HAAEL
Eerste Blad.
No. 101.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Veertiende Jaargang
144.
van WOENSDAG 21 December 1892.
Nieuwsberichten.
TELEPHOONNUMMER
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenr —,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie ran 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavont
Advertentièn worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken, op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij
De Erven Loosjes, te Haarlem.
MOERKERKEN, P. H. VAN, Neder-
landsch Leesboek 2e drukƒ1.50.
BERGMANS, J. Schetsen uit de algemeene
Geschiedenis I Oude Gesch. en Middel
eeuwen 4e druk.25.
id id id II Nienwe Geschiedenis
4e druk.25.
■WIJK, J. C.VAN, In den Duvelshoek en
Elf andere Vertelsels in de Nederbètoew-
sche Taol1.75.
KRADOLFER, J, Op 's Levens hoogte, be
werkt door Dr. J. Herderschee1:90.
Geldersche Wand-Kalender voor 1893... .60.
.Agenda voor 1893 in Lianen 3 Datums
per blad Zakformaat.60.
Dr. Staring's Almanak voor den Neder-
landschenLandman in Linnen Zakformaat .75.
Kantoor- en kabinet-Agenda voor het jaar
1893 doorschoten met vloei1.50.
Buitenlandsche nieuw verschenen werken
SCHWAN, Dr. EDUARD, Gramraatik
des Französisehen (Laut- und Formeu-
lehre) 2e Aflage3.10.
MERKEL BONNET, Anatomische Hefte
Abth I Heft 57.40.
OLIPHANT, Mrs., The heir presumptive
and the heir apparent 2 Vols Tauchnitz Ed. 2.
BROUGHTON, RHODA, Mrs. Bligh id. I.—.
BARRETT, FRANK. Out of the Jaws
of Death, 2 vols Tauchnitz Ed2.
Bovenstaande werken zgn voorhanden
by de boekhandelaars de erven Loosjes.
ZANG EN VRIENDSCHAP.
In het vorig nummer van dit blad is
met een enkel woord de uitvoering ter
sprake gebracht, welke de Koninklijke
liedertafel Zang en Vriendschap Donder
dag avond bare kunstlievende leden aan
bood. Thans op deze uitvoering terug
komende, wenschen wg zonder eenig voor
behoud onze ingenomenheid nittespreken
met de wijze, waarop door de zangver-
eeniging de koornnmmere van het pro
gramma ten gehoore werden gebracht.
Ongetwijfeld was Zang en Vriendschap
daar by buitengewoon gelukkig, zelfs zoo,
dat de koren niet, zooals voor dezen wel
eens gebeurde, slechts werden gednld als
eene aanvulling van het meer artistieke
werk der solisten, doch nit een muzi
kaal oogpunt aanspraak mochten maken
op bijzondere waardeering. Eigenlgk be
hoorde het nooit anders te zgn bij onze
liedertafel-uitvoeringenhet engageeren
van solisten toch is eeD kwestie van
finantieelen eard; wie het meest beidt,
heeft de bestede meerdere of mindere
volmaakte uitvoering der ensemble-num
mers evenwel, laat ons toe een blik te
slaan in den boezem der vereeniging,
over hare waarde te oordeelen, over hare
samenstelling en de wgze, waarop de leden
zich voor eon openbaar optreden weten
voor te bereiden uitspraak te doen.
Zang en Vriendschap heeft opnieuw
bewezen veel te kunnen, als het den zan
gers ernst is met de vrgwillig op zich
genomen taakals zg door een tronw be
zoek van de repetities de stnkken goed
trachten te leeren, de opvatting van den
directeur weten te verstaan, den inhond
van de toonwerken pogen te verwerken
tot een goed begrepen kunstvorm en deze
dienstbaar wordt gemaakt aan de uitdruk
king van een hoog en edel gevoel, dat bewnst
of onbewust sluimert in het hart van elk
beschaafd mensch.
Ernstige toewgding, gepaard aan een
onbedwingbaar streven om mooi en vol
maakt werk te leveren, moge onze dilet
tanten big ven bezielen bg de beoefening
van de muzikale kunst; eene kunst diej
in haar wezen, in onderscheiding van de,
andere schoone-kunsten, de eigenaardigheid;
bezit onder ieders bereik te vallen.
