Marine, na een opmerking van den heer
Land, inkrimping van het personeel by
de zeemacht by vermindering van het aan
tal schepen. Art. 53 materieel der zee
macht) gaf aanleiding tot een uitvoerig
debat, dat inzonderheid den aanbouw van
een nieuw schip verleden jaar in Engeland
betrof. De heer Smit kwam er tegen op,
dat de bouw van dat schip aan eene firma
in Engeland was toevertrouwd, die nog
nooit schepen van dat type had gebouwd,
terwijl het heette, dat het hier te lande
niet gebouwd kon worden, omdat men
hier geen modellen had.
In de zitting van Dinsdag werden de
beraadslagingen voortgezet over het ont
werp tot verhooging der Indiesche Be-
grooting voor 1892 voor den aanleg van
een dam in het Westgat van Soerabaja
De Min. van Kol. verdigde uitvoerig het
werk, op grond van eenparige gunstige
adviezen van deskundigen, en betoogde
dat het ook noodig zou zyD, indien later
verlegging van de uitmonding der Solo
rivier noodig zou blyken. Ka een techniesh
debat, waaraan de H. H. Grnyot, Land,
Conrad en v. d. Kaay deel namen, werd
het eenige art. goedgekeurd, en het ont
werp aangenomen met 47 tegen 22 stem
men. Daarna was aan de orde het ontwerp
tot aanleg van den spoorweg Tarik-Soe-
rabaja-Kalimas. De heer en van Karne-
beek, v. Beuningen en Havelaar betwist
ten de noodzakelykheid en de wensche-
lijkheid van dien aanleg. De heer Kielstra
trachtte het nut van de voorgestelde lijn j
aan te toonen. De Min. van Kol. verde
digde het ontwerp, maar kon de tegen
standers niet overtuigenhet werd ver
worpen met 50 tegen 27 stemmen. Toen
werd het debat over de Indische Begroo
ting voortgezet, en wel over het Hoofdstuk
Middelen in Indië. De heer Goeman Bor-
gesius was van oordeel, dat, nu de uit
gaven minder worden, de middelen ook
lagar kunnen worden geraamd, en gaf
den Min. in bedenking, de voorgestelde
belasting op lucifers en de verhoogiDg
der belasting op petroleum terug te nemen.
De heer Roëll verdedigde de versterking
der middelen, en vond het vreemd, dat
de heer van Houten verklaard had een
remmenden invloed te willen uitoefenen
op den Min. daar toch by aanneming zyner
motie versterking der middelen nog te
meer noodig zou worden. Hy advizeerde
tot voorzichtigheid, met het oog op ver
dere uitgaven voor spoorwegaanleg in Atjeb.
De Min. van Marine verdedigde deze
handelwijze voor zoover zy verdedigbaar
was. Op een opmerking van den heer
Guyot verzekerde de Min, dat verande
ring van houtsoort geen invloed heeftop
den diepgang van het schip. Beide hoofd
stukken der Indische Begrooting werden
aangenomen. Besloten werd, na de Indie
sche Begrooting o. a. de peraequatie der
grondbelasting en de interpellatie-Ruys
van Beerenbroek. Uitvoerig werd beraad
slaagd over het ontwerp tot aanleg van
een dam tot verbetering der vaart in het
Westgat van Soerabaya. Het werd uitvoe
rig verdedigd door den heer Guyot, en
bestreden door de heeren Land en van
der Kaay. De heer Conrad trachtte het
noodzakelyk van het voorstel aan te too
nen, en hield daartoe een uitvoerig be
toog, dat hy met kaarten toelichtte.
De Heer van Houten was het eens met
den heer Goeman Borgesius, dat, nu de
uitgaven 2 miljoen minder zullen zijn dan
geraamd is, de middelen ook lager kunnen
wordeD. Spreker sprak het vertrouwen
uit, dat de Mid., als hy in konstitutio-
neelen zin met de Kamer wil medewer
ken, de aangenomen motie zal uitvoeren.
