90) nn )0) jam sjy qqesjoS sbm ppazja.A ajpaajg
na ajSuarp azap do joopjBBp ua 'uapuoAjapuo pBq
puiMuaSa; uaSunpSusj )snqjsa^ s(Bqijamy aij
-BJjsny nsA SaM do )Bp 'ufiz Siiijjbba uaa SijjBAao)
jaaq s^qoajs )aq uoq ua 'pjajaM ja) pioo Siuaa jbbu
uaufqsjaoq ap uaynq jaaqaS a.v\ ubSbj jajqaa xaifj
•apuoo)jaA miq ap uaAoq paz uaa qoiz )Bp japuoz
'fiqjooA Sap uaaS jqoiijaAv SmS wvq ufiz sjapuB
jaaqaS uasusq aip uapnoz sjjbbav^soo jo -pjooj^ aaajq
•jsSiqqnjaSuojajjB bbm puBjia suo uba SuiSSij ap qoo
uooQ -uaqqaj) a) diqos puaiBAsSuej Siuaa uba iqoep
-UBB ap joopXdii[ 'Soomjoao uasuBq aSuuaS ap ua uaq
-aqaSdo pnq ujbbjubj auaoaS azuo jbbu suaa qi uao;
'do jajaq )aiu ja pjoM SutuimajsspaoraaS aufijq
(j uaqiajaq a) puBj puooMaq uaa SinjiBBA
pp uba jappim joop 'dooq azuo ui uajjajsmaja; uaraoq
Sou qoo) suo duiBj auaizjooAuo ao) nu )0) uaa jaaM
uaiqossira noz jq (juajaaJBdaj uauunq jaiq JBBq oav
uapno£ qijq ap uba qaj ;aq )bz jbb^y 6 P[a)saS suo
jam qfquaSia nu uaqossiyui jaq sbm aoq jbbjy
'sbm puaqaq uapuajBAdo uap puBjsao; ufiz uba
piaqSidoquBAV ap sjqoajs jaauuBM 'uapazuBB uaraoq
uapnoz SuissopaA aufiz )oj jaqaz 'Suuapuozyn japuoz
'ua 'uapazfiqjooA sjqoaj ua squq jbbu 'uozuoq uap
uba apftz aqospuiS ubb 'joa uajfira aip unq ua|ja)s
-JOOA uadaqos uapjapuoq ap Suijja^sjnaja) aqfijaSsjpuo
jam qoiz fiq jfiMja; 'uaizjapa.w |bz jammin )qoijjaM
fiq aip 'uaSuiqqajpq aufiz ubb ua sinq ubb )quap
fiq jaauuBM '[bjooa jsSub ufiz uba J3)Ba\ jaq uba
uaqosmj puapnoquBB )aq UBp yaj) uajoo ufiz pinpS
japuB uaaS jfiMja; raaSapdo )uioq poou psp 'diqos
)aq jbbu )qaozjapuo raiq appuoj ;aq ui puapnoq
-ubb fiq jaauuBAi 'auapqjaA uaSiqqnjaSuo uap uba
iSI
-uooAiaqno ua |BBq aoq 'puojS afqnjs araajq pp pBq
Jaiqoa uaipnaAog raaquojsaSSaAv sbm SuparaaqospuoAB
aqosjaSujq ap ui )qSiy\ uaSajaSjBJOA )aq uba )snq
ap dojBBM SBp uap papas 'uaizaS jaaui puBj uba maaA\z
uaaS oa\ uappsq 'pjapuozaSyn uapuBjig; spuBjqjBq ap
')ubm pBqaS paq uaaq qoiz mo jo)bm ua jqonj UBp spin
uajn azoojapuia jaaAooz az ppsu 'paoS spaaj JBBq
paap puoiS uajsBA uap uba piaqfiqau aQ -uaqoqaS
pBqpnoj)aq ui suaa az uao) 'ap|BBJ)s SuqaAai] uftm
uba uaSoo ap )tn qnjaS uba pao]S uaa qpA\ 'uaiz a)
'puaqqiAiqjaA pBBpjapui sbm jajj -uaraoq uauunq uaq
-qaq uapnoz qaj pq fiq qfipSomuo sjapun aM jBBp
')qoBjqaSSaM3) psq )ip [BAaoj )aq suo jooa Siqqn)
-aS aoq 'jBBq saaM ua SuiSSapm ap ubajbbp jbS qj
■aiqtijppn qoiz az sjbooz 'Sbj )unq uaa jaAO ooz diqos
pq )Bp uajnadsaq a; 'pp)s;uo jaaz sbm f)2 uadds^s
-)in pnfsq ap jfpa^ raBAvq 'Sizaq Sou aparajaijj
sbm Sooq a) poq ap jooa quq
ap uba fizSBjs ajBMZ ap joop pp 'qaj pq uba uaqiaj
-aq )aq )0) noz uaAaS piaquaSapS 'uaSusqaS )s8)noq
pq japuo pjooq uaqnq 'aip 'uaqnui a) Sui[p)s uaa
ubajbbp rao uaqunjd uba. uoSbz qnp pq ubb )sba
-|b fiM uauuoSaq uaqossn)uj -naqqaq a; joao SspqjaM
uaSuB] uaa rao ua)f;q)uo uauunq uapnoz SaouaS Sip
-aods aM ppdo 'uaqappo a) sinqraoq ap ui jnnA pq
'uosuqop qi jqoozja\ sng -ufiz uoq japM paA paq
jooa sp8[d uaaS uiJBBp pp 'Sbj poq joa ooz rainj pq
qoo ppmo 'pjaM pSipaodsaq SinjjBBA pq uba pusp
uaAaqos nap .loop Sou uaaSjaq 'uaraoqaS ufiz noz qfqaS
qijq ap ui padjapM pq pra pgpoq pq .199A 'uajnp
jaara Subj jaaq ooz jaiu pq uoq 'SuissiS aufira jbbjiJ
•uaAinus
a) do jaaqdsomp ajaAinz'auiJBAA ap Mnaiudo 'SuiraapB
t91
160
ter van de kreek aandien kant te hoog kwam, om
daar lekken te kunnen vinden.