Ons bepalende tot het programma van
den concertavond, herinneren wg aan de
aangename wgze, waarop de uitvoering
met het werkje van den heer Schmölling
Hoop werd geopend. Boven vele conconrs-
nnmmers heeft dit koor de eigeDsohap
mooi te klinken het geeft niet den in
druk alsware het den componist te doen
geweest met opzet moeilgkheden op el
kander te stapelen, iets dat waarlgk met
het begrip van kunst geheel in strgd is.
Tot ds concours draken behoort het dan
ook geenzins. De stemvoering is met veel
routine behandeld, terwijl de harmonische
bewerking even degelgk mag heeten als
als de rythmische afwisseling natuurlgk
en ongezocht. Met groote voorliefde is het
door de h.h. zangers beoefend en het ver
wonderde ons niet, dat zg na de uitvoe
ring den bescheiden kunstenaar op het
orkest riepen om hem onder aanbieding
van een lauwerkrans met een laid applans
te huldigen. Het tweede nummer, Pen
see de Nuit viel als compositie danig af
en klonk naast het pas besproken werk
heel dun en oppervlakkig. Veel diepte zit er
niet in, zoodat wg voor ons de voorkeur
geven aan één lied van den heer Schmöl
ling boven tien van de laatste soort. Het ka
rakteristieke nommer Schlafwandel van
den Ziiriohschen orkest-directeur Frie-
drich Hegar werd bgzonder rustig en f'gn
genuanceerd voorgedragen in de forto 's
ontwikkelde het Koor een zeldzaam mooien
klank. In de beide groote werken de
bekroonde coneonrs-stnkken de classieke
psalm Heus nostra Spes van L. F. Brandts
Bays en Les laboureurs van Camilla
de Vos, waarvan de Fransche tekst, ten
dienste van de Hollandeehe afdeeling, in
minder vloeiend Nederlandsoh is over
gezet, vond men gelegenheid de krach
ten van het Koor, de flinke bezetting der
verschillende partgen in zgn ganschen
omvang te leeren kennen. Over de voor
dracht lag een ongewone gloedde be
zielende en beproefde leiding van den
heer Robert was instaat geestdrift te bren
gen in de appreciatie van de Haarlemsche
liedertafel Lang en Vriendschap, die zich
opnienw met zooveel jeugdige kracht
schgnt te ontwikkelen.
Onze ruimte verbiedt ons nog veel te
zeggen over de solisten, de heer en me
vrouw Völlmar uit den Haag. Dit is
trouwens overbodig. Beiden zgn bekend
als zeer bekwame mnsici, die van hnis
nit de knust beoefenen, aan wier spel
eene degelgke vorming ten grondslag ligt.
De verschillende voordrachten legden van
een en ander een schitterend getuigenis
af en leverden eene hoogst belangrgke
bgdrage tot het welslagen van het con
cert in zgn geheel.
B.
Weten en Werken.
Was den vorigen Maandag hg de le
zing van Dr. Dyserinck de zaal flink
bezet, toch was het zóó, dat allen behoor-
lgk konden zitten, doch gisteren avond
was het onbeschrgfelgk vol, zóó dat een
goed veertigtal mannen in een heel klei
ne ruimte, aoh ter zit plaatsen, zich moesten
vergenoegen met eene staanplaats, waardoor
de atmosfeer nu juist niet van de aan
genaamste kon genoemd worden en met
eene temperatnnr hiermee in overstem
ming.
De heer H. J. Scholten van Amster
dam vervulde de spreekbeurt, hetgeen voor
de bezoekers beteekent een genotvol
avondje.
De heer Soholten leest goed zonder
te vervallen in den redergkerachtigen
preektoon, weet hg door de stembnigiog
en het leggen van den juieten klemtoon
het gelezene volgens de bedoeling van
den schrgver het relief te geven, noodig
om den toehoorder onder den indruk te
brengen.
Spreker had voor dezen avond geko
zen een gedeelte nit het werkje getiteld
Van Limburgs grenzen door Hurrelbrink.
Het mooi gedaohte stukje speelt te
Hoogbeek op een ond kasteel, bewoond
door de 's-Gravenhovens, typen van land-
edelieden, trotsch tot in de toppen hunner
nagels, door wie de eer van het geslacht,
zgn onbezoedelden naam, hoog gehonden
wordt. Toch klopten hnnDe harten warm
voor den naaste, zelfs al stond deze, als
veld-wachter Starren, verre beneden den
kring bnDner omgeving.