Hy noemde het eene fondentieuse absurde
politiek. Kolossale uitgaven voor produc
tieve werken uit de gewone middelen te
willen dekkendat is een op bedekte
wijze de batig-slot-politiek weer invoeren,
om zooveel mogelyk van de inlandsche
bevolking te halen. De heer Pynacker
Hordyk zag geen bezwaar in de uitvoe
ring der voorgestelde nieuwe belastingen
en kwam op tegen het betoog van den
heer van Houten.
Een voorstel van den Voorzitter, om
den volgenden dag een avondzitting te
houden, werd door den heer M. Mackay
bestreden, maar aangenomen.
Bij het "Woensdag voortgezet debat over de In
diesche begrooting Middelen in lndië) verklaarde
de Min. van Kol. van de raming der middelen
terug te trekken den akcijns op lucifers, de ver
hooging van dien op petroleüm, en de verhooging
van den akcijns op het zout, op grond niet alleen
dat de uitgaaf door het votum van den vorigen
dag is verminderd, maar vooral omdat de koffie-
ophrengst veel ruimer, en de prijs inplaats van
48 cent 57 cent zal zijn, zoodat 6 miljoen meer
uit de koffie is te wachten, dan bij het opmaken
der begrooting geraamd was. De heeren van Hon-
tcn en Goeman Borgesius juichten de houding
van den Minister zeer toe, maar zij werd met
kracht bestreden door II. H. van Kerkwijk iE.
Mackay, Travaglino en Rnys van Beerenbroek, die
het zeer onvoorzichtig vonden, de middelen tot i
versterking prijs te geven om toevallige redenen,
terwijl .nog zooveel uitgaven te wachten zijn, en
de koffie-opbrengsten zoo wisselvallig zijn. De
Min. herhaalde, dat hij zou staan en vallen voor
zijne belastingversterking en verklaarde, dat hij
zijne plannen maar voor één jaar opgeborgen had,
wegens de niet voorziene meerdere opbrengst der j
middelen. De gewijzigde Middelenwet in Indië
werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Aan de orde was toen de De Wet op de niddelen i
in Nederland. Bij art. 4 drong de heer Vrolik
aan op indiening alsnog bij de Biliton-Maatschap-
pij van de vordering gegrond op art. 16 van het j
kontrakt van 1864. De heer Lévy bestreed de
rechtmatigheid van zoodanige vordering. De Min.
van Kol. verklaarde niet eene vordering te kun
nen indienen, als hij niet van de gegrondheid
overtuigd is. Wel wilde hij beloven de argumen
ten van den heer vrolik aan het oordeel van den
Lands-advokaat te zullen onderwerpen. De heer j
Tijdens wil den Minister doen beloven publicee
ring van de onder geheimhouding overgelegde j
stukken betreffende de Biliton-zaak. De Min. ant-
woordde, dat hij zich moest voorbehouden hierover
zijn ambtgenooten te raadplegen; hij voor zich
zag er geen bezwaar in, aan het verzoek te vol
doen. Eene motie van sluiting, voorgesteld door
den heer v. d. Feltz werd verworpen met 66
tegen 12 stemmen. De middelen-wet werd goed
gekeurd en daurmee wus de Indiësehe Begrooting
afgehandeld. Nadat eenige kleinere ontwerpen waren
aangenomen, was de interpellatie van den heer
Ruys van Beerenbroek over de afschuiving van
den spoorwegdijk tusschen Bunde en Elslo aan de I
orde. De interpellant vroeg, of het onderzoek
was afgeloopen, en of er al eene beslissing was j
genomen om herhaling der afschuiving te voor- j
komen, en sprak, nadat de Min. van Waterstaat j
enz. geantwoord had, dat wellicht verlegging van
een groot deel van het baanvak noodzakelijk zou j
wordeo, het vertrouwen uit, dat de Reg. niet zou
terugdeinzen voor de groote kosten voor dit nood- I
zakelijk werk.
In de avondzitting was aan de orde het Wets-
ontwerp tot peraequatie en verlaging der Grond-
belasting op ongebouwde eigendommen van 7 op
6 percent. Door de H. II. Ruys van Beerenbroek,
v. d. Bosch van Verwolde en Zijp de meer
derheid der Komm. vanRapp.was voorgesteld j
een amendement, om de bedoelde grondbelasting H
te heffen naar 5 pet. van de belastbare opbrengst.
