezen."
Lucia's waaier stond op eens stil
weder gleed de vreemde, jaloersche
uitdrukking over haar gelaat, en zij
zeide
„Ik zou haast denken, dat gij ver
heid zijt geworden op Miss Dinon."
„Gekheid 1" riep Phil lachende uit.
„Kan men geen bloot feit in de na
tuurlijke historie constateeren, zon
der verkeerd verstaan te worden P"
«Vergeel mij," zeide Lucia, aller
liefst. „Ik dacht er niet aan, dat gij
altijd belang stelt in de diepste en
minst voor de hand liggende zijde
der dingen. Daar komt die saaie klei
ne Laybrough, die mijn volgenden
wals heeft. Ik zal maar op u rekenen
voor het souper. Tot straks."
Eene minuut later werd Phil weêr
minder vroolijk, want weder zweefde
Lucia door de kamer, met den arm
eens mans om haar middel. Phil zocht
zijne toevlucht in de wijsbegeerte,
en vroeg zichzelf af, of de kracht dei-
gewoonte voldoende was, om te ver
klaren, waarom al die zedige meisjes,
die in de gezelschapszalen van Miss
Dinon waren, volkomen op haar ge
mak konden schijnen gedurende eene
zoo weinig zedige uitspanning. Ge
durende den wals leunde hij tegen
een deurkozijnklaarblijkelijk stond
iemand op dezelfde manier aan den
anderen kant, in de vestibulewant
Phil hoorde duidelijk iemand zacht
zeggen
„Zou het niet merkwaardig zijn,
als onze bekoorlijke gastvrouw eens
ging trouwen met dien jongen bui
tenman
„Gekheid was het antwoord
„ze schelen te veel in jaren, dan
dat zij aan zóó iets zou denken."
„Dat ben ik niet met u eens. Zij
zal langer jong blijven dan één dei-
meisjes hier in de kamer. Buiten
dien, waar hel geld roept, laat
de jeugd nooit lang op zich wach
ten."
„Men zegt, dat hij zoo goed als
geëngageerd is met Miss Tramlay,"
zeide de eerste spreker.
„Zoo Nu, geen kwade partij.
Heeft hij geld P Ik geloof niet, dat
Tramlay er zoo heel best in zit."
Phil voelde, hoe hij rood werd,
terwijl «hij zich verwijderde. Hem
hinderden de opmerkingen betreffen
de zijne gastvrouw, de uitgespro
ken meening dat zijn vriend Tram
lay niet rijk was, en, meer nog, dat
een jonkman alleen om geld zou
willen trouwen Als men zóó over
hem praatte, dan wenschte hij wel,
maar uit het gezicht te zijn. Hij zou
terstond naar zijn hotel terrugge-
keerd zijn, indien hij niet beloofd
had, met Lucia te soupeeren. Hij
kon zich ten minste een kort poos
je in de kamer voor de heeren, bo
ven, verbergen. Daar ging hij dus
heen, in de hoop, er alleen te zul
len zijn, maar hij vond Marge, die
juist binnengekomen was, en die
voor een oogenblik zijne zelfbeheer-
sching verloor, toen hij den wel-
gekleeden jonkman vóór zich her
kende.
„Zijn er wat menschen vroeg
Marge, met zijne welbekende neus
klanken.
„Lucia is er ik wil zeggen,
Miss Tramlay," zeide Phil afgetrok
ken „en nog veel anderen, na
tuurlijk."
Marge keek nieuwsgierig naar Phil's
afgewend gelaat, en ging naar be
neden. Phil bleef lang genoeg al
leen, om te gevoelen, dat zijne ge
moedsrust geheel verstoord was,
en denkelijk door niets anders her
steld zou kunnen worden, dan door
Lucia nog eens even te zien. Daar
het souper kort daarna werd opge
diend, werd zijn wensch spoedig be-
viedigd. Na het souper zocht zijn
oog haar onophoudelijk, hoewel hij
weer trachtte te spreken met allen,
aan wie hij voorgesteld was. Wat
benijdde hij Lucia's vader, die de klei
ne heks naar huis mocht brengen
Wat zou hij het prettig gevonden
hebben, als men in de stad, even
als te Haynton, te voet van eene par
tij naar huis gegaan was, om daar
na eene heele poos aan hel hek te
blijven staan praten, als de jongen
en het meisje aardigheid aan elkan
der hadden I
Hij zag Lucia naar boven gaan,
toen het gezelschap afscheid begon
te nemenhij stond aan den voet
der trap, opdat hij haar nog even
mocht weêrzien. Toen zij beneden
kwam, bood zij een geheel ander,
maar vooral niet minder bekoorlijk
schouwspel aan, zooals ze in haar
sortie gewikkeld was. En o, zalig
heidzij zag hem, en zeide
„Breng mij even naar het rijtuig,
Phil, en zoek dan papa even voor
mij op."