Er dan die Starren te hooren spre
ken en te handelen onder den veredelenden
invloed van zgne meesteres en zgn mee
ster, is even treffend als de innerlgke
strgd van den oudsten zoon, die liever
den dood weDBcht van den jongeren
broeder, dan de familietrots prgs te ge
ven de eenvoudige man, die zgn heer
voor broedermoord behoedde en ondanks
zgn eed, zelfs het leven des schuldigen
spaarde, toen hem op het kritieke oogen-
blik te binnen schoot, wat hg den onden
heer 's-Gravenhoven eens had booren zeg
gen: Wees nooit laf, als ge dit eens in
nw leven zgt, hebt ge er nw geheele le
ven spgt van.
Toen droeg de Heer Scholten voor
eene schets van Weruméns Bnning:
Hoe sergeant Hazelhoff en bootsman Kiab-
berdos eene erfenis gingen halen.
Het verhaal op zich zelf is geheel in
den trant der bekende marine-schetsen,
los, natnurlgk en hierdoor zeer geestig,
want Bnning heeft er slag van met de
ietwat on gepolitoerde spreektaal van den
luchthartigen zeeman, den goeden kant
van zgne sujetten in het ware licht te
stellen. En als dan de Heer Scholten die
scherpgeteekeude beeldjes op de meest
natuurlgke wgze leven inblaast, dan lnis-
teren wij, en verbazen we ons, dat we
zóó door eenvoudig, doch goed lezen kun
nen ingepakt worden, en dan komen de
fgne trekjes veel beter tot hnn recht,
dan ale we in een kalm oogenblik ons
in de eenzaamheid vermoeien met het
lezen van die eenvoudige, doch krachtig
opgevatte schetsen, en dan prgzen we
den schrgver gelukkig, wiens werk een
zoodanigen vertolker vindt als de Heer
Scholten is.
Tweede Kamer. Woensdag werd het debat over
HoofdslV BinnenlZaken) voortgezet. Bij Hoo
per Onderwijs drong de heer Roëll aan op her
ziening van het zoogenaamd „akademiesch Sta
tuut" het K. B. van 1877 tot regeling der aka-
demiesche examens en promoties, speciaal om
te wettigen, dat zij, die het 2de gedeelte van het
doctoraal examen moeten herhalen, niet verplicht
worden nogmaals het 1ste af te leggen- De heer
Beelaerts van Blokland protesteerde tegen den
langen duur der vakanties. De Min. van Binnenl.
Zaken zou de gegeven wenken overwegen. Hij
zou in zake het doctoraal examen trachten alsnog
uniformiteit te verzekeren, en anders wijziging II
van het akademiesch Statuut overwegen. Wat de jj
lange vakanties betrof, meende de Min. dat er
niet zulk een nauw verhand bestaat tusschen de i
ontwikkeling der studenten en geregeld Kollege li
geven. De post voor een nieuw muzeüm voor
Nat. Historie te Leiden werd goedgekeurd, nadat
de Min. verzekerd had, dat de som enkel strek
te tot voorbereiding; dat met den bouw geen
aanvang zal worden gemaakt, en dat de kamer
een volgend jaar volkomen vrij zal zijn in haar
oordeel over het uitgewerkte plan. Aan den heer
Donner gaf de Min. te kennen, dat de kwestie
van suhsidieering van bizondere gymnasia eerst
hij wijziging der wet op het H. O. aan de orde
komt. Bij Middelbaar Onderwijs drong de heer
Heldt aan op volkomen gelijkstelling van Kos.
telooze en betalende leerlingen aan de Rijks
Hoogere Bnrgerseholen. De heer v. d. Feltz en
de Minister bestreden dit en betoogden, dat kos-
telooze toelating een voorrecht is. De Min. zou
de bestaande voorwaarden handhaven, doch in
geen geval kostelooze leerlingen plaatsen, als
daarvoor meer onderwijzend personeel noodig
mocht worden. Bij art. 111 Poltechniesche School
wenschten de heeren v. d. Velde en v. d Borch
van Verwolde de oprichting van een leerstoel voor
bacteriologie, de heer Havelaar de oprichting van
een proefstation voor bouwmaterielen. De Min.