De eerstgenoemde voorsteller trachtte aan te
toonen de wenschelijkheid, de billijkheid en de
noodzakelijkheid van 't geen in het am. wordt
voorgesteld Hij wees er verder op, dat de min
dere opbrengst voor het Rijk geen bezwaar be
hoeft te zijn. Men zou 5 l/u ton kunnen vinden
door de afschaffing van de tollen achterwege te
laten, en het overige door besparing op het bud- I
get en door verhooging van de sukcessie-belas-
ting. Hij verklaarde, dat het am. geen afbreken- j
de strekking had. De heer Zijp wees er op, dat j
zij, die 't het slechtst kunnen betalen, door eene j
verhooging zullen worden getroffen, als het ont-
werp wordt aangenomen. Door eene peraequatie
tegen 5 pet konden de scherpe kanten eerst ver- i
dwijnen, Hij hoopte, dat de Min. van Fin., die
de agrariesche toestanden wil verbeteren, daartoe
zou willen medewerken. De heer Ferf sprak ten
gunste van het amendement, welks aanneming j
eene daad van billijkheid zou zijn, vooral voor i
den kleinen man De heer v. d. Kaay beschouw-
de de zaak in verband met het door den Min. j
geopende uitzicht, om den gemeenten tegemoet I
te komen door ruimer tot bevoegdheid het heffen j
van opcenten. Maar aan verhooging van de op
centen kan niet gedaeht worden, als de grond- I
belasting op het ongebouwd te hoog is. Op zich I
zelf achtte Spreker de heffing van 6 pet. voor j
velen hard en geweldig Tegenover vermogende
landhouwers staan velen, die zeer moeilijk rond-
komen. Waar prijzen en pachten dalen, gaat het j
niet aan, de belasting te verhoogen. In elk geval I
is meer licht noodig omtrent de plannen des Mi-
nisters betrekkelijk de gemeente-belastingen. Kun- j
nen de plattelands gemeenten anders geholpen
worden dan door de heffing van opcenten?
Donderdag was de heer Tijdeman het eerst aan
't woord. Ook hij bleek tot de voorstanders van j
het am. te behooren. Ook indien de percentage J
op 6 wordt bepaald, zullen 325 gemeenten meer j
moeten betalen aan grondbelasting. De verhoo- j
ging is hard en onbillijk, daar zij werkt als een
onteigening. Spreker meende, dat de Min. wel j
zou doen, de percentage te verlagen. Het aequi-
valent voor de verlaging is wel te vinden. Whe
re there is a will, there is a may. De heer Op-
pedijk sloot zich in hoofdzaak daarbij aan. De i
heer de Beaufort Wijk bij Duurstede) verklaar- j
de, dat hij, hoewel den landbouw een evengoed i
hart toedragende als de vorige Sprekers, zich niet
vereenigen kon met het amandement, dat hij be-
streed als niet wenschelijk op zich zelf, en ook
niet met het oog op eene regeling der gemeen-
te-financiën. Spreker erkende het groot belang j
van de verlaging van mutatie-rechten en zout-
belasting, en achtte het multiplicatie-cijfer, aan-
genomen voor den grondeigendom in de vermo- j
gensbelasting, niet te hoog. Billijk mocht daar-
om eene verdere verlaging van het peracquatie-
cijfer niet heeten. Beter zou het zijn, zonder ver
laging van het cijfer, later een deel van de grond
belasting aan de gemeente af te staan. Door af
schaffing van den akcijns op het geslacht, waarvan
ook de gebruikers zouden profiteereu, en ver
eenvoudigingvan de restitutie bij misgewas, waters
nood enz. zou de landbouw meer gebaat worden dan
door verlaging van percentage der belastbare op
brengst. De heer van Velzen ook wa9 voor als
nog volstrekt niet overtuigd van de wenschelijk
heid van verdere verlaging. Ook de heer Royaards
van den Ham bestreed het amendement, dat door
zijn medelid der Komm. van Rapp. en medevoor-
stellen van het am. den heer v. d. Borch, van
Verwolde aangeprezen werd, als in 't belang van
het klein grondbezit De heer de Kanter bestreed
het amendement. Hij hechtte weinig waarde aan
het adres van het Hoofdbestuur der Holl. Maat
schappij van Landbouw, omdat het niet uitge
gaan was van de algemeene vergadering Hij
betoogde, dat door 6 pet. te heffen men bij eene jj
definitieve wet op de grondbelasting tot 5 pet.