Doch hoe dan ook: ik was heel wat geruster
met de wetenschap, dat hier eb- en vloedtij liep;
want daar ik, met het oog op den bouw en de ste
vigheid van de brik, onmogelijk kon denken, dat
het vaartuig onder zijn koperhuid lek gesprongen
zou zijn, zoo was het toch nu uit het reeds plaats
gevonden waterverval en de eb ging nog steeds
door duidelijk, dat er zoo'n groot deel van den
romp droog moest komen, dat elk lek boven de af
scheiding van het koper, en zelfs tot op zekere hoog
te daar beneden, aan het licht moest worden ge
bracht.
Thans zag ik onzen toestand heel anders in, en na
Matthews verzocht te hebben, ook den bootsman en
Johnson te roepen, stond ik met het grootste onge
duld meer daglicht te verbeiden, ten einde eens wat
beter in het rond te kunnen zien.
Zoodra de beide anderen zich bij ons gevoegd had
den, was het dan ook reeds klaar dag geworden en
viel reeds spoedig in het oog, dat een groot deel van het
boveneinde der kreek lediggeloopen was en het uiter
ste punt, waar nog water stond, niet veel meer dan
twaalf voet vóór onzen kluiverboom lag. De drooggeval
len bodem was zoo glad en blank als marmer en ge
leek op een met cement bestreken grooten lepel. Wer
kelijk geloofde ik toen, en ook nu nog, dat de bedding
der kreek ontstaaD moest zijn door een zware uitstor
ting van lava, welke stof onder de werking der zee
gladgestreken en verhard was. Trouwens uit de ge-
heele formatie van het eiland bleek, dat dit van vul-
kanischen oorsprong moest zijn, ontstaan doordien eene
161
op een onderzeeschen vulkaan gebouwde koraallaag
tot boven de zee was opgeheven, waarna de rotsen
vaneen waren gespleten, om aan de lava een doortocht
te laten.
Het water stroomde steeds uit een gat, ongeveer
twee duimen boven de koperhuid in den boeg en een
voet achter stuurboords kraanbalk gelegen. De boots
man was dadelijk in de langszijde liggende boot ge
sprongen, om het lek eens van nabij te onderzoeken.
„Wel," riep ik hem toe, „wat zegt gij er wel van
„Meneer," antwoordde hij, „het is niets anders dan
een open boutgat. Dat zullen we al heel gauw kunnen
opknappen."
Ik verzocht hem daarop, de jol een eindje te laten
zakken, waarna ik er zelf bij in stapte en zag, dat
het lek ontstaan was door het losspringen van het uit
einde eener huidplank, die thans zooveel afweek, dat
er wel een vuist tusschengestopt kon worden. Na ons
hiervan overtuigd te hebben, gingen we met de uiterste
oplettendheid geheel het drooggekomen gedeelte van
den romp na, doch zagen nergens eenig ander spoor
van lekkage.
„Het schip schijnt aan dezen kant mooi dicht te
zijn, meneer Lee," zei de bootsman, toen we dicht bij
het roer genaderd waren. „En wat is dat koper nog
mooi nieuw en schoonHet kan nog niet zoo heel
lang uit een droog dok zijn. Zou er aan deze zijde
misschien onder water nog een lek zijn En hoe zou
het er aan bakboord mede staan?"
„Er is maar een middel om dit te ontdekken," ant
woordde ik, „we moeten het water laten uitstroomen
zoolang de slagzij dit veroorlooft, en dan het gat dicht
stoppen. Van avond, tegen vijf uur, zal het wêer hoog