beloofde nader onderzoek. Bij art. 115 Rijks
landbouwschool) besprak de heer G. van Dedem
de boekerij. Bij art. 117 {ambachisonderwijs)
kwam in behandeling het am. van den heer
Smeenge om subsidie te geven aan de vereeni
ging ter bevordering van het ambachts onderwijs
in Drenthe. De voorsteller lichtte het am. toe,
dat door den heer Roessingh verdedigd werd, of
schoon hij anders tegen de suhsidieering de am-
i bachtsscholen was, omdat daardoor alleen het
ambachts-onderwij8 in de steden, maar niet ten
platten lande wordt geholpen. De heer Donner
j vond er bezwaar in, dat Kamerleden bij amende-
l irient een subsidie op de begrooting brengen, en
zou gaarne zien, dat de Min. het am. overnam.
De heer v. Gijn vroeg, of de Min. voor een aan
tal scholen alsnog subsidie zou willen voorstel
len hij suppletoire begrooting. De heer Veegens
verklaarde, dat de Komm. van Rapp. liever het
iniatief zag uitgaan van de Regeering, maar dat
de meerderheid der Komm. geen bedenking had
tegen het am. De heer v. Alphen juicht het
beginsel van het am. toe, maar vond er een kon-
stitutioneel bezwaar in, van wege de Kamer pos
ten op de begrooting te brengen. De heer Seret
sloot zich aan hij den heer v. Gijn.
In de zitting van Donderdag beloofde de Min.
van Binnenl. Zaken, in de eerste helft van 1893 bij
suppletoire begrooting te zullen voorstellen nieuwe
subsidiën voor onderscheiden ambachtsscholen, mits
partikuliereu eu gemeenten daartoe bijdragen.
Mede zal hij dan overwegen subsidie aan de Ver
eeniging voor ambachtsonderwijs in Drenthe,
waaromtrent het onderzoek nog niet is afgeloopen.
Mocht het am. worden aangenomen, dan zou de
Reg. het alleen aanvaarden als proef, speciaal voor
Drenthe. Na krachtige verdediging door den voor
steller is het am. van den heer Smeenge ver
worpen met 43 tegen 41 stemmen. De opleiding
van tuinbouwkundigen, proefstations in 't Zuiden
en landbonw-winterscholen in Limburg zal de
Minister in overweging nemen. Bij de afdeeling
Lager Onderwijs drong de heer Tydeman aan op
leerplichtde heer Kerdijk op verhooging van
minimum-traktementen der onderwijzers door
toepassing van art 26 der Schoolwet De heer
van Karneheek wees op voorheelden van straf
rechtelijke vervolging van onderwijzers, en drong
aan op verwijdering van niet goedgezind perso
neel. De heer Lieftinck drong aan op tijdelijke
maatregelen tot wering van schoolverzuim. De
Min. verklaarde in het aanstaand schoolverslag
mededeelingen te zullen doen betreffende het
schoolverzuim. Het leerplicht-ontwerp ligt gereed,
maar zal niet ingediend worden, voordat de be
handeling en afdoening der Kieswet verzekerdis.
Wanneer de schoolwet mogelijk zal zijn, laat zich
voorstellen. Eene toepassing van art. 26 der school
wet thans zou eene verhooging van traktementen
geheel ten laste der gemeenten brengen. In strgd
met den heer Karneheek dacht de Min. niet on
gunstig over den algemeenen geest der onderwij
zers. Eerst na ernstig onderzoek mag tot verwij
dering van onderwijzers worden besloten. Aan de
heeren Tydeman en JE. Mackay beloofde de Min,
overweging, om het hulponderwijzersexamen weer
tweemaal 's jaars af te nemen. Na een lang debat
is een amendement van den heer van Kerdijk,
om geen subsidie van f 12.000 toe te 9taan voor
subsidie aan schilders ter expozitie van schilder
stukken te Chicago, aangenomen met 56 tegen
36 stemmen. Hoofdstuk V werd aangenomen zon
der hoofdelijke stemming.
In de avondzitting was Hoofdst. VI. deStaats-
begrooting {Marine) aan de orde. De eerste spre
ker was de heer Goedkoop, die hulde bracht aan
de kunde, het karakter eu de energie van den Mi
nister, maar toch meende 's Ministers plannen,
die voor jaren den toestand zullen beheerschen,
te moeten toetsen aan de eisclien van het alge-