zou kunnen komen, maar dan aan de gemeenten j
10 opcenten meer zou moeten toekennen. Door
thans de percentage te verminderen, zou men
prikkelen om de boeren in de bedrijfsbelasting
aan te slaan, waardoor juist de kleine boeren
zouden ten onder gaan. De heer van Delden, lid
van de minderheid der Komm. van Rapp., achtte
verlaging der grondbelasting tot 6 pet. reeds on
gemotiveerd, maar verklaarbaar wegens den aan
slag in de vermogensbelasting. Hij verklaarde
zich tegen eene verlaging tot 5 pet. tenzij aan de
gemeenten vergund worde 30 opcenten op de
ongebouwde eigendommen te heffen.
Daarna was de Min. van Fin. aan 't woord.
Hij bestreed het am. tot vermindering tot 5 pet.
Principieele strijd tusschen de voorstellers en hem
was er niet. Het verschil betrof eene grenskwes
tie, en de Min. is van oordeel, dat de grens over
schreden wordt, als men gaat tot 5 pet. Primo
door beoordeeling van sommigen. Ten tweede
wordt de grens overschreden in het wegnemen
van hardheden der peraepuatie. De kwaal wordt
weggenomen door het geneesmiddel, en het re
medie moet geproportioneerd zijn aan de kwaal.
Ten derde wordt door eerdere verlaging de grens
overschreden in de zorg voor de gemeenten. Zij
die nu van 7 tot 5 pet. willen verlagen,om later
meer opcenten aan de gemeenten te geven, deden
beter de zaak te laten op 6 pet. en later bij toe
kenning van de opcenten aan de gemeenten de
percentage tot 5 te verminderen. Ten vierde meende
de Min. dat de grens ook werd overschreden ten
aanzien van dc belangen der schatkist. Had men j
verder willen gaan met de verlaging der grond
belasting, dan had men minder mutatierechten
moeten afschaffen. Ook de afschaffing van de zout-
belasting was voorgesteld, met de gedachte dat
nu de grondbelasting vaststond. Wat de Min. zou
doen bij aanneming van het amendement? Hij
zou de volle verantwoordelijkheid daarvan laten
op hen, die er voor stemden, en rezerveerde zijne
volle vrijheid. De heer Kolkman brak nog een
lans voor het am. en deed eenige aeqnivalenten
aan de hand. De heer Ruys v. Beerenbroek ver
dedigde het am. tegen de bezwaren des Ministers.
De heer Zijlma noemde de peraequatie een eere
schuld en eene daad van rechtvaardigheid. Hij
bestreed het am. De heeren Tydeman en de Beau
fort Wijk bij Duurtede) repliceerden, en de
Voorzitter sprak de hoop uit, dat het debat een
volgenden dag zou afloopen.
In de zitting van Vrijdag vroeg de heer Goe
man Borgesius, of het bij de plannen van den
Min. niet beter was, de grondbelasting op te hef
fen en den grond in de Vermogensbelasting hoo-
ger aan te slaan. De heer Bahlmann drong aan
op aanneming van het am. tot verlaging der
percentage tot 5 pet. Er waren, volgens Spreker,
aequivalenten genoeg te vinden, en hij haalde o.a.
zijn stokpaardjen, verhooging van den wijnakcijns
van stal. De heer Rutgers van Rozenburg daaren
tegen waarschuwde de Min. niets toe te geven;
volgens hem was de verlaging tot 6 pet reeds
een halfheid, en de Min. mocht in die politiek
niet verder gaan. De beer Lieftinck stelde een
am. voor, om in art. 1 te bepalen, dat de heffing
van 6 pet geschiedt in afwachting van nadere
wettelijke regeling der gemeentelijke belastingen.