Hoe teeder geleidde hij haar langs
de met een looper bedekte steenen
trapHij had wel eens afbeeldingen
van zulke tooneelen gezien, en deed
zijn best, om juist zulk eene hou
ding aan te nemen, als hij op die pla
ten gezien had. Hij opende het por
tier. Lucia stapte erin, maar haar sleep
wilde niet van zelf nakomen, en dus
had Phil het oneindig genoegen,
de ruischende massa te mogen op
lichten, die de eer had, de voetjes
der godin te volgen. Toen sloot hg
het poi tier met weerzin, maar een
lief handje werd steelsgewijs uit het
raampje gesloken, terwijl Lucia zei
de:
„Goeden nacht. Vergeet niet, pa
pa bij mij te zenden."
„O neen," zeide Phil. Toen keek
hij snel achteromde deur van het
huis was dicht, en dus bracht hij
het lieve handje aan zijne lippen en
drukte er snel achtereen verscheide
ne kussen op. Wel was de hand
door een handschoen bedektmaar
daar lette Phil niet op.
HOOFDSTUK XI.
Geheel van streek.
De jongeheer Philip Hayn keerde
van zijn tweeden avond in een New-
Yorksch gezelschap terug met heel
andere gevoelens dan waarmede hij,
bezwaard van hoofd en hart, eene
kleine week van te voren naar de sloep
van Sol Mantling was terug gekeerd.
Niemand noemde hem boersch of
keek nieuwsgierig naar zijne klee
ding; integendeel, ééne dame tenmin
ste, die even als hij van eene late par
tij met den luchlspoorweg huiswaarts
keerde, beschouwde hem met merkbare
bewondering. Niet vele dagen gele
den zou zelfs deze soort van oplet
tendheid hem gehinderd hebben; maar
de ervaringen op de soirée van Miss
Dinon opgedaan, hadden hem de
waarschijnlijkheid doen inzien, dat hij
tot op zekere hoogte een voorwerp
van bewondering zou zijn, en hij was
er al op voorbereid, dit als iets na
tuurlijks aan te nemen eigenlijk,
zoo als hij geleerd had, alles aan te
nemen, wal het leven hem verkoos te
brengen.
Van één ding achtte hij zich zeker
- Lucia zag hem niet ongaarne.
Misschien beminde zij hem niet
hij was bescheiden genoeg, om te er
kennen, dal er geen reden te beden
ken was, waarom zij het doen zou;
toch had zij niet getracht, dat handje
dat gezegende handjeterug
te trekken, toen hij het met kussen
overdekte. Zij had zich, op de allerliefst
mogelijke manier, niet maar eens, maar
verscheidene malen gedurende den
avond, van hem meester gemaakt, en
daardoor eene duidelijke voorkeur voor
hem getoond. Misschien was dit niet
zoo'n groot compliment als het wel
scheen, want al dacht hij nog zoo
gering over zijn eigen gelaat en ge
stalte, hij voelde zich echter verzekerd,
dat de knapste jonge man in de ge
zelschapskamers van Miss Dinon een
minder knap en mannelijk voorkomen
had, dan hij. Maar, al was het mis
schien niet voldoende, dat zij zijne hulde
aangenomen en hem tot haar cava
lier gekozen had, dan was daar nog
die tweemaal herhaalde jaloersche
blik. Hij zeide tot zichzelf, dat die
blik haar misstondhij verwoestte het
liefelijke van hare gelaatsuitdrukking
en gaf haar een hard en onnatuur
lijk voorkomen; toch wilde hij de
heugenis er aan voor niets ter we
reld verliezen.
Kon het waar zijn, zooals hij bij
toeval afgeluisterd had, dat haar va
der niet rijk was? Wel, dat zou hem
om dezen spijtentoch was ook dit
een grond van hoop. Naar 't geen
hij gehoord had, kwam het hem
niet ongelooflijk voor, dat wellicht
de vader van den jonkman, met zijn
goed land, ter waarde van dertig of
veertig duizend dollars en dat geen
ongeschikte plaats was voor een dorp
van optrekjes aan hel strand ten ge
rieve van rijke lui, niet armer was
dan de vader van het stadsmeisje.
Wordt vervolgd
Gedrukt bjj DE ERYEN LOOSJES, te Haarlem.