De heer Tijdens achtte verlaging tot 5 pet. aller
noodzakelijkst in het belang der grondbezitters,
die hij hooger stelt dan de kapitalisten De Min.
van Fin. verklaarde verlaging van grondbelasting
te wenschen dit bewijst het in behandeling zijnde
ontwerpmaar het am. om tot 5 pet. te gaan,
noemde hij onaannemelijk. Wel zijn er aequiva
lenten te vinden, doch die heeft hij volstrekt
noodig voor verlichting van den druk derpersoneele
belasting. Tegen het am. van den heer Lieftinck
had de Min. geen bezwaar. De heer v d. Velde
stelde als am. voor, de percentage op 5 *- te stel
len. De heeren Ruys van Beereubroek en Zijp
onttrokken zich voor hun deel aan het am om
5 pet te heffen, dat de heer v. d. Bosch van Ver
wolde bleef handhaven. De heeren Zijp en Ferf
stelden een am. voor, om in gemeenten, waarin
1892 de grondbelasting lager was dan 6 pet.
de belasting op dat bedrag van 1892 te fixeeren.
Dit am. werd bestreden door de Komm. van
Rapp. den heer van Alphen en den Minister
als volkomen onaannemelijk, waarop de voorstel
lers het introkken. Het am. v. d. Borch (5 pet.)
werd verworpen met 66 tegen 25 stemmen. Het
am. v. d. Velde (54 pet.) werd eveneens ver
werpen met 76 tegen 16 stemmen. Art. 1 (6 pet.)
met de wijziging van den heer Lieftinck, werd
goedgekeurd. Evenzoo art. 2 (tegemoetkoming
aan de bezwaren van te veel verhoogde gemeen
ten). Art. 3 is aangehouden, daar de stemmen
staakten over een amendement van den heer van
Kerkwijk, om het am. Roell-Borgesius niet als
amendement is te beschouwen, daar daarbij inciden
teel de Gemeentewet zou worden gewijzigd.
Dinsdag zal een aanvang worden gemaakt met
de behandeling der Staatsbegrooting.
HAARLEM, 6 December 1892.
By de Evang. Lutb. Gemeente al-
bier zyn voor de vactare Ds. M. J. Mees
de navolgende predikanten genomineerd
B. H. d' Auzon te Edaou, P. Groote te
Utrecht, A. M. Keeper te Woerden, W.
J. Manseen te Zaandam, J. F. Meyer
te Pekela, J. L. F. de Meijëre J.Cz. te
Bodegraven, D. Pont te Leeuwarden,
Dr. J. W. Pont te Schiedam, J. A. Helper
Sesbrogger te Zieriksee, C. F- Stellwag
te Deventer, A. D. Wempe te Monniken
dam.
Tot. voorzitter van de Mannen-Zang-
vereeniging Haarlem's Zangenot is inde
plaats van den heer D. Bremer, die als
zoodanig heeft bedankt, benoemd de heer
C. J. de Braber.
De vereeniging zal zeer waarschhyniyk
deelnemen aan den wedstryd, welke in
den zomer van 1893 door de Liedertafel
Kunst en Broederschap te Amsterdam zal
gehouden worden.
Dezen week en volgende dagen zul
len op het Museum van Kunstnijverheid
alhier zeer merkwaardige afbeeldingen van
Fransch beeldhouwwerk tentoongesteld
zijn.
Des Zondags is de toegang vry
De leerlingen van de Meisjesschool
aan de Wilhelmina-straat zyn ook dit
jaar getrouw gebleven aan de goede ge
woonte, bij het Sint-Nicolaasfeest iets af
tezonderen voor de kinderen van de kos-
telooze scholen, die natuuriyk door den
goeden Sint niet zoo heel rykelijk worden
bedacht. Hare by dragen stelden Mejuffrouw
Klomp instaat aan de verschillende scho
len eene flinke hoeveelheid speculaas te
doen bezorgen, welke met graagte in
ontvangst werd genomen. Het is goed
van de meisjes, dat ze voor dit doel wat
hebben willen afstaan en te loven, dat het
Hoold der school de gereede aanleiding,
die het blyde kinderfeest biedt om wel
te doen, met laat voorbygaan. Tot de
taak der opvoeding behoort het, het kin
derharten te leiden tot milddadigheid.
In een buitengewoon Politieblad wordt
gesignaleerd Johann Christiaan Adolph
Kneckens, zich noemend Ihmels, oud 32
jaren, kastelein, die met zyne vrouw naar
Nederland is gereisd. De Regeering van
Bremen vraagt zyne uitlevering wegens
bedriegelyke bankbreuk. Opsporing en aan-
houdiog wordt verzocht en onmiddellyk
bericht aan het Departement van Justitie.
In den nacht van Zondag op Maan
dag is nit het Spaarne by de Hooge-
brug opgehaald het lyk van den 56 ja
rigen D. V. maohinist, alhier woonachtig.
Men vermoedt dat hy op weg naar zyne
woning by ongeluk te water is geloopen.
Gisteren namiddag omstreeks 6
ure is brand uitgebroken in perceel No.
188 aan de Oranjestraat bewoond door
de weduwe Heynsbergen, ontstaan op een
bovenachterkamer, vermoedelyk door on
voorzichtigheid met licht, door de kin
deren by het zoeken naar St. Nicolaas-
cadeautjes. Het bovenhuis is geheel afge
brand. De politie met haar slangenwagen
en spuit 11 van de brandweer hebben
gebluscht.
Alles was verzekerd.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur
Verleden Woensdag heeft een vraeht-
ryder van een der omliggende gemeenten
de onhebbelykheid gehad zyn paard vast
te binden aan een paal op het Klokhuis
plein tegenover de drukkery van de fir
ma Enschedé en het den ganschen dag in
weer en wind te laten staao, zonder wa
ter of voedsel. Het dier heeft veel te ly-
den gehad van de straatjeugd, die opge
noemd plein den Woensdag middag pleegt
door te brengeD.
Daar dit geval niet op zich zelf staat
en meermalen paarden bly ven staan, ter-
wyl de eigenaren op gezelliger plaatsen
de uren slyten, wensch ik de aandacht
der bevoegde macht daarop te vestigen,
vooral omdat ik meen, dat de politie na
afloop van de markt de verwydering van
de paarden kan gelasten.
U dankend voor de opname dezer re
gelen, heb ik de eer te zyn
Uw. dienstw. dienaar.
B.
„Sociëteit VEREENIGING".
Buitengewoon GROOT CONCERT op Woensdag
7 December des avonds ten 7 J uur, uit te voeren
door het Orkest van het Concertgebouw te Am
sterdam, onder leiding van den heer W. KES.
PROGRAMMA.
1. Marche héroïqueC. Saint Saëns.
2. Ouverture van de Opera .Ana-
créon"T. Cherubini.
3' t. Catti Solo-violoncel..^
De violoncel-solo door den heer J. Mossel.
4' 4.' Balletmusik M Hoskowski.
1. Malagueua. 2. Scherzo Valse. 3. Maurische
Fantasie aus der Oper „Boabdel der letzte
Maurenkönig."
5. „Eine Nordische Heerfahrt,"
,Trauerspiel-Ouverture (Op. 25) E.Hartman.
6. a. Romance
bCharacteristische Tanz-
I Solo-J.S.Svend8eiL
weisen i ViooiW- Kes"
De viool-solo door den heer L. Kramer.
7. Vorspiel zum Illten Act aus
„Lohengrin"R. Wagner.
8Norwegischer Kiinstlercarneval
(Op. 14)J. S. Svendsen»
(Eerste uitvoering.)
ORGELBESPELING
in de Groote- of öt. Bavokerk alhier, op
Donderdag 8 Dec. 1892, des namiddags
van 23 uur door den Heer WEZERM AN*
PROGRAMMA.
1. Preludium en FugaJ. S. Bach.
2. Adagio uit de öe Symphonie.Beethoven.
3. Sonate No. 2J. A. v. Eijken_
a. Allegro con brio e fuoco.
bAdagio.
c. Finale.
4. Ave MariaSchubert.
5Finale.